VdB een fraudeur burgemeesten van Brussel De kerken zoeken naar vrede beleggers aten fl ink mee uit overvolle 'itsruif levensbeschouwing PZC/°Pinie en achtergrond Algemeen Andere kijk Neergang Stakingen Conciliair proces Verplichtend Bijbelse begrippen Pretentieus? ZATERDAG 12 SEPTEMBER 1987 Van onze verslaggeefster Runa Helling a) Na twee weken parlementaire en quête moet er bij de engeltjes, de oosterse heren met tulband en de schalks kijkende meisjes op het pla fond van de statige Eerste Kamer-ver gaderzaal grote verwarring ontstaan zijn. Elke dag verklaren drie tot vier heren beneden hen de waarheid en niets dan de waarheid te zullen spre ken en toch lijkt die waarheid schim miger dan ooit. Een stoet van ambte naren, beleggers en zelfs een oud-mi- nister zijn inmiddels voor de commis sie verschenen, maar nog steeds is er geen enkele duidelijkheid over de vraag of het ministerie wist dat er bij de bouw van particuliere huurwonin gen te lage stichtingskosten werden opgegeven. Dat er geknoeid is, staat buiten kijf. De beleggers willen weliswaar het woord fraude niet horen, want het ministerie was volgens hen volledig op de hoogte van de wijze waarop zij de subsidiere geling geldelijke steun particuliere huurwoningen 1968 aanpasten aan hun wensen. Maar ze hebben volmon dig toegegeven dat ze op grote schaal te lage stichtingskosten hebben opge geven. Hun verhaal wordt bevestigd door een onderzoek van het openbaar mi nisterie in Den Bosch. Officier van justitie J. M. Reijntjes en rijksaccoun tant A. G. Verhesen deden voor de en quêtecommissie verslag van hun on derzoek naar het ABP. Daarbij is tot nu toe gebleken dat het pensioen fonds bij 77 van de 78 inmiddels ge controleerde projecten te lage stich tingskosten heeft opgegeven. Een al gemene praktijk dus, in ieder geval bij het ABP. De voormalige directeur beleggingen van het ABP, mr. drs. A. J. M. Masson, vertelde de commissie vervolgens dat hij in 1972 persoonlijk een herenak koord over deze kwestie had afgeslo ten met de toenmalige directeur bouw nijverheid, ir. A. Peters. Daarbij zou zijn afgesproken dat het ABP zijn stichtingkosten op twee manieren mocht verlagen: door het opvoeren van een zeer lage bouwrente van een procent (bouwrente is het renteverlies dat ontstaat, doordat geld tijdens de bouw wel al geïnvesteerd is, maar nog geen rendement oplevert) en het af trekken van zogenaamd geactiveerd onderhoud, dat wil zeggen van alle ex tra kosten die gemaakt zijn door ge bruik van duurdere materialen en be tere voorzieningen dan bij een door sneewoning gebruikelijk was. Ook de directeur van de Nationale Ne derlanden en voorzitter van de Raad voor Onroerende Zaken, J. C. van Spronsen, verklaarde voor de commis sie dat beleggers dergelijke aftrekpos ten hanteerden. En het woord fraude wilde hij in dat verband niet meer ho ren, want het ministerie wist daar alles vanaf, zo benadrukte hij boos. Was het bluf van de beleggers? Speel den Masson en Van Spronsen hoog spel om zo alle ambtenaren van het mi nisterie voor het blok te zetten. Of ver keerden ze echt in de overtuiging dat het departement met hun werkwijze instemden? Misschien brengen de ko mende weken het antwoord op deze vraag nog, in de afgelopen weken is dat in ieder geval niet duidelijk geworden. Integendeel, alle ambtenaren die in middels aan het woord zijn gekomen, en ook hun baas uit de j aren 1967-1971, oud-minister Schut, verklaarden una niem dat ze van dergelijke afspraken, laat staan een herenakkoord, niets ge weten hebben en dat ze daar ook be slist niet mee ingestemd zouden heb ben. Dat