nederland slaat geen gek figuur. LOBBY EN MACHT afhankelijkheid tjfers eisen joost van leeuwen zuid-afrika frans bosscher tweede natuur WOENSDAG 26 AUGUSTUS 1987 De uitlatingen van topmensen van Dow Chemical over het economische beleid in Nederland zijn vaak een graadmeter voor de bedrijfsresultaten van de chemiegigant. Zo gaan in de jaren '70 de berichten over dalende winsten vergezeld van klachten over de hoge energieprijzen. Van de regering wordt verlangd dat ze een bijdrage levert aan de oplossing van de marktproblemen van de chemische industrie. Deze waren veroorzaakt door hoge grondstoffenprijzen en overcapaciteit. Maar het tij is inmiddels gekeerd. Het tweede kwartaal van dit jaar reikten de winst en omzet hoger dan ooit. Van directeur Adcock dan ook geen kwaad woord over het Nederlandse overheidsbeleid. Adcock is sinds augustus 1984 general manager van Dow Chemical Nederland B.V. ,,Eén van de redenen dat Dow naar Nederland kwam, was het industriële klimaat en de geschiedenis van Nederland als handelsnatie. Dat is nog steeds één van de belangrijkste pluspunten. De huidige leiders in Nederland zijn zich gaan realiseren, dat als het land een industriële wereldmacht wil blijven, de concurrentiepositie goed moet zijn. De gasprijzen waren op een zeker moment zó hoog, dat we in ernstige problemen verkeerden. Daar moesten we wel tegen protesteren. Feit is, dat regeringsvertegenwoordigers die daar wat aan konden doen, daar ook daadwerkelijk iets aan gedaan hebben". In tegenstelling tot de jaren '70 bestaat er nu weer consensus onder politici over de noodzaak van de aanwezigheid van basisindustrieën, meent Adcock. .Het is een realiteit dat wereldwijd de overhand heeft gekregen. De recessie, die leidde tot de enorme werkloosheid, heeft de ogen van de mensen geopend". Ook de wijze van besluitvorming in Nederland geeft de Amerikaan geen aanleiding kritische geluiden te laten horen. In 1969 meende administratief directeur C.Kuyl nog dat industrievestiging in Nederland vrijwel onmogelijk werd gemaakt door 'zoveel papieren rompslomp, eisen en reglementen en zo weinig begrip voor een goede aanpak van de industrialisatie'. En hoewel het aantal regels sinds die tijd is uitgebreid en de eisen zijn verscherpt, stelt Adcock: ..Wij ondervonden geen enkel probleem bij het krijgen van vergunningen. De besluitvorming betekent ook geen oponthoud zolangje je aan de richtlijnen houdt. We hebben wel eens een meningsveschil gehad met de overheid. Bijvoorbeeld met de bouwplannen voor de LPG-tanks in de Mosselbanken. We hebben de noodzaak ervan heel duidelijk moeten aantonen". Nederland slaat geen slecht figuur, vindt Adcock, als het gaat om de toekenning van vergunningen. Zo is de vestiging van een groot industrieel complex van Dow in de Verenigde Staten, toch een land met de reputatie dat er snel en zakelijk gehandeld wordt, niet doorgegaan, omdat na twee jaar nog maar twee van de 66 benodigde vergunningen waren afgegeven. Hoezeer de rol van de overheid ook benadrukt wordt door ondernemers, de bestaansmogelijkheden van een bedrijf worden in de eerste plaats bepaald door de marktomstandigheden. Voor een petrochemisch bedrijf geldt dat in het bijzonder, omdat de afhankelijkheid van de sterk wisselende olieprijzen groot is. Dow Chemical probeert op verschillende manieren de schokken in de grondstoffenprijzen wat te temperen. Door in 1980 een minderheidsbelang te kopen in de raffinaderijen van Total, waardoor de prijs van nafta, een belangrijke grondstof van Dow, enigszins in de hand gehouden kan worden. Daarnaast