MR PAUL
OERSMA
GESJOEMEL
AAN DE GRENS
honderd heiligen
en een paar
judassen
PZC/ week-in
35
rechtsorde
massief
nederlaag
regels
henk postma
handel
lekkers
dieselolie
rood
kapot
carla valentin
ZATERDAG 18 APRIL 1987
We schrijven 1971. De industriali
satie van Zeeland is in volle
gang. En in de Zeeuwse statenzaal
hangt nog de geur van politieke
kruitdamp. De sterk verjongde frac
tie van de PvdA mag dan hebben ver
zekerd dat ze er niet op uit is de ge
vestigde bestuurders een dolk in de
rug te steken, de pleidooien uit de
hoek van de sociaal-democraten
voor minder vervuilende industrie,
een schoner milieu en doorzichtiger
besluitvormingsprocedures zijn
toch opgevat als een teken van ge
brek aan loyaliteit. Er wordt argwa
nend naar de PvdA-hoek gekeken,
waar een nieuwe gedeputeerde in de
startblokken staat. Oud-NVV-be-
stuurder C. Hoek, nog maar pas tot
PvdA-gedeputeerde benoemd, is om
gezondheidsredenen afgetreden. Het
nieuwe fractielid mr. J. P. Boersma,
dan 41 jaar, is naar voren geschoven
om hem op te volgen. Zijn aanstel
ling wordt door politieke tegenstan
ders geenszins als een formaliteit be
schouwd.
De PvdA, als grootste statenfractie
leverancier van twee gedeputeerden,
mag door de jaren heen een betrouw
bare partner zijn gebleken. Maar de
goede samenwerking zou toch wel
eens verstoord kunnen worden als de
PvdA de oren teveel laat hangen naar
nieuwlichters, wier revolutionaire
klaroengeschal de gouvernementele
trommelvliezen onaangenaam be
roert. En dan moet nu net de import-
Zeeuw Boersma, vijfjaar eerder van
uit Groningen op de burgemeester
spost in Brouwershaven neergestre
ken, de socialistische kar gaan trek
ken. „Wat is er van waar", vraagt de
fractievoorzitter van de KVP, drs. W.
R. V. Dusarduijn, in een 'grimmig be
toogje', „Wat is ervan waar dat de
heer Boersma lid is van Nieuw
Links?". Zijn PvdA-collega dr. E. J.
Prins kan hem enigszins geruststel
len. De beoogd gedeputeerde is geen
lid van de beweging die de PvdA al
polariserend in linkser vaarwater
probeert te sturen. „Hij staat er hoog
stens sympathiek tegenover".
Maar deze verzachtende omstandig
heid verhindert niet dat de grootst
mogelijke minderheid van de KVP
aan Boersma's kandidatuur geen
steun kan verlenen. De afgescheiden
PvdA-er mr. K. A. Keunig, die zich
als statenlid voor DS 70 manifes
teert, wil al helemaal niets van de
beoogd gedeputeerde weten. Want
'ik vind dat de groep Nieuw Links in
woord en geschrift onze rechtsorde
en parlementaire democratie heeft
ondermijnd'. Boersma hoeft dat uit
eindelijk slechts voor kennisgeving
aan te nemen. Hij haalt de streep met
32 van de 45 stemmen.
Nog geen drie jaar later zijn de rollen
omgedraaid. Boersma komt onder
vuur in zijn eigen partij. Vooral in
Vlissingen, waar de PvdA-afdeling
besluit om zijn kandidatuur voor een
volgende statenperiode niet de steu
nen. Boersma, zo meldt het plaatse
lijk bestuurslid drs. B. Broekhuis,
heeft zich onvoldoende als partijlid
geprofileerd. Hij zou te collegiaal zijn
omgegaan met de andere gedepu
teerden en te weinig rekening hebben
gehouden met de eigen achterban.
In andere afdelingen wordt milder
geoordeeld en zo kan gedeputeerde
Boersma even later toch aan zijn
tweede termijn beginnen. Als Boers
ma, inmiddels 57 jaar, komende
maandag 27 april als gedeputeerde
afscheid neemt kan hij terug kijken
op ruim zestien jaar activiteit als lid
van het dagelijks provinciebestuur.
