DELTAWERKEN GEREED Tot op hoogste niveau verzet tegen Gorbatsjov p ?0& |pZC/°Pgriie en achtergrond" 5 Pasen 1987. De laatste Delta-dam ligt er. Het 'bedwingen' van de Krammer door het met zand opspuiten van de Philipsdam betekent dat het Deltaplan in feite is voltooid. Na een periode van ruim dertig jaar kan het grootste en ingrijpendste waterstaatkundige werk ooit in Neder land uitgevoerd, worden afgerond. Goed, er resten nog enkele werkzaamheden, zoals afbouw van het zoet/zout-scheidingssysteem in de Kreekraksluizen en de verbreding van het Kanaal door Zuid-Beveland. Dat zijn 'kleinigheden' vergeleken bij het aanleggen van de dammen in de zeearmen. Toegenomen kennis Repetitie Achterstand Fiks bedrag Hevig gevecht ZATERDAG 18 APRIL 1987 30 jaar vechten tegen de zee (Van onze verslaggever Rinus Antonisse) Zonder de watersnoodramp van 1953 zou het Deltaplan er niet gekomen zijn. Wél waterstaatkundige werken - er lagen diverse plannen - maar zeker niet zo drastisch. De ramp zorgde voor een nationaal 'Dat nooit weer-gevoel', waardoor er een breed maatschappe lijk draagvlak was voor de kostbare en omvangrijke werken. Het overstroom de land prijsgeven aan de zee, dat kwam niet in het vaderlandse denken op. Terugvechten was de boodschap vervat in de Deltawet, die in november 1957 met 106 tegen 8 stemmen door de Tweede Kamer werd aanvaard. Be langrijkste uitgangspunt: kustverkor- ting met ongeveer 700 kilometer. De kosten werden geraamd op 2,4 miljard gulden. In totaal zijn er, met inbegrip van de stormvloedkering Oosterschelde, tien Delta-dammen gelegd. Vier in de zeearmen: Veerse Gat, Oosterschelde, Brouwershavense Gat en Haringvliet. Landinwaarts zijn dammen gelegd in Zandkreek, Grevelingen en Volkerak. Door de bouw van de pijlerdam waren compartimenteringsdammen noodza kelijk in het oostelijk deel van de Oos terschelde: Markiezaatskade, Oester- dam en Philipsdam. Door de Delta werken is het aantal sluiscomplexen aanzienlijk toegenomen. Schutsluizen in de Volkerakdam, Grevelingendam, Haringvlietdam, Oosterscheldeke- ring, Philipsdam, Oesterdam en Zand- kreekdam. Uitwateringssluizen in de Haringvlietdam. Doorlaatsluizen in de Brouwersdam, Grevelingendam (he vel), Volkerakdam (inlaatmiddel) en Markiezaatskade. Er verdwijnt op ter mijn maar één sluizencomplex, dat bij Wemeldinge. Terzijde: voor de water huishouding werd door de Hals van Zuid-Beveland het Spuikanaal Bath gegraven. In de Hollandse IJssel is als allereerste Deltawerk een stormvloed kering aangelegd, die al in 1958 in be drijf kwam. Nog doorlopend tot 1990 zijn langs de hele Nederlandse kust de zeeweringen op Deltahoogte gebracht. Door de uitvoering van het Deltaplan is de waterstaatkundige kennis in Ne derland - die toch al hoog aangeschre ven stond - zeer aanzienlijk toegeno men. De techniek leek bijna voor niets te staan. Met het voortschrijden van de werken, namen de mogelijkheden toe, met als onbetwistbaar technolo gisch hoogstandje de bouw van de stormvloedkering. Traditionele technieken verdwenen; computergestuurde nieuwe methoden deden hun intrede. De eerste Delta- dam werd volgens de beproefde me thode (droogmaking Walcheren, af damming Braakman en Brielse Maas, watersnood-herstel) met kleine een heidscaissons afgesloten. Bij de laat ste dam was sprake van de grootste zandsluiting ter wereld en er kwam geen caisson meer aan te pas. Ertusse nin lagen onder meer gebruik van doorlaatcaissons en een kabelbaan. Gebruik van materialen veranderde: zinkstukken van natuurlijke grond stoffen maakten plaats voor nylon-, beton- en steenasfalt-produkten. On derwaterinspecties werden ontwik keld, evenals uiterst nauwkeurige meetmogelijkheden. Voor meerdaag se weersvoorspellingen, onmisbaar