FNV noemt werkweek van 32 uur niet meer Raad van Kerken bepleit verdere democratisering in bedrijfsleven 5 i SieMatic Belgisch kc ibinet in crisis door Happart D; 't Liefst een SieMatic. Perspectief Sinds 1982 gematigd Politiek Aftreden Traditie Instanties Kwetsbaar Geboorteproces denkwijzer Tweede.natuur fe Woonvizier Zeeland VRIJDAG 2 OKTOBER 1987 Van onze redactie economiel De vakcentrale FNV blijft streven naar een collectieve ver mindering van de arbeidstijd zonder zich daarbij vast te leggen op concrete doelstellingen en tijdschema's. In het ar beidsvoorwaardenbeleid voor 1988, dat de FNV binnenkort presenteert, zal met geen woord over de 36-urige werkweek worden gesproken. Laat staan dat de 36 uur wordt genoemd als een tussenstap naar de 32-urige werkweek. „Die 36-urige werkweek", zegt vice-voorzitter van de FNV Jo- han Stekelenburg, „is een streefgetal voor 1990". „Daar willen we de komende jaren op mikken. Maar ik geef toe: ook in eigen kring heeft het thema arbeidstijdverkorting aan populariteit ingeboet". enige vooruitgang geboekt. De werk groepen hebben hun werk nu vrijwel afgerond. Spektakel hoeft men niet te verwachten; daarvoor zijn de ideologi sche tegenstellingen tussen vakbewe ging en ondernemers te groot. „Het re sultaat is niet niks", luidt de conclusie van Stekelenburg op grond van ver trouwelijke concepten, „maar de vraag is of het tot effecten leidt". Niettemin blijven algemene vormen van herverdeling van arbeid noodza kelijk om de werkloosheid tot hanteer bare proporties terug te dringen. „Het moet iedereen duidelijk zijn geworden dat economische groei alléén volstrekt onvoldoende is om de werkloosheids- problematiek op te lossen. Aanvullend beleid is absoluut noodzakelijk", al dus Stekelenburg. De afgelopen weken kenmerkten zich door escalerende grimmigheid tussen de FNV aan de ene en overheid en werkgevers aan de andere kant. Het met veel spanning omgeven Najaars overleg bleef steken in improduktieve woordenwisselingen, vooral naar aan leiding van het dreigement van de FNV dat loonmatiging geen vanzelf sprekend uitgangspunt van vak- bondsbeleid meer zal zijn. De FNV dreigde, althans zo kwam het op de buitenwereld over, met harde loonstrijd als antwoord op de passieve 'houding van regering en werkgevers ten aanzien van de werkgelegenheid. De overheid zou bovendien niks waar maken van de gelijke behandeling van ambtenaren en uitkeringsgerechtig den met werknemers in de marktsec tor. Stekelenburg nuanceert alle paniek verhalen over loongolven. „Het grote misverstand is dat wij praten over on derhandelingsruimte. Dat is de ruimte die je hebt voor het totale pakket van nieuwe cao-afspraken. Loonsverho ging is daar maar een onderdeel van. Wij zeggen niet meer, zoals in het verle den, dat wij ons bij voorbaat gaan ma- tigen. Uit een oogpunt van onderhan- delingstaktiek is dat niet handig". „Bovendien", vervolgt Stekelenburg, „is er vanaf 1982 op een behoorlijke manier gematigd. De concurrentiepo sitie van het Nederlandse bedrijfsle ven wordt nu weer aangetast door de goedkope dollar. Het zou te simpel zijn om louter op grond daarvan pas op de plaats te maken. Dat gaat te ver, ook in de beleving van mensen. We gaan onderhandelen op het scherpst van de snede, maar zullen daarbij steeds in oog blijven houden wat ver antwoord is". De FNV geeft in de binnenkort te ver schijnen nota arbeidsvoorwaardenbe leid niet aan welke ruimte 'macro', dus in het gehele bedrijfsleven, voorhan den is. Loonruimte valt slechts per on derneming vast stellen, omdat alleen op dat niveau zoiets als produktivi- teitsstijging een van de belangrijk ste elementen van de loonruimte te berekenen is. Vorig jaar stapte de FNV al af van centrale aanbevelingen met betrekking tot de loonruimte. De vak- centrale doet in het arbeidsvoorwaar denbeleid een stap terug