het
stinkt
hier
hooguit
één
keer
per
jaar
de mensen zijn niet echt
op de vlucht geslagen
enthousiast
wout bareman
hloop
gesloten
wooncomfort
WOENSDAG 26 AUGUSTUS 1987
geweest; alles was altijd landbouw geweest.
De gemeente Terneuzen verkocht 85 hectare
grond aan Dow. Hoek niet minder dan 240
hectare. In de Nieuw Neuzenpolder. In de
eerste vergadering die de raad van Hoek
eraan wijdde, staakten de stemmen; 3 -3.
Eén van de raadsleden was verhinderd. Dus
werd er niet lang daarna nogmaals
vergaderd. Uitslag: 4 voor, 3 tegen.
Dregmans nu: ..Door bepaalde
omstandigheden moest ik me destijds met
de voorbereidingen bezighouden. Dat was
op den duur bijna een dagtaak. Ik heb er
toen heel wat werk aan gehad om de
raadsleden duidelijk te maken dat de komst
van Dow een goede zaak was. Vooral voor dé
streek was het van groot belang. Want zeg
nou zelf: Wat zou Zeeuwsch-Vlaanderen nu
zijn geweest zonder Dow? Niks toch. De
boeren hadden eigenlijk geen reden om
tegen te zijn. Ze kregen goed geld voor hun l
grond. En ook de vergoeding van de
pachtschade was prima. De tegenstanders
in de raad stonden op het standpunt dat de
grond in die polder te goed was voor
industrie. Maar uiteindelijk heeft Hoek dus
volop meegewerkt."
Oud-havenschapsdirecteur Willem Blok
werkte -in die dagen- nauw samen met
secretaris Dregmans van buurgemeente
Hoek. Blok was zelf vrijgemaakt voor de
begeleiding van de Dow-plannen.
Burgemeester mr. H. Rijpstra, een
wervelwind op de stoffige secretarie,
bombardeerde hem tot 'chef
industrialisatie, planologie en
voorlichting'. Blok ontving 'de
Amerikanen', topmensen en (later)
ingenieurs-kwartiermakers van Dow. En
Blok's collega Ko Versprille voerde de
onderhandelingen met de boeren in de
Nieuw Neuzenpolder.
„We waren een klein, enthousiast team dat
onder de bezielende leiding van
burgemeester Rijpstra dag en nacht in de
weer was. We moesten snel handelen, want
die Amerikanen hadden altijd haast...En
omdat Hoek natuurlijk maar een klein
administratief apparaat had, deden we ook
veel werk voor die gemeente. We werkten in
ieder geval heel nauw samen." De boeren
werkten dus stuk voor stuk mee. Blok: „Tja.
zo gek is dat niet. Want de bedragen, die wij
toen betaalden voor de grond lagen 80
procent hoger dan de normale prijzen van
die dagen. De boeren konden dus goeie
zaken doen. En de manier waarop we dat
aanpakten, vooral financieel, stond later
model voor soortgelijke transacties in de
rest van het land."
De boeren verkochten en de
Boeregattenaers verhuisden, niet lang
daarna, zonder veel problemen van de
akkers naar de fabriek. Ze gingen aan de
slag bij aannemers vooral, voor grondwerk
enzo. Niemand klaagde. Oud-secretaris
Dregmans: „Nee, uit die hoek hebben we
nooit protesten gehoord. En wij gingen did
mensen natuurlijk ook niet vertellen dat
daar een chemische fabriek kwam, die
weieens zou kunnen gaan stinken..." Blok:
„Ach, die dingen lagen toen nog heel
anders..."
Vijfen twin tig jaar later. Het Boerengat
bestaat nog steeds. Is zelfs weer een beetje in
de groei. En.„heeft sinds een paar jaar een
eigen volkslied. In een gekke bui
gecomponeerd door Fina van Deijzen en
Michielsen 'de vader van Piet'Tweede
couplet: „Al hebben we niet veel om op te
roemen, geen standbeeld van de Ruyter of
Fransje Naerebout. De meisjes zijn bij ons
toch om te zoenen. En daarom zeggen wijde
rest laat ons koud". Refrein: „Bij ons op het
Boerengat. groeien de stekels aan de
dullefkant. Waar de Boerengatse humor
nooit verloren gaat, zolang de lepel in de
snertpot staat." (Wijs: Bij ons inde Jordaan).