Boersma zelf vindt het nu welletjes,
maar als het aan politiek Zeeland of
aan zijn eigen partij had gelegen, zou
hij nog rustig een aantal jaren door
hebben mogen gaan.
Paul Boersma
foto wim riemens
lijke inbreng van de PvdA gewenst.
Nou daar heb je als bestuurder reke
ning mee te houden. Misschien heb ik
dat als burgemeester wel een beetje
meegekregen: boven de partijen
staan".
Maar de partij zal toch eisen dat er
iets van de eigen 'strijdpunten' uit het
vuur wordt gesleept?
„Ik hecht niet zoveel aan strijdpun
ten. Zo'n verkiezingsprogramma is
een optelsom van wensen, vaak niet
eens consistent en samenhangend. Ik
zeg het nu maar zoals het is. Dan krijg
je de beleidspunten op basis waarvan
je met andere partijen een college
hebt gevormd. Dat is.dan nog maar
een mager aftreksel van zo'n verkie
zingsprogramma. Ik denk dat je veel
meer naar de sfeer en geest moet kij
ken. Ik denk dat ik herkenbaar ben
voor de PvdA omdat ik de geest van
de club versta en me daar ook heel
diep geestelijk mee verbonden voel.
Maar dat is misschien een beetje
emotioneel, terwijl ik toch een rede
lijk rationeel bestuurder ben. Nieuw
Links was heel duidelijk een vernieu
wende beweging in de PvdA, die er
voor gezorgd heeft dat de partij niet
conservatief werd. Ze hebben daarbij
methoden gebruikt die mij niet zin
nen. Maar de sfeer en de geest van
waaruit geopereerd werd was heel ge
zond. Het polariseren om het polari-
ta bewoningspatroon nodig. Dat
weet ik ook wel. Maar als dat straks
weer omdraait moet je daar wel op
voorbereid zijn".
In het kaderblad van de PvdA-Zee-
land, De Baanbreker, doet Boersma
een boekje open over 'de grootste ne
derlaag die ik in al die jaren heb gele
den': het toelaten van van ruime
kampeermogelijkheden in het
streekplan Midden-Zeeland.
„Wat ik zie gebeuren is een regelrech
te afbraak van onze waardevolle
kuststreek. Met als absoluut diepte
punt het gedonderjaag rondom de
Paardekuup in Kortgene. Daar heeft
men werkelijk wat ik zou willen noe
men 'minimale bestuurskracht' ge
toond als gemeente. Ik vond het
schandelijk hoe men daar de normale
procedures zoals voorgeschreven
door de wet aan zijn laars heeft ge
lapt".
Toch zag Boersma destijds in de op
stelling van de statenmeerderheid
geen reden om af te treden. „Nee",
zegt hij, „Op zo'n moment ben je veel
invloed en gezag kwijt. Ik kan er ver
schrikkelijk van balen. Ze hebben na
tuurlijk volstrekt ongelijk. Maar ik
leg me er volstrekt bij neer, niet al
leen formeel, maar ook emotioneel.
De democratie heeft het recht om fou
ten te begaan. Ik zou niet willen dat ik
zou mogen zeggen hoe het moet, dat
ernstig bedreigd. Dat is mondiaal en
we zijn er nog lang niet uit. De beteke
nis van de overheid voor de cultuur is
veel relatiever. Ook al doet de over
heid er niets aan, er zal toch iets van
cultuur blijven bestaan. Dat wil niet
zeggen dat ik me minder voor de cul
tuur heb ingezet. Maar ten behoeve
van de cultuur moet de overheid
voorwaardenscheppend bezig zijn,
voor het milieu afdwingend en ei
send".
Mr. Jacob Paul Boersma - geboren in
Arnhem, ooit directie-secretaris van
het Groningse provinciale energie
bedrijf, leider van de PvdA-fractie in
de Groningse gemeenteraad en bur
gemeester van het Groningse plaats
je Wedde - is in krantenpublicaties
niet zelden afgeschilderd als een
massief figuur, die met licht schom
melende tred door het leven gaat.
