NtoP
OLD SOLDIER
HANS BANNINK
bevlogenheid
is er een
beetje af.
TONI SCHUMACHER
duits voetbal
is schijnheilig
eisen
mentaliteit
rinus antonisse
erecode
ontgoocheld
andere clubs
bert jan van oei
TERDAG 2 MEI 1987
Hans Bannink
foto wim riemens
ij geeft het zonder schroom toe.
Als ijveraar voor milieu, natuur
landschap kun je je wel eens Don
ichot voelen. Om er meteen, fel,
toe te voegen dat het gevoel her
schimmen na te jagen, meestal
verdwijnt. „Je gaat dan toch
er verder, als bijvoorbeeld een di-
teur van Hoechst zegt: jullie zijn
gekocht door de concurrentie,
stimuleert je om door te gaan, al
et het wel even aan je". Hans Ban-
k, oud-loods te Vlissingen en mi-
-activist met een inmiddels in-
kwekkende staat van dienst,
ft aan 'bevlogenheid' niets inge-
t. Overal waar het Zeeuwse mi-
in de knel zit, is hij paraat,
nink (61) kan daarbij moeilijk
r het hoofd worden gezien. Met
stem die gewend is woedende gol-
te overstemmen, waarschuwt hij,
ent hij protest aan en probeert hij
Sredden wat er te redden valt. En
/anneer Bannink op de zoveelste
ur van onwil of onbegrip stuit, kan
[spontaan ontploffen. „Ik maak me
wel eens kwaad en kom dan mis
ten explosief over. Op hoorzittin-
bijvoorbeeld. Later heb ik daar
spijt van. Het is slecht voor je
't en je imago. Maar ik ben niet ge-
[gd een blad voor m'n mond te ne-
Je moet eerlijk zijn en zeggen
r het op staat. Dat ze je dat niet
Ijd in dank afnemen - jammer
ninks inzet voor het bedreigde
ieu ontstond tijdens zijn werk als
erloods op de Westerschelde. Hij
;on in 1953. De tijd waarin de vis
bij het aanbreken van de dag met
perende zeilen uit het haventje
Doel vertrokken. Bannink: „Op-
s zag je ze niet meer. En je had bij
werpen een strandje, Sint Anne-
splage. Iedereen aan boord keek
de Belgische madammekes,
die zag je op een gegeven mo-
t niet meer. Je denkt dan: hier is
verkeerds. Het begon op de
elde ook te stinken als je met
|epen manoeuvreerde". Met een
tal andere bezorgde Zeeuwen
de hij een werkgroep, waaruit de
ruchte Vereniging Milieuhygië-
Zeeland ontstond. De georgani-
de strijd tegen de bedreiging van
milieu was een feit.
esultaten zijn niet om over naar
js te schrijven. De milieubewe-
Tijdens het Europese Jaar voor het Milieu besteedt de PZC
komende maanden in de zaterdagkrant aandacht aan men
sen die met'het milieu volop bezig zijn. Als hobby, als werk en
uit overtuiging. Dat laatste is van toepassing op de man met
wie de serie opent. De vice-voorzitter van de Zeeuwse Milieu
Federatie, J. M. Bannink. Een functie die hij nog zo'n drie jaar
zal bekleden en dan verlaat Bannink de voorste gelederen.
Overigens: met het Europese Jaar voor het milieu heeft hij
weinig op. „Het houdt niet zoveel in en de Europese Gemeen
schap heeft geen vuist om iets te doen. De richtlijnen die wor
den gegeven, zijn bovendien afgestemd op de zwakste broe
ders. Op zo'n jaar je niet veel hoop vestigen. Het zijn de onge
lukken die de mensen even wakker schrikken, waarna ze
gauw weer indommelen".
ging heeft meer nederlagen moeten
incasseren dan overwinningen kun
nen boeken. Bannink vindt dat ener
zijds frustrerend. Anderzijds: „Ik
denk dat je ermee moet leren leven.
