GLASNOST een uitlaat voor de nieuwe openheid Pershing-debat Bondsdag Van den Broek spreekt met oppositie Polen Overheid en gezondheidszorg PZC/opinie en achtergrond Vanachter de deur van het kleine appartement aan de Gari baldistraat klinkt schrijfmachinegeratel dat ook niet op houdt bij het geluid van de bel. Een mannenstem vraagt op sombere toon identificatie, alvorens de deur wordt geopend en, na een haastige blik op de gang, weer dichtgaat. Processen Moeizaam Rancune Sacharov Schulden Chaos. Te dominant. Rechtstreeks. WOENSDAG 26 AUGUSTUS 1987 (Van onze correspondent Alexander Münninghoff) Een jonge man met lang haar, dikke waarin nauwelijks nog zichtbare be- brilleglazen en een pacifistenspeldje op zijn commandotrui legt dicht betik- te vellen op stapeltjes op een oude, ver sleten divan. Aan een verveloos tafel tje zit een meisje verwoed op een oude schrijfmachine te rammen, een arbeid die kennelijk zo zeer een race tegen de klok betekent dat ze geen tijd neemt om op mijn groet te antwoorden. Aan de wand hangt een foto van Andrej Sa- charov en enkele religieuze prenten. We zijn hier in het hol van de dissiden te leeuw, of wat daar van over is: het tijdelijk redactielokaal van het geheel handvervaardigde en -verspreide blad 'Glasnost' (Openbaarheid). De man die opendeed en mij voorgaat naar de kleine kamer-en-suite, waar zich een met paperassen volgeladen bureau be vindt is initiatiefnemer en hoofdredac teur Sergej Grigorjants. Ontegenzeggelijk is er sinds Gorbats- jov veel veranderd in de situatie van de Sovjet-dissidenten. En in het voor laatste nummer van 'Glasnost', dat momenteel in een oplage van onge veer honderd stuks van hand tot hand gaat onder de groep geïnteresseerden van naar schatting duizend mensen in Moskou, Leningrad, Kiev, Jerevan en Irkoetsk, geeft Grigorjants ook toe dat er een zekere hoop op een betere toekomst bestaat. „Al vele maanden worden geen proces sen over de vrijheid van meningsuiting meer gevoerd. Er worden politieke ge vangenen vrijgelaten, ook uit psychia trische inrichtingen waarin ze ge dwongen verbleven. Het vertrek uit de Sovjet-Unie is vergemakkelijkt en men is inderdaad begonnen te onder zoeken, welke Krimtartaren uit Cen traal-Azië waar ze in 1944 massaal naar gedeporteerd werden, naar de Krim willen terugkeren", is zijn voor zichtige conclusie. Maar intussen slaagt hij er niet in zijn blad 'Glasnost' officieel te laten regi streren. Daarin ziet Grigorjants het te ken, dat het met Gorbatsjov open baarheid nog lang niet gaat zoals het zou moeten. „De KGB heeft een paar keer geprobeerd hier een huiszoeking te houden. Maar omdat er net toevallig westerse tv-camerateams aanwezig waren, gingen zij er haastig vandoor. We worden gevolgd en afgeluisterd. Men bedreigt ons met uitzetting uit dit huis en we kunnen voor onze krant geen bankrekening openen." „Het staatsuitgeversbureau Gosko- mizdat heeft mij gezegd dat er in dit land 8500 kranten en 1500 tijdschriften verschijnen die alle een staats- of maatschappelijke instelling vertegen woordigen, maar dat 'Glasnost' nie mand vertegenwoordigt en dus niet of ficieel geregistreerd kan worden. Onze situatie is onduidelijk, moeilijk en on zeker". Maar als je naar de vaak zeer kriti sche en controversiële verhalen in de officiële organen zoals Pravda en Iz- vestija kijkt, zo houd ik Grigorjants voor, dan vraag je je toch af waarom er in deze maalstroom van Glasnost, perkingen aan de vrijheid van me ningsuiting worden opgelegd, met een moeizaam zelfgemaakt krantje begonnen moet worden. „Er zijn nog steeds onderwerpen die niet in de