in een grillig klimaat als het Nederland se, kwam een vrij betrouwbaar sys teem. Het Deltaplan is tussentijds ingrij pend gewijzigd. De Oosterschelde werd niet met een dichte dam afgeslo ten, maar met een stormvloedkering, die alleen als de veiligheid in gevaar komt dicht gaat. Het is vooral de ver dienste van actiegroepen geweest - die het tij mee hadden door een groeiend milieubesef - dat de Oosterschelde- discussie in het voordeel van milieu en visserij werd afgesloten. In het kielzog ervan paste de beslissing om het Gre- velingenmeer, dat zich in waardevolle richting heeft ontwikkeld, niet zoet te maken, maar zout te houden. Ook voor die beslissingen was een maatschap pelijk draagvlak, zij het minder breed dan destijds voor het Deltaplan 'oude stijl'. In november 1957 begon het werk aan de eerste Delta-dam. In mei 1960 werd de 830 meter lange Zandkreekdam ge sloten. De vaste verbinding tussen Noord-en Zuid-Beveland was een feit en daarmee ook een stukje van het Drie-Eilandenplan. In 1961 ging het Veerse Gat dicht. Er werd een dam van 2,8 kilometer lengte gelegd. In het sluitgat kwamen zeven enorme door laatcaissons met open schuiven te staan. Na enkele dagen werden de schuiven gesloten en daarmee was de verbinding tussen Noord-Beveland en Walcheren - en het Drie-Eilandenplan - gereed. Tussen Schouwen-Duiveland en Goe- ree-Overflakkee (oostzijde) ontstond in 1965.de Grevelingendam, met een lengte van 6 kilometer. Naast een heidscaissons werd een kabelbaan ge bruikt: gondels deponeerden stenen in de sluitgaten. Het afsluiten van het Volkerak verliep in etappes. In 1959 was de 4,5 kilometer lange dam over de Hellegatsplaten naar Goeree-Over- flakkee dicht. In 1964 kwam de 1200 meter lange Haringvlietbrug tussen de Hellegatsplaten en Hoekse Waard klaar. Voorjaar 1969 sloten 12 door laatcaissons de dam tussen de Helle gatsplaten en Noord-Brabant af. In de Haringvlietdam tussen Goeree en Voorne werd een uniek spuisluizen- complex met een doorstroombreedte van bijna 1000 meter aangelegd (1967). Daarna kwam het opwerpen van de dam aan de beurt, weer met behulp van een kabelbaan en eind 1970 was het zover. Aanleg van de 6 kilometer lange dam door het Brouwershavense Gat tussen Schouwen en Goeree gold als generale repetitie voor de Ooster schelde. Voor afdamming van het noordelijke sluitgat werden caissons ingezet, voor het zuidelijke kwam de kabelbaan andermaal in actie. Eind 1971 lag de dam er en ontstond het Grevelingenmeer. Aanvankelijk was alles gericht op een 8 kilometer lange dam in de Ooster schelde tussen Schouwen en Walche ren. Het werd een stormvloedkering: 65 betonnen pijlers met 62 stalen schuiven ertussen die zakken als stormgevaar dreigt. Met veel trompet geschal stelde koningin Beatrix de ke ring 4 oktober 1986 in gebruik. De weg over de kering gaat najaar 1987 open. In het oostelijk deel van de Ooster schelde waren compartimenterings- werken nodig (waarborgen groot getij- verschil, getijvrije Schelde-Rijnver- binding, scheiding zout-zoet water). Onderdeel van de werken is de Markie zaatskade, die in 1983 tussen Bergen op Zoom, via de Molenplaat, en de Kreekraksluizen gereed kwam. In het najaar van 1986 volgde tussen Tholen en Zuid-Beveland de Oesterdam. De sluiting van het Tholensche Gat ver liep niet geheel op rolletjes; met name de vogels liepen schade op door on voorzien gebruik van de stormvloed kering. Tenslotte, pasen 1987, de Phi lipsdam tussen Sint-Philipsland en de Grevelingendam. De drie comparti menteringsdammen konden door het opspuiten van zand worden gesloten. Door de uitvoering van het Deltaplan heeft zuidwest-Nederland niet alleen een betere beveiliging tegen de zee ge kregen. Het gebied, dat