maak een sport van goedkoop inkopen ast taf ft! opmars van rode biet charlotte, een heerlijk klassiek toetje TONIJN exotische vis op de zeeuwse markt aandacht en liefde voor rode kool PZC/ vrijdagkrant 13 oorsprong vaste last frankrijk andere naam moeilijkste klassiek RIJDAG 27 FEBRUARI 1987 Zuinig omgaan met het huishoudgeld is geen zaak an de mensen met de laagste inkomens alleen. Krapte in de huishoudbeurs komt in alle soorten gezinnen voor. Er is slechts een belangrijk verschil. Dat is, dat mensen met de kleinste inkomens geen enkele keus hebben. En in sommige andere gevallen is juist de voorkeur voor bijvoorbeeld een eigen auto of eigen woning de Ireden van een krap huishoudbudget. Maar wat ook de reden mag zijn, die krappe beurs hoeft nog geenszins te betekenen dat er ongezond gegeten wordt. Volgens de instanties die er mee te maken hebben is er nog altijd een taboe op het praten over hoe gezond we wel eten. Tenminste, over het eerlijk praten over die feiten.Men praat nog makkelij ker over het seksleven dan over de problemen om iedere dag weer voldoende vitaminen binnen te krij gen"zo wordt er bijvoorbeeld bij het Voorlichtingsbureau voor de Voeding opgemerkt. En in een toelichting: „Al heel snel voelt men vragen over verantwoorde voeding als een soort aanval. Alsof niet alles gedaan wordt om de kinderen het beste te geven dat er is. Alsof men de kinderen zou verwaarlozen op dit punt. I Maar dat is natuurlijk absoluut [niet de bedoeling van de vraagstelling". Er wordt aljaren aangedrongen op een onderzoek naar de voedingsgewoonten van mensen die met krappe beurs moeten rondkomen. En even heeft het er op geleken dat zo'n onderzoek er ook inderdaad zou komen. Maar staatssecretaris De Graaf wilde dat onderzoek veel breder dan alleen beperken tot die laagste inkomens. Hij kwam vervolgens tot de slotsom dat zo'n onderzoek te ingewikkeld zou worden en stopte de plannen in de la V.N., 'Voorlopig Niet'. Waarom zo'n onderzoek? Inzicht in de koop-en voedingsgewoonten van juist de mensen die ieder dubbeltje een paar keer moeten omkeren, geeft ook een kijk op de ernst van de zaak. In hoeverre komt door de bezuinigingen de gezondheid in gevaar. Met de gegevens van zo'n onderzoek kan ook de voorlichting over gezond eten veel gerichter worden gegeven. Nog niet zo lang geleden was er een kleine storm opgestoken over een brochure die het Voorlichtingsbureau voor de Voeding samen met het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting maakte. Een brochure over hoe men goed, lekker en gezond kan eten vooreen bedrag van zo'n 2,50 per maaltijd. Dat boekje viel in sommige kringen verkeerd. Men meende er een stukje betutteling in te ontdekken. Iets in de geest van: De broekriem kan nog veel strakker. En waar zeuren al die mensen toch over. Een onterecht verwijt en het heeft lang geduurd voordat die misverstanden allemaal uit de wereld waren. Nu wordt er inmiddels gewerkt aan een herziene versie van die brochure. Prijsbewust zijn, is een sleutelwoord als het gaat om verstandig inkopen. Het zou eigenlijk spelenderwijs ingevoerd moeten worden. Je ziet dat op de televisie ook. De boodschappenmand in het programma van de ombudsman Frits Bom is een voorbeeld. Prijs je rijk, de kwis van Fred Oster is een slecht voorbeeld, omdat dit spel meer een gokspel dan een kennisspel is. De duurste artikelen worden afgewisseld met goedkopere artikelen, zonder dat de consument maar een glimp opvangt van de merknaam. Bovendien