BAREND VAN DORP radio-interviews zijn net voetbalwedstrijden. BOOSHEID LEIDT TOT DADEN PZC/ week-uit P 23 kermis voetbal bewondering vrij nederland geweld rené'tsas problemen onderwijs helma coolman ZATERDAG 20 JUNI 1987 Frits Barend en Henk van Dorp zijn, naar hun eigen zeggen, 'erg geïntresseerd in het dagelijks leven van mensen'. Wat doet iemand en waarom doet hij het, zijn de onderliggende hoofdvragen bij hun interviews met bekende en onbekende Nederlanders in hun wekelijkse radioprogramma 'Tussen Barend en Van Dorp'. Zaterdag 27 juni zendt de Vara de laatste aflevering van dit seizoen uit. Een gesprek over het programma, het verschil tussen Vrij Nederland en Nieuwe Revu en het voetbalvandalisme. Op de vraag waarom Barend en van Dorp doen wat ze doen luidt het korte antwoord van Henk van Dorp'Omdat God het wil.' Frits Barend is iets langer van stof: 'Dat moetje maar aan mijn psychiater vragen. Wat we doen, doen we voornamelijk omdat we het leuk vinden. Denk ik. - Met edele motieven als het aan de kaak stellen van onrecht en wantoestanden heeft het niks te maken? Van Dorp: 'Wat we maken komt vaak tot stand uit irritatie of kwaadheid. Zo irriteerde het ons zeer dat de voorzitter van het betaald voetbal, André van der Louw, en de burgemeester van Den Haag, en vrijwel alle kranten vonden dat de bekerfinale FC Den Haag-Ajax zo prima was verlopen terwijl een heel vak supporters, bijna voortdurend, dingen riep als: Ajax is een jodenclub, dood aan de neger Menso, Cruyff kankerjood en Menso naar Artis. Aan het Songfestival, of de AKO-prijs hebben we aandacht besteed omdat we helemaal gek werden van die 'gebeurtenissen'. Als je dat gedoe rond die AKO-literatuurprijs hebt gevolgd zou je toch geen boek meer lezen? Even later voegt hij eraan toe: 'En soms willen we gewoon een beetje giechelig doen. Kortom, het lijken wel twee mensen, die Frits en ik.' Een paar weken geleden hadden jullie een kermisexploitant in de uitzending. Hoe komen jullie aan zo'n man? Gewoon een avondje naar de kermis en daar iemand bij de kraag vatten? Van Dorp: 'Een paar jaar geleden waren we eens een keer met onze kinderen op de kermis en daar zagen we een man die zeer bedreven het publiek naar zijn 'tent' lokte. Toen we zo met hem in gesprek raakten, hebben we hem in ons achterhoofd gehouden. Een jaar geleden hebben we hem nog eens ontmoet bij een voetbalwedstrijd en toen hebben we hem gevraagd of hi j eens een keer in de uitzending wilde komen. Meer zit daar niet achter.' Als Barend en Van Dorp het nodig achten richten ze hun pijlen ook wel eens op de Vara, de omroep waar ze hun programma voor maken. Zo kreeg onlangs de abominabele 'Spoorspelshow' er van langs. Barend: 'Een organisatie is sterk als ze ook kritiek van binnenuit kan hebben.' 7 De Vara is de enige omroep waarvoor jullie willen werken? VanDorp: 'Nee.' Barend: 'Belangrijk is of een werkgever je in staat stelt of je je journalistieke vrijheid, uiteraard binnen de beperkingen die er altijd zijn, kunt invullen. Met de Vara hebben we, wat dat betreft, tot nog toe nooit Problemen gehad.' Of omroepen als de KRO, de NCRV of de Avro hen die vrijheid zouden geven, betwijfelen ze. Barend: 'We laten wel eens onderwerpen hggen maar dat komt dan enkel en alleen omdat we er geen goeie vorm voor kunnen vinden.' Van Dorp: 'We vonden het lachwekkend om te horen hoe, in een uitzending van 'Welingelichte kringen' Rinus Ferdinandusse, de hoofdredacteur van Vrij Nederland, Hugo Brandt Corstius, de satiricus, (kortom de uitvinders van de linkse humor) en een aantal linkse journalisten, Boudewijn Paans, van de VPRO-gids aanvielen om het feit dat de VPRO-gids een pastische had gemaakt op de VN-oproep aan de lezers om 'hun eigen tv-programma' te maken. Daar hadden