eeuwenlang in een isolement verkeerde, is eilan- denrijk-af geworden. In verkeerstech nisch oogpunt is de Delta op de stoep van de Randstad en België gebracht. Tegelijk daarmee kwamen industrie en recreatie tot ontwikkeling. In een periode van 30 jaar heeft het Delta plan enorme veranderingen teweeg gebracht. Hoe ver die precies strek ken zal pas op termijn helemaal dui delijk worden. Sovjetleider Michail Gorbatsjov. (Van onze correspondent Alexander Münninghoff in Moskou De Russische partijleider Mikhail Gorbatsjov heeft gisteren on dubbelzinnig laten weten, dat hij tot op het hoogste niveau nog steeds te genstanders heeft van zijn hervor mingspolitiek. In de Congreszaal van het Kremlin vertelde Gorbats jov aan de zesduizend deelnemers aan de 20e zitting van Komsomol, de jeugdorganisatie van de communis tische partij, dat zijn perestrojka weerstand ontmoet van „een vertra gingsmechanisme, dat niet zomaar plotseling uit het niets is ontstaan en dat overal aanwezig is, in het Cen traal Comité, in de ministerraad en ook in de Komsomol zelf'. Dat de Komsomol van Gorbatsjov een veeg uit de pan kreeg op haar ei gen feestelijke lustrumvergadering was niet zo onverwacht: al jaren kla gen de Russen van onder de dertig Symbolische strafsanctie voor Vlissingen is verwerpelij k (Door mr. J. L. Osterman) De strafsanctie als bijsturingsme chanisme die de gemeente Vlis singen is opgelegd, is een dwangmid del van staatssecretaris De Graaf om uiteindelijk de uitvoering zodanig te doen geschieden als hij wenst. Het pleidooi van burgemeester Van der Doef van Vlissingen bij de Raad van State voor een symbolische strafsanctie in plaats van de opge legde (publikatie PZC 8/4 jl.) is voor wat betreft de daarbij aangevoerde argumenten dan ook volstrekt ver werpelijk. In hoofdzaak berust de betreffende sanctie op drie fundamentele bezwa ren. Om te beginnen de beslissing van het gemeentebestuur van Vlissingen, de verplichting te laten vervallen die de staatssecretaris heeft opgelegd tot het periodiek inleveren van inkom stenbriefjes door werkloze werkne mers in de bijstand. Aanleiding was een destijds in Vlis singen gehouden protestbijeenkomst van voornamelijk jeugdige werklozen tegen het volslagen zinloos wekelijks inleveren van inkomstenbriefjes bij een toen massale werkloosheid van meer dan 800.000 in den lande. Deze bijeenkomst werd ook door een aan tal Vlissingse raadsleden bijgewoond en was aanleiding voor de gemeente raad op voorstel van de PvdA-fractie deze voor honderden van onze Vlis singse mensen zinloze en in feite krenkende gang van zaken naar de sociale dienst te doorbreken en te be sluiten hiervan af te zien. In plaats daarvan zou meer gerichte onder steunende aandacht aan een steeds periodiek wisselend deel van het aan tal betrokkenen besteed worden, waarbij uiteraard ook het controle aspect zou worden meegenomen. Voor een goed begrip dient vermeld dat deze inleveringsplicht niet op een wettelijke bepaling stoelde - een la ger bestuursorgaan kan geen wijzi ging aanbrengen in de regelgeving van een hoger - maar op controleve- reisten van het departement. Van daar dat de Vlissingse gemeenteraad een beleidsmarge zag voor humaan handelen en b en w verzocht te doen zoals vermeld. Dit terzijdestellen van deze inleveringsplicht is door de staatssecretaris bijzonder hoog opge nomen, wellicht ook uit vrees voor het uitstralend effect naar andere ge meenten. Wanneer nu de burgemees ter hieraan (en aan de andere bezwa ren), kennelijk in zijn opstelling van 'laat ik nu maar alles toegeven, dan houden we wellicht een deel van ons geld in de zak' de kwalificatie ver bindt van 'een fout, een tekortko ming of nalatigheid van de sociale dienst in beheer, in