X HET DRAMA VAN AFGHANISTAN k PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT VVV PAGINA 25 GIRO oorlogsmoeheid peter van nuysenburg >ob geldof handgranaat moeder courage PZC \NEEK-IN ZATERDAG 2 MEI 1987 Volgende week is het 42 jaar geleden dat Nederland bevrijd werd van de bezetting door de nazi's. Deze week was het acht jaar geleden dat een communistische staatsgreep het begin van de Afghaanse tragedie inluid de. Een jaar later volgde de invasie door Russische legereenheden. 'Op verzoek van de wettige regering in Kaboel'. Kon ons land na vijf jaar zijn bevrijding vieren, voor de Afghanen is na ruim zeven jaar het einde van de verschrikkingen nog niet in zicht. Hoewel de intentie niet in enig partijresolutie is vastgelegd, maken de Russen zich volgens professor Theo van Boven, oud-voorzitter van de mensenrech tencommissie van de VN, in Afghanistan schuldig aan volkenmoord. De balans: 1 miljoen doden, vijf miljoen vluchtelingen en een verwoest land. Voor de goede orde: voor de Russische invasie telde Afghanistan 15 mil joen inwoners. Het straatarme Pakistan heeft drie miljoen vluchtelingen opgevangen. Met steun van talloze hulporganisaties wordt geprobeerd de Afghanen de stalen tanden begonnen, middenin het schooljaar, hadden we 15 leerlingen. Nu zijn het er 180 en we hebben ruimte voor 200. Die hebben we volgend jaar. Je kunt dus zeggen dat de school een groot succes is. Problemen met de mullah's hebben we niet gehad, omdat we samenwerken met de Jamiat (fundamentalistische partij, red.). Drie belangrijke mullah's waren zelfs voorstander van een school voor vrouwen". „De meeste leerlingen hebben ouders die beter opgeleid zijn, in elk geval de vader. Maar er komen nu ook meisj es met ouders die niet of nauwelijks naar school zijn geweest. De weerstand die er in het begin even tegen de school was, is het gevolg van de communistische indoctrinatie op de scholen in Afghanistan. Maar het ijs was snel gebroken toen we bij de opening van de school lekkere hapjes serveerden. Toen was ik een goede lerares". „De meeste problemen hebben we eigenlijk gehad met de Saoedi's. Die wilden hun eigen scholen 'pushen'. Ze voerden echt een hetze tegen deze school. Ze hebben een minachting voor de Afghaanse cultuur en probeerden de minder opgeleide mullah's tegen ons op te zetten. Maar de belangrijkste mullah's steunden ons". Naast de gebruikelijke vakken, wis- en natuurkunde, geschiedenis, Engels etc, wordt extra aandacht besteed aan de geschiedenis van de Islam en de achtergronden van de Jihad, de heilige oorlog tegen de Russische bezetters. Taj warW ant dat mogen we nooit verge ten". De kans daarop is klein. Elke Afghaan bezweert dat er gevochten zal worden, tot het laatste kind. Want, zolang 'er één Afghaan in leven is, is Afghanistan niet verloren'. Maar deze bravoure kan niet verhelen dat er nu, na zeven jaar, sprake is van oorlogsmoeheid. Er komen steeds meer Mujahedin terug uit de jihad met oorlogstrauma's. Het beeld van bovenmenselijke onverzettelijkheid begint te rafelen. Sinds januari 1986 is er zelfs een psychiatrische kliniek om deze gevallen te helpen. Het is een vergeten aspect van een vergeten oorlog. Dr. Mohammad Dadfar, zelf slachtoffer van de folterpraktijken van het regime in Kaboel, geeft leiding aan dit unieke experiment. Verleden jaar bezochten 3890 patiënten zijn kliniek. Nu zijn het er al meer dan 2000. De meeste patiënten zijn mannen (73 procent), maar vrouwen blijken dit jaar steeds meer hun drempelvrees te overwinnen. De oorzaken van de