Er zijn heus resultaten. Bijvoor
beeld het verscherpen van de regels
voor vervoer van gevaarlijke stoffen
op de Westerschelde; die zijn er mede
door onze inspanningen gekomen.
Het niet helemaal afsluiten van de
Oosterschelde, al is dat duurste
kunstgebit ter wereld - de storm
vloedkering - niet de beste oplossing.
De olieleiding naar Total, die niet
dwars over de Zeeuwse eilanden is
gelegd. Het niet doorgaan van de
bouw van drie fabrieken voor vi-
nylchloride door Hoechst. Dat zijn
dingen, die bereik je wel. Alle zaken
die je aanspant, verlies je niet".
De milieubeweging heeft volgens
Bannink inmiddels wel geleerd dat
'de overheid' altijd rekening houdt
met gevestigde (industriële/recrea
tieve) belangen. „Er wordt de laatste
jaren gelukkig meer rekening gehou
den met de milieubelangen. Je ziet
ook meer bereidheid ons te informe
ren en te betrekken bij zaken, met na
me bij provincie en milieu-inspectie.
Er is in een vroeger stadium overleg
mogelijk en dat is positief. Het nuttig
effect van een milieubeweging is
moeilijk aan te geven. De resultaten
blijken meestal pas najaren. Je ver
diensten hoeven wat mij betreft ook
niet zo te worden aangetoond. Maar
misschien is het voor de publieke opi
nie toch wel zinvol".
Dat grote bedrijven hun milieu-in
spanningen hebben moeten verho
gen, komt mede door de inbreng van
de milieu-activisten, meent Ban
nink. Hij heeft nooit moeite gehad
met het stellen van eisen, 'al zal het
ons niet in dank zijn afgenomen'.
Zelf is hij nimmer onder druk gezet
om bezwaren achterwege te laten of
in te slikken. „Ik zat als loods mis
schien in een goede positie. Je kunt zo
iemand niet makkelijk overplaatsen
naar bijvoorbeeld Delfzijl of Terschel
ling. Ik heb wel het idee gehad bij
vroegere bestuursleden van de VMZ
dat ze hinder hadden van hun milieu
activiteiten. Ik geef eerlijk toe: we
hebben wel eens met bepaalde bedrij
ven gepraat, maar we zijn niet be
werkt om bepaalde bezwaren in te
trekken".
Er is voor de milieubeweging - in Zee
land door fusie thans belichaamd
door één vereniging, de Zeeuwse Mi-
lie? Federatie - volop werk aan de
winkel. Weliswaar is de milieuwetge
ving indrukwekkend toegenomen
(vooral op papier) en is vestiging van
meer grote basisindustrieën uitgeble
ven, maar daarmee zijn de problemen
niet opgelost. Bannink noemt een be
langrijke erfenis uit het verleden: de
bodemverontreiniging. En de veilig
heid van de scheepvaart, de plannen
voor nieuwe kerncentrales en de
bouw van een nationaal opslagcom
plex voor radioactief afval. „Allerlei
wetten zijn niet voldoende. Je kunt
mooie vergunningen maken met rit
sen voorwaarden, maar je moet ze wel
goed kunnen controleren. En er moet
de bereidheid zijn een bedrijf aan te
pakken als het mis is. Het gebeurt te.
vaak dat een controlerende instantie
te weinig afstand neemt van een be
drijf en zich bij voorbaat bij overtre
dingen neerlegt. Het is ook zo dat in
het algemeen een vergunning wordt
afgestemd op hetgeen de aanvrager
beweert te kunnen doen binnen zijn
financieel-economische mogelijkhe
den. Dat is lang niet altijd de beste
oplossing voor het milieu".