we in ons programma erg graag op in willen gaan maar we vonden er geen goeie vorm voor.' Vormgevingsprobiemen zouden makkelijk opgelost kunnen worden door de uitzending vantevoren op te nemen, maar Barend en Van Dorp hechten zeer aan het live-karakter van hun programma. Barend: 'We willen elk moment onderbroken kunnen worden voor actualiteiten of wat dan ook. Toen bekend werd in het nieuws van elf uur dat een Nederlander de ramp met de Herald of Free Enterprise had overleefd, hadden wij de man een paar minuten later aan de telefoon. Zo hadden we ook Paul Goossens, de hoofdredacteur van de Belgische krant de Morgen, direct aan de telefoon toen bekend Barend: 'Het huwelijk had vijftien jaar geduurd maar was de laatste tij d niet meer van dien aard dat we nog bij elkaar in hetzelfde bed konden slapen. Om grote brokken te voorkomen zijn we opgestapt. Maar wel door de voordeur, niet door een achterdeurtje. Toen de Nieuwe Revu hoorde dat we bij VN weg gingen waren zij een van de eersten die aan de bel hingen. - Nieuwe Revu heeft wel een ander karakter dan VN. Van Dorp: 'Het heeft een beter karakter.' Barend: 'BijNR vinden we terug wat we aantroffen bij VN toen we er kwamen werken. Het is een ploeg die veel dingen wil, nog veel van plan is. Nieuwe Revu is een beter blad dan menigeen denkt.' Van Dorp: 'Met een aantal mensen willen we zeker nog wat veranderen aan het blad, maar het karakter moet blijven zoals het is. Dat is goed.' Aandringen op een antwoord op de vraag wat er hen bij VN de laatste paar jaar precies tegenstond heeft weinig zin. Barend: 'Kijk, er werken driehonderd mensen bij het bedrijf dat VN uitgeeft. We zouden nu wel een polemiek kunnen beginnen met sommige VN-redacteuren of met leidinggevende figuren, maar ik weet niet in hoeverre die polemiek het bedrijf zou schaden. We hebben er te lang met plezier gewerkt om het bedrijf schade toe te willen brengen. Maar de teloorgang van VN gaat me wel aan het hart.' Van Dorp: 'Ik begrijp wel datje het prachtig werd dat de rijkswacht een inval had gedaan bij zijn krant.' Gesprekken met de gasten vantevoren doornemen doen ze nooit. Barend: 'We zeggen wel tegen iemand waarom we hem uitnodigen en waarover we willen praten maar verder gaat het niet. Een gesprek zoals wij dat voeren op de radio is te vergelijken met een voetbalwedstrijd. Je neemt je wel een aantal dingen voor, maar je weet nooit hoe het zal verlopen.' Onderwerpen voor de radio en de Nieuwe Revu, het weekblad waar Barend en van Dorp nu voor werken, houden ze strikt gescheiden. Van Dorp: 'Dat hebben we niet met onze werkgevers, maar met onszelf afgesproken. Barend: 'Al gebeurt het wel eens dat we, wanneer we voor de krant bij iemand zijn, dingen horen waarvan we denken: het zou wel leuk zijn om daar over een halfjaar eens aandacht aan te besteden in het programma. Omgekeerd gebeurt het ook wel dat iemand die we voor de radio spreken bepaalde dingen 'live' niet wil zeggen, en we daar later voor de krant nog eens in een andere vorm op terug kunnen komen.' - Waarom zijn jullie weggegaan bij Vrij Nederland? Van Dorp: 'Ik zeg daar niks over. We hebben daar vijftien j aar lang met plezier gewerkt. De laatste twee jaar zijn er dingen gebeurd die we niet zo prettig vonden en toen zijn we weggegaan.' zou vinden als wij met VN de vloer zouden aanvegen zoals Cees Gravendaal dat met de NOS gedaan heeft, maar dan willen Frits en ik niet.' Geweld op en rond de voetbalvelden (zowel verbaal als lichamelijk) maakt, zo zegt Van Dorp, hen wel eens misselijk, maar een reden om de voetbalverslaggeverij aan de kant te zetten is het zeker niet. Barend: 'Het feit dat Lubbers premier is heeft toch ook nog geen parlementair journalist doen besluiten om uit zijn vak te stappen?' Toch