et onze 7000 zandzakken redden
e het hier niet in Kruibeke...
Suikerproduktie dreigt
uit de hand te lopen
Minister overlegt
met palingvissers
PZC/ provincie
BAGGEREN EN NATUUR GROTE BOOSDOENERS
verenigde spaarbank
11
Waterspiegel
URGEMEESTER VREEST OVERLAST PIJLERDAM
Onderhandelen
Geen reactie
RAPPORT RIJN SCHELDE INSTITUUT
record
EEN CADEAU DAT ELKE DAG GROTER WORDT
Op zoek naar een origineel geschenk voor de feest- iff
dagen? Denk eens aan een Spaarcertificaat van de
Verenigde Spaarbank. Een waardevolle verrassing die alleen
maar méér waard wordt Met onze nieuwe Spaarcertificaten kiest u voor een veilige
spaarvorm met ieder jaar een hogere rente. In het 5e en laatste jaar zelfs 83/4%.
Spaarcertificaten zijn oersolide waardepapieren in 3 verschillende aankoop
bedragen; van f 1000,-, f 5.000,- en f 10.000,-. Verkrijgbaar op naam of aan toonder (met
registratieplicht). En altijd inwisselbaar zonder kosten, (aan toonder na 2 jaar)
WOENSDAG 26 NOVEMBER 1986
Waterstand Schelde door
kering nauwelijks hoger
MIDDELBURG - Het gebruik van de stormvloedkering Oosterschelde heeft nauwelijks in
vloed op de hoogte van de waterstanden bij Vlissingen en in de Westerschelde. Het varieert
hooguit van enkele centimeters tot vrijwel niet te registreren millimeters. Dit blijkt uit
onderzoek- en meetgegevens van rijkswaterstaat, directie Zeeland. Daarmee worden be
weringen van Belgische zijde - met name de burgemeester van de gemeente Kruibeke heeft
van zich doen horen - gelogenstraft, als zou inzet van de pijlerdam in de Oosterscheldemon-
ding voor hogere waterstanden zorgen op de Schelde.
Er is weliswaar sprake van hogere
waterstanden op de Westerschelde
en daardoor ook op de Belgische
Schelde, maar die hebben niets van
doen met de komst van de storm
vloedkering Oosterschelde. Het hele
Deltaplan, dus ook de afsluitingen
van onder meer Brouwershavense
Gat en Haringvliet, heeft geen in
vloed op de waterstanden in de Wes
terschelde. Volgens ir M. Meulblok
van rijkswaterstaat zijn bij de verho
ging natuurlijke ontwikkelingen in
het geding en vooral het op verzoek
van België voortdurend uitbaggeren
van de vaargeul in de Westerschelde
(ten behoeve van de scheepvaartpo
sitie van Antwerpen).
Meulblok maakt duidelijk dat er
geen enkele twijfel bestaat over de
oorzaak van de verhogingen van de
waterstanden op de (Wester)Schel-
de. Hij acht het niet uitgesloten dat
er - wanneer alle oorzaken bij elkaar
opgeteld worden - in de omgeving
van Antwerpen een verhoging van
het gemiddeld hoog water kan optre
den die tussen 30 en 40 centimeter
ligt. Verdere verdieping van de Wes
terschelde, waar door België zeer op
wordt aangedrongen, zal de verho
ging bij gewone hoogwaterstanden
doen toenemen; bij stormvloeden
wordt het verschil nauwelijks groter.
Wat precies de gevolgen zijn van het
dieper maken van de Westerschelde
op de stormvloedstanden, is alleen
bekend voor het Nederlandse grond
gebied. Op Belgisch aandringen is
onderzoek naar de situatie die dan
bij de Zuiderburen zal ontstaan, tot
au toe buiten beschouwing gelaten.