De signalen zijn al enige tijd duide
lijk. De belangstelling voor het mi
lieu, met name in de jaren zeventig
sterk groeiend, vermindert ziende
rogen. Bannink schrijft het toe aan
de mentaliteit van de mensen. „Men
is meer op eigen plezier uit dan dat
men zich inzet voor zaken van alge
meen belang. Dat is een cultuurpa
troon. De mensen zijn meer voor het
eigen ik, al wil dat niet meteen zeg
gen dat ze redeneren van: pluk de
dag en laat de rest maar zitten". Hij
is over die tendens teleurgesteld en
zegt dat het ontzettend triest is dat
rampen als Tsjernobyl en de veer
boot bij Zeebrugge nodig zijn om be
paalde zaken te laten opleven.
„Daarmee red je het nooit, met der
gelijke pieken".
Bannink heeft met verminderde be
langstelling persoonlijk niet te kam
pen. „Ik ga er altijd van uit: waar je
aan begint moet je afmaken. En het
milieu nis nooit af, je blijft daar mee
bezig. Het is misschien ouderwets.
Zo'n minister Ed Nijpels - ik wil ver
der nog geen oordeel over hem geven -
moet uitgerekend bij Volkshuisves
ting, Ruimtelijke Ordening en Mi
lieuhygiëne in de luwte gaan zitten.
Dat is onjuist. Het is ook de bekende
narigheid: milieu heeft nooit flink de
doorslag gegeven. Ik ben blij dat er
nog altijd een groep mensen is te vin
den, die wel aan de bel trekt".
Sportagentur Ruediger
Schmitz, het bureau dat Toni
Schumachers zaken behartigt, is
gevestigd in het rustige
Euskirchen, zo'n dertig kilometer
ten zuidwesten van Keulen. In het
kraakheldere kantoor, zó
opgeruimd en steriel dat de vraag
rijst of er daar eigenlijk wel
gewerkt wordt, zit Schumacher
aanvankelijk zwijgend voor zich
uit te kijken. Vriend en manager
Ruediger Schmitz voert het
woord. Maar wanneer
Schumacher overneemt, is er van
terughoudendheid weinig meer te
bespeuren.
Schumacher beseft dat ook in
Nederland de publikatie van 'Der
AnpfifT opzien heeft gebaard en wil
graag vertellen waarom hij het
boek heeft uitgebracht. „Ik heb al
jaren met het plan rondgelopen.
Het is maar goed dat ik niet wist
wat me allemaal boven het hoofd
hing. Had ik geweten dat ik bij
Köln weg zou moeten, uit het
Duitse elftal zou worden gezet en
als ik had kunnen vermoeden hoe
mijn collega's zouden reageren,
dan had ik er waarschijnlijk van
afgezien. Dan was er helemaal
nooit een boek over Toni
Schumacher gekomen, want ik heb
me altijd op het standpunt gesteld
datje zo'n boek nog tijdens je
carrière moet uitbrengen. Omdat
het te makkelijk is en zelfs een
beetje laf om pas met je verhaal te
komen als je bent gestopt en niet
meer van de voetbalwereld
afhankelijk bent. Van achteraf
praten heb ik nooit gehouden".
Hij begrijpt nog steeds niet
waarom zijn collega's, de Duitse
voetbalbond (DFB) en bondscoach
Franz Beckenbauer zo furieus
hebben gereageerd. „Men sprak
over de erecode, die ik geschonden
zou hebben. Je kent dat wel, het
zogeheten bevuilen van je eigen
nest. Maar het enige dat ik heb
gedaan, is mijn mening geven over
zaken die allang bekend waren.
Dingen, die al in vijftig kranten
hebben gestaan in de loop der
jaren. Iedereen wist toch al dat de
nationale ploeg tijdens het WK in
Spanje interne conflicten kende,
iedereen kent toch de
stress-situaties gedurende zulke
evenementen en het probleem van
wel of geen sex tijdens
trainingskampen en toernooien?
En ook over doping in de
voetballerij is al vaak geschreven.
Misschien dat alles zo hard is
aangekomen omdat het in mijn
boek allemaal op een rij staat, ik
weet het niet".