is LPG een belangrijke grondstof geworden, waardoor de risico's gespreid kunnen worden. Overigens is de afhankelijkheid van de olieprijzen al aanmerkelijk minder dan in de jaren '70. Dat is met name te danken aan de olievondsten, waar op teruggevallen kan worden zo gauw de Arabische landen met prijsverhogingen komen. De concurrentie op de petrochemische markt is erg groot. Om haar positie in de markt te handhaven, besteedt Dow erg veel aandacht aan onderzoek naar en ontwikkeling van nieuwe produkten en produktiemethoden. Adcock: ..Onze technologie stelt ons in staat te concurreren. Alle ondernemingen hebben last van de prijsschommelingen en dergelijke. Met technologische verbeteringen kunnen we ons onderscheiden van de anderen. We maken onze eigen innovaties. In de komende jaren zal dit steeds belangrijker worden". De kwaliteit van de produkten wordt bepalend voorde concurrentiepositie en niet de produktiecapaciteit. Uitbreiding daarvan is dan ook nauwelijks te verwachten de komende jaren. een zekere grootheid zonder overheersing. ji én van de vele overwegingen van JDow om in 1962 voet op Zeeuws- laamse bodem te zetten, was de Ironderstelling dat de fabriek er de lergrootste zou worden. Als werk- Irschaffer zou het van iedereen de Jeeste aandacht krijgen. De wensen In Dow zouden in Zeeuwsch-Vlaan- Iren sneller en makkelijker geho- Ireerd worden dan in bijvoorbeeld 1 Rijnmond waar de vele varkens (spoeling van grond, subsidies en •oral de medewerking van de laatselijke overheid dun maakten, lsof Dow zich hiermee de rol van It te verwennen enig-kind wilde Inmeten kon de kritiek niet uitblij- In. Zeeland zag meer fakkels van liw dan alleen die, die boven de kra- Irs uitvlammen. Et was in het jaar van het koperen Jbileum van Dow (1974) dat de leuwse gedeputeerde A. Kaland In Economische Zaken de plasticfa- liek Dow „een te grote macht in teuwsch-Vlaanderen" noemde. Eet is voor een streek niet goed op fchts één bedrijf te zijn aangewe- n" en Kaland wenste een tweede Incern van deze grootte in Jeuwsch-Vlaanderen. Nu het zilve- jubileum gevierd wordt is dat leede bedrijf er nog steeds niet. fas over 150 jaar krijgen we de vol- Inde" is de niet zo optimistische lorspelling van de heer H. F. Kok. lorzitter van de Kamer van Koop- Indel in Zeeuwsch-Vlaanderen. Se- ■etaris drs A. A. D. Saman van de |ing van Werkgevers in de Kanaal- |ne is evenmin optimistisch. Maar sde Kanaalzone ooit mocht kiezen een paar giganten om bijvoor- leid de Axelse Vlakte te bebouwen In is in zijn ogen een autofabriek de Iste keus, ..om een extra dimensie In het gebied te geven". Betrekke- |k schone industrie en weer eens wat [jders dan de chemie die in Midden- Jeuwsch-Vlaanderen de boventoon iert. joezeer Kaland zijn Pappenheimer Inde bleek in 1980 toen Dow op gro- schaal LPG in Terneuzen wilde Invoeren. Zelfs de Tweede Kamer peg een ronduit dreigende brief: als l"ie de aanvoer van LPG in de peldemonding belemmeren gaat l"ie dat arbeidsplaatsen kosten. Ier tot vijf honderd arbeidsplaatsen li Dow zelf en nog eens duizend tot 100 afgeleide arbeidsplaatsen in de leleveringsindustrie. Het rekensom letje van die toeleveringsindustrie pdDow geleend uit een rapport van Et ETI (Economisch Technologisch Istituut) voor Zeeland, opgesteld op pzoek van Dow zelf. Dow achtte el- eigen arbeidsplaats goed voor 2,7 peidsplaatsen elders en kreeg zijn 1^-aanlegsteiger. Dow's fakkel van lacht. le cijfers zullen wel kloppen. Hoe- le' de geldstromen van Dow naar ^ceuwsch-Vlaanderen, Zeeland en rest van Nederland moeilijk zichtbaar zijn te maken. Een