DELTAWERKEN GEREED
Tot op hoogste niveau
verzet tegen Gorbatsjov
p
?0&
|pZC/°Pgriie en achtergrond"
5
Pasen 1987. De laatste Delta-dam ligt er. Het 'bedwingen' van de Krammer door het met zand
opspuiten van de Philipsdam betekent dat het Deltaplan in feite is voltooid. Na een periode
van ruim dertig jaar kan het grootste en ingrijpendste waterstaatkundige werk ooit in Neder
land uitgevoerd, worden afgerond. Goed, er resten nog enkele werkzaamheden, zoals afbouw
van het zoet/zout-scheidingssysteem in de Kreekraksluizen en de verbreding van het Kanaal
door Zuid-Beveland. Dat zijn 'kleinigheden' vergeleken bij het aanleggen van de dammen in de
zeearmen.
Toegenomen kennis
Repetitie
Achterstand
Fiks bedrag
Hevig gevecht
ZATERDAG 18 APRIL 1987
30 jaar vechten
tegen de zee
(Van onze verslaggever Rinus Antonisse)
Zonder de watersnoodramp van 1953
zou het Deltaplan er niet gekomen
zijn. Wél waterstaatkundige werken -
er lagen diverse plannen - maar zeker
niet zo drastisch. De ramp zorgde voor
een nationaal 'Dat nooit weer-gevoel',
waardoor er een breed maatschappe
lijk draagvlak was voor de kostbare en
omvangrijke werken. Het overstroom
de land prijsgeven aan de zee, dat
kwam niet in het vaderlandse denken
op. Terugvechten was de boodschap
vervat in de Deltawet, die in november
1957 met 106 tegen 8 stemmen door de
Tweede Kamer werd aanvaard. Be
langrijkste uitgangspunt: kustverkor-
ting met ongeveer 700 kilometer. De
kosten werden geraamd op 2,4 miljard
gulden.
In totaal zijn er, met inbegrip van de
stormvloedkering Oosterschelde, tien
Delta-dammen gelegd. Vier in de
zeearmen: Veerse Gat, Oosterschelde,
Brouwershavense Gat en Haringvliet.
Landinwaarts zijn dammen gelegd in
Zandkreek, Grevelingen en Volkerak.
Door de bouw van de pijlerdam waren
compartimenteringsdammen noodza
kelijk in het oostelijk deel van de Oos
terschelde: Markiezaatskade, Oester-
dam en Philipsdam. Door de Delta
werken is het aantal sluiscomplexen
aanzienlijk toegenomen. Schutsluizen
in de Volkerakdam, Grevelingendam,
Haringvlietdam, Oosterscheldeke-
ring, Philipsdam, Oesterdam en Zand-
kreekdam. Uitwateringssluizen in de
Haringvlietdam. Doorlaatsluizen in de
Brouwersdam, Grevelingendam (he
vel), Volkerakdam (inlaatmiddel) en
Markiezaatskade. Er verdwijnt op ter
mijn maar één sluizencomplex, dat bij
Wemeldinge. Terzijde: voor de water
huishouding werd door de Hals van
Zuid-Beveland het Spuikanaal Bath
gegraven. In de Hollandse IJssel is als
allereerste Deltawerk een stormvloed
kering aangelegd, die al in 1958 in be
drijf kwam. Nog doorlopend tot 1990
zijn langs de hele Nederlandse kust de
zeeweringen op Deltahoogte gebracht.
Door de uitvoering van het Deltaplan
is de waterstaatkundige kennis in Ne
derland - die toch al hoog aangeschre
ven stond - zeer aanzienlijk toegeno
men. De techniek leek bijna voor niets
te staan. Met het voortschrijden van
de werken, namen de mogelijkheden
toe, met als onbetwistbaar technolo
gisch hoogstandje de bouw van de
stormvloedkering.
Traditionele technieken verdwenen;
computergestuurde nieuwe methoden
deden hun intrede. De eerste Delta-
dam werd volgens de beproefde me
thode (droogmaking Walcheren, af
damming Braakman en Brielse Maas,
watersnood-herstel) met kleine een
heidscaissons afgesloten. Bij de laat
ste dam was sprake van de grootste
zandsluiting ter wereld en er kwam
geen caisson meer aan te pas. Ertusse
nin lagen onder meer gebruik van
doorlaatcaissons en een kabelbaan.
