ONGAAR GYORGY KURTAG ontworsteld aan erfenis bartok museum hedendaagse kunst in antwerpen letters letteren de grootste boekenkast van europa PZC/ week-uit 21 mtoegankelijk Ipera vertwijfeld hans lutz verzameling Kafka verdubbeling saint-pierre computer drukte [ATERDAG 20 JUNI 1987 i yorgy Kurtag wordt algemeen [beschouwd als een van Honga- lijes grootste componisten. Meer lan wie ook heeft hij zich kunnen (ntworstelen aan de muzikale Irfenis van Bartok en Kodaly, de ,vee componisten die de bijdrage |an het moderne muziekidioom van Hongarije vele jaren lang hebben be- |r,aid. Een erfenis, hoe rijk ook, die Inge tijd het Hongaarse muziekle ren heeft belemmerd zich te ontwik- leien. Heel lang hebben componis- In daar last gehad van het 'vader- ivndroom': beter dan zij kunnen we let toch niet. En bovendien, de we- leidwijde erkenning van Bartok en Vodaly, verleidde vele componisten kt een of andere vorm van epigonis- he. Bet is de onmiskenbare verdienste fan Kurtag (weliswaar in Roemenië leboren, maar in 1948 tot Hongaar lenaturaliseerd) dat hij het Hongaar- Ie muziekleven een nieuw zelfrespect leeft bezorgd. Kurtag, leerling onder keer van Marianne Stein, Darius Mil- laud en Olivier Messiaen en thans le- Taar (kamermuziek, geen compositie) Ian de Muziekacademie van Boeda- lest, was de eerste componist van lijn generatie in Hongarije, die defini- ief en overtuigend brak met de Bar- bk-invloed en nieuwe wegen zocht, bat is misschen wel mede veroor zaakt dóór het toeval: vlak na de Tweede Wereldoorlog trok hij als png muziekstudent, samen met Eyorgy Ligeti (die sinds 1956 niet lieer in Hongarije woont en werkt), il- egaal de grens over vanuit Roemenië laar Hongarije. Doel van die tocht: Ie Muziekacademie van Boedapest In Bela Bartok. Deze zou immers in Ie herfst van '45 terugkeren uit New rork om in Boedapest weer de lei- ping van de muziekacademie op zich e nemen en de jonge studenten had- len er alles voor over om van hem les Ie krigen. Op de dag van hun aan- lomst echter is Bartok in New York Iverleden. Of deze speling van het lot liteindelijk heeft bijgedragen aan de |elfstandige ontwikkeling van Kur- is slechts een vermoeden. Hoe |an ook was hij een van de eerste na oorlogse componisten, die zowel in Hongarije als daarbuiten erkenning [reeg. i die erkenning heeft Kurtag, die in I de centrale figuur was van een Hongaarse week tijdens het Festival lieuwe Muziek in Middelburg, ove- Jigens nooit zitten wachten. Voor lem zijn andere zaken belangrijker, turtag is een uiterst ontoegankelijk Jiens, die interviews mijdt als de lest („Mijn muziek moet voor mij Tpreken") en zich uitsluitend bezig joudt met componeren. Daar neemt lij dan ook de tijd voor: aan zijn peest bekende compositie 'Bood- jchappen van de overleden mej. R.V. ïrussova', tijdsduur 25 minuten, leeft hij vier jaar gewerkt. Dat heeft latuurlijk alles te maken met de in- lensiteit, de nauwgezetheid, de bijna luriteinse strengheid, de voortdu rende twijfel aan de eigen perfectie, jaarmee hij werkt. Het totale oeu- |re van deze 61-jarige beslaat nog leen dertig composities, fie alles van deze twijfels afweet, van turtag's teruggetrokkenheid is Idrienne Csengery, de zangeres die Ie 'Boodschappen' onder leiding van |e componist heeft ingestudeerd en Itgevoerd en sindsdien een nauwe platie met hem heeft, kurtag is buitensporig in zichzelf |:keerd", zegt zij in een interview, lij is een mens, die zich over alles prgen maakt, van alles een gewe tensvraag. Hij zit vol schuldbewust- |jn, en altijd zonder een voor ons lenbare oorzaak. Hij. heeft het gevoel Ie last van de wereld