Pravda kunnen", is Grigor jants' mening. „De KGB. het leger, de psychiatrische inrichtingen, de kwes tie van de nationaliteiten. En die moe ten naar ons gevoel net zo openhartig behandeld kunnen worden als kwes ties als corruptie, alcoholmisbruik, slecht beleid en vriendjespolitiek, die nu zo geregeld aan de orde komen. Er zijn nog steeds taboes in onze samenle ving en zo lang die bestaan is er geen garantie dat er niet een nieuwe Stalin- tijd zal aanbreken". Grigorjants werd zelf in 1983 veroor deeld tot zeven jaar gevangenisstraf en driejaar aansluitend verbanning naar hij zelf zegt een straf die hem als dissident werd toegediend. In februari van dit jaar werd hij bij een amnestie vrijgelaten. Het blad 'Avondlijk Mos kou' ('Vetsjernjaja Moskva') kwam on langs in een behoorlijk giftig artikel (tot dusver het enige dat 'Glasnost' en haar hoofdredacteur in de officiële pers is geweest) tot een geheel ander oordeel: Grigorjants had zich met spe culaties bezig gehouden in de kunst sector. Bovendien suggereerde het blad dat Grigorjants de recente demonstratie van Krimtataren in Moskou heeft mee helpen organiseren. 'Glasnost' heeft inderdaad een hele serie artikelen over dit onderwerp, geschreven voor Krim- tataarse activisten, gepubliceerd materiaal, dat kennelijk via een goed lopende lijn uit ver afgelegen streken van Aziatisch Rusland naar Moskou is gebracht. De inhoud van 'Glasnost' is tot dusver overigens niet zodanig, dat je het ge voel krijgt dat je veel zou missen als je deze samizdat-uitgave ongelezen zal laten. Veel economische bespiegelin gen die qua niveau duidelijk achter blijven bij wat er in de officiële orga nen verschijnt, slechts af en toe werkelijk interessant (zoals de vol gens het blad aan de gang zijnde ver nietiging van de archieven uit de Sta- lin-tijd) en veel persoonlijk leed, on dervonden van de KGB, doortrokken van een begrijpelijke, maar daarom nog niet relevante rancune. Hoewel Grigorjants verzekert dat hij naar een brede schakering van mede werkers en lezers streeft en het con cept van een puur dissidentenblad verwerpt, is toch het merendeel van zijn auteurs uit kringen van ex-gevan- genen afkomstig. De onofficiële 'pers club' van 'Glasnost' bestaat bijna uit sluitend uit ex-gevangenen: Sergej Kovaljov, Aleksandr Ogorodnikov, Lev Timofejev. Josif Begoen, om enke le namen te noemen. Voor het eerste nummer heeft Andrej Sacharov een bijdrage geschreven, maar dat lijkt de laatste keer geweest. Grigorjants: „Sacharov wil zich op zijn wetenschappelijk werk concen treren en wil zich afschermen voor de publiciteit. Wij nemen nu in feite zijn functie van ombudsman voor ieder een die het in dit land moeilijk heeft van hem over". Volgens Grigorjants is het op zijn kan toor een komen en gaan van mensen Sacharov die problemen met de autoriteiten hebben. Op mijn vraag waarom men daarmee niet naar de Pravda of Ivestia gaat (deze en andere bladen hebben in middels een zeer doortastende stijl ontwikkeld in het op de bres springen voor onrechtvaardig behandelde le zers) zegt Grigorjants dat het in de meeste gevallen om KGB-zaken gaat waar de Pravda van afblijft en dat er bovendien een categorie Sovjet-bur gers bestaat die 'van nature meer affi niteit' met zijn halfondergrondse blad heeft. De hoofdredacteur claimt een strenge selectie op de binnenkomende stroom bijdragen. Vaak zijn de verhalen te lang en niet zelden ook te warrig, meent hij, wat evenwel te begrijpen is gezien de ellende die men van zich af wil schrijven. „Avondlijk Moskou zegt dat het Wes ten en de westerse media een blad als 'Glasnost' nodig