depressies zijn vrijwel zonder uitzondering te herleiden tot de oorlog. Dadfar: „De meeste mannen zijn gebroken. Ze zijn gemarteld, hebben bombardementen doorstaan, hun kameraden zien sneuvelen. Die emoties worden verdrongen, maar dat is niet vol te houden. Er komt onherroepelijk een ogenblik dat ze in elkaar klappen. Dat uit zich in agresssieze gaan hun vrouw en kinderen slaan, slapeloosheid en verlies aan concentratie". „Maar het belangrijkste is misschien wel, dat ze geen toekomstperspectief hebben. De oorlog duurt al meer dan zeven jaar, en niemand weet of en wanneer die ooit zal aflopen. Ze hebben het idee dat ze een speelbal zijn, hun lot niet meer in eigen hand hebben. Als de oorlog nog langer duurt, zullen de psychische problemen alleen maar toenemen". „Voor de vrouwen, en dan vooral de beter opgeleide, is de eentonigheid van hun bestaan het ergste. Ze zitten gevangen in hun hut. Hebben geen baan. Als ze weduwe zijn en geen mannelijke familieleden meer hebben, tellen ze helemaal niet meer mee. Want een vrouw in Afghanistan is geen zelfstandig individu. Ze is een afgeleide van haarman". De behandeling van deze patiënten is moeilijk, erkent Dadfar. Psychotherapie is een onbekend fenomeen. Veel meer dan inzicht verschaffen in hun situatie kan hij niet. Uit zijn ervaring is gebleken dat de 'gebedstherapie' nog de meeste resultaten oplevert. „Ik benadruk de positieve kanten van de Islam. De moskee als trefcentrum. En bidden helpt. Het is een goede uitlaatklep voor angst en verdriet". Dadfars pessimisme wordt gerechtvaardigd door de internationale politieke ontwikkelingen. Ondanks de schermutselingen aan het diplomatieke front is het einde van de oorlog nog lang niet in zicht. Gorbatsjov wil weg uit Afghanistan, maar 'zonder gezichtsverlies'. Het verzet heeft het eenzijdige bestand dat het regime in j anuari aanbood, verworpen. Maar is niet in staat gebleken een alternatief te bieden, dat de vluchtelingen enige hoop voor de toekomst biedt. De oorlog wordt een propagandaslag, waarin het verdeelde verzet aan het kortste eind dreigt te trekken. Toen Mikhail Gorbatsjov twee jaar geleden tot partijleider werd gekozen, prees de huidige president van de Sovjet-Unie, Gromyko, hem om zijn stralende glimlach, maar waarschuwde de wereld tevens voor zijn 'stalen tanden'. Het westen ziet vooral de glimlach. De Afghanen kennen alleen de tanden. Afghaanse vluchtelingetjes in kamp in Pakistan. een menswaardig bestaan te bieden. In Nederland trekt de Stichting Vluchteling zich het lot van de Afghanen aan. De Stichting zelf heeft geen projecten in Pakistan, maar is mede-financier van het werk van een Ame rikaanse organisatie, IRC. IRC onderscheidt zich van de andere organisaties doordat zij zich niet con centreert op een aspect van de hulpverlening, maar een totaalpakket ver zorgt: hygiëne, onderwijs, medische verzorging, 'banenplannen'. On danks de berg van problemen die na zeven jaar nog steeds niet overwon nen zijn, constateerde onze verslaggever Peter van Nuijsenburg dat er [vorderingen zijn gemaakt. Maar aan een ding is er nog steeds een schreeuwend gebrek: geld. (STICHTING VLUCHTELING, giro: 999.) van et hoofd van de patiënt wordt liefderijk gebet. Met ontroerende onhandigheid ordt hij vervolgens gebaad, gedroogd en ingekleed. De ernst waarmee de indelingen worden verricht, is idrukwekkend. Niets vermag de mcentratie van beide verplegers irstoren. Het geroezemoes op de bloedhete mnenplaats van de dokterspost, het iwonderende commentaar van de nstanders, het