betekent niet dat beleggers geen kans hebben gehad om hun stich tingskosten te verlagen. Daar waren mogelijkheden genoeg toe. Controle op de handelwijze van beleggers ontbrak ten enen male. Zij moesten hun subsidieaanvraag indie nen bij de provinciale afdeling van het departement, de hoofdingenieur-di recteur (HID). Die aanvraag ging ver gezeld van een opgave van de stich- vesting en bouwnijverheid, mr. W. A. Schouten. „Ik vertrouwde ze gewoon, net als ik iedereen hier in de zaal ver trouw", zei oud-minister W. Schut. Terugkijken naar het verleden is een moeizame zaak. Niet alleen, omdat een aantal mogelijke getuigen inmid dels om uiteenlopende redenen niet gehoord kunnen worden. Ook, omdat van degenen die wel op de getuigen bank verschijnen, niet altijd meer verwacht kan worden dat zij precies weten hoe bepaalde dingen gelopen zijn. Gebeurtenissen die achteraf een destijds niet eens in staat geweest zijn een dergelijke toezegging te doen. Een geschreven notitie over het gesprek bestaat niet, behalve een verslag dat Masson anderhalfjaar na dato aan de hoofddirectie van het ABP zond. Wel duikt het akkoord een paar jaar la ter op in een rapport van een ambte naar van de Algemene Rekenkamer, Wedel, die signaleert dat het ABP er ei genaardige rekenmethoden op na houdt en van het pensioenfonds te ho ren krijgt dat daarover afspraken met het ministerie bestaan. Een andere ambtenaar van de Rekenkamer, de rijksaccountant J. Spoor, gaat daarop tingskosten. Maar die opgave hoefde niet gespecificeerd te worden. Boven dien hadden de HID's de instructie om de stichtingskosten in de particuliere huurwoningbouw niet te controleren, tenzij overduidelijk was dat er iets niet mee klopte. Op het departement heerste een on voorwaardelijk vertrouwen in de dege lijkheid van de beleggers waar men mee te maken kreeg. Zelfs nu, op het getuigenbankje bij de parlemenaire enquete, was dat vertrouwen nog maar moeilijk te schokken. „Het wa ren mensen waar in de maatschappij U tegen werd gezegd", aldus de voorma lige directeur-generaal van volkshuis groot gewicht lijken te hebben, waren toen misschien volslagen onbelang rijk. „Sommige dingen blijven na zo veel tijd in het duister", zo stelde de plaatsvervangend directeur-generaal Mr. A. Steensma vast. Het herenakkoord is bijvoorbeeld zo'n zaak. Er nog maar twee mensen die kunnen getuigen van het gesprek waarin dat akkoord afgesloten moet zijn: Masson en de betrokken ambte naar, Peters. En hun lezingen zijn vol slagen tegenstrijdig. Ze hebben met el kaar gepraat, daar zijn beiden het over eens. Maar volgens Peters is daarbij zeker niet over een herenakkoord ge sproken. Hij zou gezien zijn functie op het departement op onderzoek en komt tot de bevinding dat hij daar geen bewijzen voor Wedels verhaal vindt. Zijn rapport wordt nog wel even besproken met een paar ambtenaren, een ervan belt zelfs nog met het ABP, maar daarna gebeurt er niets meer mee. Voor Masson achteraf het bewijs dat het herenakkoord bestond, voor de ambtenaren juist het bewijs van het omgekeerde. Gebrek aan controle en teveel ver trouwen in de beleggers. Het is de tijdgeest van een periode waarin de schatkist nog bodemloos leek. Zoals oud-minister Schut vergenoegd vast stelde: „Terugkijkend, ik was altijd Oud-ABP-voorzitter Masson (links) in gesprek met Klaas de Vries, vorzitter van de enquêtecommissie. verrukt van die tijd. Als je terugkijkt, waren we in Nederland toen allemaal volkshuisvesters. Nu zijn we allemaal accountants geworden. Ik vind dat er tegenwoordig te weinig volkshuis vestingsgeluiden klinken". Een rijkelijk