hebben om de mythe van een onderdrukte Sovjet-bevolking in stand te houden. Feit is, dat hoge westerse bezoekers zoals ex-president Jimmy Carter en onlangs senator Moynihan uit de Verenigde Staten, een persoonlijk gesprek met Grigor jants hebben gehad waarmee zijn status in Sovjet-ogen onevenredig is verhoogd. De hoogste Sovjet-official die met aan zekerheid grenzende waarschijnlijk heid 'Glasnost' nauwkeurig leest is het Politburolid Jakovlev, verant woordelijk voor de staatspropagan- da. Maar van een persoonlijk gesprek tussen deze hoge partijman en de ex- gevangen Grigorjants over de even tuele meritus van een halfonder- gronds blaadje kan natuurlijk in de Sovjet-Unie nog geen sprake zijn. (Van onze correspondent Hans Hoogendijk) Het Westduitse parlement komt op verzoek van de SPD en de Groe nen volgende week woensdag in een speciale zitting bijeen om over de 72 Westduitse Pershing lA-raketten te beraden. De oppositie wil bereiken dat er een moderniseringsverbod voor deze wapens komt. De regering is verdeeld over deze kwestie. In rege ringskringen verluidde dat de coali tie zal proberen een stemming te ont lopen door de problematiek naar een kamercommissie te verwijzen om zo de meningsverschillen tussen CDU, CSU enerzijds en FDP anderzijds bin nenskamers te houden. De verouderde raketten met een be reik tot 750 kilometer zijn Duits eigen dom, terwijl de bijbehorende kernkop pen in Amerikaans bezit zijn. Het par lement wordt voor deze speciale zit ting van het zomerreces teruggeroe pen. Het officiële Westduitse standpunt is dat de Amerikanen en de Russen bij hun overleg in Genève niet over deze middellange afstandsraketten kun nen praten, omdat deze van een derde land, in dit geval de Bondsrepubliek, zijn. Delen van de CDU. onder aanvoe ring van fractieleider Dregger. en de CSU willen de raketten achter de hand houden om zo druk op Moskou te kun nen blijven uitoefenen, zodat andere in de DDR en Tsjechoslowakije geplaat ste raketten worden ontmanteld. Voor hen zijn de Pershings geen thema meer en schaadt de interne Duitse discussie alleen maar de onderhandelingsposi tie en de strategie van het Westen in Genève. De liberale regeringspartij FDP denkt daar wat anders over. Het weekblad Der Spiegel berichtte maandag dat de liberale minister van buitenlandse zaken Genscher een brief van zijn Amerikaanse collega Shultz heeft gekregen, waarin deze aanduidt dat Bonn in ieder geval moet afzien van modernisering van de 72 Pershings in 1991 om een ak koord tussen Moskou en Washington niet te torpederen. Van Genscher is bekend dat hij voorstander is van af schaffing van de oude raketten en dat hij ook niets voelt voor modernise ring. FDP-voorzitter en minister van econo mische zaken Bangemann beklem toonde zondagavond in een tv-inter- view dat de dubbele nul-oplossing niet mag mislukken door de houding van de Bondsrepubliek. „Wij mogen niet de steen des aanstoots zijn", zei hij. Helmut Kohl stelde echter dat hij vast houdt aan het officiële regeringscom promis. De SPD betoonde dat de rege- ring-Kohl nu maar eens duidelijk stel ling' moet nemen: „Wij zijn van mening dat het absoluut niet mag gebeuren dat door de Westduitse houding het eerste werkelijke akkoord na de oorlog over wapenvermindering mislukt en dan nog door zulke verouderde wa pens". De christen-democraten op hun beurt beschuldigden de sociaal-demo craten ervan alleen maar een 'show te willen opvoeren, die de belangen van het Westen schade berokkent'. Waarnemers in Bonn gaan er van uit, dat de regering-Kohl de zaak beslist niet op het spits wil drijven. Vrij