is het wel eens gebeurd dat ze niet naar een wedstrijd de competitiewedstrijd FC Den Haag-Ajax) gingen omdat vantevoren te voorzien was dat er weer grote rellen zouden zijn en ze daar 'even geen zin' in hadden. Barend: 'Eigenlijk zou je aan dat geweld elke week aandacht moeten besteden. Het valt ons ook op dat het verbale geweld rond het voetbalveld volkomen geaccepteerd is. Burgemeesters verbieden een wedstrijd alleen maar omdat er gevochten wordt, niet omdat er voortdurend racistische leuzen geroepen worden. Een scheidsrechter staakt een wedstrijd ook pas wanneer er lichamelijk geweld gepleegd wordt. Het zou goed zijn als scheidsrechters wel een wedstrijd durfden te stoppen omdat er allerlei schandalige dingen vanaf de tribunes geroepen worden. Of dat de spelers zouden zeggen: dit pikken we niet, onder Dat Barend en Van Dorp grote bewondering hebben voor, bijvoorbeeld Johan Cruyff en Ruud Gullit, hebben ze nooit onder stoelen of banken gestoken. In de Nieuwe Revu van 15 mei schreven ze: 'Toen we bleven geloven in de ideeën van Cruyff heetten we blinde Cruyff-aanhangers. En dat mag niet, je moet objectief blijven. Je mag als muziekjournalist wel uitzien naar concerten onder leiding van Bernard Haitink, als toneeljournalist door de knieën gaan voor Youp van 't Hek, als filmjournalist alles goed vinden wat Woody Allen aanraakt, maar de grootste artiest die Nederland ooit heeft voortgebracht mag je om zijn vakkundigheid niet bewonderen. Toch is hij het, Johan Cruyff, die als coach heeft bewezen dat het voor anderen onmogelijke voor hem mogelijk is.' Eigenlijk, zo zegt Frits Barend, zou het mogelijk moeten zijn datje als journalist je bewondering voor iemand nog feller uit, om op die manier de polemieken uit te lokken die onze sportjournalistiek helaas ontbeert. Een groot aantal sportjournalisten, zo vindt hijheeft te veel belangen te verdedigen, is te goed bevriend met deze of gene trainer of speler om onbevangen te kunnen schrijven wat ze denken. - Jullie hebben er geen moeite mee iets negatiefs te schrijven over Gullit als dat nodig is? Barend: 'Nee, ik heb je toch al gezegd dat we net mensen zijn.' -Het zou juist menselijker zijn wanneer je er misschien wel moeite mee had. Barend: 'Stel, ik zeg stél, dat Cruyff Kraai j-achtige neigingen zou gaan vertonen, dat hij zou gaan liegen en smoezen verzinnen, dan zou ik het daar moeilijk meehebben ómdat er dan dingen zouden gebeuren die ik niet in overeenstemming kan brengen met 's mans karakter. Maar als hij het gewoon als coach eens een keer niet zo goed doet, heb ik er geen enkele moeite mee om dat te schrijven. Het zou belachelijk zijn als dat wel het geval was.' .v.v •Xy X;X deze omstandigheden willen we niet verder spelen.' De oorzaak voor het geweld op en rond voetbalstadions is volgens Barend en van Dorp gelegen in de felle tegenstand die tussen de verschillende supportersgroepen gegroeid is. Barend: 'Bij het wielrennen zie je de laatste tijd ook meer gewelddadigheden ontstaan, maar het is niet zo dat Panasonic en Super Confex zo'n sterk gescheiden supportersgroepen hebben. De supporter die Joop Zoetemelk goed vindt vindt Hennie Kuiper ook goed.' De verharding tussen de supportersgroepen heeft op haar beurt alles te maken met de verharding die in de hele maatschappij optreedt. Van Dorp: 'Vijftien jaar geleden was er een grote discussie of de KRO 'Bonanza' wel mocht uitzenden omdat daarin wel eens iemand van zijn paard geschoten werd. Nu moeten er in elke serie minstens veertig doden vallen.' Met verharding van het voetbalspel zelf hebben de rellen tussen de supporters weinig van doen, vinden ze. Barend: 'Er zijn veel psychologen die dat graag willen aantonen, maar ik geloof niks van die onder zoeken.' .V.V SS