kool is het sop meer dan waard kl«ln« I aardappel vol vitamine c wild met peper en zout KALKOEN gans verdrongen wild en gevogelte veilig en geschikt voor consumptie ITALIAANSE LEKKERNIJ ALS DESSERT I PZC/ vrijdagkrant "MÊÊ hazebout reerug Kool is een van de oudste groentesoorten. De oude Grieken waren er dol op en de Romeinen lustten er wel pap van. Katharina de Grote be schouwde kool in al zijn vor men als een delicatesse tot wanhoop van haar koks die hogere aspiraties koesterden. In de middeleeuwen was kool een belangrijke voedselbron en nog altijd staat deze groen te bij ons op het menu. met na me in herfst- en wintermaan den. Verschillende koolsoor ten zijn tamelijk winterhard en sommige laten zich goed be waren. Rode kool is prima ge schikt om te worden ingevro ren en witte kool levert een heerlijke gezonde zuurkool op. Kool wordt doorgaans gezien als zware kost die nogal eens wat wind kan veroorzaken, maar in rauwkostschotels toont kool de andere kant van zijn karakter en is het een pitti ge, frisse en gezonde groente. Beide verschijningsvormen zijn de moeite van een beetje experimenteren waard. Witte kool met verse worst. Ingrediënten: 1 pond witte kool, 25 gram boter, 50 gram rookspek, peper, zout, 2 appels. Bijvoorbeeld goudrenet, 2 uien, 2 dl. bouillon (van schen kel of van een blokje), 2 eetle pels bloem, wat nootmuskaat, 500 gram verse worst, wat bo ter om de worst in te braden en 3 dl. witte wijn. Bereiding: Snij de ui in stukjes en het rookspek in dobbel steentjes. Fruit de ui en bak het spek in de boter. Zodra de ui zacht en glazig is voegen we de in smalle reepjes geraspte kool toe. Goed roeren en op hoog vuur gedurende een mi nuut of vijf bakken. Voeg dan de bouillon toe en kruid de kool met peper en zout. Laat alles sinaasappel gemaakt), zout en peper. Bereiding: schaaf de kool zo dun mogelijk. Smelt de boter in een grote pan met dikke bo dem. Als de boter heet is de kool toevoegen en met peper en zout kruiden. Doe nu een deksel op de pan en laat de kool een minuut of vier smo ren. Roer de koolmassa goed door elkaar en doe er de mar melade bij. Smoor de kool nog nu nog een minuut of vijf op laag vuur sudderen. Snij de ap pels in schijfjes en doe die met de wijn bij de kool. Laat het ge recht nog een minuut of vijf stoven. Roer de bloem door het appel-koolmengsel en strooi er tenslotte de nootmuskaat over. Intussen hebben we de verse worst gebraden, die we óf met de kool óf apart opdienen. Witte of savooiekool met mar melade Ingrediënten: 1 middelgrote witte of savooiekool, 50 gram boter, 3 eetlepels bittere mar melade (met de schillen van de een paar minuten. Het gerecht moet niet helemaal gaar zijn, maar nog knapperig. Rode kool rauw Ingrediënten: 1 half rode kool tje, 3 eetlepels plantaardige olie, 3 eetlepels wijnazijn, 1 eet lepel vloeibare honing, peper, 1 theelepel zout. Bereiding: schaaf de rode kool heel fijn. Meng olie, wijnazijn, peper, zout en honing en giet dit mengsel over de kool. Laat de rauwkost onder folie in de koelkast goed koud worden. RIEN VAN REEMS RUDAG 12 DECEMBER 1986 Aardappelen bevatten veel vitamine C. En er blijft te- genwoordig veel meer vitami- ne C inzitten dan vroeger. Dat is te danken aan betere be- X waarmethoden. Tot deze slot- som voert onderzoek dat is X verricht door het Instituut v voor Bewaring en Verwerking van Landbouwprodukten (IBVL) te Wageningen. De aardappel is een belangrij- ke bron van vitamine C. Heel lang leverde de