SEEDORF EN
DE VERVELING
wein, weib und
immer gesang
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
\erveling
moe
willem van hamersvelt
ZATERDAG 20 JUNI 1987
Er is weer deining rond het beeld van ons leger in den vreemde. Een gene
raal constateert liederlijk gedrag van Jan Soldaat en zijn superieuren. De
militaire vakorganisaties schreeuwen moord en brand. En Defensie rea
geert paniekerig op de interesse die de Nederlandse pers eensgezind aan
de dag legt voor de krijgsmacht. Onze verslaggever keek een dag rond in
Seedorf, met een slordige 3000 man de grootste Nederlandse legerplaats
in Duitsland.
Soldaat Michel Kant uit Apeldoorn: 'Natuurlijk zijn er-veel problemen, alleen al omdat de Duitse meisjes van ons zijn'.
Ta-Töff is een gigantische discotheek. De
planologen moeten even een oogje
liebben dichtgeknepen toen de disco werd
neergepoot in het kale boerenland vlak
Ivoor Bremer-Vörde dat net zo min als
Ta-Töff zelf prat kan gaan op
Architectonische hoogstandjes. Een
Jiitgediende stoomlocomotief voor de
liitspanning moet duidelijk maken hoe de
gelegenheid aan haar naam is gekomen,
derr Mayer, de eigenaar, woont er
legenover. Een indrukwekkend pand op
lijn Duits. Groot en veel. Mayer heeft
Aardig zaken gedaan in zijn disco, dat moge
Huidelijk zijn. 's Avonds staat het enorme
parkeerterrein stampvol. Met Duitse
puto's. Want Nederlanders mogen er niet
neer in. Althans de soldaten uit Seedorf,
bik tien kilometer verderop.
Herr Mayer, een grijzende goed
geconserveerde vijftiger, heeft de buik vol
tan de maten. Een jaar geleden ging de deur
nicht voor de Nederlandse soldaat en dat
blijft wat hem betreft ook zo. Want 100
loldaten kosten hem op een avond 500
Duitsers, legt hij uit. „Sie waren sehr
linangenehm". Altijd maar vechten en
Enokken, die jongens. „Und da haben sie
Immer die Madel angefasst", meldt de
liscobaas. Ter verduidelijking onderstreept
bij zijn betoog met gebaren die een beetje
feminist doen gruwen.
Herr Mayer is niet de enige. Er is in de regio
hog een aantal disco 's waar de aanwezigheid
tan J an Soldaat niet meer op prijs wordt
gesteld. Hetzelfde liedje, knokken en achter
Eemeiden aanjagen. Meyers in Zeven is
l'erboden terrein voor de Nederlandse
naten en op de kazerne wordt het moment
fat ook Der Holzwurm in Bremer-Vörde zijn
leuren dicht houdt, nabij geacht.
I'oor Michel Kant, dienstplichtig soldaat, is
bat niet zo'n probleem, kij zwaait over twee
leken af. Heeft er dan een klein jaar
Duitsland opzitten. Hij hoefde toch al niet zo
Jiodig mee te doen met zijn maten. Zo af en
|oe wel eens een avondje mee uit, maar
nassaal aan de zuip en de beest uithangen,
lat ligt hem niet zoMichel heeft zijn eigen
leg gevonden in den vreemde. Komt bij
Duitsers over de vloer en trekt er in de
peekeinden met hen op uit. Hij heeft er een
neisje leren kennen. Beslist geen scharreltje
boor een avond, verzekert hij heftig. Dit is
lerieus. Samen vormen ze een ideaal
[oorbeeld van prettig samengaan tussen
Hollandse militairen en plaatselijke
bevolking. Zo zou de legerleiding dat graag
[aker mogen zien, maar Michel is met zijn
luitse vriendinnetje wel een uitzondering.
let verhaal van Seedorf is het verhaal van
fe verveling. Avonden en weekeinden in
pdigheid. Gevuld met drank, veel drank.
Vant als er iets niet verandert is het wel de
jombinatie van de soldaat met de bierpul,
i dienst leer je zuipen. Er is ook geen
joldaat in Seedorf die dat tegenspreekt. En
i, met veel bier achter de knopen wil er wel
lens iemand vervelend worden. Zeker in
poepsverband.
at geldt voor de vriendengroep rond de
rpskroeg op zaterdagavond en net zo goed
or diezelfde jongens in het legergroen'.
