VdB
een fraudeur
burgemeesten
van Brussel
De kerken zoeken naar vrede
beleggers aten fl
ink mee
uit overvolle
'itsruif
levensbeschouwing
PZC/°Pinie en achtergrond
Algemeen
Andere kijk
Neergang
Stakingen
Conciliair proces
Verplichtend
Bijbelse begrippen
Pretentieus?
ZATERDAG 12 SEPTEMBER 1987
Van onze verslaggeefster
Runa Helling a)
Na twee weken parlementaire en
quête moet er bij de engeltjes, de
oosterse heren met tulband en de
schalks kijkende meisjes op het pla
fond van de statige Eerste Kamer-ver
gaderzaal grote verwarring ontstaan
zijn. Elke dag verklaren drie tot vier
heren beneden hen de waarheid en
niets dan de waarheid te zullen spre
ken en toch lijkt die waarheid schim
miger dan ooit. Een stoet van ambte
naren, beleggers en zelfs een oud-mi-
nister zijn inmiddels voor de commis
sie verschenen, maar nog steeds is er
geen enkele duidelijkheid over de
vraag of het ministerie wist dat er bij
de bouw van particuliere huurwonin
gen te lage stichtingskosten werden
opgegeven.
Dat er geknoeid is, staat buiten kijf. De
beleggers willen weliswaar het woord
fraude niet horen, want het ministerie
was volgens hen volledig op de hoogte
van de wijze waarop zij de subsidiere
geling geldelijke steun particuliere
huurwoningen 1968 aanpasten aan
hun wensen. Maar ze hebben volmon
dig toegegeven dat ze op grote schaal
te lage stichtingskosten hebben opge
geven.
Hun verhaal wordt bevestigd door
een onderzoek van het openbaar mi
nisterie in Den Bosch. Officier van
justitie J. M. Reijntjes en rijksaccoun
tant A. G. Verhesen deden voor de en
quêtecommissie verslag van hun on
derzoek naar het ABP. Daarbij is tot
nu toe gebleken dat het pensioen
fonds bij 77 van de 78 inmiddels ge
controleerde projecten te lage stich
tingskosten heeft opgegeven. Een al
gemene praktijk dus, in ieder geval
bij het ABP.
De voormalige directeur beleggingen
van het ABP, mr. drs. A. J. M. Masson,
vertelde de commissie vervolgens dat
hij in 1972 persoonlijk een herenak
koord over deze kwestie had afgeslo
ten met de toenmalige directeur bouw
nijverheid, ir. A. Peters. Daarbij zou
zijn afgesproken dat het ABP zijn
stichtingkosten op twee manieren
mocht verlagen: door het opvoeren
van een zeer lage bouwrente van een
procent (bouwrente is het renteverlies
dat ontstaat, doordat geld tijdens de
bouw wel al geïnvesteerd is, maar nog
geen rendement oplevert) en het af
trekken van zogenaamd geactiveerd
onderhoud, dat wil zeggen van alle ex
tra kosten die gemaakt zijn door ge
bruik van duurdere materialen en be
tere voorzieningen dan bij een door
sneewoning gebruikelijk was.
Ook de directeur van de Nationale Ne
derlanden en voorzitter van de Raad
voor Onroerende Zaken, J. C. van
Spronsen, verklaarde voor de commis
sie dat beleggers dergelijke aftrekpos
ten hanteerden. En het woord fraude
wilde hij in dat verband niet meer ho
ren, want het ministerie wist daar alles
vanaf, zo benadrukte hij boos.
Was het bluf van de beleggers? Speel
den Masson en Van Spronsen hoog
spel om zo alle ambtenaren van het mi
nisterie voor het blok te zetten. Of ver
keerden ze echt in de overtuiging dat
het departement met hun werkwijze
instemden? Misschien brengen de ko
mende weken het antwoord op deze
vraag nog, in de afgelopen weken is dat
in ieder geval niet duidelijk geworden.
Integendeel, alle ambtenaren die in
middels aan het woord zijn gekomen,
en ook hun baas uit de j aren 1967-1971,
oud-minister Schut, verklaarden una
niem dat ze van dergelijke afspraken,
laat staan een herenakkoord, niets ge
weten hebben en dat ze daar ook be
slist niet mee ingestemd zouden heb
ben. Dat betekent niet dat beleggers
geen kans hebben gehad om hun stich
tingskosten te verlagen.
