GEMEENTE
BODE
MANUSJE
VAN ALLES
partnergroep voor mensen met alcoholproblemen
...WIE RUIMT DE KOTS OP?...
PZC/ week-in
29
inningen
zwijgen
willem j. van dam
keuze
jacques cats
TERDAG 15 NOVEMBER 1986
Jemoet over een flink aantal dingen
kunnen zwijgen, je moet maar net
nalsof je niks hoort. Want het is toch een
trouwensfunctie. Ik bedoel: als het b en
vergadering is, moeten ze rustig door
men blijven praten als Van Zweden met
kopje koffie binnenkomt. Ze moeten
en dat je niet meteen alles doorbrieft".
zegmaar zo: in het uniform van een
ïeentebode zijn alle politieke partijen
tegenwoordigd. D'r komen weieens
dsleden op me af van: zeg Van Zweden,
vindje daar of daar nu van? Maar daar
;ikme nooit over uit. Je moetje d'r op een
lomatieke manier buiten houden. Ik ben
lid van een politieke partij. Maar ze zijn
lognooit achtergekomen tot welke partij
ehoor. Je moet iedere partij hetzelfde
andelen".
genlijk kun je het geen echt beroep
men. Je kunt er geen diploma's voor
;n. Het enige papiertje wat ik heb, dat is
nrijbewijs. Je bent zo'n beetje van alles,
ent verantwoordelij k voor het gebouw,
rbegint het mee, da's punt één, da's
giërge. Dan deurwaarder; je pakt je fiets
aatop deurwaarderschap. En als je dan
ins bij nieuwe inwoners een hond hoort
ïen. ben je meteen even attent op de
denbelasting. Verder heb je er voor te
jen, dat alle stukken van vergaderingen
ijd vermenigvuldigd zijn en bij de
itenaren op de bureau's liggen. En je
look magazijnmeester, alles moet op het
leentehuis voorradig zijn. Ik heb wel 's
:gd: een gemeentebode is net als een
ïeraman, iemand die achter de schermen
kt. Je moet zorgen dat alles op het
leentehuis vlekkeloos verloopt. En
lelenop onverwachte gebeurtenissen,
moetje ook kunnen. Als je dat niet kunt,
jeer beter mee stoppen. Want bij iedere
rangst gebeuren er wel eens dingen
rvanjezegt: dat heb ik niet verwacht",
enik hier kwam, was ik tachtig procent
de dag buiten. Ik was een lopende
etarie. Je liep met van alles en nog wat
i, je ging om de huur, je noteerde
toten. Maar nu is het: gauw even naar het
tkantoor en dan terug naar het
leentehuis. Want de drempel van het
leentehuis is weg, hè? Vroeger was het zo
de mensen niet zo gauw een
leentehuis binnenliepen. Maar dat is niet
rzo. En dat is maar goed ook. Want een
leentehuis is een huis. En dat betekent
de mensen zich er thuis moeten voelen,
als hier mensen komen die een beetje
eladen zijn, breng ik een kopje koffie om
attot rust te brengen. Ofjemaakteen
itje als ze op de burgemeester of zo
ten wachten".
lorgens ga ik meestal eerst om de post,
ma zet ik de frankeermachine op datum
egin ik met de voorbereiding van de
fzaamheden. Tot twaalf uur zit ik af en
achter de telefoon. Of je gaat 's naar de
jemeester om te horen of er nog iets is, je
t 's een vergadering, j e hobbelt van de
itmachine naar recepties en huwelijken,
ireen vaste dagindeling heb ik niet".
tiswel een beroep dat spanningen met
mee kan brengen. Je krijgt soms zoveel
■bureau, dat je niet weet waar je moet
innen. Net als pas met de wisseling van
femeesters; dat brengt zoveel werk met
mee. En neem de dodenherdenking. We
denhierieder jaar die grote herdenking
franse oorlogsslachtoffers. Dat is nu
één keer in de vij f j aarDan komen er
vierhonderd man. En daar is de Franse
lassadeur bijde commissaris van de
'ngin, weet ik wat. Nou, je bent
P C. van Zweden
foto wim riemens
Ooit werd hij door een burgemees
ter met de snoeischaar op pad ge
stuurd om de bomen van de bloe
sems te ontdoen. Want het leek de
burgemeester zo aardig om het ge
zelschap autoriteiten dat in het dorp
op bezoek zou komen, te verrassen
met een fikse ruiker.