gevulde schatkist en de taak om volksvijand nummer een te bestrijden: dat was de sfeer waarin de ambtenaren van het ministerie eind jaren zestig werkten. Er werd niet ge knoeid met de regelingen, dat bena drukten ze allemaal. Maar er werd. in dien nodig, wel soepel mee omgegaan. Als een bouwplan dreigde te misluk ken. was men wel bereid om mee te denken en eventueel een verschuiving in de stichtingskosten te accepteren. Niemand maakte daar bezwaar tegen. De Tweede Kamer vroeg alleen maar of het nog opschoot met het oplossen van de woningnood, de interne ac countantsdienst deed niet erg moeilijk en zelfs bij de externe controleur, de Algemene Rekenkamer bestond veel begrip voor het feit dat het ministerie voor een moeilijke taak stond en men geen controlemaatregelen wilde ne men die de beleggers zouden kunnen afschrikken. Het was een tijd waarin veel kon. Schut: „Ik vond het wel mooi om als minister wat te kunnen ritselen, met regelingen te werken die snel waren aan te passen. Ik moet toegeven dat in kadering wel nodig was, gezien de gi gantische geldstromen waarom het in de woningbouw ging". (Van onze correspondent Haye Thomas) Dit zijn geen gemakkelijke tijden voor de TUC, het Britse verbond van vakbewegingen. Op zijn jaarlijk se wapenschouw overheerst niet al leen de diepe onderlinge verdeeld heid, in wat nog niet zo lang geleden een van de machtigste vakbondsorga nisaties was. Pijnlijk duidelijk blijkt ook hoezeer de TUC achterop is ge raakt in de vereiste aanpassing bij het tijdsbeeld van ingrijpende industrië le en sociale veranderingen. Een ach terstand die zich onder meer manifes teert in een forse daling van het leden tal. In minder dan tien jaar is dit van 12 tot 9 miljoen teruggelopen. Een jaarlijks inkomstenverlies voor de bonden van bijna 350 miljoen gulden. Heimwee naar de grote dagen van wel eer, toen de TUC (Trade Union Con gress) een politieke macht van de eer ste orde was, weegt zwaar in de grote samenkomst. De beginjaren, in de slotfase van de vo rige eeuw en de aanvang van deze eeuw, waren jaren van groei en beves tiging. Zelfs de jaren na de historische nederlaag in de algemene staking van 1926 gaven groei en versterking te zien, die uiteindelijk leidden tot Labours spectaculaire verkiezingsoverwinning in 1945. In de 50'er en 60'er jaren groei de de macht van de vakbonden naar een absoluut hoogtepunt. En kwamen de zogenaamde industriële verhoudin gen neer op een simpele, maar keihar de principe van: 'Geef de bonden wat ze willen'. Het begin van een periode van grote invloed bij sterke vakbondsbazen als Jack Jones (transportarbeiders), Hugh Scanion (metaalbewerkers) en Joe Gormley (de mijnwerkers), die zich voortdurend in de frontlinie van het grote nieuws bevonden en regelmatig werden gevraagd om alsjeblieft naar nummer 10 Downing Street te komen voor zogenaamde 'thee-en-sandwi- ches-bijeenkomsten' met de regerings leiders. Onder mevrouw Thatcher is de duide lijke aftakeling van de Britse vakbe weging begonnen. En tegelijkertijd het zoeken naar mogelijkheden om het ongunstige tij door hervorming en aanpassing te keren. Aangezien de bonden onderling sterk verschillen en men ook hun leiders kan beschou wen als vogels van diverse pluimage, is dit zoeken naar nieuwe wegen op zichzelf uiterst moeilijk en vaak ook controversieel. Dat ondervindt nu bijvoorbeeld Eric Hammond, leider van de elektriciens, die in de traditionele vakbondskrin gen nu de gebeten hond is, omdat hij zijn handtekening heeft gezet onder overeenkomsten met clausules om niet te staken. De traditionele vak bondsleiders beschouwen