ten behoeve van de aangesloten bonden. „Het vaststellen van macro-ruimte is eigenlijk een achterhaalde zaak. Het gaat er ons als centrale om dat de con crete benutting van ruimte in afzon derlijke bedrijven een bijdrage levert aan maatschappelijke doelstellingen, zoals de bestrijding van de werkloos heid. Je mag van een vakbondsonder handelaar in een bedrijf niet verwach- ten dat hij voortdurend de belangen van de omgeving in de gaten blijft hou den. Daar is dan de vakcentrale voor". Omdat zeer ongewis is hoe de koop kracht zich volgend jaar en daarna zal ontwikkelen heeft de vakcentrale een voorkeur voor éénjarige cao's voor zover het de inkomensontwikkelingen betreft en meerjarige contracten als het om werkgelegenheidsafpraken gaat. Op het cao-front bijt de metaalindustrie dit jaar het spits af, in het voorjaar volgen Akzo, Philips en Unilever. Het heeft Stekelenburg ver baasd dat in werkgeverskring, kenne lijk uit vrees voor uitwassen op het loonfront, nu plotseling weer positieve geluiden opklinken voor centrale af spraken. „We zijn geen land voor een sterk gedifferentiëerd inkomensbe leid. Trendsettende cao's zullen altijd de toon blijven aangeven". De houding van de FNV in de cao-on derhandelingen zal mede worden be paald door de uitkomst van de alge mene beschouwingen die de Tweede Kamer volgende week houdt. „Er zijn bonden die compensatie willen vra gen voor de gevolgen van bijvoor beeld de maatregelen in de gezond heidszorg. Dat gaat natuurlijk wel ten koste van de loonruimte voor herver deling van arbeid. De politiek heeft dus wel degelijk invloed op de sfeer en het verloop van de cao-onderhan delingen". Van belang voor het sociale klimaat zullen zeer zeker de rapportages zijn van de werkgroepen van werkgevers en werknemers met betrekking tot langdurige werkloosheid, jeugdwerk loosheid en scholing en werkloos heidscijfers. Het gaat straks vooral om de vraag of cao-partijen de aanbevelin gen van de werkgroepen in beleid wil len omzetten. Na aanvankelijke stub- belingen rond Prinsjesdag is er weer Ten aanzien van de langdurige werk loosheid, het meest nijpende probleem op dit moment, is enige vooruitgang geboekt. De betrokken werkgroep' stelt voor om met alle langdurig werk lozen zogeheten heroriënteringsge- sprekken te voeren, die duidelijk moe ten maken wie wèl en wie niet geschikt is voor de arbeidsmarkt en hoe de werkmotivatie van de betrokkenen is. Aan de hand van deze gesprekken kunnen op de persoon toegesneden oplossingen worden bedacht. Om de hele 'doelgroep' te bereiken, zullen de sociale diensten en arbeids bureaus bijgestaan worden door naar schatting 250 aan te trekken medewer kers. De werkgroep heeft begrepen dat de overheid daarvan de kosten wil dra gen. Het recente FNV-plan voor werk- garanties voor langdurige werklozen is overigens in brede kring slecht geval len. Stekelenburg: „Wij pleiten niet voor garanties. Het gaat er ons om dat we de grote vrijblijvendheid rond de langdurig werklozen willen omzeilen. Twee jaar geleden hebben we op cen traal niveau taakstellende afspraken gemaakt over de jeugdwerkloosheid (verdubbeling capaciteit leerlingwe zen, red.). Waarom wèl voor die groep en niet voor de langdurig werklozen. Het zou te maken kunnen hebben met het feit dat werkgevers ook kinderen hebben. We willen een gericht pro gramma dat mensen een perspectief op werk kan bieden". De Nederlandse vakbeweging gaat een belangwekkend jaar tegemoet. De decentralisatie van het arbeidsvoor waardenbeleid heeft zich in volle om vang doorgezet. „Het is meer dan ooit de vraag of we met de werkloosheids bestrijding de goede kant op gaan. Wil len werkgevers en werknemers op de centraal niveau inhoud geven aart hun maatschappelijke verantwoordelijk heid. Daar gaat het om. Ik heb m'n twijfels. Terwille van de ordening is meer centrale