fe maakten het tot nu toe precies één
Jkeer mee, een echte alarmsituatie. Op 17
ril 1980 was dat. Toen kregen de
woners van het buurtschap Boerengat in
Nieuw Neuzenpolder van de
meentepolitie opdracht ramen en deuren
pten te houden. Bij buurman Dow
Itmical -net over de dijk- lekte een
llileentank; er was vijf tot zeven kubieke
eter van een explosief
oiwaterstofmengsel ontsnapt. Op de
briek zelf werden alle activiteiten
fetaakt. Een bewoonster van het
lerengat: „Plotseling zag het hier zwart
n de Dow-mensen. Ze kwamen met z'n
en over de dijk omdat het daar te
waarlijk was." Schoolkinderen, die de
tgnaar huis versperd zagen, mochten de
lettingen passeren. Maar dan wel met een
smasker op. Voor alle zekerheid.
phet Boerengat, inderdaad maar een paar
Merci meter verwijderd van de
Iw-fabrieksterreinen, heeft men met 'de
ptebuurman' leren leven. Geklaagd wordt
piet. Er is volgens de meeste
leregattenaers geen reden toe. Maar Riek
sse, die sinds haar zevende op het
lerengat woont en Dow dus heeft zien
men en zien groeien, verbaast zich nog
[eds over dat antwoord dat ze een tijdje
|ug tijdens een 'gezellige bijeenkomst' met
w-mensen kreeg op een, volgens haar,
felzinnige vraag. „Zeg nou zelf, we zitten er
fel dichtbij .Dusdanishet niet meer dan
rmaal datje precies wordt verteld watje
en moet als het toch eens fout mocht
an...Ik vroeg daar toen naar. Zoiets van:
peten we dan gaan zitten afwachten of
beten we misschien ook maar heel hard
berennen met die mensen, die over de dijk
men.. Antwoord? Dat kreeg ik niet. Er
|rd maar wat gelachen. En tot op de dag
[nvandaag weten we nog niet wat we in
bal van nood moeten doen..."
bt Boerengat telt nu nog precies 68
woners. Vroeger, tientallen jaren
leden, waren dat er veel meer. Maar door
jaren heen trokken er veel mensen weg,
ar Terneuzen vooral. Van de hechte
Imeenschap van weleer is niet zoveel
p'rover.
pdat heeft bijvoorbeeld te maken met de
pantiewoningen. Ruw geschat telt het
pengat een stuk of zestig woningen;
pntig ervan worden gebruikt als
pantiehuisje. Door Duitsers en Belgen,
pt Herrebout, mede-organisator van de
pots opgezette reünie van
pegattenaers die vorig najaar werd
houden, zei bij die gelegenheid: „Die
pnie is net op tijd. Als we nog tien jaar
pachthadden om bij elkaar te komen, zou
ttelaat geweest zijn. Boerengat bestaat
F tien j aar alleen nog maar uit
pantiewoningen.
[ee> dat geloof ik niet"reageert Riek Wisse
F een half j aar later..Die huisj es worden
k duurder. En trouwensj e zit hier
ftuurlijknogal een eind verwijderd van de
F on het strand. Ze zullen nu eerder iets
Ten in de buurt van Cadzand of zo."
Jouwens, met de leegloop valt het de
piste tijd mee. Fina van Deijzen, ook al een
Ivoren en getogen Boeregattenaer: „In het
pn, toen Dow Chemical hier begon te
uwen, zijn er veel mensen vertrokken.
pT? Och, dat viel wel mee denk ik. Het
p oerder zo dat in Terneuzen toen -ook al
inwege de komst van Dow- enorm veel
pningen werden gebouwd. En als je dan je
Me hier goed kon verkopen aan een
i'tenlander en er een mooie woning, van
'6 smakken voorzien, voor terug kon
'Jgen in Terneuzen. aarzelden de meesten
et lang. Er is een tijd geweest dat er hier
luwelijks nog kinders rondliepen. Maar
dat is nu weer aan het veranderen. Iets
verderop, voorbij het viaduct, komen steeds
meer jonge gezinnen wonen. Met kinderen."