v.v, v.v, ■v.v Op het kruispunt tussen Ankara en Afion, de afgesproken ontmoetings plaats, staat een oranje Volkswagenbus je met een Nederlands kenteken. Als we uit onze bus stappen, klimt er moeizaam een Turkse man uit de auto. Met uitge stoken handen komt hij op ons af: hij herkent onmiddellijk de ex-leraar van zijn kinderen uit Terneuzen. De familie Güzle, bestaande uit vader, moeder, drie dochters en een zoon, woont sinds augustus vorig jaar weer in het Turkse dorpje Emirdag, na zeventien jaar in Terneuzen te hebben gewoond. De drie jongste kinderen Gülsüm (16), Faki (15) en Aynur (10) zijn in Nederland gebo ren en ook Meryem (20) en Nuray (18) had den nauwelijks herinneringen aan hun geboorteland. Toch waren de vrouwelij ke gezinsleden eenstemmig in hun keus, toen vader Musa Güzle (47) vorig jaar we gens rugklachten werd afgekeurd: terug naar Turkije. De vooruitzichten leken goed. Een jaar eerder had Güzle met behulp van familie een mooi huis gebouwd in Emirdag. De familie kon er riant wonen en familiebe zoek leverde geen ruimtelijke problemen op. Mocht het wonen in Turkije tegenval len, dan kon de familie binnen negen maanden nog weer terugnaar Nederland. Na negen maanden is het recht op een verblijfsvergunning verspeeld. Ook fi nancieel was er geen vuiltje aan de lucht: de uitkering vanuit Nederland is in elk geval tweeëneenhalf jaar verzekerd. Daarna moet Güzle zich laten herkeuren. Mocht hij opnieuw worden afgekeurd, dan blijft de uitkering gehandhaafd. Inmiddels zijn de negen maanden ver streken. De familie blijft dus in Turkije, hoewel het leven niet vergelijkbaar is met dat in Nederland. Behalve het cultuur verschil heeft de familie er nog een paar problemen bij gekregen. Het grootste daarvan is een ernstig zieke grootvader, die overeenkomstig de gewoonte door de oudste zoon, vader Güzle, in huis is opge nomen. Dat betekent voortdurend fami lie op bezoek die, onder andere in het ge val van de uit België overgekomen tante, niet na de koffie weer opstapt. Het is een reden waarom Güzle mij na aankomst meeneemt naar het plaatselijke eethuis voor een maaltijd, al voert hij als excuus aan dat „de juffrouw misschien niet ge wend is aan onze manier van koken". Güzle is zichtbaar blij met het bezoek uit Holland. Dat blijkt alleen al uit het feit dat hij de twee uur die wij te laat waren, zonder morren heeft uitgezeten. Aan ta fel benadrukt hij: „Als ik jullie niet had gevonden, had ik toch spijt gehad". Het gesprek aan tafel gaat voornamelijk over ditjes en datjes uit Terneuzen. Hoe wel boven ons hoofd de televisie luidkeels een bijdrage levert aan de gezelligheid, mist Güzle geen woord van de verhalen over zijn vrienden, de perikelen rond de moskee in Terneuzen en andere weetjes. Al gauw komt een Nederlandse agenda voor de dag, stikvol met adres sen. Van vrienden, maar ook van talloze Nederlandse instanties, die hij nodig had en heeft om zijn zaakjes te regelen. Nog steeds gaan er brieven over en weer met betrekking tot de financiële kant van zijn terugkeer. Over ruim anderhalfjaar moet Güzli wor den herkeurd. Terwijl hij het vertelt maakt hij een veelzeggend gebaar met zijn vingers: het is in Turkije een publiek geheim dat keuringsartsen in deze kwes ties omkoopbaar zijn. Hij zal met geld over de brug moeten komen, wil hij op nieuw worden afgekeurd. Mensen die uit West-Europa terugkomen, worden ten onrechte geacht rijk te zijn en daar willen ook anderen wel van meeprofiteren. Hoe hoog het bedrag zal zijn, weet hij nog niet. De vraag wat hij gaat doen als hij wordt goedgekeurd en zijn uitkering verliest, beantwoordt hij met een schouderopha len. Güzle vertelt zijn verhaal met een som - ber gezicht, dezelfde gemoedstoestand als waarmee hij over zijn auto vertelt. Over