alge meen wordt gesteld dat de coalitie Kohl-Genscher een fout heeft ge maakt door aan te nemen dat Moskou akkoord zou gaan met het blijven van de 25 jaar oude raketten. Voornaamste taak zal het nu zijn om door middel van intensieve contacten een elegante oplossing te vinden. Door de buitenge wone zitting die de SPD en de Groenen hebben doorgedrukt, is die kans klei ner geworden. Minister Van den Broek zal tij dens zijn bezoeken aan Polen en Hongarije, van 30 augustus tot 4 sep tember, behalve met de gebruikelij ke gesprekspartners als leden van de regering, ook van gedachten wisse len met mensen die, zoals diploma ten het uitdrukken, „los staan van het regime, zich onafhankelijk op stellen". De minister, zo zeggen zij, „wil zich zo breed mogelijk oriënte ren", wat in het kader van het CVSE- proces de Conferentie over Veilig heid en Samenwerking in Europa steeds meer gebruikelijk wordt. Kennelijk om de autoriteiten in beide landen niet voor het hoofd te stoten, worden vooraf geen namen en tijd stippen genoemd. Ook de naam van de sinds het afkondigen van de staat van beleg, in december 1980, onder gronds opererende Poolse vakbond Solidariteit wordt niet gebruikt. Over een eventueel bezoek aan het graf van Jerzy Popieluszko, een pries ter die actief de ideeën van Solidari teit propageerde en die in oktober 1984 door leden van de veiligheids dienst werd vermoord, valt op dit mo ment nog niets te zeggen. Een ge sprek met de rooms-katholieke pri maat van Polen kardinaal Jozef Glemp, staat voor dinsdag 1 septem ber op het programma. Praktisch alle westerse bewindslie den die de afgelopen tijd Polen heb ben bezocht ministers of ondermi nisters van buitenlandse zaken van België, Spanje, West-Duitsland, En geland en Frankrijkhebben meest al op hun ambassades gesprekken ge voerd met vertegenwoordigers van de oppositie wie niets in de weg werd gelegd. De Amerikaanse vice-presi dent Bush heeft dezer dagen aange kondigd dat hij tijdens zijn bezoek aan Polen „de moedige leiders van Solidariteit' wil ontmoeten, maar Bush is dan ook kandidaat voor het presidentschap. Na het afkondigen van de staat van beleg besloten de westerse landen ministeriële bezoeken aan en uit Po len op een laag pitje te zetten. De am nestie van '84 in september '86 ge volgd door een tweede maakte de weg vrij voor herstel van contacten op hoog niveau. Meer dan bezoeken van een minister van buitenlandse handel zoals staatssecretaris Bol- kestein zich over de grens mocht noemen of van de Poolse minister van handel aan Nederland, geeft het bezoek van een minister van buiten landse zaken aan hoe zeer de betrek kingen zijn verbeterd. Minister Van den Broek zal in War schau en Boedapest, waar hij 2 en 3 september is, hoofdzakelijk interna tionale politieke problemen bespre ken. Hij wil zich ook oriënteren op de interne politieke situatie, en hij zal graag van zijn gesprekspartners ho ren hoe zij de recente ontwikkelingen in de Sovjet-Unie inschatten. Wanneer begin september in Wenen de vierde ronde van de Conferentie over Veiligheid en Samenwerking in Europa ingaat, en de 35 deelnemende landen het eens moeten zien te wor den over teksten, zal blijken in hoe verre 'glasnost' (openheid) en 'pere- stroika' (herstructurering, reorgani satie) het bereiken van overeenstem ming vergemakkelijken. Nederland, aldus gezaghebbende kringen in Den Haag, heeft waardering voor de Pool se en Hongaarse opstelling in de CVSE, en voor de activiteiten die zij ontplooien om tot nauwer samenwer king op economisch, cultureel en mi lieu-hygiënisch gebied te komen. Me de daarom