Daar waren mogelijkheden genoeg
toe. Controle op de handelwijze van
beleggers ontbrak ten enen male. Zij
moesten hun subsidieaanvraag indie
nen bij de provinciale afdeling van het
departement, de hoofdingenieur-di
recteur (HID). Die aanvraag ging ver
gezeld van een opgave van de stich-
vesting en bouwnijverheid, mr. W. A.
Schouten. „Ik vertrouwde ze gewoon,
net als ik iedereen hier in de zaal ver
trouw", zei oud-minister W. Schut.
Terugkijken naar het verleden is een
moeizame zaak. Niet alleen, omdat
een aantal mogelijke getuigen inmid
dels om uiteenlopende redenen niet
gehoord kunnen worden. Ook, omdat
van degenen die wel op de getuigen
bank verschijnen, niet altijd meer
verwacht kan worden dat zij precies
weten hoe bepaalde dingen gelopen
zijn. Gebeurtenissen die achteraf een
destijds niet eens in staat geweest zijn
een dergelijke toezegging te doen. Een
geschreven notitie over het gesprek
bestaat niet, behalve een verslag dat
Masson anderhalfjaar na dato aan de
hoofddirectie van het ABP zond.
Wel duikt het akkoord een paar jaar la
ter op in een rapport van een ambte
naar van de Algemene Rekenkamer,
Wedel, die signaleert dat het ABP er ei
genaardige rekenmethoden op na
houdt en van het pensioenfonds te ho
ren krijgt dat daarover afspraken met
het ministerie bestaan. Een andere
ambtenaar van de Rekenkamer, de
rijksaccountant J. Spoor, gaat daarop
tingskosten. Maar die opgave hoefde
niet gespecificeerd te worden. Boven
dien hadden de HID's de instructie om
de stichtingskosten in de particuliere
huurwoningbouw niet te controleren,
tenzij overduidelijk was dat er iets niet
mee klopte.
Op het departement heerste een on
voorwaardelijk vertrouwen in de dege
lijkheid van de beleggers waar men
mee te maken kreeg. Zelfs nu, op het
getuigenbankje bij de parlemenaire
enquete, was dat vertrouwen nog
maar moeilijk te schokken. „Het wa
ren mensen waar in de maatschappij U
tegen werd gezegd", aldus de voorma
lige directeur-generaal van volkshuis
groot gewicht lijken te hebben, waren
toen misschien volslagen onbelang
rijk. „Sommige dingen blijven na zo
veel tijd in het duister", zo stelde de
plaatsvervangend directeur-generaal
Mr. A. Steensma vast.
Het herenakkoord is bijvoorbeeld zo'n
zaak. Er nog maar twee mensen die
kunnen getuigen van het gesprek
waarin dat akkoord afgesloten moet
zijn: Masson en de betrokken ambte
naar, Peters. En hun lezingen zijn vol
slagen tegenstrijdig. Ze hebben met el
kaar gepraat, daar zijn beiden het over
eens. Maar volgens Peters is daarbij
zeker niet over een herenakkoord ge
sproken. Hij zou gezien zijn functie
op het departement op onderzoek en
komt tot de bevinding dat hij daar
geen bewijzen voor Wedels verhaal
vindt. Zijn rapport wordt nog wel even
besproken met een paar ambtenaren,
een ervan belt zelfs nog met het ABP,
maar daarna gebeurt er niets meer
mee. Voor Masson achteraf het bewijs
dat het herenakkoord bestond, voor
de ambtenaren juist het bewijs van het
omgekeerde.
Gebrek aan controle en teveel ver
trouwen in de beleggers. Het is de
tijdgeest van een periode waarin de
schatkist nog bodemloos leek. Zoals
oud-minister Schut vergenoegd vast
stelde: „Terugkijkend, ik was altijd
Oud-ABP-voorzitter Masson (links) in
gesprek met Klaas de Vries, vorzitter
van de enquêtecommissie.
verrukt van die tijd. Als je terugkijkt,
waren we in Nederland toen allemaal
volkshuisvesters. Nu zijn we allemaal
accountants geworden. Ik vind dat er
tegenwoordig te weinig volkshuis
vestingsgeluiden klinken".