coördinatie nodig. Ik ben niet bepaald niet af van dat cen trale overleg". Johan Stekelenburg (Van onze correspondent Hans de Bruijn in Brussel) Het Belgische kabinet verkeert weer eens in crisissteming. En waar anders over dan over de Zaak H.? Terwijl de doorsnee-Belg zich niet of nauwelijks interesseert voor Jose Happart, is de man voor pre mier Wilfried Martens en de zijnen een dagelijks terugkerende nacht merrie. De kwestie-Happart heeft al ettelij ke malen voor crisisdreiging binnen de rooms-liberale coalitie geleid, het zou zo langzamerhand moeten wennen. Maar het moment komt dat opnieuw uitstel niet meer helpt en Martens c.s. wel besluiten moeten nemen. Volgens de kenners is dat moment nu nakende. Op 13 oktober komt het Belgische parlement van 'zomer'- vakantie terug, en voor die datum heeft premier Martens een regerings initiatief toegezegd. Wat dat zal in houden weet niemand, en naar ver luidt Martens zelf ook niet. Deze meester in het verzoenen en het oplossen van problemen zit met de handen in het haar. Als hij niets doet kan hem dat zijn kabinet kosten, en als hij tegen Happart optreedt lijkt hetzelfde lot zijn deel. Even ter opfrissing: José Happart is de oud-burgemeester van het offi cieel Vlaamse Voeren, die weigert Nederlands te spreken of te leren zo als de wet voorschrijft. De Belgische Raad van State heeft daarom afzet ting van Happart bevolen, maar als eerste wethouder en dus waarne mend burgemeester blijft hij dood leuk alle burgemeesterstaken uit voeren. Het negeren - of beter: naar eigen inzicht soepel toepassen - van de wet is een hobby van veel Belgen. Maar Happart maakt het wel bont. Hij kondigt gewoon aan opdrachten van de regering niet wettig te vinden, Raad van State of niet, en ze niet te zullen uitvoeren. De grote tegenstander van Happart is de Vlaamse CVP, Martens eigen partij dus, die de Voerenaar bij wijze van spreken het liefst aan de dichtst- bijzonde boom zou opknopen. Een ware zusterstrijd in het christende mocratische kamp. De dreigementen over en weer zij n de laatste tijd niet van de lucht. De PSC heeft al vaker laten weten dat de zaak H. haar een crisis waard is. En vorige week verklaarden twaalf CVP- kamerleden dat zij het kabinet hun vertrouwen zouden ontnemen als de kwestie-Happart niet voor 13 okto ber is opgelost. Die datum is cruciaal, omdat de Ka mer van Volksvertegenwoordigers (Van onze medewerker Jan W. Scheffers) Be kerken in ons land moeten met volharding het streven naar verdere democratisering van de ondernemingen blijven onder steunen. Zij zullen een beroep op po litiek, werknemers en werkgevers moeten blijven doen om daaraan te blijven werken. Ook zullen kerken zelf in hun functioneren als arbeids organisatie de zeggenschap van hun werknemers dienen te bevorderen". Dit schrijft de sectie sociale vragen van de Raad van Kerken in Neder land in een discussienota over 'Zeg genschap in arbeidsorganisaties'. De nota is opgesteld naar aanleiding van de conferentie hierover twee jaar geleden met de vakcentrales FNV en CNV en het Humanistisch Verbond en de vorig jaar gehouden bespreking met het Nederlands Christelijk Werkgeversverbond. Als principiële invalshoek voor het bevorderen van medezeggenschap in het bedrijfsleven kiest de nota de in de internationale oecumenische be weging ontwikkelde gedachte van de verantwoordelijke maatschappij. Zeggenschap is dan een noodzakelij ke voorwaarde om het dragen van verantwoordelijkheid mogelijk te maken. De zeggenschap van werkne mers dient zich daarom uit te strek ken tot beleidsvoorbereiding, be sluitvorming, mogelijkheden tot controle op het beleid en tot de doel stellingen van het bedrijf. De nota merkt opdat in de praktij k economi sche doelmatigheid en verantwoor delijkheid goed samen kunnen gaan. Zelfs dat het dragen van verantwoor delijkheid door