het land van de zeven steeën i >4 ^-^ x - -■ vi t*U <rWpÉdm sterke arm inpolderen vertrek p. j. baert en joost van leeuwen ognoses diensten shock mêsrmm henk postma WOENSDAG 26 AUGUSTUS 1987 - lis -4%. "-. -- «liiSPiSI -'. - -;. .v't If M^AtX "v ;',7i"V De Zeven Steên, zoals een deel van de boerenhofsteden in de Nieuw Neuzenpolder samen heetten, zijn niet meer voltallig en vissen aan 'de zee' bij de Koepel, de I Inlage, de Peilboot of de I Torpedojager is ook historie. 1 Oudere Terneuzenaren kennen de namen nog wel en weten nog wel waar ze destijds, toen het water nog zuiver was, de beste mosselen konden halen. Dow heeft het grootste deel van het land ingenomen en het water van de Westerschelde was ook zonder Dow geen spat schoner geweest. Toen Dow in 1964 de eerste paal sloeg voor wat uit zou groeien tot de grootste Dow-fabriek buiten de VS heeft hij de Nieuw Neuzenpolder na bijna 150 jaar voor altijd een andere aanblik gegeven. De inpolderaars die in 1815 toestemming kregen van koning Willem I om de schorren ten westen van Terneuzen te bedijken hadden slechts vruchtbaar land willen verwerven. Goed voor de boeren die er de grond pachtten en goed voor de investeerders die het geld voor de inpoldering hadden verstrekt. Anderhalve eeuw later lieten een paar Amerikanen hun oog vallen op de schepping van de inpolderaars uit de negentiende eeuw en zagen dat het land ook goed was voor hen en hun plastic. De Nieuw Neuzenpolder zou rendabel blijken voorde hele economie van Zeeuwsch-Vlaanderen. De geschiedenis van de Nieuw Neuzenpolder loopt parallel met die van heel Zeeuwsch-Vlaanderen. De streek ontstond al duizenden jaren geleden als aangeslibd land in een grote rivierdelta. De vorm en de gesteldheid is door de eeuwen heen vaak veranderd. Verschillende diersoorten die hier eeuwen her hebben gewoond zijn verdwenen en van de bossen, waarvan zo nu en dan restanten worden gevonden, is niets meer over. De grote veranderingen in de landschappelijke aanblik werden veroorzaakt door de steeds terugkerende overstromingsrampen. De geschiedenis vermeldt reeds in 513 en 533 na Christus twee ontzettende watervloeden en latei- werd het gebied getroffen door nog meer overstromingsrampen die hun sporen voor enkele eeuwen in het land achterlieten. De Braakman, tot 1952 een arm van de Westerschelde, en de Boliscate (het zg. Kanaal van Axel) ontstonden als gevolg van deze rampen en zouden Zeeuwsch-Vlaanderen in tweeën delen. Zelandia Illustrata schrij ft hierover: ,,De inham der Westerschelde, de Brakman of Braakman, welke Zeeuwsch-Vlaanderen in een Oostelijke en Westelijk deel verdeelt, was in vroeger eeuwen waarschijnlijk slechts een smalle tak van de Honte. Tot het begin van de zeventiende eeuw was deze baai als de Dullaert bekend. Deze zeeboezem ontstond vooral dooi den stormvloed van 16 november 1377, toen de dijken bij Biervliet bezweken en het land in den omtrek verloren ging. Nog niet geheel herdij kt kwam de vloed van 22 januari 1440, waarbij Huigersluis, Steeland, Eertinge, Peerboom, Moerkerke en Sint Janskapel ophielden te bestaan, den inham vergrooten, die door de overstrooming van 1477 nog verder werd uitgebreid. Door den vloed van 1 november 1550, waardoor de Jonkvrouwenpolders inliepen, kwam dit water met het Zwin in gemeenschap en vormde aan de Schelde eene natuurlijke haven. Braakmanpolder en een groot gebied erachter gespaard bleven voor het water. Niet de even oostelijker gelegen Nieuw Neuzenpolder. De oude zeedijk van dit land weerstond de krachten van de stormvloed niet. Dow zou daarom pas definitief'ja' tegen het terrein zeggen toen ze hoorde dat de bedijking op Delta-hoogte zou worden gebracht. De Nieuw Neuzenpolder ontstond veel later dan de andere polders rond Terneuzen. De Catspolder werd al in 1612 ingedijkt, de onderneming uit Zelzate het