peter van
holland
wars van
glitter
PZC/ vrijdagkrant 7
de baan op
middenmoot
bonnetterie
country
boerenjongens
klassiek
safari
tropical
VRIJDAG 27 MAART 1987
De Rotterdamse ontwer
per van mannenmode Pe
ter van Dijk, die werkt onder
de naam Peter van Holland,
heeft zijn werkterrein van
Tilburg naar Roosendaal
verplaatst. In zijn kantoor in
de Zwaanhoefstraat ruikt
het nog helemaal 'nieuw'.
Knalrode Italiaanse meubels
op een grijze vloerbedekking.
Het hele pand is wit geschil
derd.
„We zijn eindelijk een beetje
op orde", zucht Peter.„Het he
le pand is opgeknapt."
Een voor modemensen trou
wens 'historisch' pand. Tot de
verhuizing een aantal jaren
geleden naar het Belgische
Essen, was hier Van Gils ge
vestigd. Ook een naam op het
gebied van de mannenmode.
Sinds kort behartigt Van Gils
een deel van de zakelijke be
langen voor Peter van Hol
land. De panden van Van Gils
in Roosendaal stonden gro
tendeels leeg. „We konden
hier kiezen voor dure nieuw
bouw of dit opknappen. We
hebben het laatste gedaan",
zegt Van Holland. Van Gils
doet onder meer de produktie
van de Van Holland-collectie.
„Ik noem ze het moederbe
drijf', zegt Peter. Tot vorig
jaar had hij een Tilburgs moe
derbedrijf. „Maar dat werkte
gewoon niet. Allerlei beloftes,
maar er gebeurde niets. Van
Gils en ik hebben allebei een
eigen gezicht, een eigen
marktsegment ook. Maar zij
hebben een perfecte zakelijke
organisatie opgebouwd. Daar
werk ik nu mee samen. Dat
betekent voor mij een hoop
sores minder. Ik hoef niet
meer te controleren of een be
paalde stof binnen is bijvoor
beeld. Dat wordt nu voor me
gedaan. En ik heb nu ook een
computer hier staan. Is speel
goed voor mij joh. Ik kruip er
soms zomaar achter om te
zien wat er aan de hand is. Ge
weldig."
Het Amsterdamse modewe
reldje doet hem niets. Voor
hem is het geen punt dat-ie nu
in Roosendaal zit, een redelijk
eind van de hoofdstad waar
het volgens sommigen
toch allemaal gebeurt, waar je
je moet laten zien om erbij te
horen.
„Ik bepaal zelf wel wat ik doe,
ik zat nooit in het circuitje. Ik
bemoei me ook niet met colle
ga's. Al dat geglitter en gedoe,
dat getruttemie, dat hoeft
niet van mij. Ik geloof er ook
niet in. Het idee dat je het
moet maken via couture-col-
lecties en zo. Kom nou, daar
zijn we toch zeker te nuchter
voor?".
De 42-jarige Peter heeft die
karaktereigenschap in ieder
geval. Dat zal wel met z'n Rot
terdammer-zijn te maken
hebben.
„Ik ben begonnen als verte
genwoordiger in 'hip goed'.
Zo heette dat zo'n zeventien
jaar geleden. Destijds had ik
al 'n idee hoe we het aan
moesten pakken. Toen de
baas failliet ging, ben ik met
een collega voor mezelf be
gonnen. We kochten een
tweedehands autootje en
stof, ik ontwierp wat broe
ken. Ik kan nog geen naald in
een draad steken, dus zoch
ten we mensen om 't te ma
ken. En dan de baan op. Twee
jaar later kwamen er colber
tjes bij. Zo is 't gegroeid."
Hij doet nog steeds naast het
ontwerpen zelf een stukje ver
koop, gaat met z'n nieuwe col
lecties bijvoorbeeld naar de
inkoopcombinaties. „Dan
weet ik meteen wat ik goed
heb gedaan, en wat niet na
tuurlijk."
's Avonds orders tellen hoort
er ook bij. „Best spannend
hoor. Een stukje commercie
en een stukje creativiteit.