te dragen en hij jaakt daar een persoonlijk probleem |an. Dat geldt ook voor zijn compo- Jeren: een stuk is voor hem nooit af. |teeds weer vindt hij iets, dat verbe urd kan worden; nooit is hij tevre- len. Kurtag is een 'zwaar' mens, on- pker over alles. Dat uit zich in zijn [otterende, hakkelende manier van f 'aten, in zijn weigeringen interviews geven. Maar ook in zijn composi- |es zelf. Datgene, wat hij belangrijk fndt in de vragen die hij zich zelf pit, komt tot uiting in zijn werk. De pst doet er niet toe." lie basale onzekerheid over eigen Jannen moet een van de belangrijk- Te oorzaken zijn voor het feit, dat hij Paar niet toekomt aan het schrijven Jan een opera. De opdrachtgevers Taan in de rij, ook het Nederlandse Puziektheater en de Eduard van leinumstichting. In Hongaarse Tmponistenkringen wordt daar la- flerig over gesproken: 'hij is er al |er'ig jaar mee bezig, maar ook in de amende dertig jaar zal-ie er niet ko pen.' Wie Kurtags werk kent, de tot 1 het skelet uitgebeende klankop- «uw, zal dat niet echt verbazen. |r is veel gespeculeerd over de be sefte van Kurtag zelf om een opera schrijven. Zijn lied-cyclussen |Preuken van Peter Bornemisza, de loodschappen, de Scenes uit een Ro Gyorgy Kurtag man en meer) kunnen beschouwd worden als 'mono-drama's', met alle elementen van een opera in zich. En er is natuurlijk het gegeven, dat Kur tag in het begin van de jaren zestig zelfheeft laten weten, dat hij een ope ra wilde schrijven over 'De Hongaar se Elektra' van Peter Bornemisza. Met het oog daarop is hij de 'verzoe kingen van Bornemisza gaan lezen. De teksten daarin grepen hem zo aan, dat hij deze is gaan componeren. De eerste aanzet tot een opera, die er nooit is gekomen? De Hongaarse Kurtag-kenner Istvan Balazs acht het niet uitgesloten. „Maar", zegt hij, „het zou al te een voudig zijn om het te schuiven op het ontbreken van een gepast libretto. Het ligt veel dieper: uit Kurtags werken klinkt een nadrukkelijk vra gen, een vertwijfeld vragen naar de essentie van het menselijk bestaan. Kurtag is er de man niet naar om voor deze vragen schijnoplossingen te bedenken, of ze zo te stellen, dat er een quasi-diepzinnig succes uit voortvloeit. Hij zal pas dan een ope ra schrijvn als hij zelf voor de volle honderd procent overtuigd is van de oprechtheid van zijn eigen vragen. En daar een artistiek antwoord op heeft gevonden." Het lijkt een uitspraak, die duidelijk maakt, dat een aarts-twijfelaar als Kurtag aan dat stadium nooit zal toe komen. We zullen het dus vooralsnog moeten doen met de muziek, die Kurtag tot nu toe wél heeft geschreven. Muziek, die van een ongekende intensiteit is; energie, emotionele kracht die bin nen een en dezelfde maat de uitersten in volume bereikt. En steeds even in dringend blijft. Tot slot Kurtag zelf: „Wat (aan mu ziek) is opgeschreven moet niet ern stig genomen worden: het moet dóód- ernstig worden genomen als het gaat om de muzikale ontwikkeling, de toonvorming en de stilte. We moeten het notenbeeld geloven, het op ons la ten inwerken. Dat grafische beeld brengt orde in een stuk, al lijkt het nog zo ongebonden. Zeker, we maken gebruik van onze kennis van en herin nering aan de vrije voordracht, het parlando-rubato van de volksmu ziek, Gregoriaanse muziek en alles wat de geimproviserde muziekprak- tijk ons geleerd heeft. Maar dan grij pen we in: we brengen proportie aan in korte en lange tonen, we creëren samenhang en laten al die elementen tot een oplossing komen. Voor ons ei gen genoegen." Vanavond, Concertgebouw, 20.15 uur) Na Oost-Vlaanderen (MHK-Gent) en West-Vlaanderen (Oostende) heeft