zal minister Van den Broek er bij zijn collega Deetman voor pleiten, dat voor culturele sa menwerking met het buitenland vol doende geld beschikbaar blijft. Kennelijk in verband met de positie van de Hongaarse minderheid in Van den Broek Roemenië heeft Hongarije in Wet westerse en Joegoslavische voors len over nationale minderheden: deondertekend. Minister Van den Broek is niet plan in Warschau de kwestie van buitenlandse schuld van 35 miljt dollar aan te snijden. De Poolse ders kunnen het echter aangrij] voor een pleidooi voor nieuwe k dieten, om aan de verplichting wat betreft rente en aflossing te k nen voldoen. Polen is voor Westdi se bankiers min of meer wat Mes met een schuld van ruim 90 n jard dollar voor Amerikaa bankiers is. Over de omvang van Poolse schuld aan de Nederlant staat en Nederlandse banken waart men in Den Haag het stilzv gen. De laatste tijd heeft Polen v uit Nederland geen nieuwe leninj ontvangen. Het verblijf in Polen begint zont met een bezoek aan het vroegere c centratiekamp Auschwitz en wati over is van het vernietigingska Birkenau, waar de Duitsers n schatting 4 miljoen mensen hebt vermoord. Minister Van den Brt reist vanuit Nederland rechtstrei naar Krakow, gaat per auto heen terug naar Auschwitz, is de rest de dag de gast van het stadsbesti van Krakow en vertrekt 's avoi naar Warschau. In tegenstelling zijn voorgangers Van der Stoel Van der Klaauw, en premier VanA gaat hij niet naar Gdansk, de g teplaats van Solidariteit. In Warschau ontmoet minister V den Broek zijn collega Orzechow: de plaatsvervangend voorzitter: de staatsraad Barcikowskivoor ter Wojciech Jaruzelski is met vak: tie premier Messmer, parlemen voorzitter Malinowski en het lid het politbureau van de communi: sche partij Czyrek. In Boedapest spreekt hij partijleii Kadar, de minister van buitenlam zaken Varkonyi, president Neme premier Grosz en parlementsvoor: ter Sarlos. In Boedapest zal minister Van Broek een verdrag over het besche men van buitenlandse investering tekenen. Hongarije hoopt dankzij verdrag het aantal joint ventures tr Nederlandse bedrijven, nu nog één, kunnen uitbreiden. Een soortgel verdrag met Polen staat vooralsn niet op het programma. Een bezoek van premier Lubbersa Polen staat voorlopig niet op I programma, aldus diplomaten Den Haag. In tegenstelling tot Italië, waar d zenden Poolse rooms-katholieke p grims asiel aanvragen in de hoop kunnen doorreizen naar landen als Verenigde Staten, Canada en Aust lië, heeft Nederland geen Pools vlut telingenprobleem. Het verblijf v Polen in Nederland om familie tel zoeken of om met tijdelijk werkwi terse valuta te verdienen verloo over het algemeen probleemloi Specifieke problemen met mensel ke contacten, in de zin dat discri aandacht wordt gevraagd voor b zonder schrijnende gevallen van miliehereniging of huwelijken die bureaucratische moeilijkheden sti ten, zijn er niet. (AH (door F. A. van Spanje). Een paar apart. Dat zijn de over heid en het veld van de gezond heidszorg. De overheid zal nooit vat (in de zin van duidelijk inzicht) op het veld krijgen, zo min als het veld be grip voor de overheid zal vergaren. Daarvoor moet men jarenlang erva ring op de werkvloer en in de organi satie van de gezondheidszorg hebben. Anders zal men een vreemde in Jeru zalem blijven. Dat is geen schande, maar de overheid moet zich in deze za ken laten adviseren door een neutraal adviescollege (of adviseur) dat aan vaardbaar is voor het veld. Want overheid en veld hebben elkaar wel nodig om de gezondheidszorg voor de burgers inzichtelijk en bereikbaar te maken. Maar beide