Gebruik van materialen veranderde:
zinkstukken van natuurlijke grond
stoffen maakten plaats voor nylon-,
beton- en steenasfalt-produkten. On
derwaterinspecties werden ontwik
keld, evenals uiterst nauwkeurige
meetmogelijkheden. Voor meerdaag
se weersvoorspellingen, onmisbaar in
een grillig klimaat als het Nederland
se, kwam een vrij betrouwbaar sys
teem.
Het Deltaplan is tussentijds ingrij
pend gewijzigd. De Oosterschelde
werd niet met een dichte dam afgeslo
ten, maar met een stormvloedkering,
die alleen als de veiligheid in gevaar
komt dicht gaat. Het is vooral de ver
dienste van actiegroepen geweest - die
het tij mee hadden door een groeiend
milieubesef - dat de Oosterschelde-
discussie in het voordeel van milieu en
visserij werd afgesloten. In het kielzog
ervan paste de beslissing om het Gre-
velingenmeer, dat zich in waardevolle
richting heeft ontwikkeld, niet zoet te
maken, maar zout te houden. Ook voor
die beslissingen was een maatschap
pelijk draagvlak, zij het minder breed
dan destijds voor het Deltaplan 'oude
stijl'.
In november 1957 begon het werk aan
de eerste Delta-dam. In mei 1960 werd
de 830 meter lange Zandkreekdam ge
sloten. De vaste verbinding tussen
Noord-en Zuid-Beveland was een feit
en daarmee ook een stukje van het
Drie-Eilandenplan. In 1961 ging het
Veerse Gat dicht. Er werd een dam van
2,8 kilometer lengte gelegd. In het
sluitgat kwamen zeven enorme door
laatcaissons met open schuiven te
staan. Na enkele dagen werden de
schuiven gesloten en daarmee was de
verbinding tussen Noord-Beveland en
Walcheren - en het Drie-Eilandenplan
- gereed.
Tussen Schouwen-Duiveland en Goe-
ree-Overflakkee (oostzijde) ontstond
in 1965.de Grevelingendam, met een
lengte van 6 kilometer. Naast een
heidscaissons werd een kabelbaan ge
bruikt: gondels deponeerden stenen in
de sluitgaten. Het afsluiten van het
Volkerak verliep in etappes. In 1959
was de 4,5 kilometer lange dam over de
Hellegatsplaten naar Goeree-Over-
flakkee dicht. In 1964 kwam de 1200
meter lange Haringvlietbrug tussen de
Hellegatsplaten en Hoekse Waard
klaar. Voorjaar 1969 sloten 12 door
laatcaissons de dam tussen de Helle
gatsplaten en Noord-Brabant af.
In de Haringvlietdam tussen Goeree
en Voorne werd een uniek spuisluizen-
complex met een doorstroombreedte
van bijna 1000 meter aangelegd (1967).
Daarna kwam het opwerpen van de
dam aan de beurt, weer met behulp
van een kabelbaan en eind 1970 was
het zover. Aanleg van de 6 kilometer
lange dam door het Brouwershavense
Gat tussen Schouwen en Goeree gold
als generale repetitie voor de Ooster
schelde. Voor afdamming van het
noordelijke sluitgat werden caissons
ingezet, voor het zuidelijke kwam de
kabelbaan andermaal in actie. Eind
1971 lag de dam er en ontstond het
Grevelingenmeer.
Aanvankelijk was alles gericht op een
8 kilometer lange dam in de Ooster
schelde tussen Schouwen en Walche
ren. Het werd een stormvloedkering:
65 betonnen pijlers met 62 stalen
schuiven ertussen die zakken als
stormgevaar dreigt. Met veel trompet
geschal stelde koningin Beatrix de ke
ring 4 oktober 1986 in gebruik. De weg
over de kering gaat najaar 1987 open.
In het oostelijk deel van de Ooster
schelde waren compartimenterings-
werken nodig (waarborgen groot getij-
verschil, getijvrije Schelde-Rijnver-
binding, scheiding zout-zoet water).
Onderdeel van de werken is de Markie
zaatskade, die in 1983 tussen Bergen
op Zoom, via de Molenplaat, en de
Kreekraksluizen gereed kwam. In het
najaar van 1986 volgde tussen Tholen
en Zuid-Beveland de Oesterdam. De
sluiting van het Tholensche Gat ver
liep niet geheel op rolletjes; met name
de vogels liepen schade op door on
voorzien gebruik van de stormvloed
kering. Tenslotte, pasen 1987, de Phi
lipsdam tussen Sint-Philipsland en de
Grevelingendam. De drie comparti
menteringsdammen konden door het
opspuiten van zand worden gesloten.