Een rijkelijk gevulde schatkist en de
taak om volksvijand nummer een te
bestrijden: dat was de sfeer waarin de
ambtenaren van het ministerie eind
jaren zestig werkten. Er werd niet ge
knoeid met de regelingen, dat bena
drukten ze allemaal. Maar er werd. in
dien nodig, wel soepel mee omgegaan.
Als een bouwplan dreigde te misluk
ken. was men wel bereid om mee te
denken en eventueel een verschuiving
in de stichtingskosten te accepteren.
Niemand maakte daar bezwaar tegen.
De Tweede Kamer vroeg alleen maar
of het nog opschoot met het oplossen
van de woningnood, de interne ac
countantsdienst deed niet erg moeilijk
en zelfs bij de externe controleur, de
Algemene Rekenkamer bestond veel
begrip voor het feit dat het ministerie
voor een moeilijke taak stond en men
geen controlemaatregelen wilde ne
men die de beleggers zouden kunnen
afschrikken.
Het was een tijd waarin veel kon.
Schut: „Ik vond het wel mooi om als
minister wat te kunnen ritselen, met
regelingen te werken die snel waren
aan te passen. Ik moet toegeven dat in
kadering wel nodig was, gezien de gi
gantische geldstromen waarom het in
de woningbouw ging".
(Van onze correspondent
Haye Thomas)
Dit zijn geen gemakkelijke tijden
voor de TUC, het Britse verbond
van vakbewegingen. Op zijn jaarlijk
se wapenschouw overheerst niet al
leen de diepe onderlinge verdeeld
heid, in wat nog niet zo lang geleden
een van de machtigste vakbondsorga
nisaties was. Pijnlijk duidelijk blijkt
ook hoezeer de TUC achterop is ge
raakt in de vereiste aanpassing bij het
tijdsbeeld van ingrijpende industrië
le en sociale veranderingen. Een ach
terstand die zich onder meer manifes
teert in een forse daling van het leden
tal. In minder dan tien jaar is dit van
12 tot 9 miljoen teruggelopen. Een
jaarlijks inkomstenverlies voor de
bonden van bijna 350 miljoen gulden.
Heimwee naar de grote dagen van wel
eer, toen de TUC (Trade Union Con
gress) een politieke macht van de eer
ste orde was, weegt zwaar in de grote
samenkomst.
De beginjaren, in de slotfase van de vo
rige eeuw en de aanvang van deze
eeuw, waren jaren van groei en beves
tiging. Zelfs de jaren na de historische
nederlaag in de algemene staking van
1926 gaven groei en versterking te zien,
die uiteindelijk leidden tot Labours
spectaculaire verkiezingsoverwinning
in 1945. In de 50'er en 60'er jaren groei
de de macht van de vakbonden naar
een absoluut hoogtepunt. En kwamen
de zogenaamde industriële verhoudin
gen neer op een simpele, maar keihar
de principe van: 'Geef de bonden wat
ze willen'.
Het begin van een periode van grote
invloed bij sterke vakbondsbazen als
Jack Jones (transportarbeiders),
Hugh Scanion (metaalbewerkers) en
Joe Gormley (de mijnwerkers), die zich
voortdurend in de frontlinie van het
grote nieuws bevonden en regelmatig
werden gevraagd om alsjeblieft naar
nummer 10 Downing Street te komen
voor zogenaamde 'thee-en-sandwi-
ches-bijeenkomsten' met de regerings
leiders.
Onder mevrouw Thatcher is de duide
lijke aftakeling van de Britse vakbe
weging begonnen. En tegelijkertijd
het zoeken naar mogelijkheden om
het ongunstige tij door hervorming en
aanpassing te keren. Aangezien de
bonden onderling sterk verschillen
en men ook hun leiders kan beschou
wen als vogels van diverse pluimage,
is dit zoeken naar nieuwe wegen op
zichzelf uiterst moeilijk en vaak ook
controversieel.