aardappel zelfs de belangrijkste hoeveelheid vitamine C aan onze voeding. Geen ander voedingsmiddel x op het gebruikelijke menu kon zich ermee meten. Maar dat X; was eer de citrusvruchten bin- nen ieders bereik kwamen. Toch is de aardappel ook in dit opzicht nog steeds een nuttig onderdeel van de maaltijd. Trouwens niet alleen om de vi- tamine C. Aardappels bevat- ij: ten stoffen die goed passen in de tegenwoordige opvattingen x over goede voeding. De Voe- dingsraad noemt bijvoorbeeld x de aardappel als een voorname leverancier van koolhydraten. Ook is de aardappel rijk aan wat men microvoedingsstoffen 'noemt. Dat zijn vitamines, mi- neralen en spoorelementen. De aardappel wordt bovendien gewaardeerd om wat er niet ol nauwelijks in wordt aangetrof fen. Hij is arm aan vet, bevat geen cholesterol, weinig sui ker, weinig zout en geen alco hol. Als de aardappel al in ver band met alcohol wordt ge noemd, komt dat omdat het er uit kan worden gestookt. Na de oogst worden de aardap pels opgeslagen. Dat gebeurt op de boerderij of bij handel en verwerkende industrie. Uit de opslagplaatsen worden in de loop van de maanden partijen aardappelen afgeleverd. Ze kunnen maandenlang worden bewaard. Maar dat komt hun conditie niet ten goede. De goe de dingen die ze bevatten, ra ken in verval. Men probeert dat verval tegen te gaan door de aardappels zo danig te bewaren dat ze zo fit mogelijk blijven. Geen opslag meer in een kuil op de akker, af gedekt met aarde, maar in goed ingerichte gebouwen. Het heeft eeuwen geduurd eer de aardappelkuil werd ver drongen door een moderne be waarplaats. Eerst ontstond nog de aardappelhut, die soms vrij groot was. in de jaren twin tig van onze eeuw verschenen zulke grote hutten in de buurt van de steden voor het opslaan van voorraden die aan de stad- bevolking werden geleverd. Ongeveer dertig jaar geleden bouwde men de eerste aardap pelbewaarplaatsen. Deze ge bouwen waren ingericht met een systeem van buitenlucht- koeling. De temperatuur kan er op het gewenste peil wor den gehouden. Dankzij deze geventileerde gebouwen kun nen de aardappelen langer worden bewaard en blijven ze in betere conditie. Mede door het verbeteren van de bewa ring, waarbij het IBVL ook een rol speelde, heeft de industrie die chips en frites vervaardigt zich kunnen ontwikkelen. Zo'n dertig jaar geleden onder zocht het IBVL ook hoe het met het vitamine C-gehalte ging tijdens de bewaring. Dat was niet zo fraai. Onlangs is dit opnieuw onder zocht. Van de zes belangrijkste consumptieaardappelrassen, namelijk Bintje, Diseree, Eba, Eigenheimer, Bertha en Irene, werd een partij bewaard. Dat duurde van november tot be gin juli. Vooral tot half februari namen de vitamine C-gehaltes vrij snel af. Daarna nog iets tus sen februari en mei. Maar zelfs nadat de aardappels al langdu rig in de bewaarplaats lagen, dus in maart tot en met juni, bleken de vitamine C-gehaltes hoger dan in het verleden. ALFRED VAN DIJK Kalkoenen worden schoongemaakt voor de verkoop. Als het tegen Kerstmis loopt, gaat men aan kal koen denken, zonder te besef fen, dat die kalkoen eigenlijk helemaal geen traditioneel beest is, maar een brutale nieuwkomer. Immers hèt tra ditionele kerstgebraad in Eu ropa was de gans, die tegen de kortste dag van het jaar vet en rond was en zijn levenscyclus had vervuld. En in Engeland kwam de boar's head op tafel, heel vroeger een wildzwijns- kop, later een varkenskop, volgens een oud studenten liedje, bedekt