dat uiter aard als hoogverraad. Hun aanvoerder is de uiterst militante mijnwerkers baas Arthur Scargill, die het liefst zou zien dat Hammond en zijn elektriciens als rotte appels uit de mand van de TUC worden verwijderd. Maar blok vorming van de gematigden heeft dat tot nu toe voorkomen. Ondanks Arthur Scargill, brullend als een gewonde leeuw, zinkt ook dit TUC- congres steeds meer weg in de voor spelbare compromissen. Zoals het eerst nader bestuderen of de anti-sta- kingsovereenkomsten van de elektri ciens inderdaad passend is voor het huidige tijdsbeeld van industriële ver anderingen. En ook om - opnieuw tot grote woede van Arthur Scargill - gron dig te onderzoeken of het wel verstan dig is de nucleaire ontwikkelingen in Groot-Brittannië de rug toe te keren. Dit stond in het verkiezingsmanifest van de Labourpartij. En daarmee ook in dat van de TUC. Maar nu gebleken is dat slechts de helft van de TUC-leden op Labour heeft gestemd en de partij tegen me vrouw Thatcher weer een daverende nederlaag leed, vindt de .meerderheid van het congres het realistisch om het controversiële thema van nucleaire ontwikkeling eerst nog eens nader te bezien. Juiste inschatting van het rea lisme is nu de grote uitdaging voor de TUC. Hammond en zijn elektriciens tekenen verdragen om niet te staken. Arthur Scargill en de zijnen houden vol dat de vakbeweging daarmee af stand doet van zijn belangrijkste wa pen. Vast staat echter dat over de laatste acht jaar stakingen in Groot-Brittan- nië sterk in aantal zijn teruggelopen. Duidelijk blijkt dat niet alleen het pu bliek, maar ook tal van vakbondsle den daar hun bekomst van hebben. Een recente opiniepeiling in de Sun day Times wees uit dat 70 procent van de vakbondsleden nu voorstander is van een geheime stemming voor de uiteindelijke beslissing om het werk neer te leggen. Tot nu toe gebeurt dat volgens de ouderwetse, intimideren de methode van het massaal hand-op- steken in grote zalen of stadions. Opmerkelijk ook was dat de helft van de ondervraagden het recht wil om toch te blijven werken als er een meer derheid voor staken is. Het zijn dit soort ontwikkelingen die de TUC in het zoeken naar aanpassing en ve^n- dering wel degelijk beroeren. Juist nu mevrouw Thatcher, die in de aftake ling van de vakbeweging zo'n grote rol heeft gespeeld, begonnen is aan haar derde ambtstermijn. En niet zal nala ten om de bonden, waar mogelijk, on der druk te zetten. Het was ook beslist geen toeval dat haar minister van financiën Nigel Law- son juist nu luidruchtig bekendmaak te, dat steeds meer Britten de conser vatieve politiek van privatisering steunen. En dat over de laatste acht jaar het aantal individuele aandeel houders van 3 tot 9 miljoen is gestegen. „Met deze groei zal het niet lang meer duren of Groot-Brittannië telt meer in dividuele aandeelhouders dan vak bondsleden", roep Nigel Lawson. En ook dat draagt bij aan de gemengde gevoelens binnen de TUC. Van onze correspondent Hans de Bruijn) De kans is groot dat Brussel vol gend jaar een 'onverbeterlijke fraudeur' als burgemeester krijgt. Een man die schuldig is bevonden aan meineed en volgens de recht bank „leugenachtige, kinderachtige en kwaadaardige" verklaringen heeft afgelegd. Een crimineel op de belangrijkste burgemeesterspost van België? Toch heeft hij wel degelijk verdien sten: kamerlid, ex-minister van de fensie, ex-minister-president en voorzitter van de christendemocrati sche partij. Geen kleine jongen dus, die Paul Vanden Boeynants, in het goede, noch in het kwade. De zeer omstreden 68-jarige politi- cus-zakenman-fraudeur zal door de Franstalige (PSC) en Nederlandstali ge (CVP) christendemocraten vrijwel zeker tot lijsttrekker worden aange wezen voor de gemeenteraadsverkie zingen de hier volgend jaar novem ber worden gehouden. De Brusselse rechter veroordeelde de oud-premier vorig jaar tot drie jaar voorwaardelijke gevangenis straf en een boete van 35.000 gulden, een straf de in hoger beroep werd be vestigd. Vanden Boeynants werd miljoenenfraude, valsheid in ge schrifte en meineed ten laste gelegd. 