Heen vinden Duitsers dat niet leuk. En
éderlandse generaals ook niet. De Asser
igade-generaal A. J. van Vuren weekte een
mdvloed aan publiciteit los met zijn
tlatingen in De Ramskop, het clubblad
nde 42e Pantserinfanteriebrigade. Van
uren spuwde zijn gal over het gedrag van
jn ondergeschikten tijdens oefeningen in
uitsland. Een bloemlezing:.Niets stoot zo
"als haveloze, slecht verzorgde lawaaierige
11 compleet dronken militairen'
brouwen zitten niet te wachten op
Jitenlandse militairen die een avond in de
ad passagieren". „Onverzorgd en soms in
- meest verschrikkelij ke tenuen wordt er
ïwinkeld tussen huismoeders". De
meraal riep zijn manschappen op om
kaar in de gaten te houden en kondigde
!gen 'liederlijk gedrag' harde maatregelen
in.
e militaire vakbonden reageerden als door
j-n adder gebeten. De ACOM, de CNV-bond
p beroepsmilitairen, eiste het aftreden
p de generaal omdat hij de Nederlandse
lilitair voor joker zou hebben gezet. Ook bij
- organisaties van dienstplichtigen, de
|VNM en de VVDM, zijn de rapen gaar. De
pnstatering van de generaal wordt niet
Ingevochten. Maar wel zijn aanpak. De
pe bonden vinden dat de dieper liggende
Drzaken van het probleem opgelost moeten
[orden en dat de generaal alleen maar aan
Tilloze symptoombestrijding doet met zijn
prde lijn,
plgens de bonden is verveling de drijfveer
ghter de uitspattingen. En daar moet iets
fders tegen worden ondernomen dan het
Verboden toegang voor Nederlandse soldaten. De Duitse discotheekhouder had er tabak van.
aanslepen van fusten goedkoop bier. Van
Vuren richtte zich alleen tot zijn eigen
manschappen. Die zijn in Nederland
gelegerd. Maar als de verveling al
verwoestend toeslaat in een weekeinde op
oefening, hoe erg moet dat dan niet zijn in
de permanente legerplaatsen over de grens.
Vrijdagavond is het daar om vijf uur einde
dienst en maandagmorgen pas hoeven de
jongens weer aangetreden te staan. Maar
naar huis kunnen ze niet. Dat mag twee keer
in de twee maanden; één periode van tien en
één periode van vier dagen. Maar in de
praktijk wordt dat schema herhaaldelijk
verstoord. „Zes weken achter elkaar in
Seedorf is geen uizondering", zegt één van de
jongens. Dat is een lange ruk. De dienst kent
van hogerhand georganiseerd vermaak in de
vorm van de WZZ, de Dienst Welzijnszorg.
Men vertoont films en organiseert
hobbyclubs. In Seedorf geniet het militaire
verenigingsleven een bloeiend bestaan in
vergelijking met de Nederlandse kazernes.
Maar voor de meeste jongens biedt dat toch
geen soulaas tegen de immense verveling.
Een enkeling brengt de zelfdiscipline op om
een studie te volgen. „Je moet wel heel sterk
in je schoenen staan. Er wordt vaak raar
aangekeken tegen jongens die het proberen.
En plaatsen waar je rustig kunt studeren zijn
er veel te weinig", meldt een volhouder.
Er valt hier niets te beleven. Die
constatering kun je in een gesprek met
iedere willekeurige soldaat optekenen.
Seedorf is uiterst landelijk gelegen. Een
eldorado voor rustzoekers. Maar wie
noodgedwongen is aangewezen op
georganiseerd vertier komen de eindeloze
akkers al vlot de neus uit. Wat rest is de
drank. Wat er ook op Seedorf aan te merken
mag zijn, over de aanvoer van alcoholica
mogen de jongelui beslist niet klagen. En
tegen prettige prijzen. Elk onderdeel weet
zich gesteund door een eigen bar, waar voor
60 cent een mooie pils wordt geschonken. Zo
geef je nog eens een rondje weg. Op vijf
kilometer afstand ligt Zeven, kruising
tussen een boerendorp en een slaperig
provinciestadje. Zo'n 15 kilometer de andere
kant op luistert nog zo'n nederzetting naar
de naam Bremer-Vörde. Er is niets te doen,
luidt het oordeel van de maten. Beide
plaatsen zitten ruim in de horeca, maar voor
grootstedelijk vermaak moetje in Hamburg
of Bremen zijn, zo'n 60 en 90 kilometer ver
van de kazerne.
Ze zijn bij Defensie niet zo blij met de
aandacht die de beweringen van generaal
Van Vuren in de media hebben gekregen.
Men heeft niets te verbergen. Natuurlijk
niet, maar alle kazernes hebben wel
instructies de pers buiten de deur te
houden.
Ook Seedorf. Dat is jammer want bij gebrek
aan oefeningen deze week hebben zo'n 20
kranten de blik op de Duitse legerplaats
laten vallen. De collega's hebben zich netjes
Verscholen in het lover wachten Nederlandse soldaten tijdens een oefening in de omgeving van Munster op wat komen gaat.
gemeld bij Defensie-voorlichting in Den
Haag. Ze worden beleefd buiten de poorten
gehouden. Het is dan ook even slikken voor
de officier van piket in Seedorf als hij
plotseling twee burgers tegen het lijf loopt.
Een krant dus, hikt de eerste luitenant. En
dat dat helemaal niet kan en niet mag en dat
we naar de voorlichting moeten. Maar de
wacht had alleen maar namen gevraagd en
niet wat we kwamen doen. In een gebaar van
Hollandse gastvrijheid werd er zelfs koffie
geserveerd. Maar als we niet welkom zijn,
dan gaan we toch weer. Een half uurtje
kazerne is meer dan genoeg.