met laurier en rosmarijn. De gans heeft zich kunnen handhaven in Denemarken, waar hij wordt opgediend met gebraden appelen en rodekool, en in Oostenrijk en Hongarije. Maar verder heeft hij het veld moeten ruimen voor de kal koen. Kalkoenen stammen uit de Nieuwe Wereld, en het wa ren de Jezuieten die in het be gin van de zestiende eeuw met de Spaanse veroveraars mee reisden om de heidenen van Midden-Amerika te bekeren, die hem ontdekten in Mexico en er wel wat in zagen. Zij brachten de kalkoen naar Frankrijk, waar men hem, naar de ontdekkers, aanvankelijk jésuite noemde en later coq d'Inde, haan uit (West-)Indië, wat verbasterd werd tot din- don. Tegen het einde van de zestiende eeuw bereikte het opzichtige beest Engeland, met kooplui uit het Middel- landse-Zeegebied - vandaar dat hij in Engeland de naam turkey kreeg, omdat men dacht dat hij uit Turkije kwam. Nederland zag pas kalkoenen tegen het einde van de acht tiende eeuw, en wij kregen hem uit Indië, waar hij inmiddels was doorgedrongen en wij noemden hem celicutse haan, naar de haven Calicut in India, wat verbasterd werd tot kal- koense haan, en kalkoen. De Katholieke Jezuieten had den hem in Mexico gevonden, de Protestantse Pilgrim Fa thers, die honderd jaar later om godsdienstige redenen uit weken naar Noord-Amerika, vonden daar in hun nieuwe land troepen wilde kalkoenen. Als echte pioniers leefden zij van wat het land opleverde, zij vingen de wilde kalkoenen, gingen ermee fokken, en zetten hem op tafel op hun feestda gen, Thanksgiving Day en Kerstmis. En vanuit de VS waaide de kalkoen-traditie over naar Engeland. De gans en de varkenskop raakten ver geten. Het grote pluspunt van de kal koen is dat hij groot is en er naar verhouding veel vlees aan zit, zodat men er met de hele familie van kan eten, ze ker als hij nog gevuld is met kastanjes en er kleine worst jes omheen liggen, wat men in Engeland noemt Alderman in chains, ofte wel, de wethouder in boeien. Maar is kalkoen echt lékker? - Nee, eigenlijk niet, het vlees is vrij droog en flauw, je moet er wat mee doen om er iets van te maken. In Frankrijk wist men daar in de vorige eeuw wel wat op: men stopte hem vol met truffels, „tot hij stijf staat als een ballon", schreef de grote gastronoom Brillat-Savarin. Maar zo kun je een oude kerk- kraai wel lekker maken. En aangezien in een béétje kal koen zeker een pond truffels gaat, en truffels ver over de dui zend gulden per kilo kosten, wordt dat wel wat begrotelijk. Dat pond truffels is dan ook in onze wat soberder dagen inge krompen tot wat plakjes tus sen huid en borstvlees. Maar ook dat geeft al veel geur en smaak aan het vlees. In de vorige eeuw waren kalkoenen heel populair bij Franse fijn proevers. Brillat-Savarin noemde de kalkoen „het mooi ste geschenk van de Nieuwe Wereld aan de oude". En dan is er het verhaal van ene Abbé Morellet, die graag vertelde dat hij van een mooie getruf- feerde kalkoen altijd met z'n tweeën genoot. ,,De kalkoen en ikzelf', zei hij dan grijnzend, als zijn toehoorders hem ont hutst aankeken. En de gastro nomische schrijver Grimod de la Reynière, die leefde aan het eind van de achttiende, begin negentiende eeuw, was zó kies keurig dat hij maar één onder deel van de kalkoen bliefde: de twee zachte, ovale stukjes ter weerszijden van de ruggegraat, die men in Frankrijk 'sot l'y laisse' noemt: een gek die het laat liggen. Om toch met die kleine stukjes aan zijn trek te komen, bestelde hij in een res