nu ook Antwerpen zijn mu seum voor eigentijdse kunst. Van daag wordt het MUHKA (Museum voor Hedendaagse Kunst Antwer pen) officieel geopend door gemeen schapsminister Patrick Dewael. Het museum, met directeur Flor Bex, be gint met een overzichtstentoonstel ling van het werk van Gordon Matta- Clark. Directeur Flor Bex (voorheen direc teur van het Internationaal Cultureel Centrum in Antwerpen en hoofdre dacteur van Artefactum) wil in zijn verzamel- en expositiebeleid de na druk leggen op zeer jonge ontwikke lingen in de beeldende kunst. Het museum is gehuisvest in een voormalige graansilo, vlak bij de Schelde en op een steenworp van het Museum voor Schone Kunsten. De verbouwing van loods tot een vol waardige expositieruimte heeft bijna negen miljoen gulden gekost. Achter de Art-Déco-gevel uit 1926 be vinden zich vier verdiepingen met een totale oppervlakte van 25.00 vier kante meter. De Antwerpse architect Michel Gransard heeft ook de uitbrei dingplannen al klaar. Het is de bedoe ling dat zo snel mogelijk de inmiddels aangekochte, aanpalende panden worden verbouwd. Dat moet het tota le oppervlak van het museum op achtduizend vierkante meter bren gen. Naast de nu bestaande drie grote za len heeft Grandsard ook kleinere ten toonstellingsruimten, een filmzaal,' restaurant en dakterras met exposi tie-mogelijkheden gerealiseerd. Bex wil jaarlijks zeven tentoonstel lingen organiseren. Daarbij ligt de nadruk op kunst uit de jaren tachtig. Behalve aan Belgische kunst, zal aandacht worden geschonken aan buitenlandse kunstuitingen. Voor het samenstelling van de vaste collectie krijgt het MUHKA jaarlijks ongeveer 27.000 gulden per jaar van het Rijk. Het afgelopen jaar is men al begonnen met collectioneren. Voor al objecten van Belgische kunste naars zijn aangekocht. De basis van de collectie wordt gevormd door de al bestaande verzamling Gordon Matta-Clark, die in de jaren zeventig is samengesteld door de gelijknami ge stichting in Antwerpen. Daarin zijn werken opgenomen van onder anderen Panamarenko, LeWitt, Ma- ra, Schnabel en Philip Glass. Bex hoopt in 1990 een redelijk beeld te kunnen geven van de ontwikkelin gen in de jaren tachtig. „Omdat we zo actueel moeten inkopen, zijn vergis singen uiteraard niet uitgesloten". De directeur en zijn wetenschappelij ke staf, die bestaat uit vijf kunsthisto rici, denken niet dat ze doubleren met de verzameling van het Museum voor Schone Kunsten. Bex: „De bedoeling is dat we heel nauw gaan samenwer ken. Maar ook: een eerlijke concur rentie is natuurlijk nooit weg". Het nieuwe museum dat een rijksmu seum is maar wordt beheerd door een stichting zal (desgevraagd) ook 's avonds zijn deuren openen voor groe pen en bedrijven. „Kunstsponsoring wordt heel belangrijk voor ons", al dus Flor Bex. De eerste tentoonstelling van werken van Gordon Matta Clark 11943-1978 is tot 16 augustus te bezichtigen. redactie andré oosthoek Als hier iets niet goed gaat, f ben je zo een pallet boeken Icwijt. Als alles wel goed gaat, hoeft hier geen mens binnen te zijn," zegt Harry de Meijer, hoofd commerciële zaken bij het Centraal Boekhuis in Culemborg. Hij spreekt over het nieuwe hoogbouwmagazijn van het Boekhuis, beter bekend als de grootste boekenkast van Nederland of mischien wel van Europa. Als alles in en om het magazijn eenmaal draait zoals het bedoeld is, dan is er eigenlijk sprake van een reusachtige robot die pallets boeken desgewenst opslokt en op verzoek weer uitspuwt. Het volledig automatische magazijn (115 meter lang, 34 meter hoog en 20 meter breed) heeft plaats voor 23.620 duizend pallets met