Dat ondervindt nu bijvoorbeeld Eric
Hammond, leider van de elektriciens,
die in de traditionele vakbondskrin
gen nu de gebeten hond is, omdat hij
zijn handtekening heeft gezet onder
overeenkomsten met clausules om
niet te staken. De traditionele vak
bondsleiders beschouwen dat uiter
aard als hoogverraad. Hun aanvoerder
is de uiterst militante mijnwerkers
baas Arthur Scargill, die het liefst zou
zien dat Hammond en zijn elektriciens
als rotte appels uit de mand van de
TUC worden verwijderd. Maar blok
vorming van de gematigden heeft dat
tot nu toe voorkomen.
Ondanks Arthur Scargill, brullend als
een gewonde leeuw, zinkt ook dit TUC-
congres steeds meer weg in de voor
spelbare compromissen. Zoals het
eerst nader bestuderen of de anti-sta-
kingsovereenkomsten van de elektri
ciens inderdaad passend is voor het
huidige tijdsbeeld van industriële ver
anderingen. En ook om - opnieuw tot
grote woede van Arthur Scargill - gron
dig te onderzoeken of het wel verstan
dig is de nucleaire ontwikkelingen in
Groot-Brittannië de rug toe te keren.
Dit stond in het verkiezingsmanifest
van de Labourpartij. En daarmee ook
in dat van de TUC.
Maar nu gebleken is dat slechts de
helft van de TUC-leden op Labour
heeft gestemd en de partij tegen me
vrouw Thatcher weer een daverende
nederlaag leed, vindt de .meerderheid
van het congres het realistisch om het
controversiële thema van nucleaire
ontwikkeling eerst nog eens nader te
bezien. Juiste inschatting van het rea
lisme is nu de grote uitdaging voor de
TUC. Hammond en zijn elektriciens
tekenen verdragen om niet te staken.
Arthur Scargill en de zijnen houden
vol dat de vakbeweging daarmee af
stand doet van zijn belangrijkste wa
pen.
Vast staat echter dat over de laatste
acht jaar stakingen in Groot-Brittan-
nië sterk in aantal zijn teruggelopen.
Duidelijk blijkt dat niet alleen het pu
bliek, maar ook tal van vakbondsle
den daar hun bekomst van hebben.
Een recente opiniepeiling in de Sun
day Times wees uit dat 70 procent van
de vakbondsleden nu voorstander is
van een geheime stemming voor de
uiteindelijke beslissing om het werk
neer te leggen. Tot nu toe gebeurt dat
volgens de ouderwetse, intimideren
de methode van het massaal hand-op-
steken in grote zalen of stadions.
Opmerkelijk ook was dat de helft van
de ondervraagden het recht wil om
toch te blijven werken als er een meer
derheid voor staken is. Het zijn dit
soort ontwikkelingen die de TUC in
het zoeken naar aanpassing en ve^n-
dering wel degelijk beroeren. Juist nu
mevrouw Thatcher, die in de aftake
ling van de vakbeweging zo'n grote rol
heeft gespeeld, begonnen is aan haar
derde ambtstermijn. En niet zal nala
ten om de bonden, waar mogelijk, on
der druk te zetten.
Het was ook beslist geen toeval dat
haar minister van financiën Nigel Law-
son juist nu luidruchtig bekendmaak
te, dat steeds meer Britten de conser
vatieve politiek van privatisering
steunen. En dat over de laatste acht
jaar het aantal individuele aandeel
houders van 3 tot 9 miljoen is gestegen.
„Met deze groei zal het niet lang meer
duren of Groot-Brittannië telt meer in
dividuele aandeelhouders dan vak
bondsleden", roep Nigel Lawson. En
ook dat draagt bij aan de gemengde
gevoelens binnen de TUC.
Van onze correspondent
Hans de Bruijn)
De kans is groot dat Brussel vol
gend jaar een 'onverbeterlijke
fraudeur' als burgemeester krijgt.
Een man die schuldig is bevonden
aan meineed en volgens de recht
bank „leugenachtige, kinderachtige
en kwaadaardige" verklaringen
heeft afgelegd.
Een crimineel op de belangrijkste
burgemeesterspost van België?
Toch heeft hij wel degelijk verdien
sten: kamerlid, ex-minister van de
fensie, ex-minister-president en
voorzitter van de christendemocrati
sche partij. Geen kleine jongen dus,
die Paul Vanden Boeynants, in het
goede, noch in het kwade.