taurant altijd voor zich alleen 12 kalkoenen. Het grootste gevaar dat kal-, koen bedreigt is uitdrogen. Zet er altijd een bakje heet wa ter bij in de oven en bedruip het beest met braadvocht zéér vaak en royaal, en voeg bij het braadvocht wat smaak, scheutje sherry of madeira, en stop hem ook wat geurigs en smakelijks in de buik, (evt. mèt de kastanjes), zoals uitje, laurier, wortel, sinaasappel schil, wat gedroogde paddes toelen (voorgeweekt). Groene olijven geven ook een heerlijk pittige smaak (u hoeft ze niet op te eten). WINA BORN [u de feestdagen weer naderen, vragen veel mensen zich af of I wild gekocht of zelf gejaagd radio-actief is besmet. Al het ld en gevogelte dat in Nederland verkrijgbaar is of zelf wordt aagd, is wat betreft radio-activiteit veilig en dus geschikt voor isumptie, aldus het Voorlichtingsbureau voor de Voeding. ewel er niet meer dagelijks artikelen over de naweeën van Tsjemo- in de krant staan, wordt er nog steeds op uitgebreide schaal on- hoek gedaan naar de mate van radio-activiteit van voedsel. Wild gevogelte vallen hier ook onder. Het betreft o.a. wild zwijn, hert, haas, konijn, gans, eens, fazant en snip. nu toe zijn de gevonden waarden voor radio-activiteit bij wild eds beneden de EG-norm van 600 bequerel per kg vlees. Dit geldt el voor wild uit eigen land als voor import wild. totale Nederlandse wildmarkt omvat slechts 20 procent wild uit en land, 80 procent wordt geimporteerd. jaar komt er meer wild uit Argentinië, Engeland en Schotland en der dan andere jaren uit Hongarije en Polen. eet u al wat u zondag als dessert na het dessert neemt na het familie-etentje? Natuurlijk kan dit natafelen haast niet zonder kopje goede, liefst een beetje sterke, koffie. Maar alleen zo'n kop 'e is wat kaal en een stuk vlaai is weer wat al te massief. beert u het daarom eens met een Italiaanse lekkernij zoals de aretti di Saronno van het merk Lazzaroni. Alleen het zorgvuldig Preken van de naam verplaatst u al naar zonniger streken en dan ft u nog niet eens het koekje geproefd. Het bijzondere aan deze kjes, die ogen als bitterkoekjes, is dat ze zijn bereid zonder meel. 't. abrikozenpitten en suiker zijn de ingrediënten. Per twee stuks 2e verpakt in een vloeipapiertje. Ze smaken niet alleen prima bij °ffie, maar combineren ook goed met port, wijn, likeur of cognac, ar u zou ze ook kunnen verkruimelen over een portie ijs. orteur Boas uit Zoetermeer brengt ze in twee verpakkingen op de ht: in een 200 grams doos van f 8,95 en in een nostalgisch ogend grams blik voor f 24,95. an Ruig is behalve Oostzaner ook nog eens telg van een [ionaal befaamd geslacht aan •liers en wildhandelaren. them praten over wild mag, ,ar onder één voorwaarde, en flauwekul over ewikkelde recepten. „Wild et je klaar maken met peper [zout en desnoods een uitje of [t appel. Meer is niet nodig, [n pas proef je dat je iets zonders eet". [tde feestdagen in het oruitzicht staat er op menig odschappenlijstje wel een of der soort wild. „Meestal zal thaas zijn", zegt Jan Ruig. aas is zo'n beetje het meest 'raagde wild. Niet meer zoals leger, een hele haas, maar als utofrug". as behoort met het wilde lijn tot het zogenaamde arwild'. Want het wild wordt erin vier categorieën derverdeeld. Haarwild, terwild, vederwild en iMd. Onder waterwild rden wilde eenden, watersnip, ing, smienk en wilde gans ekend. Vederwild is in ons id vooral fazant en houtduif, der grof wild valt het hert, de en het zwijn. En wild is, we