GLASNOST
een uitlaat
voor de nieuwe
openheid
Pershing-debat Bondsdag
Van den Broek
spreekt met
oppositie Polen
Overheid en gezondheidszorg
PZC/opinie en achtergrond
Vanachter de deur van het kleine appartement aan de Gari
baldistraat klinkt schrijfmachinegeratel dat ook niet op
houdt bij het geluid van de bel. Een mannenstem vraagt op
sombere toon identificatie, alvorens de deur wordt geopend
en, na een haastige blik op de gang, weer dichtgaat.
Processen
Moeizaam
Rancune
Sacharov
Schulden
Chaos.
Te dominant.
Rechtstreeks.
WOENSDAG 26 AUGUSTUS 1987
(Van onze correspondent Alexander Münninghoff)
Een jonge man met lang haar, dikke waarin nauwelijks nog zichtbare be-
brilleglazen en een pacifistenspeldje
op zijn commandotrui legt dicht betik-
te vellen op stapeltjes op een oude, ver
sleten divan. Aan een verveloos tafel
tje zit een meisje verwoed op een oude
schrijfmachine te rammen, een arbeid
die kennelijk zo zeer een race tegen de
klok betekent dat ze geen tijd neemt
om op mijn groet te antwoorden. Aan
de wand hangt een foto van Andrej Sa-
charov en enkele religieuze prenten.
We zijn hier in het hol van de dissiden
te leeuw, of wat daar van over is: het
tijdelijk redactielokaal van het geheel
handvervaardigde en -verspreide blad
'Glasnost' (Openbaarheid). De man
die opendeed en mij voorgaat naar de
kleine kamer-en-suite, waar zich een
met paperassen volgeladen bureau be
vindt is initiatiefnemer en hoofdredac
teur Sergej Grigorjants.
Ontegenzeggelijk is er sinds Gorbats-
jov veel veranderd in de situatie van
de Sovjet-dissidenten. En in het voor
laatste nummer van 'Glasnost', dat
momenteel in een oplage van onge
veer honderd stuks van hand tot hand
gaat onder de groep geïnteresseerden
van naar schatting duizend mensen in
Moskou, Leningrad, Kiev, Jerevan en
Irkoetsk, geeft Grigorjants ook toe
dat er een zekere hoop op een betere
toekomst bestaat.
„Al vele maanden worden geen proces
sen over de vrijheid van meningsuiting
meer gevoerd. Er worden politieke ge
vangenen vrijgelaten, ook uit psychia
trische inrichtingen waarin ze ge
dwongen verbleven. Het vertrek uit de
Sovjet-Unie is vergemakkelijkt en
men is inderdaad begonnen te onder
zoeken, welke Krimtartaren uit Cen
traal-Azië waar ze in 1944 massaal
naar gedeporteerd werden, naar de
Krim willen terugkeren", is zijn voor
zichtige conclusie.
Maar intussen slaagt hij er niet in zijn
blad 'Glasnost' officieel te laten regi
streren. Daarin ziet Grigorjants het te
ken, dat het met Gorbatsjov open
baarheid nog lang niet gaat zoals het
zou moeten. „De KGB heeft een paar
keer geprobeerd hier een huiszoeking
te houden. Maar omdat er net toevallig
westerse tv-camerateams aanwezig
waren, gingen zij er haastig vandoor.
We worden gevolgd en afgeluisterd.
Men bedreigt ons met uitzetting uit dit
huis en we kunnen voor onze krant
geen bankrekening openen."
„Het staatsuitgeversbureau Gosko-
mizdat heeft mij gezegd dat er in dit
land 8500 kranten en 1500 tijdschriften
verschijnen die alle een staats- of
maatschappelijke instelling vertegen
woordigen, maar dat 'Glasnost' nie
mand vertegenwoordigt en dus niet of
ficieel geregistreerd kan worden. Onze
situatie is onduidelijk, moeilijk en on
zeker".
Maar als je naar de vaak zeer kriti
sche en controversiële verhalen in de
officiële organen zoals Pravda en Iz-
vestija kijkt, zo houd ik Grigorjants
voor, dan vraag je je toch af waarom
er in deze maalstroom van Glasnost,
perkingen aan de vrijheid van me
ningsuiting worden opgelegd, met
een moeizaam zelfgemaakt krantje
begonnen moet worden.