Daar ben ik goed in. Organise
ren kan ik helemaal niet. Daar
ben ik ook regelmatig mee de
mist in gegaan."
Hij woont in Dinteloord, of all
places. Een uithoek van West-
Brabant, waar nauwelijks wat
te beleven is. Maar Peter
vindt 't prima. „Mijn vriend
terug naar
klassieke
zakelijkheid
Elegant, klassiek getint kostuum, gemaakt van 100% wol. Het colbert heeft
een dubbele zesknoopssluiting. Het gestreepte shirt is van katoen, de decent
gedessineerde das is van zijde (Van Gils).
werkt in Rotterdam. Ik zat
toen we dat huis kochten in
Tilburg. Dinteloord lag het
meest ideaal als uitgangs
punt voor ons beiden. Je zit op
tien minuten van Ahoy in
Rotterdam. Ten opzichte van
Roosendaal is het ook gun
stig. Weet je, je bent soms da
gen aan een stuk op pad. Ik
heb een fijn huis, een grote
tuin, een schat van een hond.
Als ik thuis ben, heb ik niet
meer nodig."
In Roosendaal werkt hij met
zeven mensen. „Hier onstaat
de collectie, doen we een stuk
administratie, de klantenbe
geleiding en de verkoop. Meer
niet. 't Gaat prima zo. Ik kan
nu veel meer tijd steken in het
ontwerpen. Dat moet ook. De
markt wordt steeds kriti
scher. We gaan wat dat betreft
terug naar waar we destijds
begonnen zijn. De tendens is
overal merkbaar: we willen
weer iets moois aan. De man
nenmode wordt weer prach
tig. Keurig gekleed, met das
speld en manchetknopen. Ik
vind dat geweldig."
Zijn doelgroep is de midden
moot wat prijsklasse betreft.
„En ik durf gerust te zeggen
dat er in die klasse geen merk
is met een bestaand iemand
erachter, zoals ik. Vaak heb
ben die spullen fictieve Ita
liaanse idioterienamen."
Vandaar dat Van Holland,
niets meer, maar ook niets
minder. Een filosofie die hele
maal die van Peter is. „Ik hoef
geen tentoonstelling in een
museum of zo. Ik zal erop
werken dat veel mensen Peter
van Holland in hun kleren
hebben staan. Dat vindt ik
veel mooier dan een expositie.
Ik ben niet zo'n narcistische
egotripper. Ik vind 't zalig om
langs een etalage te lopen
waar een Peter van Holland
hangt. Dat is veel mooier dan
een expositie."
Tevreden klanten overhou
den, dat is z'n streven. En ver
der geen poespas rond 't vak.
„Ik durf te zeggen dat ik m'n
succes van nu te danken heb
aan het feit dat ik in het verre
verleden meerdere keren fali-
kant misgekleund heb. Daar
leer je van. Ik kreeg ook de
kans om op m'n bek te gaan.
Dat kunnen niet alle ontwer
pers zeggen. Maar ik heb wei
eens broeken voor zeven gul
den vijftig weg moeten doen.
Rampen zijn dat."
MIA MOL
Peter van Holland
satijnachtige stoffen. De jasjes
zijn overwegend donker,
enigszins slobberig aandoend en
met kraagvormen die
geïnspireerd lijken op de geeste
lijkheid.
Een verhaal apart vormen
overhemden en shirts die
inmiddels een heel belangrijke
rol binnen de mannengarderobe
spelen. Gedragen met of zonder
colbert is het shirt een
kledingstuk dat beeldbepalend
is voor de outfit. Een accessoire
dus van de bovenste plank dat
een geheel eigen cachet kan
geven aan een pak of ander
kledingstuk.
Het traditionele shirt hoort daar
zeker bijwant juist voor
komende zomer zijn er veel
helderwitte overhemden, ook
Bengaalse strepen die volop
terugkomen. Stijve boorden en
no-ironkwaliteiten horen daar
echter niet meer bijWel ruime
vormen, echter nooit over-sized,
en slappe boorden, soepele
manchetten en nieuwe kleine
details. Bovendien gedragen
door een nieuwe generatie: de
zelfbewuste jongeman en die
doet dat op een geheel eigen
wijze. Al was het alleen al omdat
hij ze zelf aanschaft, zelf zijn
keuze bepaalt, want ook een
overhemd moet lekker zitten,
prettig aanvoelen en niet op de
laatste plaats fraai ogen.
