DOW EN
DE BONDEN
chemie hoeft niet vies te zijn.
COMMUNICATIONS
i
rachtmeting
mild
willem j. van dam
vrijheid
kritiek
goodwill
zendingswerk
jan van damme
„Nee, ze houden je hier niet klein. Ze drukken je met je kop
door het plafond. En dat doet pijn," hoorde wetenschapper
Arie de Kool een paar geleden van een Dow-werknemer toen
hij bij hetTerneuzense bedrijf een onderzoek instelde naar de
arbeidsomstandigheden.
„Dow Chemical te Terneuzen zou Günter Walraff zeker beval
len zijn," schreef diezelfde wetenschapper wat later cynisch
in het weekblad De Groene Amsterdammer.
Het arbeidsvoorwaardenbeleid van een chemiereus. Dow
Chemical is een van de weinige grote bedrijven waar geen
cao-onderhandelingen meer plaatsvinden. Dow regelt de ei
gen zaakjes wel en heeft daar de vakbeweging niet meer bij
nodig. Loon naar prestatie èn flexibiliteit. Dat zijn de sleutel
woorden van het arbeidsvoorwaardenbeleid bij Dow.
De Dow-methode heeft in brede kring belangstelling getrok
ken. En er zitten, zegt de Industriebond FNV, zeer zeker goede
kanten aan. Maar ook: bij de company is geen plaats voor
losers alleen winners tellen mee.
WOENSDAG 26 AUGUSTUS 1987
het zit daar
niet altijd
even senang...
uules hapt in een
aardbeientaartje, maakt een
jwerpend gebaar en zegt
lderlachend: „D'r is ook eens een
port verschenen over het werken
ploegendiensten. Eén van de
clusies was, dat dat zo slecht is
or het sexleven. Nou, dat kan best
n. Maar hier werd gezegd: dan
rplaatsen ze dat maar naar
erdag. Of naar 's morgens vroeg.
11 ben ik ook op mijn best."
armee de vice-voorzitter van de
ad van Bestuur van Dow
emical Nederland maar gezegd
1 hebben: al die zogenaamde
tenschappelijke onderzoeken, d'r
rdt zo vaak een hoop onzin
gekraamd.
thet archief wordt een groen gekaft
ekwerkje opgevist: het rapport
rbulentie in een drukvat'. Het is
paar jaar geleden in opdracht van
Industriebond FNV gemaakt door
wetenschapper verbonden aan
t Interuniversitair Instituut voor
rmen en Waarden van de
menleving in Rotterdam. Het
port (korte inhoud: Dow is de
vendrijver van de twintigste eeuw
er de arbeidsomstandigheden bij
tchemische concern deed destijds
iten de bedrijfspoorten een klein
rmpje opsteken. En binnen het
drijf? Daar wekte het slechts - zegt
ules nu-de lachlust op. ,,Elke
wering, dat dat rapport
tenschappelijkis, bestrijd ik. Als
j met onze werknemers zouden
gaan op een manier zoals in dat
pport beschreven is, zouden ze
ihard naar de vakbonden gelopen
nom daar verandering in te
engen. Maar niets is minder waar.
suvraagt: worden de mensen bij
wsoms niet te zwaar belast- dat
1 best. Maar dat is overal zo. Het
eld van slavendrijver, datklopt
n geen kanten. Kijk alleen maar
ns naar ons lage ziekteverzuim."
ow Chemical probeert de bonden
thet bedrijf te werken", zei de
enmalige voorzitter Piet Spijkers
n de Industriebond NKV tien jaar
leden aan de vooravond van een -
ar wat later zou blijken
slissende - krachtmeting tussen
chemiegigant en de vakbeweging,
n krachtmeting, die de bonden
uden verliezen. Inzet van het
nflict: de afsluiting van een
llectieve arbeidsovereenkomst.
Industriebond FNV wilde bij
ween vijf-ploegendienst niet een
erkweek van 33,6 uur ingevoerd
enèneen koopkrachtverbetering
n twee procent.
e vakbondsbestuurders stelden
h aan de onderhandelingstafel
rd op. Dit zijn onze eisen, daar valt
et aan te tornen. In die geest. Ze
aakten echter één grote
isrekening: Dow zwaaide met de
ldbuidel en kocht de immateriële
sen (zoals arbeidstijdverkorting en
rvroegde uittreding) af. Zeer tegen
zin van de vakbonden, onder
plaus van de werknemers.
wetenschapper die ooit met zijn
rapport 'Turbulentie in een drukvat'
de vloer aanveegde met de
arbeidsomstandigheden bij Dow
Chemical, stelde twee jaar geleden
in het weekblad De Groene
Amsterdammer cynisch vast, dat
Dow Chemical in Terneuzen Günter
Walraff zeker bevallen zou zijn.