Vroeger...Het Boerengat was een gesloten
gemeenschap. Veelal landarbeiders, die
werkten bij de boeren van 'de Zeven Steén'
in de Nieuw Neuzenpolder. Kroostrijke
gezinnen. Boerengat hoorde bij Hoek. Ook
oud-gemeentesecretaris J. Dregmans van
die voormalige gemeente stelt
-terugblikkend- vast dat het 'een apart slag
volk' was. „Hardwerkende
boerenarbeiders. Simpel? Misschien. In
ieder geval waren het eerlijke, hoogstaande
mensen. En er waren erbij die, ondanks dat
loontje van elf gulden, kans hadden gezien
een hoeveelheid spaarpenningen opzij te
leggen waar u en ik jaloers op zouden zijn..."
Terneuzenkenner-bij-uitstek Johan de Vries
verklaarde Boerengat z'n liefde. Hij deed dat
in verschillende boeken. Een citaat uit
'Johan de Vries Vertelt' (met de brommer op
stap.Terugkerend naar het punt waar we
de Nieuw Neuzenpolder binnengingen. Dus
bij de Noordpolder naar beneden, langs een
rij huisjes (rechts) waar onder anderen
'Kootje Maslier' woonde. Een beetje vreemd
type. Je kon er in die dagen ook een flesje
bier kopen. Vandaar het gezegde: 'Bij Kootje
Maslier drink je het beste Sasse bier'. De weg
onderaan de dijk volgend kwam je op het
Boerengat terecht. Destijds een vrij
afgelegen gehucht waar de Terneuzenaar
niet al te hartelijk werd begroet (misschien
hadden ze daar wel reden voor!Jaren later,
toen ik fotografeerde, was het Boerengat
mijn lievelingsplekje en dat wil ik er wel
bijzeggen: Ikwas daar volkomen
geaccepteerd. Als ik aan dat Boerengat van
'toen' denk en zie wat er nu van
overgebleven is, zou ik wel kunnen huilen.
Maar 't helpt zo weinig!
Erloopt tegenwoordig een verkeersweg
'over' het Boerengat. Richting Braakman.
Om te huilen j a. Maar, voegt De Vries er
direct aan toe, de kreek achter het
Boerengat is nog altijd 'een prachtig plekje
natuur!'
Tja, wie over Johan de Vries praat, ziet
spoken. Ook op het Boerengat. Het boek
'Het Spookte in Zeeuwsch-Vlaanderen' -ook
van De Vries- er even bijgepakt. Het verhaal
van Krina van het Boerengat. Ze diende op
En 'massaal' hieven de Boeregattenaers het
eigen volkslied aan.
,Tja stank.Fina van Deijzen haalt de
schouders op. „Het stinkt hier hooguit één
keer per jaar. Alleen bij noordenwind. En uit
die hoek waait de wind maar heel zelden.Ik
denk dat ze in Terneuzen eerder last zullen
hebben van stank van Dow. Maar het is
natuurlijk een feit dat we er veel te dichtbij
zitten. Als er iets gebeurt, heb je
waarschijnlijk weinig kans. De kranten
staan nu vol over de problemen in
Sluiskil-Oost. Die hele wijk zou eigenlijk
weggesaneerd moeten worden, geloof ik.
Over het Boerengat heeft niemand het. Maar
het is wel zo dat Dow probeert leegkomende
huisjes hier op te kopen. Hier in de buurt,
laatst...twee huisjes. Daar zullen ze toch wel
een bedoeling mee hebben..."
Volgens Fina zijn er, direct na de komst van
Dow, inderdaad heel wat echte
Boeregattenaers vertrokken. „Het was hier
in de Nieuw Neuzenpolder vroeger
natuurlijk ontzettend mooi en rustig. Toen
kwam die fabriek.„Maar ik geloof niet dat
de mensen echt op de vlucht zijn geslagen.
Welnee, de meesten konden er aan de slag.
Ik heb er zelf ook een jaar of twintig
gewerkt. Nee, de mensen wilden gewoon
meer wooncomfort. En dat vonden ze in
Terneuzen. Grotere woningen, met alles
erop en eraan."
„Ja, wat wilje", zegt Riek Wisse. „In
Terneuzen konden ze een woning met
verwarming, douche en een luxe keuken
krijgen...Ach. die komst van Dow was niet
slecht voor het Boerengat. Op de zeven steên
was er misschien werk voor pakweg twaalf
arbeiders. Die fabriek bracht veel meer
werk. Ze zeiden hier weieens: 'Als je een
schoppe hebt om op te leunen, kun je er
terecht'. Wij hebben het nooit gezien als een
verarming van de streek.. .Er werd direct al
veel geld besteed. Aannemers bijvoorbeeld,
die kwamen hun boodschappen bij de
kruidenier op 't Boerengat doen.