gaat langs hen heen. a de behandeling kijken beide verplegers >1 verwachting naar een derde man, die imlachend zijn goedkeuring uitspreekt, ij is de examinator, de verplegers fghaanse verzetsstrijders, de patiënt een ppenpop. et tafereel is niet gespeend van ironie, ujahedin, gehard in de Jihad, de heilige rlog tegen de Russische bezetters, in de er met een pop, belust op het behalen van n EHBO-diploma. Wie hen een paar aanden geleden dit toekomstbeeld had schetst, was op een muur van ongeloof stuit. |uim zeven jaar na de Russische invasie rblij ven nu drie miljoen Afghaanse ■uchtelingen in kampen in Pakistan. Maar lals vaker bij zulke gigantische aantallen, orden de dimensies van het probleem :rder versluierd dan verhelderd. Ondanks ;n oorlog die een miljoen slachtoffers heeft ;ëist en Afghanistan veranderde in een oestenijgaat de tragiek van dit drama ;rloren in de kille cijfers van de statistiek. lovendien, de Afghanen zijn niet 'zielig'. |ij zijn geen willoze slachtoffers van een ituurramp, zoals de boeren in Ethiopië. |un trots en onafhankelijkheidszin roepen :en medelijden op. Ze zijn met een voor is onbegrijpelijk fanatisme bereid tot de latste man te vechten voor de vrijheid van in land, religie en cultuur. Misschien valt iaruit te verklaren dat Bob Geldof zijn itaar nog niet heeft gestemd voor een 'ereldwijd benefiet-concert. |aarom: wie enig inzicht wil krijgeninde vang van dit probleem aan de 'ghaans-Pakistaanse grens, moet zich orstellen hoe Zeeland, Brabant en mburg worden overspoeld door nderdduizenden Vlamingen, die na een aatsgreep door de Walen uit hun land zij n rdreven. Tot aan de Moerdijk, op de idhollandse eilanden, in de buitenwijken n Nijmegen verrijzen uchtelingenkampen. Het sociale, onomische en culturele leven in deze ovincies raakt totaal ontwricht. Na zeven ar begint de aanwezigheid van de amingen de Nederlanders op de zenuwen werken. De hulpverlening stokt, de gering is machteloos en aan de rgeroorlog in België komt maar geen Inde. De ellende gaat, kortom, het voorstellingsvermogen van vrijwel iedereen te boven. tn Pakistan wordt de worsteling met de Hoed der wanhoop voortgezet. Er is in de tfgelopen zeven j aar vooruitgang geboekt, et veel maar net genoeg om die moed er bij hulpverleners in te houden. In de kampen jn de meeste tenten vervangen door lemen tten. De hygiëne is verbeterd door de nleg van latrines. Waterputten worden et langer vervuild door urine. Afghanen |ordt een vak geleerd, zodat ze zoveel ogelijk in hun eigen levensonderhoud nnen voorzien. Ze krijgen een "BO-opleiding, zodat ze in de kampen de 'rste medische hulp kunnen verlenen. Mirjaledin in opleiding voor smid. Het is een vooruitgang die in centimeters moet worden uitgedrukt, want voedselpakketten komen vaak te laat, onvolledig of soms helemaal niet. En, het schrijnendste bewijs dat het gevecht nog lang niet gewonnen is: het sterftecijfer onder baby's. Van de 1000 baby's sterven er 87 voor ze een jaar zijn. Ter vergelijking: voor Nederland is dat cijfer 7. Voor kleuters zijn de cijfers zo mogelijk nog onthutsender. Van de 1000 halen er 148 hun vijfde jaar niet; in Nederland 9. De medische problemen zijn de afgelopen zeven jaar trouwens nog steeds de zelfde: ondervoeding, diarree, malaria en longaandoeningen. Dokter Daniel Mountcastle heeft de leiding van het mede door de Stichting Vluchteling gefinancierde project in Hangu. Mountcastle, type realistische idealist, is naar Pakistan getrokken omdat hij bevroedde dat 'een tweede huis, derde vrouw en de