Want in het
vrijeheid-blijheid-systeem van Dow
zou geen enkele plaats zijn voor
kritiek. Veel werknemers zouden
door collega's vertrapt worden in
het door de Dow-leiding
luchtfoto wim riemens
aangewakkerde gedrang rond een
promotieplaats.
Ruules haalt over dat soort
opmerkingen slechts de schouders
op. „Wij zeggen gewoon: je moet de
mensen stimuleren en de
mogelijkheden geven om baas te
worden van hun eigen
werkomgeving." En: „Het is beslist
niet zo dat we hier een potj e met
zwakkeren hebben, die slecht worden
betaald en worden onderdrukt.
Iedereen krij gt bij ons een goed
salaris. Maar wie het beter doet.
wordt beter betaald. Wat is daar op
tegen?"
Aan de andere kant van de
Westerschelde, in het kantoor van de
Industriebond FNV te Goes, praat
vakbondsbestuurder Wil Waumans
opvallend mild ('het heeft geen zin
om in rancune om te kijken') over het
personeelsbeleid van Dow. Nog niet
zo gek lang geleden begonnen
vakbondsbestuurders te steigeren
zodra Dow Chemical ter sprake
kwam. De toonzetting is nu echter
heel wat milder.
HetDow-systeem, zegtWaumans.
biedt ontegenzeggenlijk voordelen.
Dow toont zich een uitstekend
werkgever, de zaken zijn er goed
geregeld, er wordt goed betaald, het
bedrijf is redelijk veilig, de
werkzekerheid is groot. Geen vuiltje
meer aan de lucht dus? Toch wel. De
Dow-top mag dan om het hardst
blijven roepen dat de kritiek op de
arbeidsomstandigheden bij het
bedrijf op niets gebaseerd is, volgens
Waumans is er voor zwakkeren in de
Dow-organisatie geen plaats:
werknemers worden opgejaagd om zo
goed mogelijk te presteren en wie dat
niet redt heeft pech gehad. „En ze
liegen daar niet om, ze zeggen dat
ook. Ze zeggen óók tegen de
vakbeweging: jullie met je opstelling
ten aanzien van het sociale stelsel,
jullie met je regelgeving in de cao,
jullie beschermen de zwakken tot
hun eigen ongeluk. De zwakkeren
zouden door ons tot te weinig
initiatieven worden geprikkeld. Met
andere woorden: ze zijn te
gemakkelijk lui. je moet ze meer voor
zichzelf laten knokken. Zo redeneert
Dow. Maar het spijt me, zolang ik nog
Dow-werknemers tegenkom die
zeggen: 'er wordt hier zo'n druk op me
uitgeoefend, ik ben blij dat ik in de
WAO ga, want als ik hier nog langer
moet blijven word ik gek', blijf ik
weigeren te geloven dat wij de
zwakkeren teveel tegen zichzelf
beschermen. Ondanks alle goeie
dingen die we over Dow zeggen,
hebben we ook stevige kritiek. Het zit
daar niet altijd even senang. Wij
hebben bij Dow driehonderd leden.
Er zij n er een hele hoop bijdie het
niet moeilijk hebben. Maar ik weet
wél, dat ik er op dit moment tussen de
vijf en tien heb, die écht vinden dat ze
bij Dow met hun vingers tussen de
deur zitten. En daarnaast ontmoet ik
er af en toe, die zeggen: ja, het is wel
hard werken, het is wel dit, het is wel
dat. Als ik het gewoon met een natte
vinger in moet schatten, denk ik dat
er bij Dow meer onder de oppervlakte
zit dan iedereen denkt. Want het is
frappant: alle FNV-leden bij Dow aan
wie ik zo nu en dan wat service
verleen, zeggen: noem mijn naam
maar niet, adviseer mij maar achter
de coulissen, want als mijn naam valt
ben ik misschien de klos. Niemand
buiten de onderneming mag weten
wat zich binnen de onderneming
afspeelt."