grootheden spre ken een eigen taal. En dus is een tolk nodig. Om te kunnen meepraten over alles wat er gaande is op het gebied vande gezondheidszorg gaat het eerst en vooral om een duidelijke begripsbepa ling. Wat is in dit verband 'overheid' en wat 'veld'? Om het maar eenvoudig te houden. De Overheid is het politiek en ambtelijk circuit in drie bestuursla gen, te weten rijk. provincie en ge meente. Het Veld is het particulier ini tiatief (zorg-instellingen. instituties beroepsbeoefenaren en patiëntenver enigingen) en ziektenkostenverzeke- raars. Een verzamelbegrip dus. De overheid vertegenwoordigt in onze staat de grootste macht, zij het ook de meest gebonden macht, ingekaderd als deze is in haar eigen regelgevingen en procedurevoorschriften. In de rela tie tussen overheid en het veld is de overheid regelstellend naar dat veld. Daarbij moet men niet alleen denken aan wetgeving maar zeker ook aan het politieke klimaat. Die overheid wordt functioneel geconcretiseerd in diverse departementen en afdelingen. Territo riaal wordt zij, zoals hierboven al aan gegeven, opgedeeld in rijk, provincie en gemeente. Je zou verwachten, dat de overheid een eenheid is, maar dan is men wel be zig abstract te denken. De facto is hier sprake van een aantal onderdelen, die niet adequaat op elkaar afgestemd zijn. De overheid is er, zo heet het, voor de burgers: de burgers niet voor de over heid, welke moet besturen en in feite dienstverlenend bezig is. Maar dat is in de praktijk niet altijd zo duidelijk. Ook het particulier initiatief, c.q. het veld is niet een ondeelbaar geheel. Naast zorginstellingen en instituties zijn er belangenverenigingen voor beroeps beoefenaren. patiëntenverenigingen, landelijke koepels en financiers. Ieder met eigen belangen, ieder z'n eigen do mein. Aan beide zijden is er sprake van een complex gebeuren. Voor de burger ronduit een doolhof, voor ingewijden vaak zeer moeilijk om de weg te vinden. De historie leert aan wie wil leren, dat als de overheid overheerst of als an derzijds het particulier initiatief al les bestiert, dit niet de weg is om tot een doelmatig en doeltreffend ge- zondheidszorgprodukt te komen. U slaat er de literatuur maar op na of duikt in de archieven. Na de 2e we reldoorlog bijvoorbeeld wilde men in de toen ontwikkelde chaos orde op za ken stellen. Ook toen wilde men ver andering en vernieuwing zoals nu de commissie-Dekker en de gezond heidszorgnota's van de politieke par tijen dat weer aangeven. Men kwam toen tot de gezondheids wet van 1956 na jarenlange discussies tussen overheid en vertegenwoordi gers van het veld (in het parlement). Het betrof de organisatie van de ge zondheidszorg waarbij overheid en veld hun eigen verantwoordelijkheden hadden en die van elkaar erkenden. Om het overleg te structureren werd landelijk de Centrale Raad voor de Volksgezondheid ingesteld en voor het territorium van de provincies de pro vinciale raden voor de volksgezond heid. In deze raden die als platform moesten gaan functioneren waren overheid en veld vertegenwoordigd. Terwijl de Centrale Raad. later (1982) Nationale Raad meer een advieslichaam voor de bewindsman van volksgezondheid was, kregen de provinciale raden naast een adviesfunctie voor de lagere overheden en particuliere rechtsper sonen een duidelijk coördinerende en stimulerende taak voor de gezond heidszorg in de provincies. Voor de overheid werd 'in' overleg met het veld al spoedig 'na' overleg met het veld. De regelgeving nam toe. Decentralisa tie werd het te hanteren begrip. De la gere overheden kregen meer bevoegd heden naar zich