zijn het bij voorkeur luxe artikelen, die getoond worden. Toch is het een leuk spelletje om aan tafel de pri jzenkennis van het gezin te toetsen met vragen als Wat kost deze pot pindakaas? Hoeveel kost dit pak melk? Enzovoorts. schept dat veel meer begrip", aldus Christine Groenewegen van het NIBUD. Het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting werkt nauw samen met het Het werkt echt. „Als niet alleen de huisvrouw weet hoeveel die dagelijkse boodschappen kosten, maar ook als de andere leden van het gezin weten hoeveel geld er in de boodschappen gaat zitten, voorlichtingsbureau voor de voeding. Van hen beide komt dan ook een reeks suggesties voor verstandig inkopen. Niet door hen bedacht, maar afkomstig van mensen die het in de praktijk geleerd hebben. Rode bieten, of zoals de Rotterdammer zegt: kroten, zijn aan een opmars begonnen. Komt dat door de fijne horeca, die er jammer ge noeg weer zo nodig een mousse van moet ma ken op de karig belegde sideplate, of door de sa ladetrend? De Duitsers, maar ook de Scandina- viërs verwerken nogal wat bietjes in salades. Heerlijk, zoetzure bietjes op of in de sla of de Scandinavische haringsalade met bietjes en uitjes. In de (groente)winkel kom je bietjes in verschillende verschijningsvormen tegen: vers aan een bosje, gekookt of in glas geconserveerd. Ook zie je ze wel vacuum verpakt. In Nederland zijn nog zo'n zeventien kokerijen, waarvan een flink aantal in Noord-Holland. De ze provincie is de belangrijkste 'krotenprovin cie' met de veiling West-Friesland-Oost als be langrijkste veiling. Voor een groot deel worden de rode bietjes daar al gewassen in een grote trommel, die men schertsend de Moulin Rouge noemt. Per jaar worden bij de WFO zo'n 13 mil joen kilo bieten geveild. Het produkt is zeer goedkoop; zeker met een gepaneerd speklapje. Lekker husselen tot een lichtrode prak mag. Met draadjesvlees en veel jus erdoor. Een zuur appel tje er doorheen in blokjes geeft een extra frisse smaak aan de gerechten. Bieten worden zowel in kassen als in de volle- grond geteeld, waarbij de vollegrondsperiode het belangrijkste is. Bieten kunnen in koelcel len maanden worden bewaard. In mei komen ze vers gebost uit de kas en enkele maanden daar na komen ze met en zonder lof vers op de markt. De oogst van de herfstteelt wordt in cellen voor de winter bewaard. De Beta vulgaris, de officiële doch weinig vleien de naam van deze groente, is oorspronkelijk af komstig van het Middellandse Zeegebied, Klein-Azië en de Kaukasus. De plant doet het in de kuststreken het best. Aanvankelijk werd al leen het blad als voedsel gebruikt, zoals bij de rode en witte snijbiet, die ook weer erg 'in' zijn. In de tweede en derde eeuw na Chr. beschrijven de Grieken en de Romeinen al de geneeskracht van de wortel. De smaak vindt men aangenaam, over de teelt wordt echter met geen woord ge rept. Men neemt echter aan dat er voor onze jaartelling al een cultuur van rode bieten be stond. De huidige vorm heeft de rode biet sinds de 16e eeuw. Tot de middeleeuwen was deze groente waarschijnlijk een langwerpige bleke wortel. Tot 1800 waren er weinig soorten rode bieten. In Engeland onderscheidde men er twee. In Neder land verschijnt de rode biet in de literatuur als beet of rode beetwortel, in de 18de eeuw. De com merciële teelt ontstond in de vorige eeuw. Een ons rode bietjes levert 42 Kcal (180 kj88,4 g wa ter; 1,1 g eiwit; 9,5 g koolydraten en 2,9 mg vita mine C. PIETER HARCKSEN Voeding