„Er zijn nog steeds onderwerpen die
niet in de Pravda kunnen", is Grigor
jants' mening. „De KGB. het leger, de
psychiatrische inrichtingen, de kwes
tie van de nationaliteiten. En die moe
ten naar ons gevoel net zo openhartig
behandeld kunnen worden als kwes
ties als corruptie, alcoholmisbruik,
slecht beleid en vriendjespolitiek, die
nu zo geregeld aan de orde komen. Er
zijn nog steeds taboes in onze samenle
ving en zo lang die bestaan is er geen
garantie dat er niet een nieuwe Stalin-
tijd zal aanbreken".
Grigorjants werd zelf in 1983 veroor
deeld tot zeven jaar gevangenisstraf
en driejaar aansluitend verbanning
naar hij zelf zegt een straf die hem als
dissident werd toegediend. In februari
van dit jaar werd hij bij een amnestie
vrijgelaten. Het blad 'Avondlijk Mos
kou' ('Vetsjernjaja Moskva') kwam on
langs in een behoorlijk giftig artikel
(tot dusver het enige dat 'Glasnost' en
haar hoofdredacteur in de officiële
pers is geweest) tot een geheel ander
oordeel: Grigorjants had zich met spe
culaties bezig gehouden in de kunst
sector.
Bovendien suggereerde het blad dat
Grigorjants de recente demonstratie
van Krimtataren in Moskou heeft mee
helpen organiseren. 'Glasnost' heeft
inderdaad een hele serie artikelen over
dit onderwerp, geschreven voor Krim-
tataarse activisten, gepubliceerd
materiaal, dat kennelijk via een goed
lopende lijn uit ver afgelegen streken
van Aziatisch Rusland naar Moskou is
gebracht.
De inhoud van 'Glasnost' is tot dusver
overigens niet zodanig, dat je het ge
voel krijgt dat je veel zou missen als je
deze samizdat-uitgave ongelezen zal
laten. Veel economische bespiegelin
gen die qua niveau duidelijk achter
blijven bij wat er in de officiële orga
nen verschijnt, slechts af en toe
werkelijk interessant (zoals de vol
gens het blad aan de gang zijnde ver
nietiging van de archieven uit de Sta-
lin-tijd) en veel persoonlijk leed, on
dervonden van de KGB, doortrokken
van een begrijpelijke, maar daarom
nog niet relevante rancune.
Hoewel Grigorjants verzekert dat hij
naar een brede schakering van mede
werkers en lezers streeft en het con
cept van een puur dissidentenblad
verwerpt, is toch het merendeel van
zijn auteurs uit kringen van ex-gevan-
genen afkomstig. De onofficiële 'pers
club' van 'Glasnost' bestaat bijna uit
sluitend uit ex-gevangenen: Sergej
Kovaljov, Aleksandr Ogorodnikov,
Lev Timofejev. Josif Begoen, om enke
le namen te noemen.
Voor het eerste nummer heeft Andrej
Sacharov een bijdrage geschreven,
maar dat lijkt de laatste keer geweest.
Grigorjants: „Sacharov wil zich op
zijn wetenschappelijk werk concen
treren en wil zich afschermen voor de
publiciteit. Wij nemen nu in feite zijn
functie van ombudsman voor ieder
een die het in dit land moeilijk heeft
van hem over".
Volgens Grigorjants is het op zijn kan
toor een komen en gaan van mensen
Sacharov
die problemen met de autoriteiten
hebben. Op mijn vraag waarom men
daarmee niet naar de Pravda of Ivestia
gaat (deze en andere bladen hebben in
middels een zeer doortastende stijl
ontwikkeld in het op de bres springen
voor onrechtvaardig behandelde le
zers) zegt Grigorjants dat het in de
meeste gevallen om KGB-zaken gaat
waar de Pravda van afblijft en dat er
bovendien een categorie Sovjet-bur
gers bestaat die 'van nature meer affi
niteit' met zijn halfondergrondse blad
heeft.