Door de uitvoering van het Deltaplan
heeft zuidwest-Nederland niet alleen
een betere beveiliging tegen de zee ge
kregen. Het gebied, dat eeuwenlang
in een isolement verkeerde, is eilan-
denrijk-af geworden. In verkeerstech
nisch oogpunt is de Delta op de stoep
van de Randstad en België gebracht.
Tegelijk daarmee kwamen industrie
en recreatie tot ontwikkeling. In een
periode van 30 jaar heeft het Delta
plan enorme veranderingen teweeg
gebracht. Hoe ver die precies strek
ken zal pas op termijn helemaal dui
delijk worden.
Sovjetleider Michail Gorbatsjov.
(Van onze correspondent
Alexander Münninghoff
in Moskou
De Russische partijleider Mikhail
Gorbatsjov heeft gisteren on
dubbelzinnig laten weten, dat hij tot
op het hoogste niveau nog steeds te
genstanders heeft van zijn hervor
mingspolitiek. In de Congreszaal
van het Kremlin vertelde Gorbats
jov aan de zesduizend deelnemers
aan de 20e zitting van Komsomol, de
jeugdorganisatie van de communis
tische partij, dat zijn perestrojka
weerstand ontmoet van „een vertra
gingsmechanisme, dat niet zomaar
plotseling uit het niets is ontstaan en
dat overal aanwezig is, in het Cen
traal Comité, in de ministerraad en
ook in de Komsomol zelf'.
Dat de Komsomol van Gorbatsjov
een veeg uit de pan kreeg op haar ei
gen feestelijke lustrumvergadering
was niet zo onverwacht: al jaren kla
gen de Russen van onder de dertig
Symbolische strafsanctie voor
Vlissingen is verwerpelij k
(Door mr. J. L. Osterman)
De strafsanctie als bijsturingsme
chanisme die de gemeente Vlis
singen is opgelegd, is een dwangmid
del van staatssecretaris De Graaf om
uiteindelijk de uitvoering zodanig te
doen geschieden als hij wenst.
Het pleidooi van burgemeester Van
der Doef van Vlissingen bij de Raad
van State voor een symbolische
strafsanctie in plaats van de opge
legde (publikatie PZC 8/4 jl.) is voor
wat betreft de daarbij aangevoerde
argumenten dan ook volstrekt ver
werpelijk.
In hoofdzaak berust de betreffende
sanctie op drie fundamentele bezwa
ren.
Om te beginnen de beslissing van het
gemeentebestuur van Vlissingen, de
verplichting te laten vervallen die de
staatssecretaris heeft opgelegd tot
het periodiek inleveren van inkom
stenbriefjes door werkloze werkne
mers in de bijstand.
Aanleiding was een destijds in Vlis
singen gehouden protestbijeenkomst
van voornamelijk jeugdige werklozen
tegen het volslagen zinloos wekelijks
inleveren van inkomstenbriefjes bij
een toen massale werkloosheid van
meer dan 800.000 in den lande. Deze
bijeenkomst werd ook door een aan
tal Vlissingse raadsleden bijgewoond
en was aanleiding voor de gemeente
raad op voorstel van de PvdA-fractie
deze voor honderden van onze Vlis
singse mensen zinloze en in feite
krenkende gang van zaken naar de
sociale dienst te doorbreken en te be
sluiten hiervan af te zien. In plaats
daarvan zou meer gerichte onder
steunende aandacht aan een steeds
periodiek wisselend deel van het aan
tal betrokkenen besteed worden,
waarbij uiteraard ook het controle
aspect zou worden meegenomen.
