DAZZLE PAINTING
de verfkwast als
oorlogswapen
de azteken komen
1
1 NIEUW
SEIZOEN
Uk MET
VELE
TITELS
^Irdag
12 september 1987
maten
ontwerpen
paaseieren
bas hoppel
nd
romans
vérhalen
poëzie
beschouwing
wim j. simons
«■•t*
it stoomschip Atenasopname uit 1918.
>u
hie een schilder in een dronken
ui aan de gang geweest of was de
ol en moest het te beschilderen
lip met alle mogelijke restjes uit
na 1 se verfblikken worden afge
lakt' an die eerste indruk valt
et te ontkomen bij het zien van de
o's, ia's, tekeningen en schilde-
en lie te zien zijn op de tentoon-
Hing 'Dazzle Painting' in het Ma-
lem Museum in Rotterdam.
:n die op je lachspieren
i, omdat het lijkt of ze in kleur-
owns- of zwartwitte gevange-
Hken zijn gestoken. Een boot
de vele zwart-wit banen meer
ieft van een zebra dan van een
if eruit ziet als een drijvend
ibord!
ch word er niet voor de lol op deze
®nde manier geschilderd. Het
s juist een bloedserieuze zaak. Het
Tbrlog, 1917, en de vijand, de
Hp, moesten er op zee mee wor-
misleid.
Painting' betekent zoveel als
fflden of verwarren en bij sche-
Bmoufleren. Camoufleren dan
de zin van je onherkenbaar
door in je omgeving niet meer
Hen, zoals een kameleon kan
in de kleuren van zijn omge-
[list het tegenovergestelde, het
ar brengen, was de bedoeling
zie painting.
e is afkomstig van de Engelse
r Norman Wilkinson (1878-
ïen middelmatig talent dat tot
■17 onschuldige zeegezichten
maar dank zij een geniale in-
^ist in de aan de gang zijnde
doginst wilde gebruiken als wa
in <1 3 strijd tegen de allesvernie-
uitse onderzeeboten.
Jste Wereldoorlog was toen al
jaar bezig en de verliezen op zee
Eiigelse kant namen alsmaar toe.
Duitsers begin 1917 de onbe-
onderzeeboot-oorlog uitrie-
lop alles gingen schieten wat er
een|vijde boog voor de Britse kust
werden per week soms wel 60
schepen getorpedeerd.
Het kolengestookte schip Mahomet tijdens de eerste wereldoorlog.
ID.:
n|
del
ene
'kte
nen
liep de spuigaten uit, vond Wil
son die zich inmiddels als als
jffl'iger bij de Britse marine had
Jjjield en prompt het comman-
°P jich kreeg van een kleine mij-
Jrüer' besefte dat er iets
■uw| moest worden bedacht om-
Bt in konvooi varen van de
lardijschepen, of varen in een
^.oers, gezien de verliezen,
lln'!|hadden uitgehaald. Ook de ti
ll h gewone schepen met zwaar
Tj edekt geschut aan boord, wa-
1 geeu succes. De 180 schepen die
sis Gemakkelijke prooi uitzagen
fliel '°or de U-boten bij voorkeur,
V lccu's te sparen, boven water
JB benaderd, slaagden er niet in
El an 11 Duitse onderzeeboten
en te brengen.
He paintings zoals Wilkinson
huid van het schip voor
■«■ond, hadden de bedoeling de
,e verwarren. In zijn autobio-
chrijft Wilkinson: „Het is on
een schip zo te camoufleren
onzichtbaar wordt, dus moet
■novergestelde het antwoord
kanten van de schepen en onaer een
bepaalde hoek spiegels aan te bren
gen, waardoor tegen de lucht geen
scheepsromp, maar een stuk water
was te zien.
Waarschijnlijk omdat Wilkinson op
het juiste moment de juiste marine
bazen wist te benaderen, waarbij hij
het voordeel had commandant te
zijn op een mijnenveger, kon hij er
mee aan de slag. In april 1917 werd
het eerste schip op deze manier be
schilderd en anderhalf jaar later
kwamen er van de inmiddels opge
zette Dazzle Section zo'n 1000 ver
schillende ontwerpen van de teken
tafels. In korte tijd waren niet min
der dan 3000 koopvaardijschepen en
195 marineschepen in verwarrende
dazzle painting- kleuren beschil
derd. De Verenigde Staten volgden
later met 1200 beschilderde schepen
en ook Frankrijk en België lieten en
kele schepen beschilderen naar
Brits Dazzle-ontwerp. Nederlans
was in de Eerste wereldoorlog neu
traal.