(Sinds de tweede helft van de vorige
jeeuw worden de waterstanden bij
Vlissingen (en bij een aantal andere
peilstations langs de kust) vastge
legd. Uit de gegevens valt een steeds
terugkerende slingerbeweging af te
lezen. Waterstanden ontwikkelen
zich in een periode van 18,6 jaar (die
tijdsduur heeft vooral te maken met
de wenteling van de baan van de
paan) van lager naar hoger naar la
ter. Momenteel is de 'top' van zo'n
|slingerbeweging bereikt en dat wil
zeggen: hogere hoogwaters en lagere
agwaters en derhalve een groter ge-
Idjverschil (het verval is in Nederland
|bij Bath het grootst en bedraagt on-
[eveer 4,50 meter). Als het goed is,
ïemen de hogere hoogwaters de ko-
lende jaren weer enigszins af, even-
ils de lagere laagwaters en wordt het
itijverschil kleiner.
«s van die slingerbeweging is er
toch een stijging van de waterspie-
lel. Ir Meulblok geeft aan dat er
finds 1953 - het jaar van de waters
noodramp - door natuurlijke oorza
len een stijging van het gemiddeld
loogwater bij Vlissingen is waarge
nomen, van ongeveer zeven centi
meter. Hij noemt als reden hiervoor
in het bijzonder een klimaatsveran
dering in de zin van enkele graden
hogere temperaturen.
Meulblok zegt dat het zogenaamde
broeikaseffect (warmer worden van
de atmosfeer door milieuvervuiling
en daardoor sneller smelten van
Noord- en Zuidpool) nog maar nau
welijks merkbaar is. De gevolgen
daarvan op de zeespiegel moeten
zich nog nadrukkelijk manifesteren.
Een natuurlijke stijging van het ge
middeld hoogwater bij Vlissingen
heeft extra gevolgen verderop de
Westerschelde. Dat heeft te maken
met de trechtervorm van de enig
overgebleven zeearm in Nederlands
Delta. Daardoor krijgen de golven
achterin een duwtje omhoog. Uit
gaande van een verhoging van zeven
centimeter bij Vlissingen, komt er
een toename van drie tot vier centi
meter bij Terneuzen en van tien tot
twaalf centimeter bij Bath tevoor
schijn. Tot zover de natuurlijke gang
van zaken. Maar er is méér, laat ir
Meublok weten.
Omstreeks 1968 zijn in de Wester
schelde vrij grootscheepse bagger-
werken begonnen. België wilde gro
tere zeeschepen in Antwerpen kun
nen ontvangen en als goede nabuur
verleende Nederland medewerking.
Resultaat van de verdiepingen is wél
een duidelijk effect op de waterstan
den. Lager laag water en hoger hoog
water. Bij stormvloedsituaties is het
effect bij Bath circa drie centimeter
hoger hoog water en bij gemiddeld
hoogwater ongeveer tien centimeter
meer (gerekend over de periode 1960-
1980).
Meulblok: „Het baggerwerk geeft
een bewijsbaar aandeel in de veran
dering van de waterstand en de
stroomsnelheden. Het water komt
gemakkelijker de Westerschelde
binnen en gaat makkelijker eruit".
Met name bij laag water is het effect
van het afslanken van de drempels
sterker merkbaar; het water trekt
sneller weg dan voorheen.
In het kader van het Deltaplan be
schikt Nederland inmiddels over
veel informatie die te maken heeft
met de invloed van afsluitwerken.
Aan de hand daarvan kan ir Meul
blok verklaren dat een afsluitdam
meestal slechts een lokaal effect ver
oorzaakt op de waterstanden. Er is
wel enige zijdelingse uitstraling,
maar de golf die vanaf een afsluit-
werk terugkaatst verliest naar opzij
heel veel energie en derhalve ook het
vermogen het water een opzetje te
geven. Vandaar Meulbloks stelling
dat 'een afsluitwerk voor een naast
liggend estuarium maar een zéér ge
ring effect heeft'.
Een dichte Oosterscheldekering be
tekent maximaal één tot drie centi
meter verhoging bij Vlissingen (door
de terugkaatsgolf). Daar komt een
stukje verlies aan komberging bij:
als de pijlerdam dicht is, kan het wa
ter de Oosterschelde niet in. Het ef
fect van het grotere aanbod aan wa
ter op de Westerschelde is ten hoog
ste één tot drie centimeter.