'VdB', zoals hij kortweg wordt ge noemd, was en is eigenaar van een grote vleesfabriek in Brussel. Een functie die hij gewoon bleef uitoefe nen terwijl hij minister en zelfs pre mier was. Intussen lichtte Vanden Boeynants doodleuk de Belgische fiscus voor zo'n tien miljoen gulden op. Bewijsmateraal werd verdonkere maand, documenten die zijn on schuld hadden moeten bewijzen ble ken vervalst en VdB loog de recht bank gewoon voor. Dat de straf niet zwaarder uitviel kwam omdat de rechter, ene Carlos Amores y Marti nez Amore, hem door alle publiciteit al genoeg gestraft vond. Bovendien, zo luidde de verklaring, was VdB door deze hele zaak het bur gemeesterschap van Brussel misge lopen. (Het gaat hierbij overigens slechts om de 140.000 inwoners tel lende gemeente Brussel. Groot- Brussel - een miljoen inwoners - be staat uit 19 zelfstandige gemeenten). H In 1982 was tussen PSC en dei listische PS afgesproken dat den Boeynants in 1985 het roe de hoofdstad zou overnemen v gezapige PS'er Hervé Bro Maar de fraude-zaak gooide ri het eten. VdB leek voor de re een gebroken man. Maar schi driegt, want hij lijkt ernstig met een terugkeer op het poli toneel. En zijn partijgenoten zowel Vlaamse als Waalse vonden het prima. Van den Boeynants is - ondanll gebeurde - immers nog steeds loos populair in Brussel De vf deling wordt door velen minde! aangerekend als wel de rechte! politieke afrekening, zo VdB's vrienden het proces zelfi der aarzelen. Hoewel de feiten bewezen zjn.z les te wijten zijn aan een actie» Franstalige liberalen, de PRL, partij is al sinds mensenheugei grootste van de stad, maarvisti zij gelegenheidsafspraken tuss cialisten en christendemoc steeds achter het net. De PRL zou nu VdB buten spel ben willen zetten. Ten gunste f Henri Simonet, een al even oi diende als Van den Boeynants.! net was in de jaren '60 en '70 mi: van buitenlandse zaken voi Waalse socialsten. Maar twee ja leden verliet deze even bejaard! ticus de PS en stapte over na PRL. De populariteit van VdB is echt le malen groter dan die van 'o per' Simonet, en dus... En is re Carlos-met-de-mooie-naam nie ex-provinciale-statenlid voor PRL? Barbertje moest hangen gen de christendemocraten, di wie het maar horen wil de den van VdB opdissen. Nu is de partij hem wel wat verl digd, nadat zij hem in de latejarl aan de kant schoof. Maar ooka krijgt de veroordeelde meerm| ven dan kritiek. Zelfs van de s sten, van wie onderwijswethi Jan Schouppe in de pers rondi kandidatuur van VdB verdedig De PSC maakt daar dankbai bruik van, want de partij heeft enkele andere geschikte kand om het tegen Simonet op te r dan VdB. Die overigens nogniel nitief heeft laten weten een kan| tuur te zullen aanvaarden. Paul Vandenboeynants Van 20 tot 26 september wordt in de kerken de jaarlijkse 'Vredesweek' gehouden. Voor de twintigste keer wordt in kerken een week lang ex tra aandacht geschonken aan de vragen van oorlog en vrede. Er is geen oorlog hier, bij ons. Tegen de achtergrond van de oorlogen in het Midden-Oosten, Zuid-Azië, Centraal-Amerika en Zuidelijk Afrika, is het rustig in Europa. Maar toch is