Of het de vijand nou echt in verwar
ring heeft gebracht, is niet bekend.
Een wild-enthousiast kapitein van
het Brits marineschip Martin rappor
teerde op 27 september 1917: „Waar
genomen de tanker 'Clam' op onge
veer 6 mijl afstand, vier streken aan
stuurboord en enkele minuten lang
kon ik geen peil op haar trekken.
Toen zij op vier mijl afstand kwam,
stelde ik vast dat het een sleepboot
was die aan een korte sleepkabel een
laadschuit voorttrok. De laadschuit
leek slecht op koers te blijven, zich
met de kop in de wind te draaien en
zelfs een tegengestelde richting in te
sturen".
„Pas op een halve mijl afstand", zo
gaat de kapitien verder, „kon ik zien
dat het een schip was dat op een
haakse koers lag van stuurboord
naar bakboord. De donkere strepen
op de achterste helft maakten van
haar achterkant haar voorkant leek
en een grote groene zone midscheeps
leek een stuk water. Het weer was hel
der en het zicht goed. Dit was de beste
camouflage die ik ooit heb gezien".
Ook anderen reageerden opgewon
den op het verschijnsel van de varen
de schilderijen. Zo schreef een Britse
officier: „Het lijkt wel een kudde
paaseieren die het zeegat kiest", ter
wijl een Amerikaanse journalist het
een 'kruising tussen een stoomketel-
explosie en een spoorwegongeluk'
noemde.
Of deze camouflagetechniek
werkelijk nou zo goed was, onder
zocht een Committee on Dazzle Pain
ting. Die kwam tot de conclusie dat
de beschilderingen vooral goed wa
ren voor het moreel van de beman
ning en niet zozeer de vijand afschrik
ten. Krijgsgevangen gemaakte Dui-
ters hebben die conclusie bevestigd.
In verhoren komen de afwijkende
verschijningsvormen niet aan de or
de.
De spectaculaire tentoonstelling is
voorbereid door Albert Roskam van
de Stichting Kunstprojecten in Rot
terdam. Eerder al zette hij de succes
volle tentoonstelling van architec-
tuurontwerpen in Lego op poten. De
ze rondreizende expositie, nu in Brus
sel, trekt al vanaf 1985 de hele wereld
over en heeft inmiddels ruim 1 mil
joen bezoekers getrokken. De Dazzle
Painting-tentoonstelling, die vrijdag
door de Britse ambassadeur in ons
land zal worden geopend en die tot en
met 6 december duurt, zal niet tot al
leen Rotterdam beperkt blijven. Mu
sea in de Verenigde Staten, Canada
en elders in Europa hebben hun be
langstelling ook al laten blijken.
and i
sfle i
t het
pedo van een onderzeeboot
|gelanceerd nadat snelheid,
de grootte van het te treffen
zijn. Als je in die drie be-
EjJ e 'actoren verwarring sticht,
^^^eerde Wilkinson, bestaat er
<e kans dat de torpedo of hele-
pt zal worden afgeschoten of
zal missen.
was niet de enige die met
s nn rt 'deeën over afweermetho-
dap*6 propPen kwam. Zo was ook
■t°m schepen in het oorlogsge-
n nif? ,uUn zÜkanten te voorzien
olbare doeken met daarop
lus wo mek P°men- Minder se-
T 00k het plan om aan de zij
irdt
ers
lipt
n
[al]
Mi
In de Koninklijke Musea voor
Kunst en Geschiedenis van de Bel
gische hoofdstad Brussel wordt vol
gend jaar van 15 januari tot 17 april
een tentoonstelling over de Azteken
georganiseerd. De verwachting van
de organisatoren is dat de belang
stelling vanuit Nederland voor de
kunstschatten uit het oude Mexico
groot zal zijn.
Aanleiding voor de directie van het
Belgische museum om de tentoon
stelling ook in Nederland onder de
aandacht te brengen is onder meer
het succes van de eind 1985 en begin
1986 in Brussel gehouden tentoon
stelling over de „Vrouw in het Rijk
van de Farao". Deze tentoonstelling
trok 230.000 bezoekers, van wie er
30.000 uit Nederland kwamen.