Bij een gedeeltelijke sluiting van de
pijlerdam is het effect op de Wester
schelde te verwaarlozen. „Dat is mil
limeterwerk", betoogt ir Meulblok.
Hij voegt eraan toe dat het precieze
effect van de stormvloedkering al
leen met zuiverheid te constateren is
na een reeks van jaren, juist omdat
het om zo weinig centimeters gaat.
Een verhogend effect door baggeren
van zo'n tien centimeter bij Bath
houdt een verhoging van 13 centime
ter bij gemiddeld hoogwater ter
hoogte van Antwerpen in. Verdere
verdieping levert bij Bath een stij
ging van drie tot vijf centimeter op.
In dit verband wijst Meulblok er nog
op dat bij Bath sinds 1970 (invloed
baggerwerk merkbaar) het gemid
deld getijverschil 'gigantisch' is toe
genomen, wel met ongeveer 25 centi
meter. Vooral het laag water is lager
worden doordat de forse vaargeul in
feite ebgeul is geworden. Voor de goe
de orde tekent ir Meulblok aan dat
Zeeland met zijn bijna overal op Del
tahoogte gebrachte Westerschelde-
dijken ruimschoots aan de veilige
kant zit. Bij het maken van de plan
nen is met de rijzing van de zeespie
gel rekening gehouden.
Sluiting van de Oosterscheldedam veroorzaakt wateroverlast waartegen de zandzakken op de dijken bij Kruibeke
onvoldoende bescherming bieden, zo zeggen de Vlamingen.
iVan een onzer verslaggevers)
KRUIBEKE „Als Nederland ons
len meter meer water bezorgt, door
Ie stormvloedkering in de Ooster-
Ichelde te sluiten, dan kunnen wij
let hier wel vergeten. Dan houden
l»ij het water met onze 7000 zand-
iakken gewoon niet tegen en zullen
leien van Rupelmonde, Bazel en
Kruibeke drie dorpen op een
peenworp afstand van Antwerpen
lp de linkderschelde-oever onder
Jater komen te staan". Burgemees-
Ier Antoine Denert vreest voor de
loekomst van zijn gemeente.
|Sinds de afgelopen 20e oktober kent
man, die in 1983 aan het roer
jswam in de gemeente Kruibeke,
leen rust meer. Op die dag sloeg het
pater van de Schelde in grote golven
i'er de kademuur van Rupelmonde.
fe aanlegsteigers van de veerponten
Jaar Hoboken en Hemiksen stonden
flank en op verschillende plaatsen
Pjpelde het rivierwater door de dij-
fffl. Zandzakken moesten de bewo
ners van de Blauwe Gaan weg in Ba-
beschermen tegen een waters
nood. „Het water was in een onge
looflijk snel tempo opgestuwd en ik
[-baasde mij erover dat ik geen
;aarschuwingssein kreeg van de zee-
laartdienst in Antwerpen. Dat is zo
"et gebruik wanneer er extreem hoge
[aterstanden verwacht worden,
paar niks, niet eens een telegram
Jet staatsvoorrang. Het water had
f 6en de avond het peil bereikt van
pen meter 26 boven Tweede Alge-
Jene Waterpassing (TAW), terwijl de
Memuur in Rupelmonde slechts
f'kt tot zeven meter 20".
;en inwoner van Rupelmonde herin
nert zich de stormdag nog als de dag
gisteren. In het bijzijn van burge
meester Denert, gemeentesecretaris
f Blanquaert en de heer Cornelis,
Munct-kabinetschef van de minis-
Fran binnenlandse zaken, die dins-
M op inspectie was in Kruibeke,
[frtelt hij hoe die winderige dag de
folgen over de kademurens loegen.
f en van de spitsen daar kwam door
•extreem hoge waterstand op de
fer te liggen, zodat ze dagen nadien
"jet een sleepboot het schip terug in
ftwater hebben moeten trekken. Ik
3 mijn hele leven nog nooit zo iets
Ingemaakt".
Voor de man staat als een paal boven
water dat 'die Hollanders met hun
stuw' voor de consternatie in het
Scheldeland hebben gezorgd.