uitvoering, in de attitude van het personeel soms in strijd met de regels", dan is deze op stelling even kwetsend als onwaar ais processueel onjuist. Wat dit laatste betreft, hij staat daar als vertegen woordiger van het gemeentebestuur, voor welks handelen of nalaten in ge ding met de staatssecretaris een ei gen bestuurlijke verantwoordelijk heid geldt inzake het gevoerde beleid. Het gebouw van de Sociale Dienst van de gemeente Vlissingen. Het tweede bezwaar van fundamen tele aard gold 'een te ruim sociaal be leid'. Je zou zo zeggen, een aardige opsteker voor een pas beginnend so cialistische burgemeester. Zie ech ter zijn kwalificatie over het hande len/nalaten van de sociale dienst en de attitude van het personeel. Het gaat hier om de wijze van bijstands verlening. Het geschilpunt met het departement betreft art. 1 lid 2 van de ABW, waarin het individualise- ringsbeginsel voor de verlening van bijstand is vastgelegd. Deze dient te worden afgestemd op de omstandig heden en mogelijkheden van per soon en gezin en op het betoond besef van verantwoordelijkheid voor de voorziening in het bestaan. Dit indi- vidualiseringsbeginsel is in feite de ziel van de bijstandswet. Gelet op de kritiek op dit onderdeel, is de vraag gewettigd: 'Is dan soms de bijstands wet ter ziele?'. Ik acht dit in rechte afdwingbare verfijningsmechanisme in de bij standsverlening één van de belang rijkste zo niet het belangrijkste uit gangspunt in ons maatschappelijk bestel. Het komt hierop neer dat de door de rijksoverheid vastgestelde normen voor de noodzakelijke be staanskosten uitgangspunt, vertrek punt, maar geen eindpunt in de bij standsverlening behoren te zijn. Ik heb dit beginsel binnen en buiten mijn dienst van meet af aan in sterke mate gepropageerd en mijn mensen nadrukkelijk gewezen op het essen tiële belang daarvan. De kwaliteit van de bijstandsverle ning ligt in de individualisering! Om in termen van de burgemeester van Vlissingen te spreken: daar krijg je in derdaad een attitude binnen het per soneelsbestand. maar juist een goe de! Trouwens bij invoering van de bij standswet in 1965 bezocht het depar tement de gemeentebesturen om toe te zien of en te bevorderen dat dit in- dividualiseringsbeginsel werd uitge voerd. Een goede zaak, van armenwet naar bijstandswet, van gunst naar recht, dat vroeg om ondersteuning en bege leiding. Maar met de groei van de uit keringsbestanden en steeds verder gaande bezuinigingen verdween deze missiedrang van een 'gij zult' om al lengs plaats te maken voor een 'gij zult niet' en dat op grond van hetzelf de wetsartikel. Dat de omvang in uitgaven juist op dit punt in gemeenten met een zwak ke financieel-sociale structuur als Vlissingen een ieder die daarbij be trokken is en niet alleen het rijk gro te zorgen geeft, is duidelijk. Maar juist in die gemeenten is toepassing van dit individualiseringsbeginsel broodnodig. De uitvoering daarvan op grond van de wet kan nimmer aanleiding zijn voor de staatssecre taris op titel van een globale indica tie als 'een te ruim sociaal beleid' - volgens welke ijkpatronen? - over te gaan tot strafoplegging ter wille van een indamming van de uitgaven- stroom. In zijn verweer, meer een excuus, vrij vertaald met 'sorry voor die dienst en die ambtenaren' heeft de burgemees ter het op dit punt, nota bene waar het de beleidsopstelling van de ge meente ten behoeve van de financieel zwaksten in onze samenleving be treft, volledig laten afweten. Het derde fundamentele bezwaar te gen Vlissingen is gericht op de chro nische achterstand in de controles (volgens voorschrift dienen lopende uitkeringen periodiek op geldigheid te worden gecontroleerd). Hierin heeft de staatssecretaris vol komen gelijk. Meerdere