Maar wandelend op de kronkelwe
gen van de politiek is hij al die jaren
aardig in balans gebleven, afrem
mend wanneer expansiedrift of vrij
heidsdrang onherstelbare schade
dreigde toe te brengen aan natuur of
milieu, de pas er stevig in wanneer
cultuur-vernieuwende initiatieven
door behoudzucht dreigden te wor
den verstikt. Hoe houdt een gedepu
teerde zich al die jaren overeind als
'zetbaas' van een politiek gemeleer-
de statenmeerderheid, terwijl de he
te adem van de eigen achterban hem
in de nek blaast?
„Ik denk", zegt Boersma behoed
zaam formulerend, „dat ik altijd ge
tracht heb heel nadrukkelijk te zeg
gen wat ik wilde. Je laat de ambtena
ren op je inpraten en dan kijkje watin
de politiek maximaal haalbaar is.
Nou, daar steven je dan op af. Ik denk
dat ik altijd redelijk duidelijk mijn
uitgangspunten heb aangegeven en
altijd bereid ben geweest een aan
vaardbaar compromis aan te gaan.
Daar heb ik nooit moeite mee gehad.
Maar ik moet me er wel in kunnen
herkennen".
„Je zit als PvdA-gedeputeerde in een
minderheidspositie. Dus de andere
waarheden zijn nog altijd sterker dan
je eigen waarheid. Daar moet je je
heel scherp van bewust zijn. De sa
menleving vindt het niet gewenst dat
de PvdA een meerderheidspositie
heeft, maar er wordt wel een behoor-
Bij zijn komst werd hij argwanend als nieuwlichter bekeken, bij zijn vertrek
wordt hij algemeen als een bestuurder van kaliber beschouwd. Ruim zestien
jaar zijn er verstreken sinds Jacob Paul Boersma (57) tot het dagelijks provin
ciebestuur mocht toetreden. Volgende week vrijdag, wanneer de Zeeuwse
staten voor het laatst in oude samenstelling bijeen komen, neemt hij af
scheid met een receptie. In de Kloostergangen van het Middelburgs Abdij
complex zal de PvdA-bestuurder dan worden uitgeluid als een politiek tacti
cus, die even gemakkelijk compromissen sloot als minderheidsstandpunten
ventileerde. Boersma over de subjectiviteit van het eigen gelijk: „De andere
waarheden zijn altijd sterker dan je eigen waarheid. Daar moet je je heel
scherp van bewust zijn" Een gesprek met een scheidend gedeputeerde die
vindt 'dat je met allure moet besturen'.
seren is een heel onvruchtbare zaak.
Maar toen was polarisatie echt wel
nodig".
Boersma was ruim elf jaar, van 1971
tot 1982, verantwoordelijk voor de
ruimtelijke ordening in Zeeland.
Zijn pogingen om een 'hard en conse
quent' beleid te voeren joegen menig
gemeentebestuurder in de gordijnen
en de staten floten de gedeputeerde
verschillende keren terug. Er ver
schenen streekplannen en de nota
bewoningspatronen legde de vrije
vestigingskeus aan banden. Waarom
zoveel regelzucht?
„Het beleid moet erop gericht zijn dat
je niet een individu toestaat zijn gang
te gaan als hij daarmee de belangen
van de gemeenschap schaadt. Dan
moet je daar gewoon je poot voor zet
ten. Het ene individu mag het voor de
grote hoeveelheid andere individuen
niet verpesten. Bewoningspatroon
was toen een noodzaak. Je had inko
mend volk. Daar moet je een ant
woord op geven. Wantje kunt niet ge
woon zeggen: ga nou maar wonen
waar je zin in hebt. Dan maak je je
land en je landschap kapot, dan krijg
je overal puisten aan ieder dorp. Kijk
als het is zoals nu dat de mensen weg
lopen uit Zeeland, dan heb je geen no-
ik tegen de meerderheid in mijn zin
zou krijgen".
Toch zien we Boersma ook wel eens
bezig als een bestuurder die de an
dersdenkende met een enkel knorrig
woord alle wind uit de zeilen pro
beert te nemen. Een kwestie van po
litiek spel of van ingehouden woede?
„Ik heb niet de bedoeling om serieuze
opmerkingen weg te wuiven. Daar
moetje op in gaan. Ik kan misschien
wat nonchalant of brommerig over
komen als er langs de zaak wordt ge
praat. Het kan ook zijn dat mijn pet
niet goed staat, maar als het om
hoofdzaken gaat, mag men op mij
katten. Alleen, ik ben niet van plan
me met formaliteiten te laten vangen.