boeken. Het Centraal Boekhuis is de grootste boekendistributeur in Nederland. Vijftig procent van alle boeken komt via het Culemborgs bedrijf bij de consument. Van de niet-school- of studieboeken is dit zelfs bijna tachtig procent. Vorig jaar leverde het Boekhuis ruim dertig miljoen boeken (met 55.000 verschillende titels) aan de detailhandel. Het bedrijf had vorig jaar 275 miljoen gulden omzet met een netto winst van 2,5 miljoen gulden. Er werken 425 mensen. De historie van het Centraal Boekhuis gaat ver terug. Al in 1871 werd door deVereeniging ter bevordering van de belangen des Boekhandels' te Amsterdam 'Het Bestelhuis van den Nederlandschen Boekhandel' in het leven geroepen om orde te scheppen in de stroom van pakjes die van de vele uitgevers richting boekhandel moesten. In 1926 kreeg een door de Vereeniging overgenomen boekendistributiebedrijfje in Amsterdam de naam Centraal Boekhuis. Sinds 1973 is het CB in Culemborg gevestigd, zowel in het centrum van het land als in het centrum van het Nederlandse taalgebied. Het Boekhuis is een zelfstandige BV, de aandelen zijn nog steeds in bezit van de Vereeniging. Deze wordt bestuurd door drie leden van de Koninklijke Nederlandse Uitgeversbond en door drie leden van de Nederlandse Boekverkopers Bond. vandaag een bestelling doet, die bestelling overmorgen in huis is. Drie en dertig eigen vrachtwagens rijden dagelijks vaste routes door het land. Elke boekhandel wordt op vaste tij den twee of drie keer per week voorzien van nieuwe voorraden. Voor de boekhandelaar brengt dit het grote voordeel met zich mee dat hij er geen grote voorraad op na hoeft te houden. Op de terugweg naar Culemborg rijden de vrachtwagens langs de uitgeverijen om de magazijnen van het CB weer aan te vullen met nieuwe voorraden boeken. „De De bouw van het nieuwe magazijn (een investering van circa twintig miljoen) werd noodzakelijk omdat het CB in 1985 de activiteiten van het Uitgevers Distributie Centrum in De Meern overnam. Dit bedrijf deed de distributie voor 23 uitgeverijen. Voor het Centraal Boekhuis betekende deze overneming dat de opslagcapaciteit verdubbeld moest worden. „In het eerste kwartaal van '85 leidde deze overname tot een enorme verhuizing van boeken. In Culemborg hebben we hiervoor tijdelijke opslagcapaciteit gehuurd die we nu weer afstoten. Om toch onze cyclus op gang te houden hebben we wel veel tijdelijk personeel in dienst gehad," aldus De Meijer. Met die 'cyclus' bedoelt De Meijer dat als een van de 1800 aangesloten boekhandels De brieven van Franz Kafka aan zijn verloofde Felice Bauer zijn op een veiling van Sotheby in New York voor een recordbedrag van 650.000 dollar 1,3 miljoen gulden) van eigenaar verwisseld. De 1.600 bladzijden materiaal. 600 brieven en briefkaarten die Kafka tussen 1912 en 1917 aan Bauer schreef, werden door een onbekende Europese partij gekocht van Kafka's uitgever, Schocken Books in New York, zei woordvoerder Matthew Weigman van Sotheby. De verkoopprijs was verreweg de hoogste die ooit voor een verzameling literaire manuscripten werd neergeteld. Het vorige record stond op 412.500 dollar voor een notitieboek van de dichter Yeats.datin 1985 bij Sotheby in Londen van de hand ging. Elias Canetti, schrijver van het boekKafka's andere proces: de brieven aan Felice"heeft de briefwisseling omschreven als „de nauwkeurigste geschiedenis van een menselijke relatie die er bestaat". Kafka is nooit met Felice getrouwd. De Franse romanschrijver en essayist Michel de Saint-Pierre is vrijdag op 71-jarige leeftijd overleden in Beuzeville (West-Frankrijk). Het bekendste werk van de