alle werknemers de economische doelmatigheid van het bedrijf bevordert, omdat zij zo een grotere betrokkenheid en motivatie ervaren. Als voorbeeld wordt gewe zen op de vele coöperatieve bedrij ven in de wereld. Aan degenen die sceptisch zijn over het dragen van meer verantwoorde lijkheid en zeggenschap door werk nemers, legt de discussienota enkele vragen voor. Worden de middelen om zeggenschap en verantwoordelijk heid te bevorderen voldoende be nut? Zijn ze in voldoende mate aan wezig? Hebben we niet de opdracht om een beroep te blijven doen op mensen? Opgemerkt wordt, dat er in ons land geen echte 'zeggenschapstraditie' bestaat. Deelname aan zeggenschap wordt daardoor niet als iets vanzelf sprekend ervaren. Daarom is toerus ting tot zeggenschap door opvoe ding, onderwijs, scholing en vorming van groot maatschappelijk belang. De nota pleit voor het onderne mingsmodel waarin bij de besluit vorming alle effecten voor anderen worden betrokken; of het model waarbij de ondernemer buiten zijn directe taak om het nodig acht maat schappelijke en politieke problemen te helpen oplossen. Als voorbeelden hiervan worden genoemd de bestrij ding van de wereldarmoede en het racisme en het tegengaan van de be wapeningswedloop. Nadrukkelijker meepraten vanaf de werkvloer. Voor het klassieke op winst gerichte ondernemingsmodel en het model waarin beleid wordt afgestemd op wat nog net maatschappelijk aan vaardbaar is, voelt de nota weinig. „Daardoor onttrekt men zich in be langrijke mate aan zijn verantwoor delijkheid voor medemensen, in deze tijd en toekomstige generaties, voor samenleving en natuur. Ons inziens zal zeggenschap in het perspectief dienen te staan van een actief gedra gen maatschappelijke verantwoor delijkheid, ook in het functioneren van de onderneming", aldus de nota. In antwoord op een kritische opmer king van werkgeverszijde dat de Raad van kerken zich teveel richt op de grote zeggenschap, het beleid van de ondermeingen, en zich te weinig bezig houdt met de kleine zeggen schap in de werksituatie, pleit de no ta voor een en-en-formule. „Beide kunnen bevorderend op elkaar in werken, maar vereisen ook een eigen aanpak". In de nota worden een aantal kriti sche kanttekeningen geplaatst bij het functioneren van enkele instan ties binnen de onderneming. Uitvoe rig wordt ingegaan op het huidige functioneren van de ondernemings raad. In dit verband wordt gespro ken over een tweeledig karakter van dit orgaan, doordat zowel de belan gen van de werknemers als die van de onderneming als geheel behar tigd moeten worden. Verder worden opmerkingen gemaakt over de kwetsbaarheid van de leden en de moeizame acceptatie en realisatie van de ondernemingsraad als een in stantie die het beleid kan beïnvloe den. Op grond daarvan vinden de samen stellers van de nota, dat de positie van de ondernemingsraad versterkt dient te worden, terwijl een uitbrei ding van de bevoegdheden - met na me het instemmingsrecht - gewenst is. Hierbij wordt opgemerkt, dat een goede relatie tussen de raad van commissarissen en de onderne mingsraad een ondersteuning voor de zeggenschap van werknemers kan zijn en daarmee ook ten goede kan komen aan de onderneming. Naar het oordeel van de sectie sociale vra gen van de Raad van Kerken moeten bedrijven met zelfbestuur worden ge stimuleerd. Hiertoe zal nagegaan moeten worden welke belemmerin gen weggenomen dienen te worden. De nota vindt het van groot belang dat werknemers vroegtijdig invloed kunnen uitoefenen op de besluitvor ming over nieuwe technologieën en de invoering daarvan. De nieuwe technologie moet ook gericht wor den op het bevorderen van de moge lijkheden tot zeggenschap. Gewaar schuwd wordt voor afbreuk aan de zeggenschapsrechten bij de toene mende flexibilisering van de arbeid en de arbeidsverhoudingen. op de eerste de beste dag na