Dan zoeken ze het zelf maar uit".
Tot de verantwoordelijkheden van
de gedeputeerde behoorde de laatste
jaren vooral ook de zorg voor het mi
lieu, de cultuur en de volwassenene
ducatie. Welke portefeuilles vond hij
het interessantst?
„Je bemoeit je een beetje met dit en
met dat. Dat hoort er gewoon bij.
Maar over milieu en landschap denk
ik wat absoluter. Watje daarvan ver
nielt krijg je niet meer terug., het mi
lieu in de Delta is de afgelopen decen
nia verschraald. Het milieu wordt
Vooral door het verzet van de vakbe
weging tegen de ziektewetplannen
van Joop den Uyl leed de PvdA tij
dens de statenverkiezingen van vijf
jaar geleden een geduchte neder
laag. Boersma zag daardoor zijn
hoop de portefeuille financiën te
kunnen claimen in rook opgaan. De
laatste jaren, geeft hij toe, 'gingen
echt wel een beetje met de tong op de
schoenen'. Een ontmoedigde gedepu
teerde?
„Nee, ik heb mijn werk altijd met ple
zier gedaan. Maar als je het zestien
jaar doet dan heb je het op een gege
ven ogenblik wel gezien. Ik vind
twaalf jaar echt lang genoeg. Ik had
het best leuk gevonden als het me ge
lukt was nog even ergens anders voor
een redelijke periode burgemeester
te zijn. In mijn huis veranderde de si
tuatie ook. Fiek, sinds kort wethou
der van Middelburg, zocht carriere en
dat vind ik heel relevant. Toen heb ik
gezegd: dan hou ik er mee op. Ja ik
laat het er nu bij zitten. Ik heb geen
zin om nog een keer de kar te trekken.
Je kent iedere situatie, je kent de
mensen, je kent de mogelijkheden.
De uitdaging valt weg en je moet er
toch steeds tegenaan. Dat is nodig en
dat wordt van je verwacht. In deze si
tuatie doorgaan is voor mij niet goed,
voor mijn partij niet en voor de pro
vincie niet. En je kunt dat in willekeu
rige volgorde zetten. Ik heb nu een re
delijke kans dat ik in de Eerste kamer
kom. Het zou erg prettig zijn om in de
politiek nog een beetje aan de zijlijn
rond te wandelen. Ik denk dat ik daar
voor Zeeland nog wel wat kan doen".
Werken aan een zorgzame samenle
ving bijvoorbeeld?
„Ik vind het puur slecht zoals men op
het ogenblik praat en denkt over een
zorgzame samenleving. Ik huiver er
gewoon van. Daar wordt ik echt kat
terig van, van mooie termen die be
leidsmatig verdomd weinig voorstel
len. Als provincie wordt je dan met
kortingen geconfronteerd. Wij heb
ben gedaan wat we konden om dat
met eigen middelen op te vangen. Tot
nu toe zijn we daar redelijk in ge
slaagd. De restauratie heeft in dit
land behoorlijk om zich heengegre-
pen. Dat heeft ondubbelzinnig in
vloed op de provincie, zij het gelukkig
wat gematigd. Degenen die een stuk
je restauratie willen baseren dat op
goede conservatieve gronden, ook al
deel ik die gronden niet. Maar wat ik
dan jammer vind: diezelfde mensen
geven tegelijkertijd zo vaak ruimte
aan een geweldig stukje benepen
heid. Ik vind dat je met allure moet
besturen. Dat hoefje niet te overtrek
ken, maar je moet je als bestuurder
niet bezighouden met dat beknibbe
lende, miezerige gedoe".
Xv
Moet je net hier wezen",
/7 mompelteen vermoeid
ogende vijftiger aan een tafeltje.
„Het is hier vreselijk erg. Ben je te
zwaar beladen, dan pakken ze je of
ze sturen je terug. Er is wel een
oplossing voor. Als ze met je naar
de wagen lopen, vragen ze je om
billets. Dan steek je natuurlijk
snel je hand in je zak en je geeft ze
geld. Dan heb je geen last". Op het
parkeerterrein van de Franse
grensovergang Lille (voor
ingewijden grenspost Rekkem)
hangt nog een lichte ochtendnevel.