streng katholieke schrij ver is Les Aristocrates 1954waarin hij het leven van landjonkers schildert. In al zijn romans en essays gaat het over het rooms-katholieke geloof en de tradities ervan, die hij met kracht verdedigde. Een ander bekend werk van Saint-Pierre is Les nouveaux prêtres 1964), waarin hij de geestelijke nood beschrijft van de inwoners van een gefingeerde voorstad van Parijs. Het oeuvre van de man die in zijn jeugd als arbeider en matroos werkte, wordt gekenmerkt door een grote vitaliteit. In zijn eerste boek Ce monde ancien 1948) behandelt hij in dialoogvorm het thema van de klassenstrijd, terwijl de roman La mer a boire (1952) zijn ervaringen beschrijft bij de marine en als verzetsstrijder in de oorlog. Michel de Saint-Pierre heeft enkele literaire prijzen gekregen. De bekendste was de grote romanprijs van de Académie Frangaisein 1955. beladingsgraad van onze wagens is zo'n tachtig procent," zegt De Meijer trots. Negentig procent van de bestelling van de boekhandels kan rechtstreeks per computer worden verwerkt. De helft hiervan komt via de telefoon rechtstreeks de CB-computer binnen. In ruim vijfhonderd boekhandels staan hiervoor kleine computertjes. De ander helft komt binnen op 'herbevoorradingsformulieren'.In elk boek zit zo'n formulier. Als de boekhandelaar een boek verkoopt haalt hij dat formulier eruit. Als hij vervolgens het formulier weer opstuurt naar het Boekhuis, krijgt hij datzelfde boek opnieuw in huis. Als de bestellingen zijn verwerkt door de computer, begint het radarwerk in de magazijnen (totaal 34.000 vierkante meter) te draaien. Het nieuwe hoogbouwmagazijn is een buikmagazijn. Voor de zogeheten 'fijndistributie' naar de boekhandels bevoorraadt dit magazijn 's nachts het handmagazijn. Met behulp van een aantal zeer ingewikkeld uitziende machines en sorteerapparaten, en natuurlijk vele mensenhanden, worden de boeken verzameld tot kant-en-klare bestellingen, die verpakt worden in dozen. Deze dozen komen vervolgens terecht in een enorme 'groupagehal'. Via een door de computer beheerst sorteercircuit, komen die dozen bij de juiste uitgang terecht. Elke van de 1880 boekhandels heeft bij een van de uitgangen een eigen vak, alwaar de verschillende dozen verzameld worden. „De grote drukte in deze hal begint na vieren als de vrachtwagens voor de volgende dag worden geladen," vertelt De Meijer tijdens een rondwandeling. Dagelijks gaan er minimaal 50.000 en op topdagen zo'n 250.000 boeken de deur uit. Op deze wijze verzorgt het Centraal Boekhuis de distributie in opdracht voor zo'n driehondervijftig uitgeverijen. „Boeken maken en verkopen is het werk van de uitgever. Distributie is gespecialiseerd werk. Door onze schaalgrootte is het voor uitgevers veelal goedkoper om die distributie aan ons uit te besteden," verklaart De Meijer. „Hoe verfijnder de boeken gedistribueerd moeten worden, des te belangrijker is onze rol voor uitgevers." Omdat de boekenmarkt niet meer of maar heel weinig groeit, zijn er voor het Boekhuis in de boekenbranche vrijwel geen groeimogelijkheden meer. Daarom wil de directie het takenpakket uitbreiden, of zoals men dat zo plechtig kan zeggen: het draagvlak verbreden. Omdat boekhandels vaak ook in kantoorartikelen doen, zijn de eerste stappen in deze richting gezet en distribueert het Boekhuis nu ook op bescheiden schaal schrijfpapier, envenloppen, wenskaarten, en dergelijke. „En natuurlijk blijft het zaak om onze huidige positie in de boekendistributie te handhaven," besluit De Meijer. Centraal Boekhuis

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1987 | | pagina 21