lden het nog maar even om misverstanden te :rkomen, alle vlees dat in de je natuur geschoten moet rden. e voor het eerst het avontuur twild aan wil gaan, hoeft uwelijks voor verrassingen men te staan. Sterker: „Er is ïhele cultus ontstaan om „Een hazerug vraagt helemaal weinig tijd om klaar te maken. Om en om in de pan als biefstuk braden en even in een voorverwarmde over na laten garen. Absoluut geen moeite". Wilde eend is een stuk kleiner dan de tamme eend, zoals die in Nederland bijvoorbeeld als Peking Eend wordt gekweekt. Maar de smaak is er dan ook rond dat wild allerlei fratsen uit te halen. Dat kan natuurlijk heel goed, maar nodig is het absoluut niet. Het fantastische van wild is immers dat het vlees een heel eigen smaak heeft en die komt het best tot zij n recht als er naar. De eendeborst zonder het vel wordt eendebiefstuk genoemd. De combinatie met sinaasappel is perfect. Houtduif is een wildgerecht dat zich leent voor een wildsoep vooraf. rechttoe-rechtaan wordt gebakken of gestoofd. Dat kost ook amper tijd, zodat geen van de partners zo nodig de hele dag in de keuken hoeft te staan". „Bij een hazebout gaat het erom dat hij even stevig aangebraden wordt om daarna lekker te stoven. Je kunt er dan feestelijk een kastanjepuree bij serveren, maar persoonlijk vind ik dat nogal zwaar op de maag liggen en aardappels zijn er net zo lekker bij. Wil je het helemaal mooi maken dan serveer je er verschillende groenten omheen. Spinazie, rode kool, spruitjes, onbeperkte mogelijkheden". Fazant is een gerecht dat wel enige zorg vraagt. Menigeen zal aan dit gevederde wild terugdenken als een droog avontuur, maar dat heeft dan meer aan de kok dan aan de fazant gelegen. Bij de fazantebout de poten breken en met het onderste deel van die poot ook de pezen uit de poten meetrekken. Maar misschien wil de poelier dat wel voor u doen. Volg bij fazant zorgvuldig de aanwijzingen op uit het kookboek, dan kan het niet misgaan. Fazant leent zich goed voor het vullen van sausij zen of een andere vulling. En smaakt voortreffelijk in combinatie met bijvoorbeeld zuurkool. Aan het eten van reerug is niets zieligs, meent Jan Ruig. Jagers ziet hij vooral als faunabeheerders en minder als sportmensen. Van de ree is vooral reebout en reerug bekend. Het vlees kenmerkt zich door een hele fijne, zachte wildsmaak. Hertevlees is iets zoeter en grover van structuur. Nadeel van het edelwild is dat de prijs in de winkel erg hoog is. „Maar", zegt Jan Ruig, „reerug wordt als een delicatesse beschouwd en dat betekent altijd een kleine portie, waardoor die prijs toch nog enigszins betaalbaar wordt". Over die betaalbaarheid van wild: „Grofweg kan men stellen Links voorgrond: duif, fazant en eend. midden achtergrond: haas met de hazerug en rechts midden de reerug. dat wild op het menu thuis tussen de tien en vijftien gulden per persoon kost. Dan wordt er royaal gegeten". Hoe kan een leek zien of hij of zij kwaliteit koopt? Jan Ruig: „De eerste stelregel is, dat als het wild er in de winkel goed uitziet, dat de kwaliteit dan ook goed is. Maar verder zal de consument volledig moeten vertrouwen op de winkelier. En dat is dan ook de reden dat ikzelf adviseer om wild van de poelier of de wildhandelaar te betrekken. Dat is de vakman. Bovendien ziet men wat er gekocht wordt. D at is bij de supermarkt in die diepvriesverpakkingen veel moeilijker". HUUB KLOMPENHOUWER

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1986 | | pagina 9