Schumacher refereert aan een
interview, dat voormalig
international Paul Breitner in 1981
toestond aan Bild. „Dat hele
verhaal ging over doping en
Breitner wond er destijds geen
doekjes om. Rond dat interview
kwam weliswaar wat publiciteit,
maar lang niet zoveel als ik nu over
me heen gestort heb gekregen.
Tegen Breitner zijn ook nooit
maatregelen genomen. Vandaar
dat ik er totaal versteld van stond
toen men het mij wel kwalijk nam".
De golf van negatieve reacties
maakten Schumacher voor de
tweede keer in zijn leven een diep
ontgoocheld mens. Hij beleefde
het eerder, nadat hij bij een woeste
uitlooppoging Patrick Battiston
ernstig blesseerde, met als
verschil dat toen pers en publiek
hem uitkotsten en zijn
medespelers hem in bescherming
namen. Ditmaal ligt het anders.
Ruediger Schmitz, die behalve
Schumacher vele andere Duitse
sporters onder zijn hoede heeft
(Pierre Littbarski bijvoorbeeld),
grist een papier van zijn bureau en
begint voor te lezen: „Geachte Herr
Toni, ik kan niet nalaten u te
schrijven en u te prijzen voor de
moed die u heeft opgebracht een
aantal wantoestanden in de Duitse
voetballerij aan de kaak te stellen.
Eerlij kheid wordt meestal niet
beloond en dat is ook nu het geval.
Maar ik, en met mij vele Duitsers,
hebben respect en waardering voor
uw durf'.
Zegt Schmitz: „Zomaar een brief,
we hebben ongeveer negenduizend
soortgelijke reacties gehad.
Slechts een stuk of vijftien waren
negatief. Het merendeel van
Duitsland staat achter Toni,
daarvan zijn we overtuigd". En
Toni zelf vult aan: „Ach, het is toch
volkomen duidelijk dat de mensen
het zat zijn om altijd maar weer die
brave clichés en nietszeggende
De Westduitse doelverdediger
Harald (Toni) Schumacher was
in 1980 na het behalen van de
Europese titel de held van zijn
natie, toen bleek dat hij de fina
le tegen België met een gebro
ken vinger had gespeeld. De
pijn verbijtend voor het vader
land. Twee jaar later valt bijna
de totale internationale voet
balwereld over hem heen. Zijn
'aanslag' op de Fransman Pa
trick Battiston in de halve finale
van het WK in Spanje zorgt
voor een enorme anti-Schuma-
cher stemming.
Als Schumacher aan het begin
van dit jaar met een boek op de
proppen komt, is het weer mis.
In 'Der Anpfiff' vertelt hij over
conflicten binnen de nationale
selectie, over zijn medespelers
en over doping. De Westduitse
voetballerij pikt het niet. Schu
macher wordt door zijn club 1.
FC Köln op straat gezet en uit
de nationale ploeg verbannen.
verhalen van voetballers aan te
horen. De mensen waarderen
eerlijkheid, dat blijkt uit al die brie
ven".
De opinie van de man op straat
steunt Schumacher in zijn oordeel
over de Duitse voetballerij, die hij
schijnheilig noemt. „Spelers als
Olaf Thon zijn toch eigenlijk
domme mannetjes. Thon had uit
de krant, die een paar stukjes van
mijn boek had gepubliceerd, zijn
conclusies getrokken en riep
meteen, dat hij nooit meer met mij
in een elftal wilde spelen. Wanneer
hij eerst het hele boek had gelezen,
zou zijn oordeel wellicht wat
genuanceerder zijn geweest. Velen
roepen dat ik de erecode heb
geschonden. Maar wat hebben ze
zelf gedaan? Ze hebben pillen
geslikt, zich ongedisciplineerd en
egoïstisch opgesteld tijdens het
WK in Spanje. Is dat dan hun
erecode?".
