...de mensen zijn niet echt op de vlucht geslagen BOERENGAT EN DE GROTE BUURMAN leegloop gesloten wooncomfort enthousiast wout barema Ze maakten het tot nu toe precies één keer mee, een echte alarmsituatie. Op 17 april 1980 was dat. Toen kregen de bewoners van het buurtschap Boerengat in de Nieuw Neuzenpolder van de gemeentepolitie opdracht ramen en deuren gesloten te houden. Bij buurman Dow Chemical -net over de dijk- lekte een butileentank; er was vijf tot zeven kubieke meter van een explosief koolwaterstofmengsel ontsnapt. Op de fabriek zelf werden alle activiteiten gestaakt. Een bewoonster van het Boerengat: „Plotseling zag het hier zwart van de Dow-mensen. Ze kwamen met z'n allen over de dijk omdat het daar te gevaarlijk was." Schoolkinderen, die de weg naar huis versperd zagen, mochten de afzettingen passeren. Maar dan wel met een gasmasker op. Voor alle zekerheid. Op het Boerengat, inderdaad maar een paar honderd meter verwijderd van de Dow-fabrieksterreinen, heeft men met 'de grote buurman' leren leven. Geklaagd wordt er niet. Er is volgens de meeste Boeregattenaers geen reden toe. Maar Riek Wisse, die sinds haar zevende op het Boerengat woont en Dow dus heeft zien komen en zien groeien, verbaast zich nog steeds over dat antwoord dat ze een tijdje terug tijdens een 'gezellige bijeenkomst' met Dow-mensen kreeg op een, volgens haar, heel zinnige vraag. „Zeg nou zelf, we zitten er heel dichtbijDus dan is het niet meer dan normaal datje precies wordt verteld watje doen moet als het toch eens fout mocht gaan...Ik vroeg daar toen naar. Zoiets van: 'Moeten we dan gaan zitten afwachten of moeten we misschien ook maar heel hard meerennen met die mensen, die over de dijk komen...'Antwoord? Dat kreeg ik niet. Er werd maar wat gelachen. En tot op de dag van vandaag weten we nóg niet wat we in geval van nood moeten doen..." Het Boerengat telt nu nog precies 68 bewoners. Vroeger, tientallen jaren geleden, waren dat er veel meer. Maar door de jaren heen trokken er veel mensen weg, naar Terneuzen vooral. Van de hechte gemeenschap van weleer is niet zoveel meer over. En dat heeft bijvoorbeeld te maken met de vakantiewoningen. Ruw geschat telt het Boerengat een stuk of zestig woningen; twintig ervan worden gebruikt als v akantiehuisje. Door Duitsers en Belgen. Piet Herrebout, mede-organisator van de groots opgezette reünie van Boeregattenaers die vorig najaar werd gehouden, zei bij die gelegenheid: „Die reünie is net op tijd. Als we nog tien jaar gewacht hadden om bij elkaar te komen, zou het te laat geweest zijn. Boerengat bestaat over tien jaar alleen nog maar uit vakantiewoningen..." „Nee, dat geloof ik niet", reageert Riek Wisse ruim een halfjaar later. „Die huisjes worden ook duurder. En trouwens, je zithier natuurlijk nogal een eind verwijderd van de zee en het strand. Ze zullen nu eerder iets zoeken in de buurt van Cadzand of.zo." Trouwens, met de leegloop valt het de laatste tijd mee. Fina van Deijzen, ook al een geboren en getogen Boeregattenaer: „In het begin, toen Dow Chemical hier begon te bouwen, zijn er veel mensen vertrokken. Bang? Och, dat viel wel mee denk ik. Het was eerder zo dat in Terneuzen toen -ook al vanwege de komst van Dow- enorm veel woningen werden gebouwd. En als je dan je huisje hier goed kon verkopen aan een buitenlander en er een mooie woning, van alle gemakken voorzien, voor terug kon krijgen in Terneuzen, aarzelden de meesten niet lang. Er is een tijd geweest dat er hier nauwelijks nog kinders rondliepen. Maar dat is nu weer aan het veranderen. Iets verderop, voorbij het viaduct, komen steeds meer jonge gezinnen