initiatief tot inpoldering van het verdronken land. Het was het eerste jaar dat België en Nederland verenigd waren. De Compagnie Blemont, zo heette die onderneming, kreeg bij besluit van 19mei 1815 van koning Willem de Eerste de machtiging het gebied ten westen van Terneuzen te bedijken. De aanbesteding vond plaats op 16 april 1816. Bedijkingen waren een kwestie van handkracht. De schop en de kruiwagen waren de werktuigen waarin meer dan duizend schepen plaats konden vinden". Telkens werd het verloren land door hernieuwde inpolderingen teruggewonnen. Niet al het land. Zo werd de Braakman stukje bij beetje teruggepakt van de zee en het laatste deel werd pas in 1952 aan de zee ontnomen, vlak voorde laatste overstromingsramp ons land zou treffen. Aan de caissondijk, de Wevelswaaldijk, die hiervoor in de Braakmangeul werd gelegd was het op 1 februari 1953 te danken dat de jonge Zuidlandpolder in 1617de Sint Annapolder in 1638 en de Vlooswijkpolder in 1645. Het gebied tussen de Braakman en Terneuzen bleef tot het begin van de negentiende eeuw schorren. Het waren de gronden die eertijds hoorden bij het verzonken dorp Vremdijke en die in 1601 aan het water werden prijsgegeven. De Vremdijkers vluchtten naar Mauritsfort en stichtten daar, op de hoek van de dijk, een dorp dat daarna Hoek zou heten. Na de Franse overheersing, de naam Staats-Vlaanderen was gewijzigd in Zeeuwsch-Vlaanderen, nam een en de spieren van de polderwerkers waren de kracht die het werk tot stand moesten brengen. Voor een dergelijk groot werk waren in deze streek te weinig mensen beschikbaar en ze kwamen daarom van elders. Voor een karig loon werd er van de vroege morgen tot de late avond gewerkt. Was er eens wat vrije tijd dan ontstonden er zo nu en dan ongeregeldheden. Drankmisbruik en ontevredenheid over de arbeidsvoorwaarden onder de vele vreemde arbeiders bezorgden de plaatselijke dienders van Hoek en Terneuzen veel overwerk. De veldwachters Pieter van Alten uit Hoek en Hendrik Verlinde uit Terneuzen waren samen met enkele gerechtsdienaars niet opgewassen tegen de onlusten. En zoals nu een burgemeester om bijstand van de ME vraagt zo vroeg burgemeester De La Fontaine van Terneuzen op 22 april 1816 om versterking van gerechtsdienaren aan de Officier van de Rechtbank in Goes. Omdat er ernstige moeilijkheden waren voorgekomen vroeg de burgemeester de officier spoed te betrachten. De ontsteltenis van De la Fontaine was groot toen op 1 juni daaropvolgend de versterking kwam. Het bleek een veertigtal militairen te zijn die de orde en rust in Terneuzen kwam herstellen. De Terneuzense burgerij stelde deze hulp niet op prijs want het middel was erger dan de kwaal. De burgemeester en zijn familie kregen de schuld van deze invasie en De la Fontaine schreef vlug een brief naar de commanderend luitenant-generaal in Zeeland met het verzoek de soldaten terug te halen omdat „het zeer rustig was in Terneuzen en er na 13 mei niets bijzonders meer was voorgevallen zodat de militairen hier niet meer nodig waren". Aangenomen wordt dat de soldaten daarna zijn ver trokken. Het werk aan de bedijking en de afwatering was in 1817 klaar. Er konden aan de opdrachtgevers te Zelzate 445 hectare vrucht bare poldergrond worden opgeleverd. De gemeentelijke indeling van het nieuwe land werd door de koning bij besluit van 9 april 1820 geregeld. De toenmalige gemeente Hoek kreeg het deel ten westen van de zg. Verkorting, de grens in het noorden was het oude vaarwater Den Abeele en de oostgrens liep parallel aan het Piermansdijkje naar Den Abeele. De rest was voor Terneuzen. Achter de nieuwe zeedijk werden zeven boerderijen gebouwd, die in de volksmond de naam De Zeven Steên kregen. De Nieuw Neuzenpolder was klaar, de dijken werden sterk genoeg geacht om het water van de Westerschelde, dat zich al zo vaak aan