Vadertje Dow R. Ruules foto camile schelstraete
De invloed van de vakbonden bij
Dow Chemical is sinds De Breuk
vrijwel geheel verdwenen, het
aantal georganiseerde werknemers
bij het bedrijf (totaal 2500
personeelsleden) is
ineengeschrompeld tot een paar
honderd, vakbondsbestuurders
komen er nog nauwelijks over de
vloer.
De vakbonden doelbewust de deur
uitgewerkt? Nee hoor, zegt Ruules,
de bonden hebben zichzelf buitenspel
gezet. „Als de vakbonden een goed
artikel verkopen, zal dat best
aanspreken. Maar de vakbonden
stellen zich veel te centralistisch op.
Eén woord van de legerleiding, en zo
moet het gebeuren. Van Pieterburen
tot Cadzand; overal moeten dezelfde
arbeidsvoorwaarden gelden, zonder
dat er enige ruimte is om daar ook
maar iets van af te wijken. De
vakbeweging heeft nauwelijks
gekeken naar wat er
maatschappelijk veranderd is. Ik was
laatst op de afscheidsreceptie van
Norendaal (inmiddels gepensioneerd
bestuurder van de Industriebond
FNV-Zeeland en destijds één van de
belangrijke tegenspelers van Dow) en
die gaf toe: daar is het inderdaad fout
gelopen. De vakbeweging is veel te
lang uitgegaan van de beeldvorming
van vroeger: aan de ene kant de
werkgevers met een dikke sigaar in
de mond en een hoge hoed op, aan de
andere kant van de tafel de
vakbonden die moeten zorgen dat de
werknemers het goed krij gen. Je kon
niet over winst praten, of ze kwamen
met een grote hamer aan om je onder
tafel te slaan. Maar ons uitgangspunt
is: de werknemers zijn beter
beschermd in een geslaagde
onderneming, dan in een
onderneming die failliet gaat. De
vakbonden zouden eigenlijk in de
huid van een ondernemer moeten
kruipen, wil de vakbeweging net als
een onderneming overleven."
Dow dopt intussen de eigen boontjes
wel. Aan op centraal niveau
geregelde arbeidsovereenkomsten
hebben de directie èn de
werknemers geen behoefte meer. De
collectieve arbeidsovereenkomsten
(cao's) zijn daar verruild voor de
individuele arbeidsovereenkomsten
(iao's). Vrijheid blijheid, daar komt
het ongeveer op neer. Wie goed
presteert, wordt goed betaalt. Liever
korter werken dan een
salarisverhoging? Geen probleem.
Een gunstiger pensioenregeling in
ruil voor een loonsverbetering? U
zegt het maar. Een cursus volgen om
de kans op promotie te vergroten?
Graag zelfs. Bij vadertje Dow, zoals
het bedrijf in vakbondskringen wel
eens spottend wordt aangeduid, kan
het allemaal.
Zo op het eerste gezicht een
aantrekkelijk systeem. Het prikkelt
de werknemers tot betere prestaties
en vergroot hun betrokkenheid bij
Dounn vogelvlucht1987.
het bedrijf. En dat levert-zegt
Ruules - zowel in de
directievertrekken als op de
werkvloer vrijwel uitsluitend
tevreden gezichten op. „Wij
stimuleren onze employees om zich
zo goed mogelijk te ontplooien. En
daardoor kunnen wij maximaal
gebruik maken van hun capacitei
ten."
Maar toch - zeggen de critici - is het
niet zo mooi als het allemaal lijkt.
Arie de Kool, dezelfde
Hoe je het ook draait of keert: chemie riekt. Niet
alleen door wat er uit de fabrieksschoorsteen
wordt geblazen. Aan chemie zit ook een figuurlijk
luchtje. Wie herinnert zich Union Carbide in India
of -zeer recent- Sandoz in Zwitserland niet? Enor
me milieu-rampen, die het toch al niet zo beste ima
go van de chemische bedrijfstak nog meer in diskre
diet hebben gebracht. Chemie roept het beeld op
van geheimzinnige installaties waar verdachte
producten worden gemaakt. Dreigende fabrieken,
die je maar beter niet als buur kunt hebben.