De zeer omstreden 68-jarige politi-
cus-zakenman-fraudeur zal door de
Franstalige (PSC) en Nederlandstali
ge (CVP) christendemocraten vrijwel
zeker tot lijsttrekker worden aange
wezen voor de gemeenteraadsverkie
zingen de hier volgend jaar novem
ber worden gehouden.
De Brusselse rechter veroordeelde
de oud-premier vorig jaar tot drie
jaar voorwaardelijke gevangenis
straf en een boete van 35.000 gulden,
een straf de in hoger beroep werd be
vestigd. Vanden Boeynants werd
miljoenenfraude, valsheid in ge
schrifte en meineed ten laste gelegd.
'VdB', zoals hij kortweg wordt ge
noemd, was en is eigenaar van een
grote vleesfabriek in Brussel. Een
functie die hij gewoon bleef uitoefe
nen terwijl hij minister en zelfs pre
mier was. Intussen lichtte Vanden
Boeynants doodleuk de Belgische
fiscus voor zo'n tien miljoen gulden
op.
Bewijsmateraal werd verdonkere
maand, documenten die zijn on
schuld hadden moeten bewijzen ble
ken vervalst en VdB loog de recht
bank gewoon voor. Dat de straf niet
zwaarder uitviel kwam omdat de
rechter, ene Carlos Amores y Marti
nez Amore, hem door alle publiciteit
al genoeg gestraft vond.
Bovendien, zo luidde de verklaring,
was VdB door deze hele zaak het bur
gemeesterschap van Brussel misge
lopen. (Het gaat hierbij overigens
slechts om de 140.000 inwoners tel
lende gemeente Brussel. Groot-
Brussel - een miljoen inwoners - be
staat uit 19 zelfstandige gemeenten).
H
In 1982 was tussen PSC en dei
listische PS afgesproken dat
den Boeynants in 1985 het roe
de hoofdstad zou overnemen v
gezapige PS'er Hervé Bro
Maar de fraude-zaak gooide ri
het eten. VdB leek voor de re
een gebroken man. Maar schi
driegt, want hij lijkt ernstig
met een terugkeer op het poli
toneel. En zijn partijgenoten
zowel Vlaamse als Waalse
vonden het prima.
Van den Boeynants is - ondanll
gebeurde - immers nog steeds
loos populair in Brussel De vf
deling wordt door velen minde!
aangerekend als wel de rechte!
politieke afrekening, zo
VdB's vrienden het proces zelfi
der aarzelen.
Hoewel de feiten bewezen zjn.z
les te wijten zijn aan een actie»
Franstalige liberalen, de PRL,
partij is al sinds mensenheugei
grootste van de stad, maarvisti
zij gelegenheidsafspraken tuss
cialisten en christendemoc
steeds achter het net.
De PRL zou nu VdB buten spel
ben willen zetten. Ten gunste f
Henri Simonet, een al even oi
diende als Van den Boeynants.!
net was in de jaren '60 en '70 mi:
van buitenlandse zaken voi
Waalse socialsten. Maar twee ja
leden verliet deze even bejaard!
ticus de PS en stapte over na
PRL.
De populariteit van VdB is echt
le malen groter dan die van 'o
per' Simonet, en dus... En is re
Carlos-met-de-mooie-naam nie
ex-provinciale-statenlid voor
PRL? Barbertje moest hangen
gen de christendemocraten, di
wie het maar horen wil de
den van VdB opdissen.
Nu is de partij hem wel wat verl
digd, nadat zij hem in de latejarl
aan de kant schoof. Maar ooka
krijgt de veroordeelde meerm|
ven dan kritiek. Zelfs van de s
sten, van wie onderwijswethi
Jan Schouppe in de pers rondi
kandidatuur van VdB verdedig
De PSC maakt daar dankbai
bruik van, want de partij heeft
enkele andere geschikte kand
om het tegen Simonet op te r
dan VdB. Die overigens nogniel
nitief heeft laten weten een kan|
tuur te zullen aanvaarden.
Paul Vandenboeynants
Van 20 tot 26 september wordt in de kerken de
jaarlijkse 'Vredesweek' gehouden. Voor de
twintigste keer wordt in kerken een week lang ex
tra aandacht geschonken aan de vragen van oorlog
en vrede.