datzelfde Europa in het be zit van de grootste opeenhoping aller tijden van 'slapend' geweld. Geen oorlog, maar in eindeloze reeksen van cijfers worden de balansen opgemaakt van het wapenbezit. „Geen oorlog, maar ook geen vrede', zegt Mient Jan Faber, sekretaris van het In terkerkelijke Vredesberaad (IKV) in de Vredes- krant '87. Tegenover het denken in balansen en deelevenwich- ten van de gewapende vrede wordt door het IKV op geroepen tot ontwapening en ontspanning. Geen veiligheid tegenover de ander, maar veiligheid met de ander. Op verschillende manieren wordt in kerke lijke gemeenten en parochie's aan het vredeswerk gestalte gegeven. Een belangrijke plaats nemen daarbij de kontakten in met kerken in Oost-Europa. Zo wordt dit jaar in een aantal kerken in Nederland en in Hongarije met een gelijke liturgie de vredes week gevierd. Partnerschap van kerkelijke gemeen te en parochies over de scheidslijnen van Oost en West, Noord en Zuid heen. Menselijke pogingen in het zoeken naar vrede. Dat het om veel meer gaat dan een jaarlijks terug kerende week van bezinning en aktie over de vraag stukken van oorlog en vrede, blijkt uit de oproep aan de kerken om in beweging te komen in een pro ces waarin gerechtigheid, vrede en behoud van de schepping centraal staan. Kerken, groepen en men sen worden uitgedaagd dwars door de scheidslij nen tussen Oost en West, Noord en Zuid elkaar te zoeken. Om in verbondenheid te werken aan vrede die verder gaat dan afwezigheid van oorlog. Een in ternationale oecumenische oproep om de strijd te gen oorlog, honger en armoede, milieubederf in hun samenhang en spanning, aan te gaan. De tijd dringt, het gaat om inzet voor het leven. Op de Assemblee van de Wereldraad van Kerken in Vancouver (1983) deden de Oostduitse kerken het voorstel voor een vredesconcilie. Een idee waarvoor Dietrich Bonhoeffer al in 1934 een vurig pleidooi had gehouden. „Slechts het ene grote oecumenische con cilie van de Heilige Kerk van Christus over de gehele wereld kan zo spreken, dat de wereld tandenknar send het woord van vrede met moet vernemen en dat de volkeren zich verheugen, omdat deze kerk van Christus haar zonen in de naam van Christus de wa penen uit de hand neemt en hun oorlog verbiedt en de vrede van Christus uitroept over de razende we reld". De in april 1945 wegens zijn rol in het verzet opgehangen Duitse theoloog Bonhoeffer is niet de enige geweest die heeft opgeroepen tot een oecume nisch concilie voor de vrede. In 1939 wende een Rooms-Katholieke priester, Max Josef Metzger, zich vanuit de gevangenis in Nazi-Duitsland tot de Paus met een soortgelijk verzoek. In 1983 loopt de raketten-crisis in Europa naar haar hoogtepunt. In veel landen zijn massale vredesbe wegingen ontstaan. Overal te wereld spreken ker ken zich uit tegen de voortgaande kernwapenwed loop. De delegatie van de kerken in de DDR brengt het voorstel van Bonhoeffer tijdens de Assemblee van de Wereldraad van Kerken naar voren. Het voorstel wordt niet overgenomen, maar wel roept de Wereldraad op tot 'een conciliair proces van we derzijdse verplichting (verbond) tot gerechtigheid, vrede en behoud van de schepping". De Westduitse atoomgeleerde Carl Friedrich von WeizsaCker komt tijdens de Kirchentag in Düssel- dorf (juni 1985) opnieuw met de oproep tot een vre desconcilie. De tijd dringt, zegt hij, de vrede wordt bedreigd. „De kerken moeten een woord spreken dat de mensheid niet negeren kan". De kerken moeten woord spreken dat de mensheid niet negeren kan". De kerken in beide Duitslanden, en ook tal van vre desgroepen, nemen het concilie-voorstel