Zeeuwsch-Vlaanderen had vergrepen, voorgoed tegen te houden. Toch zou in 1953 een bres in die dijk, nabij de boerderij van Wolfert, worden geslagen en het land voor een tweede keer onderstromen. Daarbij verdronk ook een kind. Opnieuw, maar met betere hulpmiddelen, werd de Nieuw Neuzenpolder beveiligd en de boeren pakten de draad weer op. Slechts een decennium later zouden ze definitief vertrekken. Een plasticfabriek kwam er het Zeeuws-Vlaamse landschap een twintigste-eeuws uiterlijk geven. wvolg Industrialisatie Jen zeventig wakkert de tegenwind I goed aan. De oprichting van de |eniging Milieuhygiëne Zeeland. getypeerd als een verzameling loisten en brave burgers, markeert lopkomst vcan een snel aan invloed Pnende milieu-beweging. Ook een feldwijde economische olie (crisis fi' medeverantwoordelijk voor dat Californie-effect snel achter de euwse horizon verdwijnt. Reeds i'estigde bedrijven zetten welis- !arnog delen van hun uitbreidings- [nbnen door. maar nieuwe grote in- iteerders dienen zich niet of maar 'ndjesmaat aan. dan wel schrikken w vestiging terug. "o 1987 telt Zeeland niet de 1 mil- 'i inwoners die de provincie ooit [1 toebedacht, ook niet de 750.000, t-OOO of 510.000 inwoners uit steeds (der bijgestelde prognoses. De n'incie is blijven steken bij een in- 'nertal van 355.000, 'nog geen' 000 meer als in 1960. Er is zelfs er een 'uitstroom' op gang geko- |n. die in 1986 niet eens meer door geboorte-overschot wordt ge censeerd. In dat jaar daalt het '"al Zeeuwen met 449 zielen en in 'ats van als een 'tweede Euro- Mtgebied' profileert de provincie steeds nadrukkelijker als 'toe- t'seh-recreatief product', in jats vasn nieuwe basisindustrieën 11 verwerkers van chemisch en ra- '-actief afval op braakliggende be- 'l'sterreinen in het Sloe. Eerder als van een Californië- is sprake van een Florida-effect: Zeeland als woon- en vakantie-oord bij uitstek voor (niet onbemiddelde) bejaarden. Kaland geeft toe: ..Ik denk toch wel dat we ons allemaal wat verkeken hebben. Het Sloegebied is zowel in tempo als omvang achtergebleven bij de verwachte ontwikkelingen. Maar dat was overal elders ook zo. Men ging er destijds van uit dat Nederland 20 miljard ipwoners zou gaan tellen. Niettemin, als ik langs het Sloe rij.... Zonder de ontwikkelingen daar en in Terneuzen zou Zeeland nu met Gro ningen mee bovenaan staan als de meest achtergebleven provincie. Ik heb gezien wat voor armzalige situa tie de keutelboertjes meemaakten in de jaren cjertig. Ik wist wat voor ellen de het was geen droog brood te ver dienen. En dan had je in de jaren vijf tig die enorme uitstoot van arbeiders, een massa mensen die dagelijks naar Rotterdam trok om er te werken, zelfs uit Oost-Zeeuwsch-Vlaanderen met bussen via Antwerpen. Dan kies je in dustrialisatie om een gemeenschap tot stand te brengen waar toch een re delijke welvaart is en waar jongeren en ouderen, hoger en lager opgelei den een interessante mix vormen. Want industriële ontwikkeling zet zich door in het niveau van maat schappelijke voorzieningen, in de winkelvoorraden, in de cultuur". Cijfers van het districtsbureau voor de Arbeidsvoorziening stellen Ka- land, voor zover deze zijn beleid heeft kunnen uitvoeren, in het gelijk. Zeeland behoort momenteel tot de Nederlandse regio's met de laagste werkloosheid. Niet doordat de in dustrie en bouwnijverheid zoveel nieuwe arbeidsplaatsen biedt, wel doordat 25 jaar industrialisatie de basis heeft gelegd voor een drasti sche uitbreiding van de diensten- en de overheidssector. Sinds 1960 is het aantal arbeidsplaat sen in de landbouw en de visserij ge staag gedaald met in totaal ruim 12.600 naar een niveau van nog geen 9.400. De industrie en bouw hebben dat verlies niet kunnen compenseren. In die twee sectoren steeg het aantal arbeidsplaatsen de afgelopen 25 jaar met 'slechts' 4.300 tot