het reces moet stemmen over enkele moties over deze zaak, die vlak voor de vakantie zijn ingediend. Een daar van eist zonder verdere plichtple gingen het aftreden van Happart. Zouden twaalf CVP'ers die motie steunen, dan ontvalt Martens zijn krappe meerderheid van zes zetels en kan hij inrukken. De situatie is verscherpt omdat een paar dagen later de hele CVP-fractie zich bij de twaalf aansloot. Martens zegde daarop toe met een initiatief te zullen komen. Maar hoe hij beide kampen tevreden kan stellen blijft raadselachtig. Dat zou alleen maar kunnen slagen, wanneer de PSC ertoe gebracht kan worden Happart te laten vallen. PSC-voorzitter Deprez heeft al laten doorschemeren dat voor hem Hap part weg mag, als er een nieuwe wet komt die de kennis van het Neder lands voor Franstalige gezagsdra gers (en omgekeerd) niet meer ver plicht stelt. Maar als zo'n wet er komt, voldoet Happart automatisch aan die eis en hoeft hij niet weg. Dan kan hij met een beroep op die nieuwe wet door gaan met het uitoefenen van zijn functies. En uit zichzelf opstappen is de recalcitrante Voerenaar helemaal niet van plan. De afgelopen maanden hebben al tal van dit soort voorstellen de revue ge passeerd, maar zij konden nooit ge nade vinden in de ogen van of de CVP of de PSC. En waren de PSC-minis- ters - waaronder Happart's opper heer, minister van binnenlandse za ken Michel - het met zo'n voorstel wel eens, dan werd het weer door de machtige partijtop de grond inge boord. Ministers en partij zitten zacht ge zegd niet op één spoor, getuige ook de waarschuwing van Michel aan het adres van zijn partijvoorzitter "dat het makkelijker is porselein te bre ken dan te lijmen". Het is bovendien nog maar de vraag wat de PSC met een crisis en daaropvolgende verkie zingen te winnen heeft. De kwestie-Happart interesseert de Belgen niet genoeg om er zeker van te kunnen zijn daarop veel stemmen te kunnen winnen. Bovendien staan in Wallonië de socialisten er electo raal veel beter voor. En PS-voorzit- ter Guy Spitaels is niet afkerig van een regering met de Vlaamse chris tendemocraten. Zo zou José Hap part onbedoeld en indirect wellicht toch zijn eigen partij aan de macht kunnen helpen. (Door René Diekstra Al meer dan drie maanden y y mijn zoon, hebben je moeder en ik niets meer over je wel en wee vernomen. We gaan ons inmiddels bijna verlegen voelen als iemand vraagt hoe het met de studie van on ze zoo7i gaat. We weten het immers zelf niet eens. Je moeder - ze zegt het wel nietmaar het is haar aan te zien - lijdt duidelijk onder je ondankbare stilzwijgen. Zelf begrijp ik ook niet waar we dat aan verdiend hebben. We sturen altijd stipt je toelage van oom J. weten we datje dié in elk geval jiiet vergeet te incasseren" Aldus luidde een gedeelte van de brief die een bezorgde vader aan zijn in Parijs studerende zoon stuurde. De brief was gedateerd 12 december 1578! Blijkbaar waren de problemen van ouders met studerende kinderen zo'n vierh07iderd jaar geleden wei nig verschïlle7id va7i de problemen die zulke ouders va7idaag de dag hebben. Ook de burgers van univer siteiten hadde7i ideee"n over studen ten die verrassend modem aandoe7i. In een geschrift uit omstreeks 15601e- ze7i we dat studenten luidruchtigon gedisciplineerd, nachtbrakend, drankzuchtigeigenwijs, arrogant en allee7i maar op eigen pleziertjes uit zijn. Zulke opvattinge7i werden gedeeld door de docenten en profes soren. Zelfs Erasmus heeft zich gestoord aan de onhandelbaarheid van veel studenten, zo blijkt uit één van zijn geschrifte7i. Ee7i collega-professor verzuchtte in 1584: "Ik weet niet hoe het komt dat de universiteiten ge woonlijk plaatsen zijn van losban digheid. De deugdzaamheid van de eerste scholen (bedoeld wordt lagere en middelbare school) en het ouder lijk huis schijnt zich er niet meer te durven tonen... Vaak gaat