over. In ok tober 1986 belegt de Paus in Assisi een wereldge bedsdag voor de vrede voor alle wereldgodsdiensten. De reformatorische kerken verstaan dit als een bij drage aan het conciliaire proces. Het woord 'concilie' ligt moeilijk in de traditie van sommige kerken. Toch wil de Wereldraad van Ker ken iets laten gebeuren dat meer verplichtend is dan een gewone vergadering van kerkleiders. Ge kozen is voor een conciliair proces. Met deze oude kerkelijke term wordt gedoeld op de oecumenische zoektocht naar kerkelijke verbondenheid, gemeen schap, eenheid van geloof en getuigenis. Een zoektocht die gericht wordt op de grote bedrei gingen van onze tijd: de problemen van gerechtig heid, honger en armoede; de problemen om te ko men tot een duurzame wereldomvattende vrede en de problemen van het milieu, het behoud van de schepping. Eenheid van de kerken en eenheid van de mensheid worden onlosmakelijk aan elkaar verbon den. Bovendien gaat het om een proces waarin niet alleen kerken maar pok groepen en bewegingen wor den uitgenodigd mee te doen. Het proces daagt ons uit polarisatie samen te overwinnen. Voor de wereld omvattende problemen bestaat geen exclusief ker kelijke oplossing, het gemeenschappelijk zoeken van de kerken staat in dienst van de mensheid. Vebond en verbondssluiting, is een sleutelbegrip in het Oude en Nieuwe Testament (testament ver bond). In het oecumenisch proces van de kerken wordt terug gegrepen op de Bijbelse verbondstra- ditie. Verbond in de Bijbel is altijd gericht op de shalom: vrede in de brede zin van herstel van verhoudingen, tussen God en de mens, tussen God en zijn volk en tussen volken en mensen onderling. Het gaat hier om een wederzijdse verplichting die wordt aange gaan om samen verhoudingen te herstellen en te ver nieuwen. Van vrijblijvendheid kan in de verbond- straditie dan ook geen sprake zijn. Er is in de Bijbel een nauwe verbinding tussen verbond en gerechtig heid. Rechtvaardig is wie beantwoord aan de relatie tussen God en de medemens zoals deze in het ver bond is bedoeld. Het gaat daarbij altijd om het bel vrijden van slaven, het redden van verdrukten, bel voeden van hongerigen en het huisvesten van vlucbl telingen. Verbondsvernieuwing betekent niet alleenT verandering van het individu, maar ook veranderiiigj van omstandigheden en verhoudingen. Een strijd voor gerechtigheid, vrede en behoud va»| de schepping waarin kerken aan hun geloof gestal e| geven. Het klinkt nogal pretentieus in een wereHI waarin christenen zich nog altijd schuldig maken! aan verdeel-en-heers-politiek. Het gaat immers MJ een diep ingrijpend proces dat snijdt in het er"" vlees en in de machtsstrukturen in de wereld. Werken aan gerechtigheid, vrede en behoud van del schepping betekent een omkering in de relaties tus-l sen mannen en vrouwen, blanken en zwarten, rijken! en armen, communisten en kapitalisten, Christenen^ en mensen met andere levensbeschouwingen. Te voorbereiding van de volgende Assemblee tol Canberra (Australië 1991wil de Wereldraad in 1WI een grote 'wereldconvocatie' beleggen over het tne-l ma: Vrede, gerechtigheid en het behoud van ®l schepping. De eerste stappen ter voorbereiding v®! deze bijeenkomst worden nu gezet. Zullen deze dij-I eenkomst en het conciliair proces op weg daarhe®! zoveel vaart en geestkracht krijgen, dat de mensfl»! het niet negeren kan en dat de volkeren zich v61™!1'! gen? Het is niet de angst en de twijfel, maar het is d l hoop die mensen inspireert tot het onmogelijke. I Anneloes steglich-LeiM\

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1987 | | pagina 4