Hij is de enige ambtenaar ten ge
meentehuize in uniform. Een aparte
figuur binnen het gemeentelijk ap
paraat. Dat vindt hij zelf ook.
Een paar dagen na het gesprek
stuurde hij drie dicht betikte A 4-tjes
na, waarin hij nog wat anecdotes
verwerkt had. De kop voor het ver
haal had hij ook al bedacht: 'span
ning en humor houden een ge
meentebode op de been'.
Pieter Cornelis van Zweden (55), de
gemeentebode van Kapelle. „Eigen
lijk kun je het geen echt beroep noe
men".
anderhalve week met de voorbereidingen
bezig; je moet om dit denken, je moet om dat
denken. In elk zakje van m'n uniform heb ik
dan wel een kladje. Zo werkt dat. Maar de
ambtenaren hebben vaak geen idee van
waar je allemaal mee bezig bent. En dan is
het van: Van Zweden kun je nog even dit, of
kun je nog even dat. En met al die eventjes
wordt mij n tij d gevuld'
„Een huwelijk, dat is het mooiste van wat ik
doe. Als het een drukke dag is geweest, moet
je soms echt je best doen met een lachend
gezicht naar de trouwzaal te gaan. Maar bij
zo'n trouwerij, daar kun je je spanningen
ontladen. D'r wordt hier nog echt aandacht
aan een huwelijk besteed. Dat gebeurt met
muziek en zo, daar zorg ik ook voor, dus je
bent ook nog een soort disc-jockey. We
hebben hier op Kapelle wel eens tijden
meegemaakt datje soms wel eens moest
vragenwie van u is de bruid Ze kwamen in
spijkerpakken, lange haren en ze hadden
ook nog geen bruidsboeket bij zich. Eerlijk
gezegd, dat vond ik niet zo leuk. Want het is
toch een hoogtijdag. En zelf zorg je er ook
voor datje er netjes uitziet, omdat we willen
dat ze aan ons kunnen zien dat het een
feestelijke dag is. Ze komen tenslotte niet
om een pondje vlees dat ze kunnen ruilen als
het niet goed is".
„Ze denken tijdens zo'n huwelijk misschien
wel eens: die gemeentebode zit daar maar
lekker in zijn stoeltje en hij laat de
ambtenaar van de burgerlijke stand z'n best
maar doen. Maar zo is het niet. Je bent als
gemeentebode - tenminste dat is mijn
mening - ook verplicht op te letten dat er
geen fouten gemaakt worden. Je moet het zo
zien: koningin Beatrix, de burgemeester, de
gemeentesecretaris; iedereen kan fouten
maken. Ja, zo is het toch? En als de
ambtenaar van de burgerlijke stand dan
bijvoorbeeld 's vergeet toestemming te
vragen, dan tik ik hem op zijn schouder en
fluister ik: u bent vergeten toestemming te
vragen. Kijk, zulke dingen".
„Een raadsvergadering ook. Dan zitten er op
de publieke tribune meestal een stuk of
vijftien mensen. En die denken: Van Zweden
hoeft alleen maar voor de koffie te zorgen.
Maar tegenwoordig wordt alles wat tijdens
zo'n raadsvergadering wordt gezegd op de
band opgenomen. Dus hou ik in de gaten of
er geen drie microfoons tegelijk openstaan,
anders gaat het piepen. En af en toe loop ik
naar een kastje om te horen of alles goed
doorkomt. W ant stel je voor dat het niet
goed wordt opgenomen, dan zouden er geen
notulen gemaakt kunnen worden. Dus ja,
geluidstechnicus ben ik ook een beetje. Toen
burgemeester Huitsing afscheid nam - dan
is het oren en ogen open. Want het is m'n eer
te na als op zo'n bijeenkomst de
geluidsinstallatie begint te fluiten".