wonen. Met kinderen." Vroeger...Het Boerengat was een gesloten gemeenschap. Veelal landarbeiders, die werkten bij de boeren van 'de Zeven Steên' in de Nieuw Neuzenpolder. Kroostrijke gezinnen. Boerengat hoorde bij Hoek. Ook oud-gemeentesecretaris J. Dregmans van die voormalige gemeente stelt -terugblikkend- vast dat het 'een apart slag volk' was. „Hardwerkende boerenarbeiders. Simpel? Misschien. In ieder geval waren het eerlijke, hoogstaande mensen. En er waren erbij die, ondanks dat loontje van elf gulden, kans hadden gezien een hoeveelheid spaarpenningen opzij te leggen waar u en ik jaloers op zouden zijn..." Terneuzenkenner-bij-uitstek Johan de Vries verklaarde Boerengat z'n liefde. Hij deed dat in verschillende boeken. Een citaat uit 'Johan de Vries Vertelt' (met de brommer op stap„Terugkerend naar het punt waar we de Nieuw Neuzenpolder binnengingen. Dus bij de Noordpolder naar beneden, langs een rij huisjes (rechts) waar onder anderen 'Kootje Maslier' woonde. Een beetje vreemd type. Je kon er in die dagen ook een flesje bier kopen. Vandaar het gezegde: 'Bij kootje Maslier drink je het beste Sasse bier'. De weg onderaan de dijk volgend kwam je op het Boerengat terecht. Destijds een vrij afgelegen gehucht waar de Terneuzenaar niet al te hartelijk werd begroet (misschien hadden ze daar wel reden voor!Jaren later, toen ik fotografeerde, was het Boerengat mijn lievelingsplekje en dat wil ik er wel bijzeggen: Ik was daar volkomen geaccepteerd. Als ik aan dat Boerengat van 'toen' denk en zie wat er nu van overgebleven is, zou ik wel kunnen huilen. Maar 't helpt zo weinig! Er loopt tegenwoordig een verkeersweg 'over' het Boerengat. Richting Braakman. Om te huilen ja. Maar, voegt De Vries er direct aan toe, de kreek achter het Boerengat is nog altijd 'een prachtig plekje natuur!' Tja, wie over Johan de Vries praat, ziet spoken. Ook op het Boerengat. Het boek 'Het Spookte in Zeeuwsch-Vlaanderen' -ook van De Vries- er even bijgepakt. Het verhaal van Krina van het Boerengat. Ze diende op de boerderij van Dieleman op de Noorddijk. En die vrouw van Dieleman... „Toen Krina op een vroege morgen in de 'bakkeete' bezig was het deeg te kneden (de boeren bakten toen nog allemaal zelf) deed zich iets wonderlijks voor. Het deeg dat nog moest rijzen, werd opeens uit de trog tegen de lage zoldering aangesmeten om vervolgens weer in de trog terecht te komen. Krina schrok er danig van. Ze vertelde het aan de boerin, vrouw Dieleman, die haar uitlachte. Want sporen van die gekke 'sprong' waren niet te vinden. Enige tijd later, Krina is weer aan het kneden, springen uit het deeg allemaal kleine jonge hondjes, die zomaar verdwijnen, zonder enig spoor achter te laten. Krina kon niet verder gaan met kneden, riep de boerin en moest naar bed, waar ze hevig lag te transpireren. Toen ze er met de boerin over sprak en die haar Dieleman werd er destijds op aangezien de veroorzaakster te zijn van die rare voorval len!" De Dielemannetjes, de Jansens, de Meertens en de Michielsens..., ze troffen elkaar begin november op de reünie in de communicatieboerderij van Dow Chemical, op een paar honderd meter afstand van het Boerengat. Met een man of vierhonderd waren ze (want de oud-leerlingen van de christelijke lagere school De Knol waren ook uitgenodigd). Ze bekeken oude foto's uit de verzameling van kruidenier Jaap Goossen, die naar Serooskerke is verhuisd en vertelden elkaar anecdotes. Buurman Dow Chemical was zo vriendelijk de accommodatie beschikbaar te stellen. „Want", zei Dow-topman Roelof Ruules in een toespraakje, „eigenlijk hebben we hier maar één buurman: het Boerengat. Ooit En 