De hoofdredacteur claimt een strenge
selectie op de binnenkomende stroom
bijdragen. Vaak zijn de verhalen te
lang en niet zelden ook te warrig,
meent hij, wat evenwel te begrijpen is
gezien de ellende die men van zich af
wil schrijven.
„Avondlijk Moskou zegt dat het Wes
ten en de westerse media een blad als
'Glasnost' nodig hebben om de mythe
van een onderdrukte Sovjet-bevolking
in stand te houden. Feit is, dat hoge
westerse bezoekers zoals ex-president
Jimmy Carter en onlangs senator
Moynihan uit de Verenigde Staten,
een persoonlijk gesprek met Grigor
jants hebben gehad waarmee zijn
status in Sovjet-ogen onevenredig is
verhoogd.
De hoogste Sovjet-official die met aan
zekerheid grenzende waarschijnlijk
heid 'Glasnost' nauwkeurig leest is
het Politburolid Jakovlev, verant
woordelijk voor de staatspropagan-
da. Maar van een persoonlijk gesprek
tussen deze hoge partijman en de ex-
gevangen Grigorjants over de even
tuele meritus van een halfonder-
gronds blaadje kan natuurlijk in de
Sovjet-Unie nog geen sprake zijn.
(Van onze correspondent
Hans Hoogendijk)
Het Westduitse parlement komt op
verzoek van de SPD en de Groe
nen volgende week woensdag in een
speciale zitting bijeen om over de 72
Westduitse Pershing lA-raketten te
beraden. De oppositie wil bereiken
dat er een moderniseringsverbod
voor deze wapens komt. De regering
is verdeeld over deze kwestie. In rege
ringskringen verluidde dat de coali
tie zal proberen een stemming te ont
lopen door de problematiek naar een
kamercommissie te verwijzen om zo
de meningsverschillen tussen CDU,
CSU enerzijds en FDP anderzijds bin
nenskamers te houden.
De verouderde raketten met een be
reik tot 750 kilometer zijn Duits eigen
dom, terwijl de bijbehorende kernkop
pen in Amerikaans bezit zijn. Het par
lement wordt voor deze speciale zit
ting van het zomerreces teruggeroe
pen.
Het officiële Westduitse standpunt is
dat de Amerikanen en de Russen bij
hun overleg in Genève niet over deze
middellange afstandsraketten kun
nen praten, omdat deze van een derde
land, in dit geval de Bondsrepubliek,
zijn. Delen van de CDU. onder aanvoe
ring van fractieleider Dregger. en de
CSU willen de raketten achter de hand
houden om zo druk op Moskou te kun
nen blijven uitoefenen, zodat andere in
de DDR en Tsjechoslowakije geplaat
ste raketten worden ontmanteld. Voor
hen zijn de Pershings geen thema meer
en schaadt de interne Duitse discussie
alleen maar de onderhandelingsposi
tie en de strategie van het Westen in
Genève.
De liberale regeringspartij FDP
denkt daar wat anders over. Het
weekblad Der Spiegel berichtte
maandag dat de liberale minister van
buitenlandse zaken Genscher een
brief van zijn Amerikaanse collega
Shultz heeft gekregen, waarin deze
aanduidt dat Bonn in ieder geval
moet afzien van modernisering van
de 72 Pershings in 1991 om een ak
koord tussen Moskou en Washington
niet te torpederen. Van Genscher is
bekend dat hij voorstander is van af
schaffing van de oude raketten en dat
hij ook niets voelt voor modernise
ring.
FDP-voorzitter en minister van econo
mische zaken Bangemann beklem
toonde zondagavond in een tv-inter-
view dat de dubbele nul-oplossing niet
mag mislukken door de houding van
de Bondsrepubliek. „Wij mogen niet
de steen des aanstoots zijn", zei hij.
Helmut Kohl stelde echter dat hij vast
houdt aan het officiële regeringscom
promis. De SPD betoonde dat de rege-
ring-Kohl nu maar eens duidelijk stel
ling' moet nemen: „Wij zijn van mening
dat het absoluut niet mag gebeuren
dat door de Westduitse houding het
eerste werkelijke akkoord na de oorlog
over wapenvermindering mislukt en
dan nog door zulke verouderde wa
pens". De christen-democraten op hun
beurt beschuldigden de sociaal-demo
craten ervan alleen maar een 'show te
willen opvoeren, die de belangen van
het Westen schade berokkent'.