Voor een goed begrip dient vermeld
dat deze inleveringsplicht niet op een
wettelijke bepaling stoelde - een la
ger bestuursorgaan kan geen wijzi
ging aanbrengen in de regelgeving
van een hoger - maar op controleve-
reisten van het departement. Van
daar dat de Vlissingse gemeenteraad
een beleidsmarge zag voor humaan
handelen en b en w verzocht te doen
zoals vermeld. Dit terzijdestellen van
deze inleveringsplicht is door de
staatssecretaris bijzonder hoog opge
nomen, wellicht ook uit vrees voor
het uitstralend effect naar andere ge
meenten. Wanneer nu de burgemees
ter hieraan (en aan de andere bezwa
ren), kennelijk in zijn opstelling van
'laat ik nu maar alles toegeven, dan
houden we wellicht een deel van ons
geld in de zak' de kwalificatie ver
bindt van 'een fout, een tekortko
ming of nalatigheid van de sociale
dienst in beheer, in uitvoering, in de
attitude van het personeel soms in
strijd met de regels", dan is deze op
stelling even kwetsend als onwaar ais
processueel onjuist. Wat dit laatste
betreft, hij staat daar als vertegen
woordiger van het gemeentebestuur,
voor welks handelen of nalaten in ge
ding met de staatssecretaris een ei
gen bestuurlijke verantwoordelijk
heid geldt inzake het gevoerde beleid.
Het gebouw van de Sociale Dienst van de gemeente Vlissingen.
Het tweede bezwaar van fundamen
tele aard gold 'een te ruim sociaal be
leid'. Je zou zo zeggen, een aardige
opsteker voor een pas beginnend so
cialistische burgemeester. Zie ech
ter zijn kwalificatie over het hande
len/nalaten van de sociale dienst en
de attitude van het personeel. Het
gaat hier om de wijze van bijstands
verlening. Het geschilpunt met het
departement betreft art. 1 lid 2 van
de ABW, waarin het individualise-
ringsbeginsel voor de verlening van
bijstand is vastgelegd. Deze dient te
worden afgestemd op de omstandig
heden en mogelijkheden van per
soon en gezin en op het betoond besef
van verantwoordelijkheid voor de
voorziening in het bestaan. Dit indi-
vidualiseringsbeginsel is in feite de
ziel van de bijstandswet. Gelet op de
kritiek op dit onderdeel, is de vraag
gewettigd: 'Is dan soms de bijstands
wet ter ziele?'.
Ik acht dit in rechte afdwingbare
verfijningsmechanisme in de bij
standsverlening één van de belang
rijkste zo niet het belangrijkste uit
gangspunt in ons maatschappelijk
bestel. Het komt hierop neer dat de
door de rijksoverheid vastgestelde
normen voor de noodzakelijke be
staanskosten uitgangspunt, vertrek
punt, maar geen eindpunt in de bij
standsverlening behoren te zijn.
Ik heb dit beginsel binnen en buiten
mijn dienst van meet af aan in sterke
mate gepropageerd en mijn mensen
nadrukkelijk gewezen op het essen
tiële belang daarvan.
De kwaliteit van de bijstandsverle
ning ligt in de individualisering! Om
in termen van de burgemeester van
Vlissingen te spreken: daar krijg je in
derdaad een attitude binnen het per
soneelsbestand. maar juist een goe
de!
Trouwens bij invoering van de bij
standswet in 1965 bezocht het depar
tement de gemeentebesturen om toe
te zien of en te bevorderen dat dit in-
dividualiseringsbeginsel werd uitge
voerd.
Een goede zaak, van armenwet naar
bijstandswet, van gunst naar recht,
dat vroeg om ondersteuning en bege
leiding. Maar met de groei van de uit
keringsbestanden en steeds verder
gaande bezuinigingen verdween deze
missiedrang van een 'gij zult' om al
lengs plaats te maken voor een 'gij
zult niet' en dat op grond van hetzelf
de wetsartikel.
Dat de omvang in uitgaven juist op
dit punt in gemeenten met een zwak
ke financieel-sociale structuur als
Vlissingen een ieder die daarbij be
trokken is en niet alleen het rijk gro
te zorgen geeft, is duidelijk. Maar
juist in die gemeenten is toepassing
van dit individualiseringsbeginsel
broodnodig. De uitvoering daarvan
op grond van de wet kan nimmer
aanleiding zijn voor de staatssecre
taris op titel van een globale indica
tie als 'een te ruim sociaal beleid' -
volgens welke ijkpatronen? - over te
gaan tot strafoplegging ter wille van
een indamming van de uitgaven-
stroom.
In zijn verweer, meer een excuus, vrij
vertaald met 'sorry voor die dienst en
die ambtenaren' heeft de burgemees
ter het op dit punt, nota bene waar
het de beleidsopstelling van de ge
meente ten behoeve van de financieel
zwaksten in onze samenleving be
treft, volledig laten afweten.