In 1978 werden tijdens grondwerk
zaamheden bij de Plaza de la Consti-
tucion in Mexico-stad talloze voor
werpen van de Templo Mayor
(hoofdtempel), de belangrijkste cul
tusplaats van de Azteekse bescha
ving ontdekt.
De opgravingen, die onmiddellijk na
die ontdekking werden begonnen, le
verden sculpturen, stenen maskers,
juwelen, vaatwerk en cultusvoor-
werpen van onder meer de krijgs- en
zonnegod Huitzilopochtli en de re
gengod Tlaloc op.
Deze vondsten vormen de kern van
de tentoonstelling. De tentoonstel
ling is verder nog uitgebreid met
voorwerpen uit het gebied van Teoti-
huacan en van de „voorgangers" van
de Azteken, de Zapateken, de Olme
ken en de Tolteken.
Het hoogland van Mexico heeft ver
schillende culturen gekend, die el
kaar hebben beïnvloed er, die ook een
bijdrage hebben geleverd tot wat sa
menvattend de cultuur van de Azte
ken wordt genoemd.
Uit 32 Europese, Mexicaanse en
Noord-Amerikaanse musea werden
meer dan 300 meesterstukken bijeen
gebracht voor een Europese tournee
die nu in Brussel wordt afgesloten.
Bij de tentoonstelling behoort een ca
talogus van ongeveer 800 pagina's.
Bezoekers aan de tentoonstelling
kunnen onder meer via de Nederland
se Spoorwegen kaarten kopen voor
de tentoonstelling.
het boek
in opmars
De Nederlandse uitgevers zitten
niet stil en willen dat graag
laten weten. Daarom ook tonen zij
tweemaal per jaar tijdens een
informatiemarkt Vers voor de pers
aan mediamedewerkers hun op
stapel staande boeken. Maandag is
het weer zo ver. In het
zalencomplex van Krasnapolsky
in Amsterdam laten de uitgevers
zien wat zij in samenwerking met
hun auteurs in de komende
maanden op de markt zullen
brengen.
Het is bepaald niet de dood in de
pot in het Nederlandse
boekenbedrijf. Ondanks alle
geharrewar over overnames
overvallen en fusies deden de grote
concerns het in de eerste zes
maanden van dit jaar goed. Bij
Wolters-Samsom steeg de winst
met 53 procent, bij Kluwer met 46
procent en bij Elsevier met 35
procent. Ook de 'kleintjes' lijkt het
weer wat voor de wind te gaan. In
de periode april 1986 tot en met
maart 1987 gaf de consument in ons
land 597 miljoen aan algemene
boeken (dat is met uitzondering
van studieboeken, encyclopedieën,
romantijdschriften e.d.uit, dat wil
zeggen 29,4 miljoen boeken met een
gemiddelde prijs van 20,35.
Literaire romans en verzenbundels
hebben daarbij een groeiend
marktaandeel.
Er zijn wat zorgen over de
prijspolitiek. Goedlopende titels
en auteurs worden door goedkope
uitgaven extra gepushed en dat
gaat dan ten koste van de wat
moeilijker te verkopen boeken,
waarvan de oplagen dan ook met
gemiddeld zo'n twintig tot dertig
procent zijn gedaald.
Een afdeling modern antiquariaat
(een zachte uitdrukking voor
opruimingspartijen) heeft in steeds
meer boekhandels een vaste plaats
gekregen. De consument kan zijn
gulden maar één keer uitgeven en
als die gulden aan de toptieners en
in prijs verlaagde boeken wordt
besteed, raken de andere boeken in
de verdrukking. Vooralsnog blijkt
niets van de vrees dat de
verschraling al zou toeslaan. Het
aanbod voor de komende maanden
is gevarieerd en interessant. Zo te
zien een goed j aar voor het literaire
boek, waartoe ik mij hier wil bepa
len.
Na zes jaar eindelijk weer een
forse roman van W. F. Hermans.
Een heilige van de horlogerie met
als hoofdpersoon een Nederlandse
filosoo/ die naar Frankrijk is
geëmigreerd, waar hij zich
bezighoudt met het opwinden van
een immens aantal klokken in het
plaatselijk paleis. Ook Gerard
Reve is present met de nieuwe
roman Bezorgde ouders over een
dichter die hèt onvergankelijke
vers wil schrijven.