Waarnemers in Bonn gaan er van uit,
dat de regering-Kohl de zaak beslist
niet op het spits wil drijven. Vrij alge
meen wordt gesteld dat de coalitie
Kohl-Genscher een fout heeft ge
maakt door aan te nemen dat Moskou
akkoord zou gaan met het blijven van
de 25 jaar oude raketten. Voornaamste
taak zal het nu zijn om door middel
van intensieve contacten een elegante
oplossing te vinden. Door de buitenge
wone zitting die de SPD en de Groenen
hebben doorgedrukt, is die kans klei
ner geworden.
Minister Van den Broek zal tij
dens zijn bezoeken aan Polen en
Hongarije, van 30 augustus tot 4 sep
tember, behalve met de gebruikelij
ke gesprekspartners als leden van de
regering, ook van gedachten wisse
len met mensen die, zoals diploma
ten het uitdrukken, „los staan van
het regime, zich onafhankelijk op
stellen". De minister, zo zeggen zij,
„wil zich zo breed mogelijk oriënte
ren", wat in het kader van het CVSE-
proces de Conferentie over Veilig
heid en Samenwerking in Europa
steeds meer gebruikelijk wordt.
Kennelijk om de autoriteiten in beide
landen niet voor het hoofd te stoten,
worden vooraf geen namen en tijd
stippen genoemd. Ook de naam van
de sinds het afkondigen van de staat
van beleg, in december 1980, onder
gronds opererende Poolse vakbond
Solidariteit wordt niet gebruikt.
Over een eventueel bezoek aan het
graf van Jerzy Popieluszko, een pries
ter die actief de ideeën van Solidari
teit propageerde en die in oktober
1984 door leden van de veiligheids
dienst werd vermoord, valt op dit mo
ment nog niets te zeggen. Een ge
sprek met de rooms-katholieke pri
maat van Polen kardinaal Jozef
Glemp, staat voor dinsdag 1 septem
ber op het programma.
Praktisch alle westerse bewindslie
den die de afgelopen tijd Polen heb
ben bezocht ministers of ondermi
nisters van buitenlandse zaken van
België, Spanje, West-Duitsland, En
geland en Frankrijkhebben meest
al op hun ambassades gesprekken ge
voerd met vertegenwoordigers van
de oppositie wie niets in de weg werd
gelegd. De Amerikaanse vice-presi
dent Bush heeft dezer dagen aange
kondigd dat hij tijdens zijn bezoek
aan Polen „de moedige leiders van
Solidariteit' wil ontmoeten, maar
Bush is dan ook kandidaat voor het
presidentschap.
Na het afkondigen van de staat van
beleg besloten de westerse landen
ministeriële bezoeken aan en uit Po
len op een laag pitje te zetten. De am
nestie van '84 in september '86 ge
volgd door een tweede maakte de
weg vrij voor herstel van contacten
op hoog niveau. Meer dan bezoeken
van een minister van buitenlandse
handel zoals staatssecretaris Bol-
kestein zich over de grens mocht
noemen of van de Poolse minister
van handel aan Nederland, geeft het
bezoek van een minister van buiten
landse zaken aan hoe zeer de betrek
kingen zijn verbeterd.
Minister Van den Broek zal in War
schau en Boedapest, waar hij 2 en 3
september is, hoofdzakelijk interna
tionale politieke problemen bespre
ken. Hij wil zich ook oriënteren op de
interne politieke situatie, en hij zal
graag van zijn gesprekspartners ho
ren hoe zij de recente ontwikkelingen
in de Sovjet-Unie inschatten.
Wanneer begin september in Wenen
de vierde ronde van de Conferentie
over Veiligheid en Samenwerking in
Europa ingaat, en de 35 deelnemende
landen het eens moeten zien te wor
den over teksten, zal blijken in hoe
verre 'glasnost' (openheid) en 'pere-
stroika' (herstructurering, reorgani
satie) het bereiken van overeenstem
ming vergemakkelijken. Nederland,
aldus gezaghebbende kringen in Den
Haag, heeft waardering voor de Pool
se en Hongaarse opstelling in de
CVSE, en voor de activiteiten die zij
ontplooien om tot nauwer samenwer
king op economisch, cultureel en mi
lieu-hygiënisch gebied te komen. Me
de daarom zal minister Van den
Broek er bij zijn collega Deetman
voor pleiten, dat voor culturele sa
menwerking met het buitenland vol
doende geld beschikbaar blijft.