ruwe schatting van de Kamer van Koop handel leert dat Dow ongeveer een miljard gulden per jaar in de Zeeuws-Vlaamse economie laat vloeien, op een totale omzet van 10,5 miljard gulden in het Zeeuws- Vlaamse bedrijfsleven. Met andere woorden: van iedere gulden in ie dere Zeeuws-Vlaamse portemonnee is één dubbeltje er door Dow inge stopt. Dat is de fakkel die met het gulden-teken geschreven wordt. De politicus die kennis heeft ge maakt met de lobby van Dow wenste het wel eens anders. De winkeliers in wijken waar Dow-mensen wonen, de honderden toeleveringsbedrijven die voor Dow werken, de scholen die door Dow met geld en goederen worden ondersteund, de verenigingen die aldus Waumans, ,,Dow betekent veel voor Zeeuwsch-Vlaanderen. Veel be drijven en daarmee vele werknemers zijn afhankelijk van Dow en hebben er een goede boterham aan. Enerzijds is Dow een aanjager van allerlei pri ma dingen, maar anderzijds: Dow heeft de methode die om onderaanne mers eigenlijk tot op de laatste cent uitknijpt. Zo in de zin van: nou me neer, moet je 's luisteren, voor deze prijs kunt u het maken. Doet u het niet, prima, dan doet een ander het wel. Eigenlijk een dictaat op de prij zen. Het indienen van offertes is soms dan ook maar een klucht, omdat Dow eigenlijk allang de prijs heeft vastge steld en zegt: u mag het hier voor doen". Waumans vermoedt dat de on dernemers die met Dow zaken doen door 'vader Dow' aan het lijntje wor- door Dow worden gesponsord weten echter al te goed aan welke kant hun boterham besmeerd wordt. Een on derzoek in 1983 (ook in opdracht van Dow zelf) wees uit dat het Zeeuws- Vlaamse publiek wel beducht is voor de macht die Dow ten toon zou sprei den. Veertig procent zei dat Dow meer macht heeft dan goed is voor Zeeuwsch-Vlaanderen en dertig pro cent had de indruk dat Dow die macht nogal eens misbruikt. Een voorbeeld daarvan is volgens Wil Waumans. districtsbestuurder van de Industriebond FNV, de wijze waar op Dow omgaat met zijn leveranciers in de regio, de zg. contractors, zo'n 200 in totaal, die het meest uiteenlo pende werk op het reusachtige Dow- terrein uitvoeren. Grotere en kleinere bedrijven die in meerdere of mindere mate afhankelijk zijn van de op drachten van Dow. „Het is duidelijk". den gehouden. „Die mochten ze niet meer weggeven. Werken uitvoeren in opdracht van Dow kan lucratief zijn - menig con tractor heeft er een bungalow van neergezet - de eisen van Dow kunnen ook als een blok aan het been werken. Vooral voor de veiligheids eisen die Dow stelt zijn bedrijven die hun mensen naar de Nieuw-Neuzen- polder sturen beducht. Zeker, de Dow-fakkel die 'veiligheid' uit straalt heeft meer brandstoffen dan alleen het welzijn van de mens. Het drukken van de verzekeringspre mies en het vermijden van door gaans kostbare produktieverliezen horen er ook bij. Voor contractors die deze veiligheidprocedures niet gewend zijn werken ze kostenverho gend en zijn ze reden tot klagen. Kok: „Het lijkt een dominerend be drijf, dat wel. Dow heeft een zekere grootheid maar wil toch niet domine ren" en de heer H. van Lambalgen, se cretaris van Kamer van Koophandel: „Dow manifesteert zich overal maar is nooit prominent aanwezig. Je kunt echter niet ontkennen dat Dow een vooraanstaande plaats inneemt, met Philips en enkele andere bedrijven, in de kwaliteitskring. Ik denk dat het ook heel verstandig is van Dow om al les wat hij doet aan bijvoorbeeld mi lieu zo breed mogelijk te etaleren. Dat beïnvloedt ook zijn contracters". Opnieuw de fakkel macht. Saman: „Het verschijnsel zie je overal wan neer zich