is geen sluitpost van de begroting, maar een 'vaste last'. Zo is een bekend gegeven dat bij een zuiniger budget, de mensen als eerste maatregel naar een goedkopere winkel gaan. Vervolgens worden er goedkopere merken gekocht en gaan mensen die overdag' tijd hebben, verschillende winkels aflopen voor de goedkope aanbiedingen. Letten op de aanbiedingen is een vanzelfsprekendheid bij het boodschappen doen. Maar ook het afstappen van merkprodukten kan aardig voordeel opleveren. Al zal men zelf moeten ervaren of er sprake is van kwaliteits- en smaakverlies. Want dat is een ricsico. In een periode dat verse produkten duur zijn, is het heel zinnig om ook eens over te schakelen op diepvries, blik, of conserven. Wat de vitaminen betreft maakt dat nauwelijks verschil. Wat ook helpt is het tevoren maken van een lijstje voor de hele week. Wanneer eten we wat. Dat voorkomt dat er moeilijke menucombinaties gemaakt worden, of groenten overblijven. Zo'n lijstje vooraf geeft bovendien al snel antwoord op de vraag of we over zo'n langere periode van een week gezond gegeten wordt. En dan denken we bij voorkeur aan de bekende maal tij dschij f van het Voorlichtingsbureau voor de Voeding. Die schijf hoeft niet perse iedere dag gevolgd te worden. Maar als het voedingspatroon in grote lij nen over een langere periode overeenkomt met die verdeling volgens deze schijf, dan zit het wel goed. Bij dat alles komen beide voorlichtingsinstellingen tot de conclusie dat voeding beslist niet gezien mag worden als sluitpost van de begroting, maar juist als een zogeheten 'vaste last'. Net als het geld voor de huur, de elektriciteit en het water. Men heeft uitgerekend dat het minimale bedrag dat per dag aan verantwoord eten uitgegeven moet worden gemiddeld ongeveer f5,80 is. Een gemiddelde, waarbij alleenstaanden waarschijnlijk hoger uit zullen komen. En in dat bedrag is dan nog geen rekening gehouden met bijvoorbeeld de alcoholische versnapering of de snack tussendoor of 's avonds. Bovendien wordt er in het minimumbedrag al van uitgegaan dat er zo zuinig mogelijk wordt ingekocht. De brochure 'Goed eten voor weinig geld' geeft vele handige tips naast de tachtig suggesties voor menu's van rond de rijksdaalder per persoon. De brochure is aan te vragen bij het NIBUD, Laan 20,2512 GN in Den Haagen het Voorlichtingsbureau voor de Voeding, Postbus 85700,2508 CK in Den Haag. De brochure kost inclusief verzendkosten ƒ3.-. HUUB KLOMPENHOUWER Wat kan men beter doen op een druilerige grijze zon dagmiddag zo tegen het einde van de winter als een heerlijk ingewikkeld toetje maken, ge zellig samen in de keuken. Zoals die prachtige ouderwetse pud ding met zijn mooie naam: Charlotte. Het is niet helemaal duidelijk hoe die klassieke pudding aan een meisjesnaam is gekomen, er zijn verschillende meningen over. De Franse Académie des Gastronomes neemt aan, dat het de naam is van de Engelse koningin Charlotte, de vrouw van koning George III, die re geerde van 1760 tot 1820 en het Napoleon zeer lastig heeft ge maakt. Charlotte was een Duitse en zij zou het idee voor deze pud ding hebben meegebracht. Ook de tweede verklaring wijst in Duitse richting: de naam Charlotte zou afkomstig zijn van de heldin in Goethe's beroemde en tranenrijke roman 'Leben und Leiden des jungen Wer- thers', omdat daarin de jonge Werther Charlotte voor het eerst ontmoette toen ze dunne boter hammetjes stond te besmeren. Dunne beboterde boterham metjes vormen immers de basis van de