Kennelijk in verband met de positie
van de Hongaarse minderheid in
Van den Broek
Roemenië heeft Hongarije in Wet
westerse en Joegoslavische voors
len over nationale minderheden:
deondertekend.
Minister Van den Broek is niet
plan in Warschau de kwestie van
buitenlandse schuld van 35 miljt
dollar aan te snijden. De Poolse
ders kunnen het echter aangrij]
voor een pleidooi voor nieuwe k
dieten, om aan de verplichting
wat betreft rente en aflossing te k
nen voldoen. Polen is voor Westdi
se bankiers min of meer wat Mes
met een schuld van ruim 90 n
jard dollar voor Amerikaa
bankiers is. Over de omvang van
Poolse schuld aan de Nederlant
staat en Nederlandse banken
waart men in Den Haag het stilzv
gen. De laatste tijd heeft Polen v
uit Nederland geen nieuwe leninj
ontvangen.
Het verblijf in Polen begint zont
met een bezoek aan het vroegere c
centratiekamp Auschwitz en wati
over is van het vernietigingska
Birkenau, waar de Duitsers n
schatting 4 miljoen mensen hebt
vermoord. Minister Van den Brt
reist vanuit Nederland rechtstrei
naar Krakow, gaat per auto heen
terug naar Auschwitz, is de rest
de dag de gast van het stadsbesti
van Krakow en vertrekt 's avoi
naar Warschau. In tegenstelling
zijn voorgangers Van der Stoel
Van der Klaauw, en premier VanA
gaat hij niet naar Gdansk, de g
teplaats van Solidariteit.
In Warschau ontmoet minister V
den Broek zijn collega Orzechow:
de plaatsvervangend voorzitter:
de staatsraad Barcikowskivoor
ter Wojciech Jaruzelski is met vak:
tie premier Messmer, parlemen
voorzitter Malinowski en het lid
het politbureau van de communi:
sche partij Czyrek.
In Boedapest spreekt hij partijleii
Kadar, de minister van buitenlam
zaken Varkonyi, president Neme
premier Grosz en parlementsvoor:
ter Sarlos.
In Boedapest zal minister Van
Broek een verdrag over het besche
men van buitenlandse investering
tekenen. Hongarije hoopt dankzij
verdrag het aantal joint ventures tr
Nederlandse bedrijven, nu nog één,
kunnen uitbreiden. Een soortgel
verdrag met Polen staat vooralsn
niet op het programma.
Een bezoek van premier Lubbersa
Polen staat voorlopig niet op I
programma, aldus diplomaten
Den Haag.
In tegenstelling tot Italië, waar d
zenden Poolse rooms-katholieke p
grims asiel aanvragen in de hoop
kunnen doorreizen naar landen als
Verenigde Staten, Canada en Aust
lië, heeft Nederland geen Pools vlut
telingenprobleem. Het verblijf v
Polen in Nederland om familie tel
zoeken of om met tijdelijk werkwi
terse valuta te verdienen verloo
over het algemeen probleemloi
Specifieke problemen met mensel
ke contacten, in de zin dat discri
aandacht wordt gevraagd voor b
zonder schrijnende gevallen van
miliehereniging of huwelijken die
bureaucratische moeilijkheden sti
ten, zijn er niet.
(AH
(door F. A. van Spanje).
Een paar apart. Dat zijn de over
heid en het veld van de gezond
heidszorg. De overheid zal nooit vat
(in de zin van duidelijk inzicht) op het
veld krijgen, zo min als het veld be
grip voor de overheid zal vergaren.
Daarvoor moet men jarenlang erva
ring op de werkvloer en in de organi
satie van de gezondheidszorg hebben.