minder dan een half jaar moet 'ie weg, want dan moet het Nederlandse kenteken eraf. Invoeren kost te veel geld en verkopen met Nederlands kenteken in Turkije heeft geen zin. De zwaarmoedige indruk die hij maakt, zwakt af als het schoolrapport van Faki te voorschijn wordt gehaald. Faki, in Ne derland ook een goede leerling, blijkt op school hoge cijfers te halen. Achten, ne gens en een enkele tien wisselen elkaar af voor vakken als biologie, natuurkun de, Engels, scheikunde, wiskunde en aardrijkskunde. Daartussen staan een vijf voor godsdienst en een zes voor Turks. Faki zelf vertelt later behoorlijk te heb ben moeten wennen aan het Turkse schoolsysteem. „Het is veel strenger. M'n haar moest eraf en je moet een uniform aan. En opstaan als je aan de beurt bent. Als je dat vergeet krijg je slaag. Nou ja, slaag... Ik heb nog geen slaag gehad. Ze wisten dat ik uit Nederland kwam. Maar anderen krijgen dan een tik voor hun kop". Wat de talen betreft heeft Faki een grote voorsprong. „Ze hebben hier al moeite met die ene taal die ze kiezen. Ze vragen alles aan mij". De drie oudste dochters hebben mèt Ne derland ook het onderwijs verlaten. Al leen Aynur, die nog twee jaar leerplichtig is, gaat naar de lagere school. Meryem, Gülsüm en Nuray zijn, overeenkomstig de gewoonte in het dorp, altijd thuis om het huishouden te doen en te borduren. Vooral Meryem heeft daar een zinvolle tijdsbesteding in gevonden. Vol trots laat ze een stapel geborduurde beddespreien, tafelkleden en kussenslopen zien. Voor de uitzet. Uiterst fijn borduurwerk, met Nederlands garen, dat wel. „Dat kun je gewoon wassen en het Turkse garen loopt uit", verklaart ze. Meryem verliet Nederland met een havo diploma op zak. En een handtekening van het ministerie van buitenlandse za ken en de Turkse ambassade in Neder land, die ervoor hadden moeten zorgen dat dat diploma in Turkije erkend werd. Helaas pakte het anders uit. Afgezien van het feit dat de Nederlandse opleiding be perkter is door het vakkenpakket, telt het Turkse lyceum zes jaar en de Neder landse havo slechts vijf. Dus zou Meryem nog een jaar naar school moeten. Dat is niet gebruikelijk voor meisjes van die leeftijd in de dorpen. En nu heeft Meryem geen diploma en ook geen werk. Ook het in Nederland behaalde typediploma le vert niets op, want de Turkse typemachi nes zijn anders. Moeder Güzle mengt zich niet in het ge sprek. Tijdens die zeventien jaar in Ne derland heeft ze alleen wat van de taal le ren verstaan. Met enkele andere gehoofd- doekte vrouwen slaat ze de opwinding, die is ontstaan door het Hollandse be zoek, vanuit een hoek van de kamer gade. Nuray vertelt enthousiast over het leven in Turkije. De vraag of ze terug wil naar Nederland, beantwoordt ze pertinent ontkennend. „Dit is toch ons land", ver klaart ze met een gebaar dat dat voldoen de moet zijn. Als we, uren en veel thee en frisdrank la ter, afscheid nemen, worden we tot in de auto uitgezwaaid. Veel groeten moeten worden overgebracht naar kennissen in Terneuzen. En schrijven moeten we ook vooral. In de auto terug naar het hotel in Afion is tussen de zinnen door het heim wee van Güzle voelbaar. „Veel zorgen", had hij al eerder gezegd. En nu: „Er zijn al een paar mannen geweest. Om Meryem. Maar tot nu toe is er nog niets geregeld. Ze denken dat ze via haar een verblijfs vergunning voor Nederland kunnen krij gen. Of ze zoeken een vrouw die werkt, want die kan geld in het laatje brengen. Maar er is nog tijd...". De familie Güzle. Vlnr: staand de ouders, een nichtje, Meryen en Faki. Zittend: Aynur en Nuray. Gülsüm wilde niet op de foto. Henk van Dorp en Frits Barend maken voor de VARA-radio 'Tussen Barend en Van Dorp

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1987 | | pagina 23