oorspronkelijke Charlot te. Volgens het authentieke recept uit de achttiende eeuw wordt een Charlotte gemaakt in een hoge, metalen warme pudding vorm (of rond blik). Men heeft dan gereed staan dunne oudbak ken sneetjes brood zonder korst en een schaaltje gesmolten bo ter. De sneetjes worden één voor één in de boter gedoopt en tegen de wand en op de bodem van de vorm gelegd, zodat ze mooi aan sluiten en er een gesloten brood- wand ontstaat. Daarin schept men dan mooie, dikke en stevige appelmoes, goed op smaak ge bracht met suiker, kaneel en ci troenrasp (gember mag ook. maar dat is een modernisme). De appelmoes wordt met brood, in boter gedrenkt, afgedekt en charlotte gaat in een niet te hete oven, ongeveer 20 minuten of wat langer, tot het brood tot een mooie bruine korst is gebakken. De pudding wordt dan gestort, en men giet er wat met heet wa ter verdunde abrikozenjam om heen. Deze pudding moet warm gegeten worden. Ook al was de verstandhouding tussen Engeland en Frankrijk in de tijd van Napoleon bar slecht, Charlotte zag toch kans in de Franse keuken door te dringen. Eén van de grootste Franse koks van die tijd, en van alle tijden, Antonin Carême, maakte er een elegante Parijse dame van: Charlotte a la Pari- sienne, een groot keukenkunste naar waardig. In plaats van ge woon brood nam hij lange vin gers die tegen de wand van de vorm werden aangezet. Daar tussen streek hij gesmolten cho colade, zodat ze mooi aan elkaar plakten. De vorm vulde hij daarna niet met eenvoudige appelmoes, maar met een bavarois van abri kozen: aan een kwart liter abri- kozepuree wat kirsch toevoegen, citroensap, 12 g geweekte gelati ne tot lobbig laten opstijven, kwart liter stijfgeslagen slag room en 2 stijfgeklopte eiwitten, en suiker naar smaak. Hiermee de vorm vullen, met biscuits af dekken en verder laten opstij ven, storten, versieren met slag roomrozetjes, en er een uitbun dige strik omheen binden. De Parijse Charlotte kan er niet fri vool genoeg uit zien. In de loop van de 19e eeuw, tij dens het Tweede Keizerrijk van Napoleon III kreeg Charlotte weer een andere naam, ze werd Charlotte a la Russe, omdat Rusland toen zeer in de mede was in Parijs, vooral dank zij staatsbezoeken van de Russi sche tsaar en de tsarevitch (die gingen dineren bij de Tour d'Ar- gent). Charlotte werd nog luxueuzer: de vulling bestond uit een ma- raskijnbavarois. Hiervoor in 2 dl melk een vanillestokje aftrek ken, er 14 g geweekte gelatine in oplossen, 75 g suiker erbij en 1 dl maraskijnlikeur (die ouderwetse likeur, mierzoet, en bereid uit een speciaal soort kersen van de Adriatische kust en kersepitten, en in slanke mandflessen in de handel maar niemand kent het meer. In de 19e eeuw was ma- raskijn onmisbaar in luxueuze desserts, en iets laten opstijven. Een kwart liter stijfgeslagen room en 2 stijfgeslagen eiwitten toevoegen. De buitenkant wordt na het storten versierd met roze en chocoladeglazuur en er komt een gouden strik omheen. WIN A BORN Tussen de exotische vis soorten die we tegenwoor dig in toenemende mate in de viskramen aantreffen, liggen soms ook kleine tonijnen. Op de markten van bijvoorbeeld Middelburg en Goes zijn die tonijntjes weliswaar nog geen alledaagse verschijning, maar worden ze toch steeds vaker gesignaleerd. De tonijn is een vis uit zuidelijke wateren. Ja ren geleden werd tonijn ook op het noordelijke deel van de Noordzee gevangen. Op een bepaalde tijd trokken de vis sen die zo'n drie meter lang kunnen worden