Terwijl in de kantoren enkele
douapiers in burger het
administratieve werk verrichten,
doen de chauffeurs in de cabine
een hazeslaapje. Sommige
bestuurders wachten vol
ongeduld voor de balie, anderen
slurpen in een nabijgelegen café
een kop sterke koffie.
De vrachtrijder, ('nee geen namen')
brengt een lading staal van
Amsterdam naar Parijs. Zijn
klaaglied bevestigt de
beschuldigingen van de Algemene
Verladers- en Eigen
Vervoerorganisatie, EVO.
In een nota stelt die de
omkopingen van Franse douaniers
aan de kaak. Die zouden jaarlijks
enkele miljoenen guldens
smeergeld ontvangen. In ruil voor
geld handelen ze onder meer het in-
en uitklaren aan de grens sneller af.
Daarvoor moet een
vrachtwagenchauffeur de
ambtenaar zo'n twee- a
driehonderd Franse francs
toeschuiven. Het kost een
middelgroot expeditiebedrijf met
twintig vrachtwagens zo'n 150.000
duizend gulden aan 'fooien'.
De aantijgingen zijn met
verontwaardiging ontvangen.
Enkele mannen in een duffig
kantoor langs de snelweg
stempelen met iets luidere
klappen documenten af. Reageren
doen ze in eerste instantie niet. Ze
verwijzen angstig naar de ver
boven hen verheven chef de poste.
Maar anoniem willen ze wel iets
kwijt. „Het draait alleen om de
handel", verklaart een van hen
met grote stelligheid. „De
Hollanders hebben sterke
transportbedrijven in
vergelijking met andere landen.
Ze drukken iedereen van de
markt. Formulieren en regels
hinderen die expansiedrift. Uit
woede is daarom elk middel
toegestaan. En wij zijn daarvan
het slachtoffer".
Na een uitvoerige les in
van-het-kastje-naar-de-muur-stu-
ren voor gevorderden, komen we
eindelijk bij een van de hoogste
douane-ambtenaren terecht:
regionaal directeur P. Godignon in
Lille, die zeshonderd douaniers
onder zijn hoede heeft.
Hij legt sterkt de nadruk op de
uitlating van zijn ondergeschikten:
„Het draait allemaal om de
handel". Hij herhaalt die
uitdrukking met stemverheffing
als we hem confronteren met de
opmerking van de even open als
besmette Belgische chauffeur J an
Lepere uit Roeselare.
Die bekent zonder enige aarzeling
vlees af te geven bij een grenspost.
„Zeker. Als ze met een stuk
tevreden zijn dan kan het sneller
gaan. En als ik 's avonds op wil
schieten, zoek ik iets lekkers, een
groot stuk uit", aldus deze eigen
rijder, die een vracht braadkippen
in Parijs heeft opgehaald.
Op het terrein, waar vooral veel
vee, kaas en ander bederfelijke
waar wordt ingeklaard, vertelthij
zonder blikken of blozen dat
sommige douaniers met een rijk
gevulde autokoffer naar huis gaan.
„Iemand die meubels vervoert, kan
natuurlijk niet een kast geven. Die
zal dat met geld doen".
Lepere: „Ik geef een doos, ze
moeten het er zelf uithalen".
Volgens de Belg zijn er weinig
chauffeurs die 'normaal' de grens
overgaan. Ook hij rijdt met gevulde
ronde dieseltanks vier maal per
week de grens over.
Douane-directeur Godignon trekt
achter zijn bureau bij dit voorbeeld
zijn wenkbrauwen op. „Dan moet
hij zijn spullen in de cabine klaar
hebben staan", merkt hij op. Met
stemverheffing: „Haalde hij dat uit
de koelwagen? Dat kan niet. Dat is
daar niet toegestaan. Maar
waarom dient zo'n man geen klacht
in? Dat begrijp ik niet! Of hij moet
er belang bij hebben".
Op het laatste legt Godignon grote
nadruk. Volgens hem spelen bij
transporteurs grote economische
belangen. Als voorbeeld neemt hij
de dieselolie. „In sommige
gevallen heeft de transporteur er
belang bij geld te geven in de hoop
dat de beambte dan de ogen sluit.