jaren achter een heeft de departementale verte genwoordiging na gehouden jaarcon trole en de bespreking daarvan met de dienst en de wethouder van sociale zaken, het college van b en w daarop aangesproken. Hierop is door het col lege nimmer adequaat gereageerd. Wat dat betreft past het boetekleed dat de burgemeester bij de Raad van State ontvouwt, maar niet om te leg gen om de schouders van de sociale dienst. Wij zijn als dienst (directie, staf, medezeggenschapscommissie) de jaren door bij voortduring bezig geweest om tot een zodanige perso neelssterkte te komen dat in ons ta kenpakket alle onderdelen redelijk meegenomen konden worden, ook de controlevereisten van het departe ment. Partieel werden door het colle ge wel voorzieningen getroffen, maar onvoldoende en immer achter de fei ten aan. Eerst de manco's en als de gaten te groot worden deze gedeelte lijk dichten, dan gaat het wel weer even, maar dat is een slecht beleid. Dat het gemeentebestuur financieel moeilijk zat mag niet onvermeld blij ven. Evenmin dat vanwege de voor genomen gemeentelijke reorganisa tie en de daarmee beoogde bezuini gingen reeds.lange tijd niet tot perso neelsuitbreiding werd overgegaan. Wat daarvan zij, men moet daarvoor dan wel de consequenties in beleids verantwoordelijkheid ook naar bui ten toe durven dragen. Wanneer dan voor de sociale dienst met een over dosis aan werk einde 1983 tussen de bedrijven door ook nog een omzet ting van de geautomatiseerde uitke ringsadministratie van het Rotter damse naar het Groningse computer centrum moet gaan plaatsvinden (een flinke financiële bezuiniging - met een nieuw en veel ingewikkelder programmatuur zonder op onze afde ling administratie voldoende auto matiseringsdeskundigheid in huis te hebben om dat op te vangen) dan wordt de druk wel heel erg groot. Al leen al voor een perfect functioneren van nieuw in te voeren systemen is gemiddeld een periode van een tot twee jaar nodig. Ik weet niet of de burgemeester in zijn aanduiding van 1984 als rampjaar dit alles daaronder heeft willen samen vatten. Noch minder of hij zich be wust is (geweest) wat dit alles voor di rectie en personeel aan zorg heeft meegebracht. Dat in die jaren 1983- 1984 de zaak is overeind gebleven, de uitkeringsgerechtigden hun uitkerin gen op tijd zijn blijven ontvangen en alle overige - ook controlewerkzaam heden - zo goed mogelijk zijn blijven doorgaan, is te danken aan de enor me inzet van het gehele personeel dat in die moeilijke tijd bij voortduring bereid bleek in goed overleg en in goe de verhoudingen met directie en me dezeggenschapscommissie tot een maximale inzet, incl. overwerk, op al le fronten van de dienst. Een zodani ge inzet, dit betoonde besef van ver antwoordelijkheid, deze 'attitude' was ronduit magnifiek. De sanctie. In deze beschouwing ging het mij om de feiten en achter gronden naar voren te brengen met een toelichting op de gang van zaken in de relatie van oorzaak en gevolg. De sanctie zelf, 1 van het gedecla reerde bedrag, lijkt niet zwaar, maar in uitkomst 340.000,- uit de porte monnee van een financieel zwakke gemeente als Vlissingen een fiks be drag. Burgemeester Van der Doef pleit voor een symbolische straf in relatie tot de zin van de sanctie. Wat daar mee zou dienen te worden beoogd, is inmiddels gerealiseerd. De gemeen telijke reorganisatie is doorgevoerd (in 1985), het nieuwe automatise ringssysteem is ingevoerd (en draait nu voor het vierde jaar), de sociale dienst draait goed, het personeel is gemotiveerd en er zijn geen klachten (de inkomstenbriefjes worden naar ik meen sinds 1986 weer ingeleverd). Met dit verzoek van de burgemeester is zeker in te stemmen. Alleen zou ik, als ik minister De Graaf was, gelet