door de Noordzee en zij werden dan door vissers van de Engelse oostkust intensief bevist. De verse tonijn die we nu ook hier kunnen krijgen zijn vissen tot een halve meter lengte. Ver geleken met de tonijn in blik is deze verse tonijn een tamelijk flauwe vis die nogal wat toe voegingen vergt. Het is dan ook zaak de vis voor de berei ding goed met peper en zout in te smeren. De hiernavolgende recepten hebben een exotisch tintje. Per slot van rekening hoort deze vis thuis in de war me wateren van Zuid-Europa en West-Indië. Gegrillde tonijn Ingrediënten: 1 verse tonijn van ca 800 gram, boter, voor de marinade: sap van een citroen, 1 grote ui, 3 teentjes knoflook, 1 eetlepel tomatenpuree, 1 eetle pel fijngehakte groene olijven, 3 theelepels kerriepoeder, zout, peper en een borrelglas donke re Antilliaanse rum. Berei ding: maak de tonijn schoon, snipper de ui en de knoflook fijn en vermeng ze met de olij- vensnippers, het citroensap en de rum. Roer de tomatenpuree en de kerrie door dit mengsel en voeg er peper en zout aan toe. Wrijf de tonijn goed met dit sausje in en laat de vis een hele nacht in de koelkast marine ren. De volgende dag maken we de tonijn goed droog en smeren we hem royaal in met boter of olie. Grill de vis in een nippers. Voeg na een paar mi nuten de tomatenpuree toe, roer alles goed door elkaar en breng op smaak met peper, zout en Tabasco. Verdun met het kopje water en doe de sel derij bij de saus en laat die nog een minuut of tien zachtjes pruttelen. Tonijn op z'n Italiaans Ingrediënten: 1 tonijn van cir ca 800 gram in moten, 1 blikje ansjovisfilets. 2,5 dl witte wijn, 1 dl Marsala, 3 eetlepels olie, 50 gram gekookte ham, 50 gram half uurtje bruin. Serveren met de volgende vissaus. Antilliaanse vissaus Ingrediënten: 3 eetlepels olie, 3 zeer fijn gehakte groene olij ven, 1 klein blikje tomatenpu ree, 1 gesnipperde ui, 3 teentjes fijngesnipperde knoflook, 1 halve in kleine snippers gesne den paprika, een halve theele pel zout, peper, 1 kopje water, een paar druppels Tabasco en een eetlepel zeer fijn gehakte selderij. Bereiding: verhit de olie en smoor daarin op een matige warmtebron de ui, knoflook, paprika en olijvens- spek, 1 ui, 50 gram boter, peper, zout. Bereiding: maak de vis schoon, kruid hem met peper en zout en laat de moten enkele uren in de koelkast rusten. Snipper de ui en snij spek en ham in dobbelsteentjes en fruit ze in de olie en boter. Voeg hier na de witte wijn en de Marsala toe en laat alles een minuut of vijf smoren. Doe nu de moten vis, waarin we inmiddels de snippers ansjovisfilet heben 'verstopt', in de saus en smoor de vis in een gesloten pan lang zaam gaar. RIEN VAN REEMS Een typische wintergroen te, die vooral populair is in Nederland en Duitsland, is de rode kool. In Frankrijk en zuidelijker landen wordt hij maar weinig gegeten, en dat is eigenlijk nogal vreemd. Ten- slote komt dit gewas uit Klein- Azië en verspreidde het zich via de Middellandse Zee naar onze noorderlijke streken. Populair als wintergroente, maar toch reeds vanaf juni te koop. Dat zijn dan speciaal ge kweekte vroege rassen die lich ter verteerbaar zijn en minder lang houdbaar. Laten we ons maar beperken tot de winterse bewaarkool die, naar de streek van herkomst, luistert naar de naam 'Langedijker Bewaar'. Bij een temperatuur net onder het vriespunt blijft die wel acht maanden goed. Zoals eigenlijk alle groenten, koken we ook rode kool tegen woordig korter dan grootmoe der dat in haar tijd