Truien en vesten blijven deze
zomer een onmisbaar
kledingstuk hoewel er op dit
gebied weinig schokkends
gaande is. Veel collecties doen
sterk denken aan voorgaande
seizoenen met jacquardbreisels
en abstracte dessins.
Nieuw zijn safari-dessins en
tricot met een enigszins
'verwassen' uiterlijk. Variatie
wordt bovendien nog gevonden
door geconfectioneerde
detail verwerking en modellen.
Koord en sierstiksel op tricot
bijvoorbeeld.
Strepen komen ook in de
bonnetterie voor en zijn vaak
geïnspireerd door de marine-stijl
of de nautiek.
De kleuren zijn wat decenter dan
voorgaande seizoenen: veel
aquatinten in combinatie met
wit, crème en ecru of grijs en bei
ge-grijs.
Ontwikkelingen zijn er ook te
melden van het
mannen-ondermodefront.
Nederland wordt overspoeld
met een onvoorstelbare
hoeveelheid verschillend
gekleurde en gedessineerde
boxershorts. Een rage is nog
zachtjes uitgedrukt.
Het totale aanbod van
mannen-ondermode wordt
trouwens gekenmerkt door
allerlei kleuren die een tijdje
geleden helemaal 'niet konden'.
Daarnaast, en dat springt niet
meteen direct in het oog, maar is
zeker zo belangrijk is dat aan de
pasvorm van onderkleding voor
mannen meer aandacht wordt
besteed dan voorheen. Die
ontwikkeling van een goede
pasvorm gaat overigens wel
hand in hand met de
vervolmaking van mooie (en
mooi blijvende),
super-elastische katoenen
materialen, die de huid laten
ademen en die transpiratievocht
goed absorberen. Fabrikanten
die zich al jaren toelegden op
collecties perfect passende en
uitermate comfortabele
onderkleding voor vrouwen
hebben daar nu een
vergelijkbare collectie voor
mannen aan toegevoegd. Dat
daar ook zeer goed sportslips
tussen zitten zal veel mannen
prima uitkomen. En wat de
boxershort betreftdie is ook
bij vrouwen vaak in goede
handen.
GERDABOERSMA
mod«
Kakistijl voor een katoenen polo gedragen onder een vest met Ikat-motieven.
De katoenen pantalon heeft een ruime snit door bandplooien (Van Gils).
Wie deze zomer
mannenmode wil dragen
zoals het moet zal de kunst
moeten verstaan om de juiste
toon te treffen tussen
traditionele klasse en modern
understatement. Amper is de
man gewend aan alle
buitenissigheden die het
modebeeld hem voorschotelde
of hij moet alweer terugkeren
naar de klassieke zakelijkheid
waar hij nou net eens van af
was. Hoewel... zo is het ook weer
niet helemaal. Die klassieke
zakelijkheid houdt namelijk
niet in dat alles er meteen weer
even saai uitziet voor de
mannen. Het raffinement zit in
de belijning, de coupe en niet te
vergeten in de materialen.
Weg zijn opvallende dessins,
nadrukkelijke kleuren en
overdreven vormen. Op en top
mannelijk is de kleding voor de
heren der schepping in de vorm
van kledingstukken die
traditioneel, los, of zelfs in
'oneigenlijke' combinaties
kunnen worden gecombineerd.
De stijl blijft los en comfortabel,
een stijl waaraan steeds meer
mannen verknocht raken en die
ze ook niet makkelijk meer
prijsgeven. Vandaar veel losse,
ongevoerde jassen en colberts
die gedragen worden op ruime
broeken met een of twee
bandplooien. Overdaad
schaadt, dus worden overbodige
details weggelaten om plaats te
maken voor functionele als
pocketmoney-zakjes en
gepaspoileerde zakken met
knoopsluiting.
Chique badplaatsen, en de
daarbij behorende elitesports
als tennis, zeilen, golf, polo en
cricket staan model voor deze
trend binnen de mannenmode.