op alle feiten, omstandigheden, moge lijkheden en onmogelijkheden van toen, individualiserend te werk gaan en een streep door de rekening van staatssecretaris De Graaf halen. Die kwijtschelding van straf aan de ge meente Vlissingen zou een symbo lisch schouderklopje voor de toen in de branding staande sociale dienst zijn. Het zou verdiend zijn, maar mocht de uitslag anders luiden, mis schien dan alsnog door de burge meester? IMr.J. L. Osterman is oud-directeur van de Gemeentelijke Sociale Dienst te Vlissin gen) over het gruwelijke gebrek aan dyna miek van deze uit zijn krachten ge groeide bureaucratische moloch met meer dan 40 miljoen leden, die behal ve vage kansen op een partij-carrière aan de Sovjet-jeugd weinig meer dan een lusteloze papiermolen te bieden heeft. Maar dat Gorbatsjov het Centraal Comité (het dagelijks bestuur van de communistische partij, met ruim 300 leden) en de ministerraad als verzets- haarden tegen zijn vernieuwingspoli tiek noemde, is wel een sensatie. Im mers, op het partijplenum van afgelo pen januari werd Gorbatsjov's pere strojka officieel unaniem door het Centraal Comité goedgekeurd, zij het met de toevoeging dat er zwaar over gediscussieerd was. Sinds januari is er geen bijeenkomst van het Centraal Comité meer geweest. Dus als Gorbatsjov nu dit gezel schap, voor het eerst, bij name noemt als één van de organen die te gen hem zijn, betekent dat zeer zeker grote bonje in de Partij, omdat het inhoudt dat de schoorvoetende meestemmers van januari zich sindsdien kennelijk niet in de nieu we partijlijn hebben geschikt en daar ook intern actie tegen voeren. En wel op een conspiratieve manier, die Gorbatsjov ter ore moet zijn ge komen, want openlijke kritiek op zijn perestrojka is er door het Cen traal Comité niet geleverd. Gorbatsjov op zijn beurt stelt het wa pen van de glasnost (openheid) hier tegenover en vond het kennelijk no dig om, ditmaal via de jeugd en in elk geval via de massamedia die op zijn hand zijn, de bevolking te hulp te roe pen voor zijn vemieuwingsdenkbeel- den. Maar de Russische man in de straat, die nog niet echt veel merkt van de positieve effecten van de her vorming, wacht traditiegetrouw af wat de tsaar in het Kremlin zal doen. Dat is de kern van het probleem: de Sovjet-massa is niet tot daden te por ren als het geen hapklare wortel voor de neus gehangen krijgt en is gewend aan het wantrouwig afwachten van de beslissingen van de almachtige Partij. En die Partij, zo is gisteren nogmaals duidelijk gebleken, voert in eigen boezem een hevig gevecht over hoe het nu verder moet. Of Gorbatsjov's openhartige roep om steun van de massa, want zo kun je zijn opmerking gisteren in de Komsomol-vergade- ring wel definiëren, succes zal hebben is dus maar de vraag. De massa van de Komsomol is wél op zijn hand, zoals uit het enthousiast gescandeerde applaus dat de partij leider gisteren ten deel viel wel duide lijk bleek. In jeugdige kringen tref je een grote sympathie aan voor Gor batsjov, die immers de Sovjet-jonge ren meer dan ooit de vrijheid laat om in rockmuziek, eigentijdse kleding en allerlei andere uitingsvormen hun identiteit (overigens meestal niet meer dan een oppervlakkige, ondoor- leefde kopie van wat in het Westen modieus is) gestalte te geven. Maar in de Sovjet-Unie mag de jeugd dan wel de toekomst hebben - daar hamerde Gorbatsjov in zijn speech gisteren ook voortdurend op - de macht heeft zij niet. Het gaat er, wat dat betreft, in de eerste plaats om of Gorbatsjov zijn directe tegenstan ders op het top-niveau, die hij dus ruimschoots blijkt te hebben, kan ompraten of, indien nodig, uitscha kelen. (Advertentie) O

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1987 | | pagina 5