DOW is zo'n chemie-gigant, waar veel onduidelijks
en -in potentie- gevaarlijks wordt geproduceerd. Het
imago van het concern is een kwestie van aanhou
dende zorg voor de bedrijfsleiding. Aan dièbeeldvor-
ming wordt op velerlei fronten gesleuteld. Donaties
aan de duivenclub en de voetbalvereniging moeten
de indruk geven dat DOW de kwaadste nog niet is.
Op de twee-maandelijkse open dagen wordt het 'bre
de publiek' duidelijk gemaakt dat de gefabriceerde
plastics en andere basis-producten op alle mogelijke
manieren in dagelijkse gebruiksvoorwerpen worden
verwerkt. Van het koffiebekertje tot de remolie in au
to's, van de voetbal tot de kunststofvezels in een col
hertje.
Het imago van de company. Evert van Wijk (33) kan
er uren over vertellen. Sinds anderhalf jaar is hij
hoofd van de zes medewerkers tellende afdeling
communications van DOW. In gewoon Nederlands is
dat de afdeling voorlichting. „Maar", vraagt Van
Wijk, „what's in a name?" Na zijn opleiding in Gent
werkte hij achtereenvolgens bij Fokker en een grote
werkgeversorganisatie in het wegtransport.
Voorlichting omvat voor het afdelingshoofd een
breed terrein. Enerzijds moet het eigen personeel -in
Benelux-verband bijna 4000 werknemers- op de
hoogte worden gehouden. Het DOW-nieuws en het
video-journaal zijn daarvoor de geëigende middelen.
Aan de andere kant moet naar buiten toe het beeld
van een daadkrachtige en vooral eerlijke multinatio
nal worden uitgedragen. Van Wijk ziet de in- en ex
terne voorlichting in een nauw verband. „Hoe wij
overkomen is een zaak die iedere werknemer van het
bedrijf aangaat. Onze basisfilosofie is dat iedere em
ployé een ambassadeur van de company is. Daarom
moetje tevreden mensen binnen de poorten hebben.
Die tevredenheid stralen ze extern uit, als ze in het
café zitten of bij een club actief zijn. DOW is een goe
de tent om te werken. Ja, hopelijk zeggen ze dat.
Voor mij staat vast dat je externe public-relations
pas goed kunnen zijn als je intern je zaakjes voor el
kaar hebt".
Van Wijk gaat ervan uit dat die basisfilosofie
werkt, en dat DOW in Zeeuwsch-Vlaanderen in de
loop van 25 jaar een zekere goodwill heeft ge
kweekt. Hij zegt: „Ik moet eerlijk bekennen dat we
er de laatste jaren geen onderzoek naar hebben ge
daan. Maar gevoelsmatig zeg ik dat we een steeds
hogere acceptatie hebben gekregen. DOW maakt in
middels deel uit van het Zeeuws-Vlaamse land
schap. Dat kan ook moeilijk anders. Er staan 2650
mensen direct op de pay-rol, met daarnaast nog
eens duizend contracters. Dat houdt in dat in
Zeeuwsch-Vlaanderen pakweg 10.000 mensen di
rect of indirect economisch met het bedrijf verbon
den zijn".
Een optimistisch geluid. Wat niet wegneemt dat de
voorlichter nog bijlange na niet op zijn lauweren kan
gaan rusten. DOW mag er in de afgelopen kwart
eeuw niet meteen aanleiding voor hebben gegeven,
toch zijn er genoeg chemie-bedrijven die overwe
gend negatief in de publiciteit zijn geweest. Vrijwel
altijd bleken die concerns een loopje met de milieu
voorschriften te hebben genomen. Of ging er iets
grandioos mis, zodat er van een ramp gesproken kon
worden. „We zitten nog altijd een beetje in het ver
domhoekje", geeft Van Wijk toe. Hij betreurt dat. Bij
de media valt volgens hem nog altijd een -wat hij
noemt- chemo-fobie te bespeuren. „Ik vind dat de
pers vaak over-reageert op gebeurtenissen bij che
mische bedrijven. Danheb ikhet natuurlijk niet over
Sandoz, dat is heel erg. Of Bopal, dat is ook een se
rieuze ramp. Maar neem iets wat hier speelt. Stel: er
stroomt ergens een schadelijke vloeistof weg. Dat
goedje wordt opgezogen en vernietigd. Uit voorzorg
wordt het verkeer in de omgeving stil gelegd en wor
den andere veiligheidsmaatregelen genomen. Wij
melden alles netjes aan de pers, hoewel er in feite
niets aan de hand is. Toch vind je het verhaal de vol
gende dag breed uitgemeten in de krant terug, alleen
omdat het om chemie gaat. Daar zet ik wel eens
vraagtekens bij. Je moet niet elke vlieg tot een oli
fant opblazen. Als er in een autogarage een blik olie
omvalt, kan dat ernstiger consequenties voor het mi
lieu hebben. Daar wordt nooit melding van ge
maakt".