Er is geen oorlog hier, bij ons. Tegen de achtergrond
van de oorlogen in het Midden-Oosten, Zuid-Azië,
Centraal-Amerika en Zuidelijk Afrika, is het rustig
in Europa. Maar toch is datzelfde Europa in het be
zit van de grootste opeenhoping aller tijden van
'slapend' geweld. Geen oorlog, maar in eindeloze
reeksen van cijfers worden de balansen opgemaakt
van het wapenbezit. „Geen oorlog, maar ook geen
vrede', zegt Mient Jan Faber, sekretaris van het In
terkerkelijke Vredesberaad (IKV) in de Vredes-
krant '87.
Tegenover het denken in balansen en deelevenwich-
ten van de gewapende vrede wordt door het IKV op
geroepen tot ontwapening en ontspanning. Geen
veiligheid tegenover de ander, maar veiligheid met
de ander. Op verschillende manieren wordt in kerke
lijke gemeenten en parochie's aan het vredeswerk
gestalte gegeven. Een belangrijke plaats nemen
daarbij de kontakten in met kerken in Oost-Europa.
Zo wordt dit jaar in een aantal kerken in Nederland
en in Hongarije met een gelijke liturgie de vredes
week gevierd. Partnerschap van kerkelijke gemeen
te en parochies over de scheidslijnen van Oost en
West, Noord en Zuid heen. Menselijke pogingen in
het zoeken naar vrede.
Dat het om veel meer gaat dan een jaarlijks terug
kerende week van bezinning en aktie over de vraag
stukken van oorlog en vrede, blijkt uit de oproep
aan de kerken om in beweging te komen in een pro
ces waarin gerechtigheid, vrede en behoud van de
schepping centraal staan. Kerken, groepen en men
sen worden uitgedaagd dwars door de scheidslij
nen tussen Oost en West, Noord en Zuid elkaar te
zoeken. Om in verbondenheid te werken aan vrede
die verder gaat dan afwezigheid van oorlog. Een in
ternationale oecumenische oproep om de strijd te
gen oorlog, honger en armoede, milieubederf in hun
samenhang en spanning, aan te gaan. De tijd dringt,
het gaat om inzet voor het leven.
Op de Assemblee van de Wereldraad van Kerken in
Vancouver (1983) deden de Oostduitse kerken het
voorstel voor een vredesconcilie. Een idee waarvoor
Dietrich Bonhoeffer al in 1934 een vurig pleidooi had
gehouden. „Slechts het ene grote oecumenische con
cilie van de Heilige Kerk van Christus over de gehele
wereld kan zo spreken, dat de wereld tandenknar
send het woord van vrede met moet vernemen en dat
de volkeren zich verheugen, omdat deze kerk van
Christus haar zonen in de naam van Christus de wa
penen uit de hand neemt en hun oorlog verbiedt en
de vrede van Christus uitroept over de razende we
reld". De in april 1945 wegens zijn rol in het verzet
opgehangen Duitse theoloog Bonhoeffer is niet de
enige geweest die heeft opgeroepen tot een oecume
nisch concilie voor de vrede. In 1939 wende een
Rooms-Katholieke priester, Max Josef Metzger, zich
vanuit de gevangenis in Nazi-Duitsland tot de Paus
met een soortgelijk verzoek.
In 1983 loopt de raketten-crisis in Europa naar haar
hoogtepunt. In veel landen zijn massale vredesbe
wegingen ontstaan. Overal te wereld spreken ker
ken zich uit tegen de voortgaande kernwapenwed
loop. De delegatie van de kerken in de DDR brengt
het voorstel van Bonhoeffer tijdens de Assemblee
van de Wereldraad van Kerken naar voren. Het
voorstel wordt niet overgenomen, maar wel roept
de Wereldraad op tot 'een conciliair proces van we
derzijdse verplichting (verbond) tot gerechtigheid,
vrede en behoud van de schepping".
De Westduitse atoomgeleerde Carl Friedrich von
WeizsaCker komt tijdens de Kirchentag in Düssel-
dorf (juni 1985) opnieuw met de oproep tot een vre
desconcilie. De tijd dringt, zegt hij, de vrede wordt
bedreigd. „De kerken moeten een woord spreken dat
de mensheid niet negeren kan". De kerken moeten
woord spreken dat de mensheid niet negeren kan".