toegeschoven, maar de rijksoverheid had het eerste en het laatste woord. Werd aanvankelijk het veld nog wel bij een en ander betrokken, het leidde al ras tot afspraken op politiek en ambte lijk niveau tussen rijk en de lagere overheden, waarbij het veld buiten de deur gehouden werd. De lagere over heden begonnen zich terug te trekken uit de provinciale overlegplatforms onder het mom dat men zich zelf toch niet kan gaan adviseren. Daarbij werd voorbijgezien aan het wezen van deze Deze laatsten zouden als buffer of an ders gezegd als filterinstituut dienst doen vanuit een ordeningsprincipe. Men kan hen ook zien als een schakel tussen overheid en veld. Gezamenlijk in overleg zouden overheid en veld de eigen belangen afwegen op weg naar een algemeen belang. Toch ontstond in de jaren '70 bij de overheid behoefte meer grip op de za ken te krijgen. Het veld werd als te do minant ervaren. De kosten van de ge zondheidszorg rezen de pan uit als men niet ingreep. En de overheid had toch duidelijk ta ken, vanuit de Grondwet gezien, op het gebied van de volksgezondheid. Zo ontstond een wetgeving waar vele jaren over gediscussieerd en gerede kaveld werd (WZV, WTG en WVG). De grip van de overheid werd sterker. structuur maar ook aan de bedoeling welke de wetgever destijds duidelijk voor ogen had en het platform werd als louter adviesorgaan bestempeld. Vele zaken waren voor het veld door al lerlei regelgevingen niet meer te ont wikkelen of te realiseren zonder over heidsbemoeiing of financiering. Subsidiëring kende grote tijden. En 'wie betaalt bepaalt' was het vaak ge hoorde credo. Toch bedroeg het aan deel van de overheid in het totaalbe drag van de gezondheidszorg (34 mil jard) in 1984 bijvoorbeeld slechts 4,4 ten behoeve van subsidies. Het totaalaandeel van de overheid in de kosten was 10,6 terwijl het overgro te kostendeel voor 88,6 gefinancierd werd door gezinnen (via premiebeta lingen). Ook als de overheid niet rechtstreeks betaalde, wilde deze regelend optre den. De kosten moesten immers be heerst en gedrukt worden. Het veld kon geen stap meer zetten buiten de overheid om. De 'vierde macht van Crince le Roy' rukte op. Vanachter de bureaus probeerde men de gezond heidszorg te dirigeren. Dit moest wel leiden naar verstarring en verenging. De bilaterale contacten tussen een in stelling en overheid raakten in, gun stig bejegend door de ambtenarij. Na dat aanvankelijk dergelijke contac ten vanuit het veld, c.q. instellingen met de landelijke overheid niet en thousiast begroet waren zag men er op eigen niveau alle heil in wellicht ter profilering van zichzelf. De pro vinciale afdelingen voor welzijn en volksgezondheid waren dan ook in middels danig uitgebreid. Rechtstreekse contacten vanuit het veld met de lagere overheid dus, met voorbijzien van een door de wetgever ingesteld raadsinstituut. Ook vanuit het veld dacht men dat men wist waar Abraham de mosterd moest halen. De overheid had toch de koorden van de beurs in handen, ook al betaalde zij niet direct in klinkende munt. Het lijkt logisch, maar al spoedig zal dat niet meer zo logisch zijn. Immers bij zo'n si tuatie is er sprake van 2 partijen, ieder met eigensoortige belangen. Overheid en veld, een paar apart. De overheid is daarbij de machtigste par tij en kan zich geen prestige-verlies veroorloven. Een machtsgevoel is vaak moeilijk te hanteren. Krijgt het veld z'n zin niet, dan zal men toch pro beren andere wegen te bewandelen. Na een paar keer 'slechte' ervaringen opgedaan te hebben zal dit bilaterale contact weer uit de mode zijn. Kan de overheid in het contact haar wil