Ook Denert is daarvan overtuigd, on
danks ontkenningen van rijkswater
staat en de Antwerpse scheepvaart
deskundigen. „Als die Hollanders
zeggen dat door het sluiten van de
stuw geen hoge waterstanden ver
wacht moeten worden in het Schel-
debekken, waarom zijn ze dan hier
komen kijken. Dat vraag ik mij dan
af. De laatste dagen zijn hier bijkans
honderd Nederlanders een kijkje ko
men nemen".
„Kijk, ik kan best begrijpen dat Ne
derland zich tegen de zee wil wape
nen en beschermen, maar dat mag
niet ten koste van ons gaan, want
dat zou ik een vijandige daad vin
den. Aangezien de Belgische over
heid zelf geen stormstuw in de
Schelde bij Antwerpen wil bouwen
iets waar we al jarenlang voor
vechten en ook niet in overleg wil
treden met de Nederlandse overheid
om die stuw in de Oosterschelde
dicht te houden zullen wij als ge
meentebestuur zelf moeten gaan on
derhandelen met Nederland", rede
neert Denert.
De Kruibeekse burgemeester, die
ook al sinds het begin van de jaren
tachtig ageert tegen de vorming van
gecontroleerde overstromingsgebie
den (potpolders) binnen zijn gemeen
te, voelt zich in de steek gelaten door
de Belgische overheid. „Het plan Sig
ma, dat in 1977, een jaar na de cata
strofe in Ruisbroek, gelanceerd werd
door minister Olivier van openbare
werken als de zegen voor de Vlaamse
Waterhoek, is uitgelopen op een fias
co", vindt Denert. Het plan behelsde
indertijd de bouw van een stormstuw
bij de stad Antwerpen, het aanleggen
van 2530 hectare potpolders en de
versteviging en verhoging van de
Scheldedijken over een afstand van
580 kilometer.
Eind 1983 bleek dat de financiële mo
gelijkheden voor de Belgische over
heid om de stormstuw aan te leggen
niet voor handen waren. De aan
dacht van de plannenmakers en de
bewindslieden werd van het project
afgewend en gericht op de Schelde-
polders oostelijk van Kruibeke en
Bazel. Deze polders, die van oudsher
dienen als boezem voor de opvang
van grond- en oppervlaktewater uit
de hoger gelegen gemeentelijke ge
bieden en regelmatig gedeeltelijk on
der water staan, moesten ingericht
worden als potpolder. Dit ter com
pensatie van de niet gebouwde stuw.
Denert: „We hebben met het comité
'Neen tegen de potpolders' als
Vlaamse leeuwen gestreden tegen
het hele plan, omdat dit een ont
wrichting zou inhouden voor het le
ven in de dorpe". Volgens de burge
meester beschermen de in de polders
gelegen bossen de woonkernen tegen
de vervuiling van de metallurgische
industrie aan de andere kant van de
Schelde.
De Belgische overheid verrichtte na
de overstroming van Ruisbroeck, ge
legen op de rechteroever van de
Schelde tegenover Rupelmonde,
veel werk aan de dijken langs de ri
vier. Ruim 400 kilometer dijk werd
verstevigd en verhoogd. Voorts wer
den er vier kleine potpolders, in to
taal 245 hectare ingericht. „Alleen de
dijken in de gemeente Kruibeke heb-
Burgemeester Antoine Denert.
ben ze laten liggen, daar is, met het
oog op de totstandkoming van de
grote potpolder niets maar dan ook
niets aan gedaan. Ze zijn veel te laag
en verkeren in een slechte staat van
onderhoud. Ze zijn ondergraven door
ratten en ander gedierte en de koeien
veroorzaken hier en daar verzakkin
gen".
„Daar moet nodig iets aan verande
ren, maar ja, we voeren al maanden
lang correspondentie met minister
Olivier van openbare werken, maar
die laat niets van zich horen. Nu ge
loof ik niet dat we aan hem ook veel
zullen hebben, want die man
spreekt niet eens onze taal en dat
zegt al genoeg", klinkt het strijdlus
tig. De burgemeester, die de laatste
weken regelmatig tijd doorbrengt
op de bedreigde dijken, is het beu
om steeds door de Belgische over
heid genegeerd te worden.