'massaal' hieven de Boeregattenaers het eigen volkslied aan. „Tja stank...." Fina van Deijzen haalt de schouders op. „Het stinkt hier hooguit één keer per jaar. Alleen bij noordenwind. En uit die hoek waait de wind maar heel zelden...Ik denk dat ze in Terneuzen eerder last zullen hebben van stank van Dow. Maar het is natuurlijk een feit dat we er veel te dichtbij zitten. Als er iets gebeurt, heb je waarschijnlijk weinig kans. De kranten staan nu vol over de problemen in Sluiskil-Oost. Die hele wijk zou eigenlijk weggesaneerd moeten worden, geloof ik. Over het Boerengat heeft niemand het. Maar het is wel zo dat Dow probeert leegkomende huisjes hier op te kopen. Hier in de buurt, laatst...twee huisjes. Daar zullen ze toch wel een bedoeling mee hebben..." uitlachte, maakte ze zich boos en zei op slag haar dienst op. De boerin, die wel zag dat er met Krina niets meer te beginnen was, liet haar diezelfde middag vertrekken. Ze ging te voet naar huis, o ver de Knol, een gehucht voor het Boerengat. Ze nam op de wei van boer Tollenaar (er woont nu een Mullaert) het zogenaamde 'Kerkepadje', dat dwars door het bouwland liep (nu allang verdwenen) en dat uitkwam op de boerderij van Marien Wolfert, die bij het Boerengat woonde. Om te beginnen deed ze over het laatste deel van haar tocht erg lang, maar toen ze in de buurt van Wolfert was gekomen, kreeg ze nogeens een belevenis te verwerken. Bij het vlondertje over de watergang springt een grote zwarte hond vanachter op haar rug en hoe ze ook schudt, ze kan het beest niet eerder kwijt dan wanneer ze dol van angst op de boerderij van Wolfert is aangekomen. En de vrouw van hebben we iets van u afgenomen; u bent misschien zelfs een tikje in de verdrukking gekomen. Maar ik verzeker u dat wij er van onze kant alles aan doen om welke vorm van overlast dan ook te voorkomen. Ach, beschouwt u het feit dat wij ons communicatiecentrum beschikbaar hebben gesteld maar als een 'goedmakertje'..." Een ander 'goedmakertje' was de fraaie zitbank, die Dow de Boeregattenaers cadeau deed. Een leuk gebaar van de 'mensen van de plastiekfabriek', vonden de bewoners. Eind april werd die bank feestelijk in gebruik genomen. Piet Herrebout, mede-organisator van die gedenkwaardige reünie, was enthousiast. „De bank symboliseert de goede verhouding tussen Boerengat en het chemisch bedrijf', vond hij. En hij zei ook: „Het is fijn om onder de paraplu te kunnen schuilen van Dow en de gemeente. AI stinkt het natuurlijk weieens onder die paraplu..." Volgens Fina zijn er, direct na de komst van Dow, inderdaad heel wat echte Boeregattenaers vertrokken. „Het was hier in de Nieuw Neuzenpolder vroeger natuurlijk ontzettend mooi en rustig. Toen kwam die fabriek...Maar ik geloof niet dat de mensen echt op de vlucht zijn geslagen. Welnee, de meesten konden er aan de slag. Ik heb er zelf ook een jaar of twintig gewerkt. Nee, de mensen wilden gewoon meer wooncomfort. En dat vonden ze in Terneuzen. Grotere woningen, met alles erop en eraan." „Ja, wat wil je", zegt Riek Wisse. „In Terneuzen konden ze een woning met verwarming, douche en een luxe keuken krij gen. „Ach, die komst van Dow was niet slecht voor het Boerengat. Op de zeven steên was er misschien werk voor pakweg twaalf arbeiders. Die fabriek bracht veel meer werk. Ze zeiden hier weieens: 'Als je een schoppe hebt om op te leunen, kun je er terecht'. Wij hebben het nooit gezien als een verarming van de streek...Er werd direct al veel geld besteed. Aannemers bijvoorbeeld, die kwamen hun boodschappen bij de kruidenier op 't Boerengat doen." De gemeenteraad van Hoek had destijds, herinnert de