Harry Mulisch volstaat met twee
nieuwe verzamelbundels, van
tussen 1974 en 1983 geschreven
gedichten en van zijn toneelwerk
uit de periode 1960-1977. Daar staat
dan naast de studie (een
dissertatie) die Frans C. de Rover
aan het werk van Mulisch wijdde
(De weg van het lachen). Ook Hugo
Claus blijft actief. Van hem komt
de nieuwe roman Een zachte
vernieling en in drie delen van
samen zo'n 1200 bladzijden zijn
verzamelde toneelstukken (Toneel
I, II, III). Het uur tussen hond en
Wol/ heet de nieuwe roman van
Maarten 't Hart, over een conflict
tussen huurder en huiseigenaar in
het centrum van Amsterdam.
Wat minder populair dan de
zojuist genoemde schrijvers is
Willem Brakman. Van hem
verschijnt Jongensboek met drie
verhalen van twee jongens die
elkaar verhalen vertellen.
Nieuwe romans verderen ik doe
maar een keusvan Mensje van
Keulen (Engelbert), Jan Siebelink
Schaduwen in de middag), Koos
van Zomeren (Sterk water),
Hellema (Kimberley), Marja
Brouwers (De lichtval), A. F. Th.
van der Heijden (Advocaat van de
hanen), Gerrit Krol (De weg naar
Tuktoyaktuk), Marion Bloem
(Rio), Marjan Berk (Rook in de
ribben), Mischa de Vreede
(Gedroomde rivalen), Herman
Portocarero (De eeuw die Beiroet
heet), Nelly Heykamp (Schoon van
gestalte), Willem Bijsterbosch (Van
een knecht), Hugo Raes (De strik)
en Herman Brusselmans Zij n er
kanalen in Aalst). Niet echt een
roman is het nieuwe boek van Inez
van DullemenVivaMexico!, een
reisboek in de vorm van een collage
met een kroniek van ervaringen,
dagboekaantekeningen en korte
novellen, die een stem willen geven
aan de overlevingsdrift van een
verscheurd land.
Ook de op stapel staande
verhalenbundels lijken heel wat
interessants te bieden. Om te
beginnen van J. M. A. Biesheuvel
De angstkunstenaar: twintig
verhalen over het griezelige van
het dagelijkse bestaan en de troost
die de liefde te bieden heeft.
Verder verhalenbundels en
afzonderlijk gepubliceerde
novellen van Albert Mol (Dag, dag,
welterusten), Henk Romijn Meijer
(Een krans rozen en een zakdoek),
Wim de Bie (Mijnheer Foppe en het
gedoe), Wim Zaal Verhalen van
man tot man), Rudol Geel (Dode
bladeren), Remco Campert
Eetlezen) en Fernand Auwera
(Zeer slordig woordenboek). Aan
prozadebutanten de komenden
maanden geen gebrek. Volgens
Kees de Bakker van de nog
bloedjonge uitgeverij Conserve
moet de volgende week
verschijnende roman Non nobis
van Hanny Alders een kassucces
worden, Een in de middeleeuwen
spelende spannende historische
roman over de ondergang van de
Tempelorde. De uitgever droomt
van een wereldsucces zoals Eco's
De naam van de roos ten deel viel.
Voor debutanten geldt zeker: eerst
lezen en dan weten. Ik noem er
enkele: Christien Kok (Geweten),
C. Verburgh (Kort oponthoud),
Tom Lanoye's debuutroman Alles
moet weg, na zijn aandacht
trekkende verhalenbundel De
slagerszoon met een brilletje), S. de
Leeuw (De hinkelbaan), P.
Klaassen (Begeerte), H. Groen (De
Slavische mars), M. Nasr
(Elfstedentocht), R. Broere
(Illusies) en M. Kageling (Kustlijn).
Vermelding verdient bij het proza
tenslotte de uitgave van De
Louis Couperus
Willem Brakman
W. F. Hermans
Verzamelde Werken van Louis
Couperus in vijftig delen, waarmee
uitgeverij Veen het honderdjarig
bestaan viert.
Bij gedichten mag het dan
doorgaans om kleine tot zeer
kleine oplagen gaan, het
titelaanbod van poëzie is voor dit
najaar opvallend groot. Zo
verschijnt van Gerrit Komrij het
in het paleis op de Dam
voorgedragen Europa-gedicht
Twee werelden met naast de
Nederlandse tekst vertalingen in
acht andere talen van de Europese
gemeenschap.