„De protesten uit Kruibeke zijn in
middels toch doorgedrongen tot in
Brussel, anders zou de heer Cornelis
toch niet langs zijn gekomen. Of zijn
bezoek iets zal bijdragen aan onze
zaak moeten we afwachten. We heb
ben wel vandaag een brief gestuurd
naar koning Boudewijn waarin we
hem uitnodigen om een bezoek te
brengen aan onze gemeente. Als hij
snel reageert, dan zullen we niet ge
noodzaakt zijn om hem net als in
1976 in Ruisbroeck met een roeiboot
door de straten te voeren. Het is nu
nog droog", aldus Denert.
De vrees voor een overstroming
blijft. Op 3 december moeten de
Scheldedijken verstevigd zijn met
zandzakken, omdat enkele dagen la
ter springtij verwacht wordt. Zeven
duizend zandzakken, bestemd voor
de bevolking van Kruibeke, zijn in
middels door het gemeentebestuur
bij het ministerie van binnenlandse
zaken in Brussel besteld, de kosten
bedragen ongeveer 4.000 gulden.
De burgemeester hoopt dat de Belgi
sche overheid nu eindelijk eens in de
bres springt voor de Kruibeekse be
volking. „Gebeurt dit niet, dan over
wegen we harde acties. Zoals bij
voorbeeld het blokkeren van de au
tosnelweg Gent-Antwerpen".
Een boer bij IJzendijke laadt zijn wagens vol met suikerbieten.
MIDDELBURG Er staat de komen
de jaren heel wat te gebeuren op het
gebied van de suikerproduktie. De
voedingsmiddelenindustrie lonkt
naar goedkopere zoetstoffen, het sui
keroverschot op de wereldmarkt
neemt toe. De EG probeert via allerlei
nieuwe regels het marktaandeel en
daardoor de inkomens van boeren en
industrie te behouden. De indeling in
A-, B- en C- bieten is daar een gevolg
van. Voor de A- en B-suiker gelden be
paalde EG-garantieregelingen, C-sui-
ker moet de fabrikant zelf op de we
reldmarkt zien kwijt te raken.
Om enige orde te scheppen in de duis
tere landbouwverordeningen en de
ontwikkelingen op de afzetmarkten,
heeft het in Middelburg gevestigde
Rijn-Schelde Instituut een rapport
geschreven getiteld "Zeeuwse suiker,
de Europese Gemeenschap en de Der
de Wereld". De studie is half door de
EG en half door het instituut zelf be
taald.
Drs Willem Polder heeft het onderzoek
verricht. De verbinding met de Derde
Wereld is gelegd omdat er volgens Pol
der een vergelijkbare ontwikkeling te
zien is bij alle suikerboeren. „Zowel de
boeren hier als die in ontwikkelings
landen dreigen het slachtoffer te wor
den van ontwikkelingen in de voe
dingsmiddelenindustrie, waardoor
suiker langzaam vervangen wordt
door andere zoetstoffen."
Een andere donkere wolk die hij boven
de toekomst van de bietsuiker- en riet-
suikerboeren ziet hangen is de over-
produktie, waardoor de prijzen dalen.
Eén van de grootste dumpers op die
wereldmarkt is de EG. De boeren en de
suikerproducenten krijgen via de EG
bepaalde garantieprijzen. De prijzen
op de wereldmarkt liggen veel lager.
De overtollige tonnen die de suiker
producenten daar afzetten worden
zwaar gesubsidieerd door de EG. De
boeren leveren aan die exportsubsidie
een belangrijke bijdrage, door diverse
heffingen die van de hun gegarandeer
de minimumprijs wordt af gehouden.
De heffingen zijn nu 1150 gulden per
hectare. De opbrengst van een hectare
is gemiddeld 5700 gulden.