Schumacher lacht als hem
gevraagd wordt of hij nog ernstiger
zaken bewust uit zijn boek heeft
gehouden, uit vrees voor de
gevolgen, waarmee hij nu
uiteindelijk toch is geconfronteerd.
„Ja, natuurlijk. Want ik heb
uiteraard een erecode. Bepaalde
privé-zaken van spelers, waarvan
ik op de hoogte ben, heb ik niet
gebruikt. Weetje hoe dat boek tot
stand is gekomen. Ik ben samen
met de Franse journalist Michel
Meyer om de tafel gaan zitten. Hij
moest mijn verhalen op papier
zetten. Ik heb twintig
cassettebandjes volgesproken en
Michel heeft een manuscript
gemaakt van bijna duizend
bladzijden. Daaruit zijn we gaan
selecteren, er is heel veel geschrapt.
Maar alles ligt er nog. Er is dus
materiaal genoeg voorhanden voor
een tweede boek".
Voorlopig heeft Toni Schumacher
echter andere dingen aan zijn
hoofd. Het zoeken van een nieuwe
club bijvoorbeeld. Om de
hypocrisie van de Duitse
voetbalwereld nog eens te
onderstrepen, vertelt de 33-jarige
doelman dat verschillende
Bundesliga-clubs hem hebben
benaderd. „Vreemd he, iedereen
heeft me bekritiseerd, Köln wilde
zo'n 'verrader' niet meer hebben.
Maar ja, opeens blijken diverse
verenigingen minder principieel
dan zij zich voordeden nu zij kans
hebben een goede doelverdediger
aan te trekken".
Namen wil hij beslist niet noemen,
ook niet van buitenlandse
geïnteresseerden, waarbij zich ook
Feyenoord en PSV zouden
bevinden. „Het enige dat ik erover
wil zeggen, is dat ik iedereen een
kans geef. Ik ben niet zo arrogant
om te roepen dat ik alleen in Italië
of Spanje wil spelen. Geld alleen is
niet het belangrijkste. Wat ook telt,
is mij gezin. Mijn vrouw moet zich
thuisvoelen in een nieuwe
omgeving en mijn kinderen moeten
een Duitse school kunnen
bezoeken".
Dat laatste verklaart wellicht ook,
dat Schumacher nooit eerder uit
Keulen is vertrokken. In de loop
der jaren wees hij talloze
aanbiedingen af, tevreden als hij
was met zijn inkomen en zijn
leefomgeving.Nuzegthij: „Ikben
naief geweest, want ik heb geloofd
in clubliefde en wederzijdse
waardering. Inmiddels ben ik
wijzer en als ik een jongere speler
moest adviseren, zou ik, hoe
cynisch het ook klinkt, zeggen:
bind je niet, ga spelen waar ze je
hebben willen. Doe twee jaar je
best, incasseer de poen en vertrek
naar elders. Ik dacht dat ik bij Köln
krediet had, maar ze hebben me
zonder pardon op straat gezet. En
dat doet pijn, want ik had er mijn
loopbaan willen afmaken".
Een rentree in de nationale elf acht
Schumacher overigens niet
uitgesloten. „In het verleden zijn
schorsingen ook wel eens
opgeheven. De voetballers die in de
jaren zeventig bij het
omkoopschandaal waren
betrokken en zelfs voor de rechter
meineed pleegden, zijn later toch
weer geselecteerd. Maar ik geloof
nooit dat Beckenbauer zelf het
initiatief zal nemen. Daarvoor is hij
gewoon een te zwakke
persoonlijkheid. Wanneer ik terug
mocht keren in het Duitse elftal, zal
dat op gezag van de DFB zijn of
door een persoonlijke actie van
Hermann Neuberger. En als ze me
vragen, zal ik weer komen. Niet
voor Beckenbauer, maar voor
Duitsland en voor de mensen die
mij de laatste tijd overstelpten met
hun steunbetuigingen".
Toni Schumacher