De gemeenteraad van Hoek had destijds,
herinnert de toenmalige gemeentesecretaris
Dregmans zich, twee vergaderingen nodig
om te beslissen over de
bestemmingsplanwijziging die de vestiging
van industrie in het buitengebied mogelijk
maakte. Van industrie was toen nooit sprake
de boerderij van Dieleman op de Noorddijk.
En die vrouw van Dieleman...
„Toen Krina op een vroege morgen in de
'bakkeete' bezig was het deeg te kneden (de
boeren bakten toen nog allemaal zelf) deed
zich iets wonderlijks voor. Het deeg dat nog
moest rijzen, werd opeens uit de trog tegen
de lage zoldering aangesmeten om
vervolgens weer in de trog terecht te komen.
Krina schrok er danig van. Ze vertelde het
aan de boerin, vrouw Dieleman, die haar
uitlachte. Want sporen van die gekke
'sprong' waren niet te vinden. Enige tijd
later, Krina is weer aan het kneden, springen
uit het deeg allemaal kleine jonge hondjes,
die zomaar verdwijnen, zonder enig spoor
achter te laten. Krina kon niet verder gaan
met kneden, riep de boerin en moest naar
bed, waar ze hevig lag te transpireren. Toen
ze er met de boerin over sprak en die haar
Dieleman werd er destijds op aangezien de
veroorzaakster te zijn van die rare voorval
len!"
De Dielemannetjes, de Jansens, de Meertens
en de Michielsens..., ze troffen elkaar begin
november op de reünie inde
communicatieboerderij van Dow
Chemical, op een paar honderd meter
afstand van het Boerengat. Met een man of
vierhonderd waren ze (want de
oud-leerlingen van de christelijke lagere
school De Knol waren ook uitgenodigd). Ze
bekeken oude foto's uit de verzameling van
kruidenier Jaap Goossen, die naar
Serooskerke is verhuisd en vertelden
elkaar anecdotes.
Buurman Dow Chemical was zo vriendelijk
de accommodatie beschikbaar te stellen.
„Want", zei Dow-topman Roelof Ruules in
een toespraakje, „eigenlijk hebben we hier
maar één buurman: het Boerengat. Ooit
hebben we iets van u afgenomen; u bent
misschien zelfs een tikje in de verdrukking
gekomen. Maar ik verzeker u dat wij er van
onze kant alles aan doen om welke vorm van
overlast dan ook te voorkomen. Ach,
beschouwt u het feit dat wij ons
communicatiecentrum beschikbaar hebben
gesteld maar als een 'goedmakertje'..." Een
ander 'goedmakertje' was de fraaie zitbank,
die Dow de Boeregattenaers cadeau deed.
Een leuk gebaar van de 'mensen van de
plastiekfabriek', vonden de bewoners. Eind
april werd die bank feestelij k in gebruik
genomen. Piet Herrebout, mede-organisator
van die gedenkwaardige reünie, was
enthousiast. „De bank symboliseert de
goede verhouding tussen Boerengat en het
chemisch bedrijf', vond hij. En hij zei ook:
„Het is fijn om onder de paraplu te kunnen
schuilen van Dow en de gemeente. Al stinkt
het natuurlijk weieens onder die paraplu.
uitlachte, maakte ze zich boos en zei op slag
haar dienst op. De boerin, die wel zag dat er
met Krina niets meer te beginnen was, liet
haar diezelfde middag vertrekken. Ze ging te
voet naar huis, over de Knol, een gehucht
voor het Boerengat. Ze nam op de wei van
boer Tollenaar er woont nu een Mullaert)
het zogenaamde 'Kerkepadje', dat dwars
door het bouwland liep (nu allang
verdwenen) en dat uitkwam op de boerderij
van Marien Wolfert, die bij het Boerengat
woonde. Om te beginnen deed ze over het
laatste deel van haar tocht erg lang, maar
toen ze in de buurt van Wolfert was
gekomen, kreeg ze nogeens een belevenis te
verwerken. Bij het vlondertje over de
watergang springt een grote zwarte hond
vanachter op haar rug en hoe ze ook schudt,
ze kan het beest niet eerder kwijt dan
wanneer ze dol van angst op de boerderij van
Wolfert is aangekomen. En de vrouw van