Polder. „De verwachting is dat Neder
land ongeveer 1,1 miljoen ton produ
ceert. We consumeren hier zelf maar
550.000 ton. We hebben dus de helft
maar nodig en de rest is overschot. De
zaak dreigt echt uit de hand te lopen.
De suikerproduktie moet afgeremd
worden, want uiteindelijk betaalt
niet Brussel voor de overschotten,
maar betalen de boeren er zelf voor."
De oplossing van het probleem ligt
echter niet zo eenvoudig. „Zelfs wan
neer de EG niet meer zou exporteren,
zijn niet alle problemen opgelost",
zegt Willem Polder. „Het is wel zo dat
de overschotten van de EG de zaak er
ger maken." Hoewel de EG de helft
van het onderzoek gefinancierd heeft,
is Polder niet erg te spreken over die
instelling. „De prijzen voor suiker zijn
de laatste tien jaar wereldwijd voor al
le boeren achteruit gegaan. Dat is toch
gedeeltelijk een gevolg van het Euro
pese landbouwbeleid, dat direct of in
direct de produktie gestimuleerd
heeft, waardoor de grote overschotten
ontstonden en de prijzen zakten.
Polder schaart zich voor wat betreft de
toekomst achter de visie van de kriti
sche boeren. „Veel landbouworganisa
ties denken de overschotten weg te
kunnen werken door het marktmecha
nisme te laten werken. Ik denk dat het
verstandiger is om een redelijke prijs
voor de boer te bedingen voor zijn vas
te quotum. Er moet een meer stabiele
situatie gecreëerd worden."
Hij wil niet pretenderen dat het hem
allemaal zo klaar als een klontje is.
„Belangrijk is dat boeren en suikerin
dustrie met elkaar in discussie gaan",
zegt hij. „Ik heb in de studie gepro
beerd het probleem zo helder mogelijk
te schetsen. Gezien de huidige ontwik
kelingen is er zeker aanleiding om die
discussie aan te gaan. Ik hoop dat er
dan in het eindresultaat rekening ge
houden wordt met de collega's in de
Derde Wereld."
Polder presenteert zijn studie van
avond, woensdag, in de wereldwinkel
in gebouw Dam 47 in Middelburg.
Naar aanleiding van een diaserie zal
hij op het onderwerp ingaan. De bij
eenkomst begint om 20.00 uur. Het
rapport is te verkrijgen op hetzelfde
adres.
„Deze bietencampagne belooft weer
een record-suikerproduktie", zegt
(Van onze Haagse redacteur)
DEN HAAG Minister ir G. Braks
van landbouw en visserij gaat over
leggen met de palingvissers over de
problemen die zij voorzien nu defini
tief is besloten de Grevelingen zout te
houden. Voorts zal, na eerdere ver
kennende gesprekken, het overleg
met de mosselsector worden voortge
zet over de mogelijkheden van de
kweek van mosselen in dat water.
Dit laat Braks de Tweede Kamer we
ten.
De palingvissers in de Grevelingen
hebben na het recent genomen besluit
hun zorgen kenbaar gemaakt aan zo
wel Braks als aan minister drs N. Smit-
Kroes van verkeer en waterstaat. De,
oestercultuur die in een zoute Greve
lingen kan floreren brengt volgens de
palingvissers schade toe aan hun be
drijfstak. Bovendien dreigen door het
spuiregime dat - mede ten behoeve
van de oestersector - wordt toegepast
om het zoutgehalte op peil te houden,
teveel palingen naar zee te zwemmen
als de sluizen open staan. Tenslotte
maken de vissers voor het in stand
houden van de aalproduktie veel meer
kosten dan voorheen wegens het uit
zetten van de zeer dure glasaal.
Omdat de Grevelingen-palingvissers
(het zijn tien a elf bedrijven) 'destijds
tonnen hebben geïnvesteerd in de
kweek van paling willen ze er bij minis
ter Braks nadrukkelijk voor pleiten
dat er geen inbreuk wordt gepleegd op
hun verkregen rechten', zo laat hun
advocaat mr A. A. den Hollander des
gevraagd weten.
(Advertentie)
JE ZIET JE GELD
HAAST GROEIEN