Liever die som geld te
overhandigen dan een boete te
incasseren. Maar het is een poging
tot omkoping".
Godignon ontkent niét dat
sommige grenswachten geld of
goederen aannemen. Er zijn in het
verleden ambtenaren betrapt, dat
is het beste bewijs dat het werkelijk
voorkomt, aldus de directeur. „Als
zij fout zijn, worden ze streng
gestraft. In 1985/begin 1986 zijn vier
douaniers opgepakt in mijn
organisatie. Zij hadden goederen
geaccepteerd. Dat is ze op een
tijdelijke schorsing van achttien
maanden komen te staan. In
november 1986 heeft een douanier
200 francs aangenomen. Hij kreeg
ontslag. Sterker gezegd, we hebben
hem de deur uitgeschopt".
Dagelijks passeren tussen de 2000 a
3000 auto's hier de grens.
Vrachtwagens worden op drie
punten onder de loep genomen.
Aanhangers, dieselolie en de
goederen staan vooral in de
belangstelling.
De tank van de vrachtauto mag bij
controle hooguit 3J30 liter dieselolie
bevatten. Door de hogere
brandstofprijs in Frankrijk,
ongeveer zestig cent per liter
duurder, ontduiken veel
chaufffeurs die regel. Sommigen
gaan met een paar honderd liter
meer de grens over.
Als ambtenaren een onderzoek
instellen, probeert men vaak de
controleur wat toe te stoppen, weet
Kees Schilders uitEersel op weg
naar Le Havre. Met negentien ton
aluminium in de aanhanger
bezweert hij dat zelf nooit te doen.
„Ik rijd bij een baas. Ik word keurig
door hem betaald. Maar voor eigen
rijders is het voordelig met een
volle tank de grens over te gaan.
Als ze gesnapt worden, willen ze
wel eens honderd francs toeschui
ven".
Dat Kees gelijk heeft, blijkt even
later. Een chauffeur uit de
Randstad ziet wantrouwend de
fotograaf aan. Als we vragen of hi j -
bereid is bij de uitgang met een
douanier op de foto te gaan, wijst
hi j ons pertinent af. „Ben je gek
man. Stel je voor dat ze me echt
gaan controleren. Ik heb mijn
tanks vol zitten".
De Nederlanderse rijder uit Veghel
die door Cappelaere en helpers uit
een rij Belgen, Denen en Engelsen
wordt gelicht, zakt met rood
aangelopen gezicht uit de cabine.
„Zijn jullie van de pers? Die EVO is
hartstikke gek. Die kerels hier doeh
gewoon goed hun werk. D'r is niks
van waar'Drukgebarend loopt hij
naar de diesel tank waar het
toegestane aantal liters inzit. „Ik
ben door die berichten ontzettend
kwaad geworden. Ze verpesten het
met die praatjes voor ons".
De drie douaniers kijken niet
begrijpend en verbaasd naar de
opgewonden chauffeur. Hij zegt in
zijn beste Frans dat de EVO het
totaal bij het verkeerde eind heeft.
Sputterend stapt hij weer achter
het stuur, de drie Fransen trots en
opgelucht achterlatend.
Dat de douaniers door berichten
over steekpenningen danig in hun
wiek zijn geschoten, heeft Erik
Fiks uit Epe aan den lijve
ondervonden. Met 21 ton vlees in
zijn koelwagen wacht hij bij
Risquons Tout, een andere
Frans-Belgische grensovergang,
op zijn papieren.
„Door dat gekloot ben ik deze week
bij de Franse douaniers de deur uit
gejaagd. Ik moest alleen een bewijs
van doorgang hebben. Hollanders
komen hier niet binnen, werd me
gezegd. Door die verhalen maken
ze de boel kapot".
Hoewel hij als eigen rijder zijn
brood verdient, zegt hij de
beschuldigingen van de
vervoersorganisatie te staven. Na
een lichte aarzeling: „Geld geven?
Ik prakkezeer er niet over. De
Hollanders hebben het aan zichzelf
te wijten. Een paar centen geven
aan de grens. En dan een paar
kilometer verder bij een controle
nog eens. Nee, daar trap ik niet in".
Lille (Rijsseli Controle op dieselolie.
foto roland de bruin.