Anders zal men een vreemde in Jeru
zalem blijven. Dat is geen schande,
maar de overheid moet zich in deze za
ken laten adviseren door een neutraal
adviescollege (of adviseur) dat aan
vaardbaar is voor het veld. Want
overheid en veld hebben elkaar wel
nodig om de gezondheidszorg voor de
burgers inzichtelijk en bereikbaar te
maken. Maar beide grootheden spre
ken een eigen taal. En dus is een tolk
nodig.
Om te kunnen meepraten over alles
wat er gaande is op het gebied vande
gezondheidszorg gaat het eerst en
vooral om een duidelijke begripsbepa
ling. Wat is in dit verband 'overheid' en
wat 'veld'? Om het maar eenvoudig te
houden. De Overheid is het politiek en
ambtelijk circuit in drie bestuursla
gen, te weten rijk. provincie en ge
meente. Het Veld is het particulier ini
tiatief (zorg-instellingen. instituties
beroepsbeoefenaren en patiëntenver
enigingen) en ziektenkostenverzeke-
raars. Een verzamelbegrip dus.
De overheid vertegenwoordigt in onze
staat de grootste macht, zij het ook de
meest gebonden macht, ingekaderd
als deze is in haar eigen regelgevingen
en procedurevoorschriften. In de rela
tie tussen overheid en het veld is de
overheid regelstellend naar dat veld.
Daarbij moet men niet alleen denken
aan wetgeving maar zeker ook aan het
politieke klimaat. Die overheid wordt
functioneel geconcretiseerd in diverse
departementen en afdelingen. Territo
riaal wordt zij, zoals hierboven al aan
gegeven, opgedeeld in rijk, provincie
en gemeente.
Je zou verwachten, dat de overheid
een eenheid is, maar dan is men wel be
zig abstract te denken. De facto is hier
sprake van een aantal onderdelen, die
niet adequaat op elkaar afgestemd
zijn.
De overheid is er, zo heet het, voor de
burgers: de burgers niet voor de over
heid, welke moet besturen en in feite
dienstverlenend bezig is. Maar dat is in
de praktijk niet altijd zo duidelijk. Ook
het particulier initiatief, c.q. het veld is
niet een ondeelbaar geheel. Naast
zorginstellingen en instituties zijn er
belangenverenigingen voor beroeps
beoefenaren. patiëntenverenigingen,
landelijke koepels en financiers. Ieder
met eigen belangen, ieder z'n eigen do
mein.
Aan beide zijden is er sprake van een
complex gebeuren.
Voor de burger ronduit een doolhof,
voor ingewijden vaak zeer moeilijk om
de weg te vinden.
De historie leert aan wie wil leren, dat
als de overheid overheerst of als an
derzijds het particulier initiatief al
les bestiert, dit niet de weg is om tot
een doelmatig en doeltreffend ge-
zondheidszorgprodukt te komen. U
slaat er de literatuur maar op na of
duikt in de archieven. Na de 2e we
reldoorlog bijvoorbeeld wilde men in
de toen ontwikkelde chaos orde op za
ken stellen. Ook toen wilde men ver
andering en vernieuwing zoals nu de
commissie-Dekker en de gezond
heidszorgnota's van de politieke par
tijen dat weer aangeven.
Men kwam toen tot de gezondheids
wet van 1956 na jarenlange discussies
tussen overheid en vertegenwoordi
gers van het veld (in het parlement).
Het betrof de organisatie van de ge
zondheidszorg waarbij overheid en
veld hun eigen verantwoordelijkheden
hadden en die van elkaar erkenden.
Om het overleg te structureren werd
landelijk de Centrale Raad voor de
Volksgezondheid ingesteld en voor het
territorium van de provincies de pro
vinciale raden voor de volksgezond
heid.
In deze raden die als platform moesten
gaan functioneren waren overheid en
veld vertegenwoordigd. Terwijl de
Centrale Raad. later (1982) Nationale
Raad meer een advieslichaam voor de
bewindsman van volksgezondheid
was, kregen de provinciale raden
naast een adviesfunctie voor de lagere
overheden en particuliere rechtsper
sonen een duidelijk coördinerende en
stimulerende taak voor de gezond
heidszorg in de provincies.
Voor de overheid werd 'in' overleg met
het veld al spoedig 'na' overleg met het
veld.