De kerken in beide Duitslanden, en ook tal van vre
desgroepen, nemen het concilie-voorstel over. In ok
tober 1986 belegt de Paus in Assisi een wereldge
bedsdag voor de vrede voor alle wereldgodsdiensten.
De reformatorische kerken verstaan dit als een bij
drage aan het conciliaire proces.
Het woord 'concilie' ligt moeilijk in de traditie van
sommige kerken. Toch wil de Wereldraad van Ker
ken iets laten gebeuren dat meer verplichtend is
dan een gewone vergadering van kerkleiders. Ge
kozen is voor een conciliair proces. Met deze oude
kerkelijke term wordt gedoeld op de oecumenische
zoektocht naar kerkelijke verbondenheid, gemeen
schap, eenheid van geloof en getuigenis.
Een zoektocht die gericht wordt op de grote bedrei
gingen van onze tijd: de problemen van gerechtig
heid, honger en armoede; de problemen om te ko
men tot een duurzame wereldomvattende vrede en
de problemen van het milieu, het behoud van de
schepping. Eenheid van de kerken en eenheid van de
mensheid worden onlosmakelijk aan elkaar verbon
den. Bovendien gaat het om een proces waarin niet
alleen kerken maar pok groepen en bewegingen wor
den uitgenodigd mee te doen. Het proces daagt ons
uit polarisatie samen te overwinnen. Voor de wereld
omvattende problemen bestaat geen exclusief ker
kelijke oplossing, het gemeenschappelijk zoeken
van de kerken staat in dienst van de mensheid.
Vebond en verbondssluiting, is een sleutelbegrip in
het Oude en Nieuwe Testament (testament ver
bond). In het oecumenisch proces van de kerken
wordt terug gegrepen op de Bijbelse verbondstra-
ditie.
Verbond in de Bijbel is altijd gericht op de shalom:
vrede in de brede zin van herstel van verhoudingen,
tussen God en de mens, tussen God en zijn volk en
tussen volken en mensen onderling. Het gaat hier
om een wederzijdse verplichting die wordt aange
gaan om samen verhoudingen te herstellen en te ver
nieuwen. Van vrijblijvendheid kan in de verbond-
straditie dan ook geen sprake zijn. Er is in de Bijbel
een nauwe verbinding tussen verbond en gerechtig
heid. Rechtvaardig is wie beantwoord aan de relatie
tussen God en de medemens zoals deze in het ver
bond is bedoeld. Het gaat daarbij altijd om het bel
vrijden van slaven, het redden van verdrukten, bel
voeden van hongerigen en het huisvesten van vlucbl
telingen. Verbondsvernieuwing betekent niet alleenT
verandering van het individu, maar ook veranderiiigj
van omstandigheden en verhoudingen.
Een strijd voor gerechtigheid, vrede en behoud va»|
de schepping waarin kerken aan hun geloof gestal e|
geven. Het klinkt nogal pretentieus in een wereHI
waarin christenen zich nog altijd schuldig maken!
aan verdeel-en-heers-politiek. Het gaat immers MJ
een diep ingrijpend proces dat snijdt in het er""
vlees en in de machtsstrukturen in de wereld.
Werken aan gerechtigheid, vrede en behoud van del
schepping betekent een omkering in de relaties tus-l
sen mannen en vrouwen, blanken en zwarten, rijken!
en armen, communisten en kapitalisten, Christenen^
en mensen met andere levensbeschouwingen.
Te voorbereiding van de volgende Assemblee tol
Canberra (Australië 1991wil de Wereldraad in 1WI
een grote 'wereldconvocatie' beleggen over het tne-l
ma: Vrede, gerechtigheid en het behoud van ®l
schepping. De eerste stappen ter voorbereiding v®!
deze bijeenkomst worden nu gezet. Zullen deze dij-I
eenkomst en het conciliair proces op weg daarhe®!
zoveel vaart en geestkracht krijgen, dat de mensfl»!
het niet negeren kan en dat de volkeren zich v61™!1'!
gen? Het is niet de angst en de twijfel, maar het is d l
hoop die mensen inspireert tot het onmogelijke. I
Anneloes steglich-LeiM\