deed. De moderne rassen zijn malser, en wij houden bovendien meer van groente die nog wat knap perig aanvoelt in de mond. Vroeger was een kooktijd van twee uur zeker geen uitzonde ring. Wij nemen genoegen met twintig, hooguit vijfentwintig minuten. Des te aardiger daar om, om een recept van een mo derne Duitse fijnproever op de voet te volgen. Verhit 3 eetlepels ganze-, een- de- of varkensvet in een grote pan. Voeg twee in plakjes ge sneden goudreinetten en een fijngehakte ui toe. Roer met een houten lepel en laat appel en ui in drie minuten glazig fruiten. Voeg anderhalf kilo fijngesneden rode kool toe, roer om en giet na twee minu ten een mengsel van een kwart liter rode wijn (Bordeaux) en vijf eetlepels rode wijnazijn in de pan. Pel een ui en prik er 8 kruidnagels in. Leg die in de pan en voeg daar ook een ge halveerd kaneelstokje, 5 eetle pels rode bessengelei, 1 eetle pel suiker en 2 laurierbladen aan toe. Zet de hittebron op laag en leg een deksel op de pan, maar roer de inhoud elke tien minuten even om. Giet er een scheutje cider of appelsap bij, als teveel vocht verkookt is. Leg na een half uur een plaatje onder de pan en laat de kool nog een uur heel zachtjes door koken. Haal de pan van de hit tebron en laat de inhoud lang zaam koud worden. Haal de laurierbladen, de ui met kruidnagels en het kaneel stokje uit de pan. Zet een half uur voor het eten de pan met rode kool weer op het vuur. Voeg er zoveel rode wijn en cider aan toe als nodig is om het zaakje niet te laten aanbranden in de 25 minuten die we het nog, af en toe omroe rend, laten koken in de pan zonder deksel. Nu komt het moeilijkste het op smaak brengen. Eerst wat witte peper uit de molen erover draaien en doorroeren. Proe ven, eventueel nog wat peper, en vooral ook zout naar smaak toevoegen. Ook kan nog wat suiker of bessengelei worden toegevoegd. Als onze tong het gerecht heeft goedgekeurd, nog een laatste verfijning ten gerieve van ons oog: rasp. van het vuur af, een kleine rauwe aardappel boven de rode kool en roer die door. Dat verleent extra glans aan het gerecht. Toch hoeft het beslist niet op deze ingewikkelde manier. Rode kool kan ook heel goed rauw worden gegeten. Een an dere moderne Duitser, de keu kenchef van het beroemdste restaurant uit München, ge bruikt als basis voor een erg dure salade met eendelever fijngesneden, rauwe rode kool die een uurtje heeft staan in trekken in een marinade van een lepeltje sherry-azijn en twee lepels notenolie. Eenvou diger kan haast niet. De combinatie van rode kool met zure appel is klassiek. Het kaneelstokje (of kaneelpoeder) eveneens. En nogal wat men sen vinden een schepje bruine suiker en een scheutje azijn kort voor het einde van de kooktijd een ideale afronding van de smaak. De kleur van de kool wordt, door dat zuur, ook fraaier rood. In Frankrijk geniet de combi natie van rode kool met kas tanjes een grote reputatie, maar dat is zo ongeveer het eni ge recept dat in Franse kook boeken te vinden is. Want, zo als gezegd, de kool heeft vooral in streken met een noordelijker klimaat zijn liefhebbers. Jam mer daarom dat in nogal wat huishoudens en restaurant keukens rode kool zo achteloos en stiefmoederlijk wordt be handeld. Er komt dan een laffe, blauwe en smakeloze kwak op de borden. Terwijl het toch, met een klein beetje liefde en aandacht, een van de smake lijkste wintergroentes kan zijn. MARTIN VAN HUIJSTEE

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1987 | | pagina 13