Meestal vertaald in
tweekleurige combinaties als
marine-wit, marine-crème,
marine-wit-crème of zwart met
beige. De blazers, zelfs die in
denim, horen badges te hebben.
Ze worden gedragen met
nonchalant gesneden bandplooi
pantalons en met shorts in
beige, wit, crème en lichtbruin.
De streep staat hier centraal
zowel voor pyj ama-achtige
broek/hemd ensembles als voor
clubstijl blazers, pantalons en
shirts. Ruiten komen voor in de
onderkanten, maar ook voor
tops.
Een trend die vooral bedoeld is
voor de jongere mannen:
zomermode vertaald in
boereneenvoud, met grijs en
blauw als de belangrijke
basistin ten. Grootvaders tijd
herleeft met witte shirts die hoge
boorden hebben, plastrons,
plooien en een voorzichtige
romantiek in de vorm van
borduursels. Broeken hebben
vaak een verhoogd front en
bretels en zijn gemaakt van
stoffen die uit grootmoeders
kast lij ken te komenstrepen,
dobby's voor linnen of
Het kleurbeeld is rustig, met de
nadruk op natureltinten, witten,
kaki's en bruinen, gebrande
aardetinten, maar ook zwart, wit
en grijs blijven van belang.
Strepen zijn een absolute 'must'
zowel voor shirts, broeken en
colberts waarbij wit vaak als
contrastkleur wordt gebruikt.
Materiaaltypen zijn er volop:
linnen of stoffen in linnenlook,
katoenen seersucker, de cool
wool en lichte wolkwaliteiten,
gekreukte stoffen en lichte
structuren.
Keurig in het pak kan weer deze
zomer. Het pak maakt een grote
comeback, heel gedistingeerd
en met weglaten van allerlei
overbodige details.
Zowel Het pak als de blazer en
het colbert zijn ruim van snit en
klassiek uitgevoerd met twee,
drie, vier of zes knopen. De
schouderlijn blijft breed, maar
vloeiend. De tailor-made-look
(gedetailleerd) krijgt gestalte bij
jasjes voor modebewuste
mannen. Revers zijn
Sportieve outfit van katoen. Het shirtjasje is van denim en
heeft veel (grote) zakken met kleppen, lussen en lummels. Er
onder een bandplooibroek van spijkerstof (Kreymborg).
Combinatie van katoen. Een ongevoerd geblokt colbert van
kreukstof, eronder een streepshirt met opgezette zakken en
een witte bandplooibroek (Kreymborg).
middelmatig breed en vallen bij
de trendmodellen wat korter uit.
Zakken zijn groot en vaak
voorzien van kleppen.
De pantalon behoudt zijn ruime,
comfortabele pasvorm, inclusief
bandplooien en tapstoelopende
broekspijpen.
Blauw/grijs en verschillende
grijstonen zijn voor geklede
kostuums de meest gevraagde
kleuren in decente, kleurig
ingeweven strepen of ruiten.
In de safari-mix van koloniale
en militaire invloeden wordt de
basis gevormd door sportieve,
kakikleurige pakken vol met
details als blaasbalgzakken,
epauletten, kleppen en lussen.
Kaki, bruin, olijf,
specerijenkleuren en neutralen
staan centraal. Safari-jasjes
worden gecombineerd met
shirts die camouflageprints en
zo nu en dan zelfs
wildedierenprints hebben. Maar
ook batikdessins en weelderige
en kleurrijke prints en motieven
uit Zuidamerikaanse landen
horen bij deze trend.
Wie liever toch iets meer gekleed
de zomer door wil kan
teruggrijpen naar kleren die een
sfeer oproepen van plantages en
herenclubs in de tropen.
Lichtgewicht city kostuums en
combinaties staan hierbij
centraal in hoofdzakelijk wit,
beige, bruin en zwart, met de
donkere tinten uit de range die
voor wat accenten zorgen. Het
tropische thema komt terug in
de druks voor shirts en in lichte
bonnetterie voor neutraal
gekleurde ruime pullovers en
polovariaties. Het shirtjasje is
hier belangrijk. Apart of als
onderdeel van een pak.