iets groots manifesteert: het krijgt bij het publiek automatisch het odium dat het een beetje gelijker is dan andere. Terwijl de behandeling van Dow door bijvoorbeeld de over heid alleen maar positief is, zonder onderscheid des bedrijfs. Dow bete kent voor de regio zo verschrikkelijk veel omdat het zo groot is. Dow is na tuurlijk erg invloedrijk. Voor CPC is een investering van 100 miljoen ineen nieuwe fabriek een enorme prestatie. Bij Dow staan er 27 van die fabrieken en hij bouwt er nog eens eentje bij. Bij Dow gebeurt nog eens iets en dat krijgt aandacht. Dat heeft niets te maken met dieper buigen voor de één dan voor de ander. Zeker van de Ne derlandse overheidsinstellingen mag je spreken van een grote objectivi teit". KvK-voorzitter Kok geeft de eer van de industriële opleving van Zeeuwsch-Vlaanderen aan de komst van Philips die, net wat eerder dan Dow, flitslampjes in Terneuzen liet maken. „In feit heeft dat een enorme stoot gegeven aan de ontwikkeling van Zeeuwsch-Vlaanderen. Philips was aardig met een paar honderd ba nen. Maar de grote klap kwam met Dow. Die heeft ook heel wat andere bedrijven groot gemaakt. Kijk maar naar Bravenboer Scheers (een in genieursbureau, red.), hoe groot dat nu is. Door Dow heeft Zeeuwsch- Vlaanderen zijn achterstand inge haald", aldus Kok die zelf als direc teur van de Glasfabriek in Sas van Gent meemaakte hoe de nieuwelin gen de achtergeleven lonen in dit ge bied hielpen optrekken naar het ni veau van de Randstad. In de krapte van de arbeidsmarkt in het begin van de j aren zestig stegen de lonen met 23 procent. „Toen konden wij dat geluk kig nog opvangen", aldus Kok. „Het was hier voordien ook wat patriar chaal. Met de komst van Dow is dat veranderd. Dow bewees hoe perso neel ook een eigen verantwoordelijk heid kan hebben en dat heeft invloed gehad op de andere bedrijven". Dow in weer een andere rol, als brenger van het vuur der sociale vooruitgang. Bij wijze van huldiging aan de jubila ris en zijn lichtende voorbeelden zegt Kok: „Dow is een zegen voor de streek geweest. Bedank Dow namens Zeeuwsch-Vlaanderen". Dezelfde concurrentiepositie bepaalt ook de mate waarin Dow investeert in maatregelen om milieuvervuiling te voorkomen. Het bedrijf gaat er al jarenlang prat op. dat ze de milieunormen van de overheid strikter naleeft dan noodzakelijk is. Door zich zoveel 'schoner' te gedragen dan andere chemische bedrijfen wil Dow- „de mensen overtuigen van het feit dat het bedrijf een goede bijdrage levert aan de maatschappij", zegt Adcock. „We nemen dit standpunt ook in tijdens overleg met andere chemische industrieën. We moeten daar wel erg voorzichtig mee zijn, want het is een standpunt waar je je erg onpopulair mee kunt maken. Maar we willen de toonzetten". Dat betekent echter allerminst dat Dow in de nabije toekomst geen milieuvervuiling meer zal veroorzaken. De marktverhoudingen voorkomen namelijk een milieuveilige produktie. Voor een dergelijke produktie zijn ingrijpende investeringen nodig. Adcock: „Hetisjuist, datde investeringen die wij doen op dit punt invloed hebben op onze concurrentiepositie. We moeten ons zelf niet uit de markt prijzen. We kunnen dus niet te ver voorop In het hele bedrijf is een lijstje kernwaarden terug te vinden: het hangt aan de muren en staat, netjes ingelijst, op tal van bureaus. De methode is niet nieuwin vele politieke en religieuze bewegingen heeft het tot ernstige ontsporingen geleid, welnieuw is dat dit onderdeel is geworden van wat modern management wordt genoemd. De kernw-aarden hebben echter niet alleen het 'welzijn' van