een totaal van 37.000. Procentueel gezien is zelfs sprake van een daling. Maar wel maakte de industriële bedrijvigheid een spectaculaire groei mogelijk van de dienstverlening en het overheids apparaat: van 39.200 in 1960 naar 61.800 arbeidsplaatsen nu. Kaland erkent: de basisindustrie ves tigt zich liever in het verre oosten: Zeeland heeft de nieuwe high-tech- bedrijvigheid .geen speciale vesti gingsvoordelen te bieden en het voor waardenscheppend beleid van de Ne derlandse overheid concentreert zich steeds meer op de Randstad. Maar dat. aldus de oud-gedeputeerde, be tekent allerminst dat de provincie weer dezelfde uithoek is waarover in de jaren vijftig zo bezorgd werd ge sproken. „Vergeet niet", zegt hij. dat de distributiefunctie van de havens sterk is uitgebreid. Goederentrans port tussen de verschillende wereld delen blijft een belangrijk element in het economisch verkeer. De Wester schelde ligt daarvoor zeer gunstig. Er is de afgelopen jaren niet alleen in ha venfaciliteiten, maar ook door bedrij ven weer flink geïnvesteerd. Als je bij Dow komt zie je dat de overgang van basisindustrie naar de productie van specialiteiten al manifest aanwezig is. De huidige gedeputeerde voor eco nomische zaken, drs. R. C. F,. Barbé (46) is nog slechts een jongeling als in Terneuzen de verhalen de ronde doen dat Dow 'zomaar een polder heeft gekocht'. „Je hoorde overal: de Amerikanen komen. Aan de ene kant was er bewondering, aan de andere kant onwetendheid. De betekenis van Dow voor Zeeuwsch-Vlaande ren is gigantisch geweest. Ik denk wel dat je kunt zeggen dat het een cultuur-shock teweeg heeft ge bracht". Barbé is 27 jaar als hij bij Dow in dienst treedt. Twee j aar later stapt hij over naar een politieke functie. Als KVP-wethouder dient hij 12 jaar lang de Terneuzense zaak. de laatste acht jaar is hij tevens dijkgraaf van de Braakmanpolders. Dow is dan al ste vig in de Zeeuwsvlaamse samenle ving geworteld, maar ziet plannen om grote hoeveelheden LPG aan te lan den gedwarsbvoomd door nationaal beleid, als wethouder is Barbé graag bereid zijn steentje bij te dragen aan de Zeeuwse lobby die voor de zoveel ste keer en wederom op succesvolle wijze voor Dow de nek uitsteekt. Tegenwoordig voert Barbé de Zeeuwse lobby aan die zich al zo'n twintig jaar sterk maakt voor een vaste W'esterschelde-oeververbin- ding. Zonder zo'n WOV, heeft Barbé zich al wel laten ontvallen, loopt de provincie groot gevaar om opnieuw op een periode aan te koersen van ca tastrofale ontvolking. Barbe: Verbe tering van de infrastructuur is een eerste vereiste. Dat moet men breed verstaan: niet alleen een WOV en ha venfaciliteiten, ook het onderwijs stimuleren en bedrijfsterreinen an ders inrichten. We moeten ons niet meer instellen op massaliteit, maar op gespecialiseerde productie-lij nen. Ook Barbé ziet mogelijkheden in her structurering en vernieuwingen bin nen bestaande bedrijven. „Dow heeft fors gëinvesteerd in research, hoogge kwalificeerd personeel en equipment. Dergelijke ontwikkelingen heb je ook al wel bij bedrijven als Total, Chrom- pak, Hoechst en de KMS. Ik verwacht nieuwe bedrijven die daar weer ge bruik van gaan maken". Van een ver gelijking met de jaren vijftig wil Bar bé dan ook niets weten. „Het tempo en de omvang van de leegloop was toen vele malen groter. Zeeland was toen nog een landbouwprovincie. een compleet maagdelijk gebied. Er was toen nog niets. De mensen waren ge- niegd om nieuwe industrie zonder meer te accepteren. Ër was een be stuurscultuur die dat allemaal heel gemakkelijk maakte. Inspraak; dat woord was toen nog niet bekend. Be stemmingsplannen maakten ze achteraf. De Delta-boys konden plan nen realiseren zonder al teveel maat schappelijke weerstanden. Dat alles is vandaag gans anders".

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1987 | | pagina 81