niet opleggen dan zal zij een commissie ad hoe inschakelen. Meestal zal men niet tot ieders tevre denheid uiteen gaan. En denkt u hier bij niet te gering over de energie en tijd die dit kost. Het veld heeft toch als hoofddoel de verzorging en behande ling van de patiënt en daar heeft het meer dan z'n handen aan vol. De over heid wil regelend en sturend optreden. Het veld, c.q. de instelling is sterk naar binnen georiënteerd. Een overbelich ting van deelbelangen ligt voor de hand. De lagere overheden zullen hun gelijk via de naast hogere overheid trachten te bereiken. Wat hier in dit ontstane spel ontbreekt is een overgangsgebied waar eigensoortige belangen gefilterd, afgewogen en getoetst worden in een breed kader. Prestige-verlies speelt daar geen rol. Zo'n overgangsgebied is er echter wel (nationale en provinciale raden). U las het goed, de wetgever had dit in 1956 ingesteld met een duidelijke bedoe ling. En waar blijft de coördinatie? Ze is het kind van de rekening en de toenemen de complexiteit van het zorgstelsel vraagt juist om extra aandacht daar voor. Ja, er zijn enkele samenwer kingsverbanden ontwikkeld, maar die werken sectoraal en hebben duidelijk weer hun eigen belangen. Uiteindelijk gaat het om het gezond- heidszorgprodukt voor de bevolking. Daarom moet wel het een en ander op elkaar afgestemd worden. Verminde ring van ziekenhuisbedden, beper king van verpleeghuisbedden, in krimping van gezinszorg, toenemen de vergrijzing en ontgroening vragen om gezamenlijk overleg want ze ver houden zich slecht met elkaar. Er is nog een andere tendens aan het ontstaan. De fmancieel-economische verslechtering vraagt tenslotte om verlaging van de collectieve lasten. In krimping is het parool. Zo belanden we in een periode van désubsidiëring, af stoting van overheidstaken, privatise ring en wellicht commercialisering. De désubsidiëring gaat snel en fors met alle gevolgen van dien voor subsidieontvangers. Maar wie n meer betaalt zal ook niet meer t len. We naderen dan ook het tijdpf van depolitisering. Toch zal de p( tiek zich met hand en tand verzett maar het zal niet baten. Het part) lier initiatief en het veld zullen andf wegen gaan bewandelen. Men is c weer terug bij af. Allemaal redenem toch nog eens goed naar dat platfo uit 1956 te kijken. Het gaat niet meer om prestige of genbelang. Alle partijen zijn midi op weg naar een goede uitkomst, hoop dat de huidige overheid zien dat zij het veld niet kan overzi en doorgronden. Haar voorgang konden dat ook niet. Daarvoor is e schakel nodig, neutraal van inst ling, met kennis van zaken van veld en van de mogelijkheden va overheid. Regionalisatie is nog steeds voluit j schreven, waarbij regionaal g zal moeten worden. Maar hebben wel in de gaten wat dat in feite be kent? Inventiviteit en creativiteit z daarbij zeer gewenst. De schakel in dit verband is er: dept vinciale raden voor de volksgezoi heid met een know how van meerd 25 jaar; maar men moet hen wel® quaat benutten. De overheid die zich er aan ontrold heeft zal haar politieke vertegenwol digers er weer in plaats moeten 1" nemen. Gezamenlijk in overleg n het veld streven naar oplossing van problemen. Komen we daar niet toe, dan zal dit weieens ten koste kt nen gaan van het gezondheidszorgP' dukt. De overheid is voorwaard scheppend, het veld verzorgt en handelt en de patiënt wacht maar Maar per slot van rekening g: toch om deze laatste. (De auteur van deze beschouwing, F, Spanje is directeur-arts van de Pr°v Raad voor de Volksgezondheid in Zee

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1987 | | pagina 4