De regelgeving nam toe. Decentralisa
tie werd het te hanteren begrip. De la
gere overheden kregen meer bevoegd
heden naar zich toegeschoven, maar
de rijksoverheid had het eerste en het
laatste woord.
Werd aanvankelijk het veld nog wel bij
een en ander betrokken, het leidde al
ras tot afspraken op politiek en ambte
lijk niveau tussen rijk en de lagere
overheden, waarbij het veld buiten de
deur gehouden werd. De lagere over
heden begonnen zich terug te trekken
uit de provinciale overlegplatforms
onder het mom dat men zich zelf toch
niet kan gaan adviseren. Daarbij werd
voorbijgezien aan het wezen van deze
Deze laatsten zouden als buffer of an
ders gezegd als filterinstituut dienst
doen vanuit een ordeningsprincipe.
Men kan hen ook zien als een schakel
tussen overheid en veld. Gezamenlijk
in overleg zouden overheid en veld de
eigen belangen afwegen op weg naar
een algemeen belang.
Toch ontstond in de jaren '70 bij de
overheid behoefte meer grip op de za
ken te krijgen. Het veld werd als te do
minant ervaren. De kosten van de ge
zondheidszorg rezen de pan uit als
men niet ingreep.
En de overheid had toch duidelijk ta
ken, vanuit de Grondwet gezien, op
het gebied van de volksgezondheid.
Zo ontstond een wetgeving waar vele
jaren over gediscussieerd en gerede
kaveld werd (WZV, WTG en WVG).
De grip van de overheid werd sterker.
structuur maar ook aan de bedoeling
welke de wetgever destijds duidelijk
voor ogen had en het platform werd als
louter adviesorgaan bestempeld.
Vele zaken waren voor het veld door al
lerlei regelgevingen niet meer te ont
wikkelen of te realiseren zonder over
heidsbemoeiing of financiering.
Subsidiëring kende grote tijden. En
'wie betaalt bepaalt' was het vaak ge
hoorde credo. Toch bedroeg het aan
deel van de overheid in het totaalbe
drag van de gezondheidszorg (34 mil
jard) in 1984 bijvoorbeeld slechts 4,4
ten behoeve van subsidies. Het
totaalaandeel van de overheid in de
kosten was 10,6 terwijl het overgro
te kostendeel voor 88,6 gefinancierd
werd door gezinnen (via premiebeta
lingen).
Ook als de overheid niet rechtstreeks
betaalde, wilde deze regelend optre
den. De kosten moesten immers be
heerst en gedrukt worden. Het veld
kon geen stap meer zetten buiten de
overheid om. De 'vierde macht van
Crince le Roy' rukte op. Vanachter de
bureaus probeerde men de gezond
heidszorg te dirigeren. Dit moest wel
leiden naar verstarring en verenging.
De bilaterale contacten tussen een in
stelling en overheid raakten in, gun
stig bejegend door de ambtenarij. Na
dat aanvankelijk dergelijke contac
ten vanuit het veld, c.q. instellingen
met de landelijke overheid niet en
thousiast begroet waren zag men er
op eigen niveau alle heil in wellicht
ter profilering van zichzelf. De pro
vinciale afdelingen voor welzijn en
volksgezondheid waren dan ook in
middels danig uitgebreid.
Rechtstreekse contacten vanuit het
veld met de lagere overheid dus, met
voorbijzien van een door de wetgever
ingesteld raadsinstituut. Ook vanuit
het veld dacht men dat men wist waar
Abraham de mosterd moest halen. De
overheid had toch de koorden van de
beurs in handen, ook al betaalde zij
niet direct in klinkende munt. Het lijkt
logisch, maar al spoedig zal dat niet
meer zo logisch zijn. Immers bij zo'n si
tuatie is er sprake van 2 partijen, ieder
met eigensoortige belangen.
Overheid en veld, een paar apart. De
overheid is daarbij de machtigste par
tij en kan zich geen prestige-verlies
veroorloven. Een machtsgevoel is
vaak moeilijk te hanteren. Krijgt het
veld z'n zin niet, dan zal men toch pro
beren andere wegen te bewandelen.