Het derde fundamentele bezwaar te
gen Vlissingen is gericht op de chro
nische achterstand in de controles
(volgens voorschrift dienen lopende
uitkeringen periodiek op geldigheid
te worden gecontroleerd).
Hierin heeft de staatssecretaris vol
komen gelijk. Meerdere jaren achter
een heeft de departementale verte
genwoordiging na gehouden jaarcon
trole en de bespreking daarvan met
de dienst en de wethouder van sociale
zaken, het college van b en w daarop
aangesproken. Hierop is door het col
lege nimmer adequaat gereageerd.
Wat dat betreft past het boetekleed
dat de burgemeester bij de Raad van
State ontvouwt, maar niet om te leg
gen om de schouders van de sociale
dienst. Wij zijn als dienst (directie,
staf, medezeggenschapscommissie)
de jaren door bij voortduring bezig
geweest om tot een zodanige perso
neelssterkte te komen dat in ons ta
kenpakket alle onderdelen redelijk
meegenomen konden worden, ook de
controlevereisten van het departe
ment. Partieel werden door het colle
ge wel voorzieningen getroffen, maar
onvoldoende en immer achter de fei
ten aan. Eerst de manco's en als de
gaten te groot worden deze gedeelte
lijk dichten, dan gaat het wel weer
even, maar dat is een slecht beleid.
Dat het gemeentebestuur financieel
moeilijk zat mag niet onvermeld blij
ven. Evenmin dat vanwege de voor
genomen gemeentelijke reorganisa
tie en de daarmee beoogde bezuini
gingen reeds.lange tijd niet tot perso
neelsuitbreiding werd overgegaan.
Wat daarvan zij, men moet daarvoor
dan wel de consequenties in beleids
verantwoordelijkheid ook naar bui
ten toe durven dragen. Wanneer dan
voor de sociale dienst met een over
dosis aan werk einde 1983 tussen de
bedrijven door ook nog een omzet
ting van de geautomatiseerde uitke
ringsadministratie van het Rotter
damse naar het Groningse computer
centrum moet gaan plaatsvinden
(een flinke financiële bezuiniging -
met een nieuw en veel ingewikkelder
programmatuur zonder op onze afde
ling administratie voldoende auto
matiseringsdeskundigheid in huis te
hebben om dat op te vangen) dan
wordt de druk wel heel erg groot. Al
leen al voor een perfect functioneren
van nieuw in te voeren systemen is
gemiddeld een periode van een tot
twee jaar nodig.
Ik weet niet of de burgemeester in zijn
aanduiding van 1984 als rampjaar dit
alles daaronder heeft willen samen
vatten. Noch minder of hij zich be
wust is (geweest) wat dit alles voor di
rectie en personeel aan zorg heeft
meegebracht. Dat in die jaren 1983-
1984 de zaak is overeind gebleven, de
uitkeringsgerechtigden hun uitkerin
gen op tijd zijn blijven ontvangen en
alle overige - ook controlewerkzaam
heden - zo goed mogelijk zijn blijven
doorgaan, is te danken aan de enor
me inzet van het gehele personeel dat
in die moeilijke tijd bij voortduring
bereid bleek in goed overleg en in goe
de verhoudingen met directie en me
dezeggenschapscommissie tot een
maximale inzet, incl. overwerk, op al
le fronten van de dienst. Een zodani
ge inzet, dit betoonde besef van ver
antwoordelijkheid, deze 'attitude'
was ronduit magnifiek.
De sanctie. In deze beschouwing
ging het mij om de feiten en achter
gronden naar voren te brengen met
een toelichting op de gang van zaken
in de relatie van oorzaak en gevolg.
De sanctie zelf, 1 van het gedecla
reerde bedrag, lijkt niet zwaar, maar
in uitkomst 340.000,- uit de porte
monnee van een financieel zwakke
gemeente als Vlissingen een fiks be
drag.
Burgemeester Van der Doef pleit
voor een symbolische straf in relatie
tot de zin van de sanctie. Wat daar
mee zou dienen te worden beoogd, is
inmiddels gerealiseerd. De gemeen
telijke reorganisatie is doorgevoerd
(in 1985), het nieuwe automatise
ringssysteem is ingevoerd (en draait
nu voor het vierde jaar), de sociale
dienst draait goed, het personeel is
gemotiveerd en er zijn geen klachten
(de inkomstenbriefjes worden naar ik
meen sinds 1986 weer ingeleverd).