Naar de voorlichting hoeft niet, want als we
even later in het Protestants Militair Tehuis
zitten, komt de voorlichting zelf al. Dat is
snel. Op de paraatheid van de leiding valt in
ieder geval niets af te dingen. Drie zilveren
sterren sterk is de voorlichting en dat duidt
op een ritmeester. Hij vindt het heel
vervelend dat het allemaal zo gelopen is,
want de instructies uit Den Haag waren zo
duidelijk. En nou toch journalisten. Maar
even zo goed petje af. hoor. Heeft u toch nog
mooi nieuws.
In een poging te redden wat er te redden valt,
neemt de ritmeester plaats in de praatstoel.
Natuurlijk, er wordt veel gedronken. Maar
dat is in de Nederlandse kazernes al niet
anders. Alleen mogen ze daar wel weg in de
weekeinden en velen kunnen ook 's avonds
naar huis. Een wezenlijk verschil, inderdaad.
Maar er is in Seedorf toch maar een hoop te
doen voor de jongens. Als de heren
belangstelling hebben wil hij wel folders
gaan halen. Ja, de generaal heeft wel gelijk.
Alleen misschien een beetje ongelukkig
gebracht en de gevolgen niet zo goed
overzien. Het is natuurlijk wel zijn goed
recht om „de mannetjes" eens ferm toe te
spreken. En vergeet niet dat een oefening
iets heel anders is dan de legering op een
permanente kazerne. Te velde wil het
commando nog wel eens vergeten om iets te
regelen in het weekeinde. En dan zitten die
jongens daar maar in een grote tent met een
hoop goedkoop bier. Misschien zou dat de
oplossing wel zijn. Stel je eens voor dat de
mannetjes twee piek voor een pilsje moesten
neerleggen. Dan was de lol er gauw af. Maar
hij moet nog eens verder en als de heren
vanavond nog met de mannetjes willen
praten dan moeten ze dat vooral doen.
Duitsland begint moe te worden van de
buitenlandse militairen. Dat heeft niet
alleen met het gedrag van de soldaten te
maken. Tien, twintig jaar geleden waren de
maten ook al niet vies van een glaasje meer,
ook al hadden ze toen minder te besteden. In
die tijd wilde een dorp nog wel eens
verlekkerd uitlopen als er een colonne
voorbijtrok. Of werden de maten in de
dorpskroeg op de schouders gebonkt door
een originele veteraan in een weemoedige
bui. Dat wordt minder. Rond de gebieden
waar veelvuldig wordt geoefend, beginnen
kapot gereden wegen, vernielde akkers en
laag over huilende straaljagers te irriteren.
De schade wordt overwegend vlot vergoed,
maar dat kan de groeiende ergernis niet
wegnemen. En waar dat vandaan komt?
Een verandering in mentaliteit wellicht,
zoals een beroepsmilitair denkt.
„Nederlanders zijn nooit zo happig geweest
op militairen. In Duitsland was dat altijd
wat anders, maar dat lijkt te veranderen".
Ook de frequentie waarmee wordt geoefend
werkt de gesignaleerde wrevel in de hand.
De dienstplicht is een stuk korter
geworden. Bij gelijkblijvende eisen aan
paraatheid en vaardigheden moeten de
jongens in kortere tijd vaker het veld in.
De ritmeester in Seedorf stelt vast dat
dronken mensen afstoten. „En zeker
soldaten in uniform. Daar hebben Duitsers
toch nog iets mee, met dat uniform". De
omgang met meisjes uit de omgeving doet
ook geen goed aan de verhoudingen tussen
de in Seedorf gelegerde soldaten en hn
plaatselijke leeftijdgenoten. Twee groepen
die elkaar in hetzelfde jachtterrein tegen het
lijf lopen. „En wij zijn daar anders in. Als een
Duitser iets met een meisje heeft, betalen ze
ook na een paar maanden nog allebei zelf
hun rekening. Dat doen de Nederlanders
niet. Die kijken niet op een paar cent", legt
één van de jongens uit.
In Ta-Töff is de j acht gesloten. Zover is het in
Bremer-Vörde nog niet. Het stadje is rond elf
uur 's avonds volledig uitgestorven in schril
contrast met Der Holzwurm, de locale disco.
Nou mogen onze Jannen nog zo
schreeuwerig zijn, boven de daverende
herrie die de geluidsinstallatie afscheidt
komen ook zij niet uit. De communicatie
speelt zich dan ook nauwelijks op het
verbale vlak af. In wolken goedkope parfum
doen prille Madel hun uiterste best de
bedoelingen van de maten ook zonder veel
tekst te begrijpen. „Da haben sie immer die
Madel angefasst," zei de baas van Ta-Töff. In
Der Holzwurm maken de plaatselijke
schonen niet de indruk daar erg veel
bezwaar tegen te hebben. In een grijpklare
pose neemt een van de jongens afscheid van
zijn Duitse periode. „Wir gaan zondag
zurück." Buiten hangt een maat langs de
gevel omhoog. Gezellig, hè,"spreekt hij
met zware tong.