Na een paar keer 'slechte' ervaringen
opgedaan te hebben zal dit bilaterale
contact weer uit de mode zijn. Kan de
overheid in het contact haar wil niet
opleggen dan zal zij een commissie ad
hoe inschakelen.
Meestal zal men niet tot ieders tevre
denheid uiteen gaan. En denkt u hier
bij niet te gering over de energie en tijd
die dit kost. Het veld heeft toch als
hoofddoel de verzorging en behande
ling van de patiënt en daar heeft het
meer dan z'n handen aan vol. De over
heid wil regelend en sturend optreden.
Het veld, c.q. de instelling is sterk naar
binnen georiënteerd. Een overbelich
ting van deelbelangen ligt voor de
hand.
De lagere overheden zullen hun gelijk
via de naast hogere overheid trachten
te bereiken. Wat hier in dit ontstane
spel ontbreekt is een overgangsgebied
waar eigensoortige belangen gefilterd,
afgewogen en getoetst worden in een
breed kader. Prestige-verlies speelt
daar geen rol.
Zo'n overgangsgebied is er echter wel
(nationale en provinciale raden). U las
het goed, de wetgever had dit in 1956
ingesteld met een duidelijke bedoe
ling.
En waar blijft de coördinatie? Ze is het
kind van de rekening en de toenemen
de complexiteit van het zorgstelsel
vraagt juist om extra aandacht daar
voor. Ja, er zijn enkele samenwer
kingsverbanden ontwikkeld, maar die
werken sectoraal en hebben duidelijk
weer hun eigen belangen.
Uiteindelijk gaat het om het gezond-
heidszorgprodukt voor de bevolking.
Daarom moet wel het een en ander op
elkaar afgestemd worden. Verminde
ring van ziekenhuisbedden, beper
king van verpleeghuisbedden, in
krimping van gezinszorg, toenemen
de vergrijzing en ontgroening vragen
om gezamenlijk overleg want ze ver
houden zich slecht met elkaar.
Er is nog een andere tendens aan het
ontstaan. De fmancieel-economische
verslechtering vraagt tenslotte om
verlaging van de collectieve lasten. In
krimping is het parool. Zo belanden we
in een periode van désubsidiëring, af
stoting van overheidstaken, privatise
ring en wellicht commercialisering.
De désubsidiëring gaat snel en fors
met alle gevolgen van dien voor
subsidieontvangers. Maar wie n
meer betaalt zal ook niet meer t
len. We naderen dan ook het tijdpf
van depolitisering. Toch zal de p(
tiek zich met hand en tand verzett
maar het zal niet baten. Het part)
lier initiatief en het veld zullen andf
wegen gaan bewandelen. Men is c
weer terug bij af. Allemaal redenem
toch nog eens goed naar dat platfo
uit 1956 te kijken.
Het gaat niet meer om prestige of
genbelang. Alle partijen zijn midi
op weg naar een goede uitkomst,
hoop dat de huidige overheid
zien dat zij het veld niet kan overzi
en doorgronden. Haar voorgang
konden dat ook niet. Daarvoor is e
schakel nodig, neutraal van inst
ling, met kennis van zaken van
veld en van de mogelijkheden va
overheid.
Regionalisatie is nog steeds voluit j
schreven, waarbij regionaal g
zal moeten worden. Maar hebben
wel in de gaten wat dat in feite be
kent? Inventiviteit en creativiteit z
daarbij zeer gewenst.
De schakel in dit verband is er: dept
vinciale raden voor de volksgezoi
heid met een know how van meerd
25 jaar; maar men moet hen wel®
quaat benutten.
De overheid die zich er aan ontrold
heeft zal haar politieke vertegenwol
digers er weer in plaats moeten 1"
nemen. Gezamenlijk in overleg n
het veld streven naar oplossing van
problemen. Komen we daar niet
toe, dan zal dit weieens ten koste kt
nen gaan van het gezondheidszorgP'
dukt. De overheid is voorwaard
scheppend, het veld verzorgt en
handelt en de patiënt wacht maar
Maar per slot van rekening g:
toch om deze laatste.
(De auteur van deze beschouwing, F,
Spanje is directeur-arts van de Pr°v
Raad voor de Volksgezondheid in Zee