toenmalige gemeentesecretaris Dregmans zich, twee vergaderingen nodig om te beslissen over de bestemmingsplanwijziging die de vestiging van industrie in het buitengebied mogelijk maakte. Van industrie was toen nooit sprake geweest; alles was altijd landbouw gewe De gemeente Terneuzen verkocht 85 heet grond aan Dow, Hoek niet minder dan 240 hectare. In de Nieuw Neuzenpolder. Inde eerste vergadering diederaadvan Hoek eraan wijdde, staakten de stemmen: 3-3. Eén van de raadsleden was verhinderd. Di werd er niet lang daarna nogmaals vergaderd. Uitslag: 4 voor, 3 tegen. Dregmans nu: „Door bepaalde omstandigheden moest ik me destijds me de voorbereidingen bezighouden. Datwaï op den duur bijna een dagtaak. Ik heb er toen heel wat werk aan gehad om de raadsleden duidelijk te maken dat de kon van Dow een goede zaak was. Vooral voor streek was het van groot belang. Wantzeg nou zelf: Wat zou Zeeuwsch-Vlaanderenn zijn geweest zonder Dow? Niks toch. De boeren hadden eigenlijk geen reden om tegen te zijn. Ze kregen goed geld voor hui grond. En ook de vergoeding van de pachtschade was prima. De tegenstander in de raad stonden op het standpunt datd grond in die polder te goed was voor industrie. Maar uiteindelijk heeft Hoekdi volop meegewerkt." Oud-havenschapsdirecteur Willem Blok werkte -in die dagen- nauw samen met secretaris Dregmans van buurgemeente Hoek. Blok was zelf vrijgemaakt voorde begeleiding van de Dow-plannen. Burgemeester mr. H. Rijpstra, een wervelwind op de stoffige secretarie, bombardeerde hem tot 'chef industrialisatie, planologie en voorlichting'. Blok ontving 'de Amerikanen', topmensen en (later) ingenieurs-kwartiermakers van Dow. En Blok's collega Ko Versprille voerde de onderhandelingen met de boeren in de Nieuw Neuzenpolder. „We waren een klein, enthousiast team da onder de bezielende leiding van burgemeester Rijpstra dag en nacht inde weer was. We moesten snel handelen, wan die Amerikanen hadden altijd haast...En omdat Hoek natuurlijk maar een klein administratief apparaat had, deden we oo veel werk voor die gemeente. We werkteni ieder geval heel nauw samen." De boeren werkten dusstukvoor stuk mee. Blok: „Tj zo gek is dat niet. Want de bedragen, diewi toen betaalden voor de grond lagen 80 procent hoger dan de normale prijzen van die dagen. De boeren konden dus goeie zaken doen. En de manier waarop we dat aanpakten, vooral financieel, stond later model voor soortgelijke transacties in de rest van het land." De boeren verkochten en de Boeregattenaers verhuisden, niet lang daarna, zonder veel problemen van de akkers naar de fabriek. Ze gingen aan de slag bij aannemers vooral, voor grondwer enzo. Niemand klaagde. Oud-secretaris Dregmans: „Nee, uit die hoek hebben we nooit protesten gehoord. En wij gingendi mensen natuurlijk ook niet vertellen dat daar een chemische fabriek kwam, die weieens zou kunnen gaan stinken..." Blok „Ach, die dingen lagen toen nog heel anders..." Vijfentwintig j aar later. Het Boerengat bestaat nog steeds. Is zelfs weer een beetje de groei. En...heeft sinds een paar jaar een eigen volkslied. In een gekke bui gecomponeerd door Fina van Deijzen en Michielsen 'de vader van Piet'). Tweede couplet: „Al hebben we niet veel om op te roemen, geen standbeeld van de Ruyterof Fransje Naerebout. De meisjes zijnbij ons toch om te zoenen. En daarom zeggen wij? rest laat ons koud". Refrein: „Bij onsophe Boerengat, groeien de stekels aan de dullefkant. Waar de Boerengatse humor nooit verloren gaat, zolang de lepel in de snertpot staat." (Wijs: Bij ons in de Jordaai

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1987 | | pagina 80