De Dow-voorlichter zegt naar een zo groot mogelijke
openheid te streven. Dat is zijn wapen in de strijd te
gen de sterke vooroordelen van het grote publiek.
Openheid, dat wil zeggen: door middel van rondlei
dingen, advertenties en sponsoring laten zien dat
chemie niet vies is. Integendeel, de moderne maat
schappij zou niet meer zonder chemische producten
kunnen draaien. „In het Amerikaans zeggen ze: kno
wing is liking. In Nederland draaien we dat gezegde
om: onbekend maakt onbemind. Dat geldt voor ons
in sterke mate. Het is heel belangrijk dat we den vol-
ke kond doen, dat we een reëel maatschappelijk nut
hebben".
Kortom: DOW moet zichzelf verkopen. Binnen de
directie van het bedrijf is nog niet iedereen van pu
bliciteit gediend. „In onze company leven uiteraard
ook vooroordelen ten opzichte van de pers. Ik heb
wat dat betreft zendingswerk te verrichten. Geluk
kig ziet het grootste deel van het management nu in
dat openheid een goede zaak is. We hebben te maken
met een erfenis uit de zeventiger jaren. Toen ston
den de media per definitie negatief tegenover een
multinational. Bij de voorlichters bestond de nei
ging de journalisten voor hun commerciële karretje
te spannen. Dat is aiïemaal veranderd. De voorlich
ting gebeurt professioneler, en de houding van de
pers is ook veranderd. Er moet over en weer een ze
ker vertrouwen zijn".
Het streven naar openheid wil echter niet zeggen dat
de afdeling communications als een objectieve
nieuwsbrenger van het chemie-concern mag worden
beschouwd. Van Wijk is in dienst van DOW, en be
hoort de belangen van de organisatie te dienen. „Ik
ben geen journalist. Anderzijds zie ik mezelf ook niet
als een simpele spreekbuis van de directie. Wij zijn
meer. Maar, natuurlijk, als voorlichter blijf je in een
zeker spanningsveld zitten". De vraag, of de voor
lichting van het bedrijf betrouwbaar is in geval van
een heuse calamiteit, is essentieel. Heeft DOW een
goede doofpot? Van Wijk: „Nogmaals, wij voeren een
open politiek. Het zou onzin zijn om te beweren dat
er bij ons niets kan gebeuren. Er hoeft maar iets uit
de lucht te vallen. Het probleem is dat er bij een cala
miteit vaak niet meteen informatie kan worden ge
geven. Eerst moet er een inventarisatie worden ge
maakt. Chemiebedrijven hebben de pers regelmatig
besodemieterd, dus ik begrijp de achterdocht. We
proberen eerlijk te zijn. In feite kunnen we geen infor
matie achterhouden. Er zijn talrijke controlerende
Instanties. Ik geef er de voorkeur aan dat wij zelf het
nieuws naar buiten brengen, voordat het via die in
stanties bekend wordt gemaakt. Want ook dan is het
imago in het geding".
Internationale milieurampen staan een vlotte her
waardering van de chemische bedrijfstak in de weg.
De angst voor gifwolken en lozingen van schadelijke
stoffen zit diep geworteld. Chemie en milieu is voor
Van Wijk een onderwerp, dat alles met de toekomst
te maken heeft. „Rampen zijn niet in alle gevallen te
voorkomen. Ik zou liegen als ik dat zou zeggen. Maar,
geloof me, elk chemisch bedrijf is constant bezig om
het risico te verkleinen. Zelf hebben we in de loop der
jaren miljoenen geïnvesteerd om de vervuiling terug
te dringen. Dat kan ook niet anders. De druk van de
buitenwereld wordt steeds groter. Als je in het jaar
2000 nog wil bestaan, dan ben je gedwongen om het
milieu zo min mogeüjk te belasten. Anders moetje
over een aantal jaren geheid je poorten sluiten".
PR-man Evert van Wijk foto camile schelstraete