Met dit verzoek van de burgemeester
is zeker in te stemmen. Alleen zou ik,
als ik minister De Graaf was, gelet op
alle feiten, omstandigheden, moge
lijkheden en onmogelijkheden van
toen, individualiserend te werk gaan
en een streep door de rekening van
staatssecretaris De Graaf halen. Die
kwijtschelding van straf aan de ge
meente Vlissingen zou een symbo
lisch schouderklopje voor de toen in
de branding staande sociale dienst
zijn. Het zou verdiend zijn, maar
mocht de uitslag anders luiden, mis
schien dan alsnog door de burge
meester?
IMr.J. L. Osterman is oud-directeur van de
Gemeentelijke Sociale Dienst te Vlissin
gen)
over het gruwelijke gebrek aan dyna
miek van deze uit zijn krachten ge
groeide bureaucratische moloch met
meer dan 40 miljoen leden, die behal
ve vage kansen op een partij-carrière
aan de Sovjet-jeugd weinig meer dan
een lusteloze papiermolen te bieden
heeft.
Maar dat Gorbatsjov het Centraal
Comité (het dagelijks bestuur van de
communistische partij, met ruim 300
leden) en de ministerraad als verzets-
haarden tegen zijn vernieuwingspoli
tiek noemde, is wel een sensatie. Im
mers, op het partijplenum van afgelo
pen januari werd Gorbatsjov's pere
strojka officieel unaniem door het
Centraal Comité goedgekeurd, zij het
met de toevoeging dat er zwaar over
gediscussieerd was. Sinds januari is
er geen bijeenkomst van het Centraal
Comité meer geweest.
Dus als Gorbatsjov nu dit gezel
schap, voor het eerst, bij name
noemt als één van de organen die te
gen hem zijn, betekent dat zeer zeker
grote bonje in de Partij, omdat het
inhoudt dat de schoorvoetende
meestemmers van januari zich
sindsdien kennelijk niet in de nieu
we partijlijn hebben geschikt en
daar ook intern actie tegen voeren.
En wel op een conspiratieve manier,
die Gorbatsjov ter ore moet zijn ge
komen, want openlijke kritiek op
zijn perestrojka is er door het Cen
traal Comité niet geleverd.
Gorbatsjov op zijn beurt stelt het wa
pen van de glasnost (openheid) hier
tegenover en vond het kennelijk no
dig om, ditmaal via de jeugd en in elk
geval via de massamedia die op zijn
hand zijn, de bevolking te hulp te roe
pen voor zijn vemieuwingsdenkbeel-
den. Maar de Russische man in de
straat, die nog niet echt veel merkt
van de positieve effecten van de her
vorming, wacht traditiegetrouw af
wat de tsaar in het Kremlin zal doen.
Dat is de kern van het probleem: de
Sovjet-massa is niet tot daden te por
ren als het geen hapklare wortel voor
de neus gehangen krijgt en is gewend
aan het wantrouwig afwachten van
de beslissingen van de almachtige
Partij.
En die Partij, zo is gisteren nogmaals
duidelijk gebleken, voert in eigen
boezem een hevig gevecht over hoe
het nu verder moet. Of Gorbatsjov's
openhartige roep om steun van de
massa, want zo kun je zijn opmerking
gisteren in de Komsomol-vergade-
ring wel definiëren, succes zal hebben
is dus maar de vraag.
De massa van de Komsomol is wél op
zijn hand, zoals uit het enthousiast
gescandeerde applaus dat de partij
leider gisteren ten deel viel wel duide
lijk bleek. In jeugdige kringen tref je
een grote sympathie aan voor Gor
batsjov, die immers de Sovjet-jonge
ren meer dan ooit de vrijheid laat om
in rockmuziek, eigentijdse kleding en
allerlei andere uitingsvormen hun
identiteit (overigens meestal niet
meer dan een oppervlakkige, ondoor-
leefde kopie van wat in het Westen
modieus is) gestalte te geven.
Maar in de Sovjet-Unie mag de jeugd
dan wel de toekomst hebben - daar
hamerde Gorbatsjov in zijn speech
gisteren ook voortdurend op - de
macht heeft zij niet. Het gaat er, wat
dat betreft, in de eerste plaats om of
Gorbatsjov zijn directe tegenstan
ders op het top-niveau, die hij dus
ruimschoots blijkt te hebben, kan
ompraten of, indien nodig, uitscha
kelen.
(Advertentie)
O