de tijd voorbij met het samenspannen tege7i professoren, met het vormen van al lerlei partijen, met het zich mengen in twisten, en met het verstoren van de goede orde der colleges". Dat er ook wat dit laatste betreft wei nig nieuws onder de zon is, blijkt wel uit het feit dat de hoogleraren tegen woordig nogal eens klagen over stu denten die tijdens colleges gewoon met elkaar zitten te praten, te klaver jassen of zelfs 7net een walkman op de les volgen. In hoeverre doet dit ne gatieve beeld over de universiteits student, dat zowel onze voorouders als velen van ons nu hebben, recht aan de waarheid? Is het vooral een vooroordeel, gebaseerd op het ge drag van ee7i kleine minderheid? La ten ive beginnen met eens te bekijke7i, wat het voor eenjongere betekent om student te worde7i. De meeste jongeren die student wor den zijn tussen de 18 en 21 jaar oud en verlaten gewoonlijk hun ouderlijk gezin om in een andere stad een op leiding aan een universiteit of hoge school te volgen. Alleen al de combi natie van die twee dingen betekent dat stude7iten in psychisch opzicht een kwetsbare groep vormen. Ze zit ten in de overgangsperiode tusse7i kind-zijn en volwassenheid, die we adolescentie noeme7i. De adolescen tie is de ontwikkelingsperiode, zo globaal tussen het 13de en 25ste jaar, waari7i de jo7igere voor een aa7ital ingewikkelde opgaven komt te staan. Op de eerste plaats moet hij/zij zich ontwikkelen tot een sociaal wezen, in staat om met anderen te kunnen om gaan en rekening met ze te houden, zich bewust van een plaats in de sa menleving e?i van plichten en rech ten. Hij moet loskomen van de afhari- kelijkheid van ouders en a7ideren, en zelfstandig contacten kunnen aan- gaan en onderhouden. Hij/zij staat verder voor de taak een 'seksueel zelf te ontwikkelen, in staat tot een heel assortiment van gevoelens, lo pend van vriendelijke onverschillig heid tot diepe betrokkenheid bij een lid va7i de andere (of eigen) sekse. Hij/zij moet in staat zijn een gezonde partnerrelatie aan te gaan en even tueel een gezin te stichten en daar voor te zorgen. Verder moet de jongere een beroepsi dentiteit gaan ontwikkelen, leren ontdekken op welke plaats hij/zij in de samenleving produktief en crea tief kan zijn. Dat is niet alleen wan be lang voor economische onafhanke lijkheid maar ook voor zelfrespect'en zelfontplooii7igTen slotte moet een jongere een levensbeschouwing ont wikkelen. Dat kan in de vorm van een godsdienst, een politieke opvat ting of iets dergelijks. Het doet er niet zo veel toe of dit iets vaags of duide lijks is. Het gaat er vooral om dat de jongere een soort 'interpretatie van het leven' ontwikkelt, die helpt bij het 7iemen van belangrijke levensbeslis singen en bij het begrijpen van ande ren en de dinge7i die er in de wereld gebeuren. Als we de adolescentie, zo bezie7i, vergelijken met de betrekkelijk be schermde kindertijd en de gevestig de volwassenheid, dan is het niet zo gek dat 7iogal wat psychologen spre ken over de adolescentie als 'tweede geboorte. De Fra)isman Rousseau heeft dat heel fraai onder woorde7i gebracht. "De mens wordt tweer,om geboren", zei hij, "de eerste keeri het bestaan, de tweede .keer voor leven". Wie de adolescentie niet goed komt, is dus niet goed uitgerust r het leven. Dej07igere die aari de l versiteitspoort als student i- schijnt, zit dus midden in een so van geboorteproces, met alle con; caties en pijn die dat met zich i kan brengen. Het feit dat hij d|li'S vaak als een soort emigrant schij7it, dat wil zegge7i iemand die derlijk huis en haard heeft veria M e7i elders wortel moet gaan schiet. M maakt het er allemaal niet gemai lijker op. Uit een rapport van de Wereld P zondheids Orgariisatie CWHO),^ de veelzeggende titel 'Ontwortel en gezondheid: psychosociale j blemen van studenten' draagt, bi IM dat de lichamelijke en