zoveelste zeilplank' niet de levensvervulling zouden inhouden die hij aan het begin van zijn studie voor ogen had. Zijn humeur is van gewapend beton. De frustraties die het werken met Afghanen soms opleveren, zijn hooguit stof voor anekdotes. „We moeten hier over praktisch alles onderhandelen. We hadden een project voor vrouwen op poten gezet: het maken van dekbedden. Een prima plan, dachten we. De vrouwen kunnen zo eens hun huis uit komen en ook nog een centje verdienen. Mocht niet van de leiders in het kamp. De vrouwen zouden wel eens met wellustige blikken bekeken kunnen worden door Pakistanen. Project werd dus geboycot. Wij aan het onderhandelen met deze leiders. Zat aardig wat schot in, tot de Pakistanen besloten de voedselvoorziening stop te zetten, zolang er niet aan de dekbedden wordt gewerkt. Onderhandelingen weer in het slop. En probeer nu de zaak maar weer eens vlot te trekken". De enige die met enig succes een aanslag op zijn onverstoorbaarheid pleegt, is de plaatselijke mullah (islamitische geestelijke). Elke ochtend, steevast om kwart voor vijf, roept hij rochelend en reutelend de gelovigen op tot gebed. Dat zou nog te doen zijn, als hij aan deze oproep geen eindeloze Koranlezing zou knopen. Wanneer hij er zich van heeft overtuigd dat niemand meer een oog dicht doet, gaat hij zelf voor de rest van de dag op een oor. Deze mullah legt ook anderszins een voorbeeldige geloofsijver aan de dag. Toen er op een avond een feestje werd gevierd, vond hij dat de muziek te hard stond. Om negen uur kondigde hij aan dat het afgelopen moest zijn met het heidense kabaal, anders zou hij een handgranaat naar binnen werpen. „We geloofden hem op zijn woord", aldus Mountcastle. Uit zijn relaas bleek het al: voor veel vrouwen is het leven in de kampen ondraaglijk. Waren ze in Afghanistan gewend aan een redelijke bewegingsvrijheid, in de kampen zijn ze door de benarde behuizing in hun vrijheid beknot. Vrouwen die in de Afghaanse hoofdstad Kaboel zelf werk hadden, westers gekleed gingen en misschien wel eens een sigaret rookten, zijn nu gedwongen de chador, de alles bedekkende tentjurk, te dragen. De deur mogen ze alleen uit voor een bezoek aan de dokter. Voordat de latrines aangelegd waren, konden ze hun behoeften alleen in het donker doen. 'Een Vreemde man zou ze eens kunnen zien'. Dat ze problemen met de blaas kregen, zal niemand verbazen. Niettemin zijn er tekenen dat er in de strijd tegen de tradities winst wordt geboekt. De projekten voor vrouwen lopen niet allemaal stuk op het verzet van de mullah's en de onwil van de mannen. Het klapstuk van deze ontwikkeling is de opening van een middelbare school voor meisjes. Voortgezet onderwijs voor meisjes is in een cultuur waar vrouwen hooguit de tweede viool mogen spelen, gevaarlijke nieuwlichterijDat de school er is gekomen, is dus een wonder. Nog mooier is dat een vrouw, Taj war Kakar, de eer van dit grensverleggend initiatief mag opeisen. Taj war Kakar (37), tenger en moeder van 7 kinderen, kan zonder overdrijving de moeder Courage van het Afghaanse verzet genoemd worden. Ze was de drijvende kracht achter het scholierenverzet tegen het regime in Kaboel. Huzarenstuk: het uiteen jagen van een militaire parade door zwermen wespen los te laten op de martiaal voortstappende soldaten. Ze is gemarteld en zat ruim een jaar gevangen. Nu is ze directrice van 'haar' meisjesschool. „Toen we een paar maanden geleden Mirjaledin bezig met zijn EHBO-examen.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1987 | | pagina 25