wwerknemers en klanten op het oog. Want als de waarden naar de letter worden uitgevoerd, brengt dat ook de nodige financiële voordelen met zich mee. Als het om het milieu gaat. geeft Adcock dat grif toe: „Het geld dat we in hergebruik van afval gestoken hebben, heeft zich ruimschoots terugbetaald". Wat betredt de veiligheid van de produktieprocessen vindt hij echter dat de werknemer belangrijker is dan de hoogte van de verzekeringspremies. „Natuurlijk is er sprake van verspilling als mensen gewond raken. Het is zeker zo, dat dat geld kost. Maar het belangrijkste doel van onze veiligheidsprogramma's is. dat we willen voorkomen dat onze mensen een ongeluk krijgen. We zijn geen harteloze mensen....". Niet alleen moeten de kernwaarden leiden tot een ander gedrag van de werknemers, ze zijn ook bedoeld om Dow Chemical een reputatie te geven van een onderneming die zijn verantwoordelijkheden kent. In een periode waarin tal van chemische concerns betrokken zijn bij milieuschandalen, is enige aandacht voor het imago geen overbodige luxe. De naam van Dow is nog niet gevallen bij recente rampen en het bedrijf wil dat zo houden. Uit ervaring weet het Amerikaanse concern wat de gevolgen zij n van een slechte naam in de publieke opinie. De produktie van napalm in de jaren '60 voor het Amerikaanse leger in Vietnam heeft het bedrijf lange tijd een slechte naam bezorgd. Zelfs zodanig dat Dow de produktie van napalm en andere chemicalieën voor oorlogvoering toen heeft gestaakt. Adcock: „De vraag in dit soort zaken, waar de regering vanwege de nationale veiligheid een beroep op je doet, is of je er vanwege het controversiële karakter aan mee moet doen. Het gevolg kan zijn dat het image zó sterk wordt aangetast, dat het voortbestaan van het bedrijf in gevaar komt. Ookalhebjehet gelijk aan je zijde, het is goed mogelijk datje failliet gaat door de slechte naam die het bedrijf krijgt". Dit argument heeft er in maart van dit jaar toe geleid dat Dow zich terugtrok uit Zuid-Afrika. De Dow-topman benadrukt dat dit geen politieke besluiten zijn, want met politiek houdt het bedrijf zich niet bezig. „Ik kan u mijn politieke opvatting geven, maar die doet er niet toe. We houden ons aan de regels en wetten dié in een land gelden". lopen. Ik ben er overigens van overtuigd dat de rest van de chmische wereld ons op termijn zal moeten volgen". De aandacht voor het milieu is één van de zaken die genoemd worden in de Dow-kernwaarden, die ongeveer een jaar geleden zijn gepresenteerd. Milieu valt onder het hoofdstukje 'bedrijfsvoering': „Onze bedrijfsvoering zal ons diep respect voor ethiek, burgerzin, veiligheid, gezondheid en milieutot uitdrukking brengen". Net als bij de waarden die betrekking hebben op de werknemers, de klanten en de produkten, doen de gekozen woorden religieus aan. En dat is ook de bedoeling, want het gaat om waarden waarin 'geloofd' moet worden. „Nee, een gebed is iets te sterk uitgedrukt. De kernwaarden zijn die dingen, waarvan we vinden dat er niet mee gerotzooid mag worden. Het moet een tweede natuur worden, zodat de uitvoering van de waarden een auj tomatisme wordt. Het moet er bijvoorbeeld toe leiden dat onze mensen zowel in als buiten het bedrijf verantwoord omgaan met het milieu". De werknemers worden voortdurend op de kernwaarden gewezen in trainingen, in het Dow-video-journaal en de bedrijfskrant. Ook van de sociale controle wordt het nodige verwacht als het gaat om vergroting van het waardenbesef. General manager Adcock

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1987 | | pagina 45