Van de dit jaar met de Van der
Hoogtprijs bekroonde dichter Rogi
Wieg verschijnt als tweede bundel
De zee heeft geen manieren.
Andreas Oosthoek bundelde een
keuze uit zijn gedichten tussen
1959 en 1968 in De Bladen Terug.
Van de oudere dichters noem ik
Elisabeth Eybers met Rymdwang,
Jozef Eyckmans met De langzame
man en van Theun de Vries It
dronkene sklp/Het dronken schip
met een Friese en een Nederlandse
vertaling van Rimbauds beroemde
lange gedicht Le bateau ivre.
Nieuwe verzenbundels verder van
Gust Gils (Zanger met
zuurstofmasker), Robert Anker
(Nieuwe veters), Johanna W. P. Heil
(Sinaasappelkreek), Koos Geerds
(Goutbeek-archief), Guillaume van
der Graft (Ter nagedachtenis), Jan
Spierdijk (Dorp), Lizzy Sara May
(Het depressionisme), Ankie
Peypers (Brieven, motieven en
juffrouw Vonk) en Maria de Groot
(De watertuin). Hans van Straten
stelde de bloemlezing Door eigen
hand samen met gedichten over
zelfmoord. Hans Warren en Mario
Molegraaf stelden de bijna 500
bladzijden tellende bloemlezing
Spiegel van de Griekse poëzie van
Oudheid tot Heden samen, terwijl
in Wie kan er wonen in een gedicht
verschillende auteurs een
poëtische hommage aan Slauerhofï
brengen. Bij de poëzle-de
debutanten wil ik graag de
aandacht vestigen op De
ijsgeneraals van Tirade-redacteur
Tomas Lieske, op Stenen voor het
begin van Fleur Bourgonje, die als
prozaschrijfster de aandacht op
zich vestigde, op Grenswacht van
Frans Budé en op Komgrond van
M. Reugebrink.
De afdeling kritisch en
essayistisch proza heeft dit maal
een wat bescheiden lijkend
aanbod, al zijn er een aantal
interessante titels bij zoals Geen
letterheren, waarin Jan G. Elburg
met steun van Gerrit Kouwenaar,
Bert Schierbeek en Lucebert
herinneringen ophaalt aan het
optreden van de Vijftigers.
Ook van Louis Paul Boon de
Memoires van Boontje, bezorgd
door Jos Muyres en Bert Vanheste.
Voor liefhebbers van anekdotes,
roddelverhalen en
literatuurgeschiedenis in de marge
is De omgevallen boekenkast van
Hans van Straten een must; eerder
in een zeer beperkte oplaag in een
aantal deeltjes voor vrienden in
eigen beheer uitgegeven. Verder
zeker om te noemen Gerrit
Achterbergs Briefwisseling met
Gerrit Kamphuis en de studie van
Arie Pos over Slauerhoffs werk en
de Chinese werkelijkheid (Van
verre havens). Al eerder
uitgegeven, maar thans in een
definitieve edtie de Brieven over
literatuur, die Marsman en
Vestdijk in 1936 in de Groene
Amsterdammer publiceerden; nu
met een nawoord door Tom van
Deel. J. J. Oversteegen houdt zich
in De redelijk natuur bezig met
Multatuli's literatuur-opvatting en
Carel Peeters laat in Postmodern
op polemische wijze zijn licht
schijnen over het postmodernisme.
Essaybundels verder van Kees
Verheul (Een volmaakt
overwoekerde tuin), F. L. Bastet
(met nieuwe Wandelingen door de
antieke wereld De horizon voorbij),
Paul de Wispelaere (De broek van
Sartre) en Hugo Bossuet over het
Vlaamse proza sinds 1970 (Grenzen
verleggen). Jeroen Brouwers
voltooide zijn Kroniek van een
karakter met een tweede deel met
brieven uitdejaren 1982-1986 aan
onder anderen Benno Barnard,
Tom van Deel, Gerrit Komrij,
Geert van Oorschot. Johan Polak
en Réne Stoute, terwijl hij met wat
bescheidener omvang het boekje
Over zelfmoordclubs,
zelfmoordsecten, zelfmoordspelen
samenstelde. Tot slot voor hen, die
iedere dag wat te lezen willen
hebben de editie 1988 van
Meulenhoffs Scheurkalender,
samengesteld door Hans Warren
met voor elke dag een passend
dagboekfragment.