geestelijke jj, zondheid van studenten over het gemeen slechter is dan in leeftiji achtergrond vergelijkbare nieti f| derende jongeren. De 'beroepsr co's' van studenten liggen vooral n' het vaker voorkomen van angst: Cl depressies, seksuele e?i relatie\ in blemen, ziekten van de luchtwec ei| en maag- en darmstoornissen. Vt he al het veel vaker voorkomen de maag- en darmklachten is zo op, is lend dat studentenartsen de m kc va7i de student wel de 'monitorw: zijn geestelijke gezondheid' noem, vc Uit een groots opgezet Amerika,la 07iderzoek blijkt slechts een de.ni van de studenten een persoont Ti heidsstructuur te hebben die de k. p« lificatie 'geestelijk gezond' verdv. bi 35 Procent van de studenten h Ei psychische problemen van lichte ei middelmatige ernst en de rest h tamelijk of zeer ernstige psychisi Y problemen. Vooral buitenlandse de7iten blijken er vaak slecht aan D te zijn. Studies aan verschillei Ai universiteiten in Amerika en W, Europa tonen aan, dat de opvc van deze studenten voor wat belt, hun psychische problemen vaak fe slecht is. it D De grotere kwetsbaarheid van C1 denten voor psychische problem V; hangt volgens het WHO-rapport d, men met de taak of het werk van d< student en met de situatie waarin d of zij dat moet verrichten. De vc te naa77iste taak van een student c- Vi universiteit of hogeschool is het bi doen va7i specialistische kennis bi als uiteindelijk doel een acade ki sche of een beroepskwalificatie D krijgen. Om die taak goed te dm. tc moet de student leren over inform n: tie na te denken, het in zijn geheug tc op te slaan, er zelf structuur in vi kunnen aanbrengen en met alle- k: abstracte begrippen te kunnen s; di len. d< Maar systematisch en creatief n ke7i is een heel ingewikkelde bei' v< heid. Bepaalde denkwijzen moe v zo vaak worden herhaald, dat ze" d een soort tweede natuur worm k Daarvoor is een goed stel herset. niet voldoende. De student moet 7 de nodige wilskracht en offers lil brengen. Dit betekent dat hij zijn! tuurlijke 7ieigingen, zijn 'driftc r moet leren beheersen. Hij moet sicj zitten terwijl hij wil bewegen, prol men oplossen terwijl hij wat wil tfP me7i, studeren terwil hij wil uitgê'Z] Hij moet dus ee?i grote dosis zelfdi pline opbrengen, terwijl anderen vroeger zijn huiswerk in de gat hielden en zijn uitgaansleven perkten dat nu niet meer doen. v Een student moet dus zichzelf lek', van de directe bevrediging van Ajj lust en verlangen af te zien enplei 9 uit te stellen. Een gemartelde ge' r] die een onrustig lichaam stee maar in de hand moet houden is 'natuurlijké broedplaats van emofj 7iele eigenaardigheden. De situe waariri de student zijn werk w. verrichten is wat minder compl: maar minstens zo frusterend. Voo" v de materie"le (financie"le) afhan lijkheid van instellingen, overheid ouders -juist in een levensfase wo. in zélfstandiehdi nodig en gewent - speelt veel studenten parten, verwachting van de buitenwen dat er goede studieprestaties won geleverd, de constante vraag "en gaat het met je studie?" en het. toch niet helemaal voor vol te 1 den aangezien omdat "je nog sf deert" (en dus niet zelf verdic roept bij veel studenten een soort i* innerlijke boosheid ten opzichte de volwassen buitenwereld op. Onder bepaalde omstandighei vindt die boosheid een massale laatklep en ontstaan er studenten voluties, zoals dat zo mooi wordt noemd. Maar veel vaker, helm- spoelen studenten hun frustraties[ delijk weg en worden ze voor f nacht of een dag die agressieve, ij velende jongeren waaraan zoem rustige burgers een hekel hebk' Toch is het goed te bedenken dai soms juist zo zijn omdat het studi tenleven meestal niet zo 'lustig' is - t I I c i, c 1 c c J1 I c c i Advertentie s e u n Korte Geere 20 4331 LE Middelburg tel. 01180-13704

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1987 | | pagina 4