„Het vervelendste is het
deurwaarderschap. Als je aan de deur komt
met: ik kom van het stadhuis, u heeft niet
aan uw verplichtingen voldaan, hier is een
dwangbevel - dan krijg je botsingen. Ik doe
het op m'n eigen manier. Je begint
vriendelijk van: bent u het misschien
vergeten? En dan komt het meestal wel
goed. Maar dat is ook een kant van m'n werk
waarover je moet kunnen zwijgen. Als je op
een verjaardag bent dan zou het toch
verschrikkelijk zijn als je zou zeggen: ik ben
bij die en die geweest. En zeker in een kleine
gemeente als Kapelle".
„Het kan wel 's gebeuren dat je met zo'n
dwangbevel naar vrienden moet. Of naar
mensen van wie je weet dat ze het moeilijk
hebben. En eerlijk gezegd: daar zie ik dan
wel eens tegenop. Maar je moet".
„Ja, het komt wel eens voor dat ze beginnen
te schelden. Dan gaan ze schelden op de
politiek in Den Haag, dat ze het van hun
uitkering niet kunnen betalen. Maar daar
staan dan soms spullen in huis die ik niet
heb".
„Nee, klappen het ik nooit gehad. Maar ik
heb het wel een keer gehad dat ze me
stonden op te wachten met tuingereedschap
in hun hand om me af te ranselen. Toen ze de
deur dichtsmeten bleef m'n stropdas d'r
tussen zitten. En die heb ik kapot gesnokt
om los te kunnen komen. Maar dat soort
dingen komt gelukkig maar heel weinig
voor".
Jet is een beetje extreem gesteld,
maar dat moet dan toch maar
ven: alcoholisten hebben het eigen-
jk best goed. Die kunnen met hun
fobleem bij de hulpverlening te-
ttht, of ze kunnen in de kroeg even
anleunen tegen de medebroeders
zusters in de drank. Daarbij ver
beken komt de partner er nogal be-
aa'b af. Die kan heel ernstig wor-
e" geraakt door de omstandigheid
a' de relatie een alcoholprobleem
eeft. Allerlei gevoelens vechten om
'wrang: boosheid, bezorgdheid,
kwijten, machteloosheid en een-
aamheid. Daar kan een mens lelijk
verstrikt raken.
Iet Zeeuws Consultatiebureau voor
jcohol en Drugs, het ZCAD, waar
jensen die worstelen met het pro-
'eem van een overmatige drankcon-
(®ptie hulp kunnen vinden, wil
nu ook wat meer gaan bezig hou-
en met de partners van die perso-
er>. Het ZCAD vindt, dat er in het
Meden teveel is gekeken naar de
'ent zelf en zijn perikelen. De thuis-
"atie kwam daarbij nauwelijks in
eld in de praktijk van het werk
omt de hulpverlening echter wel
ak geconfronteerd met het leed en
moeilijkheden van dat thuisfront
omdat een behandeling beter kan
an mpen wanneer er in een gezin
z'n allen de schouders onder
'dt gezet is besloten om - voorlo-
s nog alleen op Walcheren een
nergroep op te zetten, een groep
1 mensen, waarvan de partner
problematisch omgaat met alcohol.
Er werken, los van het ZCAD, ook in
Zeeland, al verschillende zelfhulp
groepen, Al-Anongroepen genaamd.
Er bestaan wezenlijke verschillen
tussen de manieren van werken en
benaderen van die Al-Anongroepen
en de door het ZCAD op gang te bren
gen partnergroep. De laatste groep
kent een professionele begeleiding.
Verder draaien Al-Anongroepen al
tijd door, terwijl de partnergroep in
functioneren een beperking kent. Er
wordt afgesproken dat men voor
twaalf keer bij elkaar komt en in die
periode spreken de deelnemers voor
zichzelf af wat ze willen bereiken.
„Het gaat erom", zegt Ellen Meijer,
ZCAD-maatschappelijk werkster^
„dat de leden van de groep worden
geplaatst voor vragen als: kan ik een
keuze maken, wil ik die maken en
hoe ga ik die keuze maken. Hoe ga ik
mijn eigen leven inrichten? Het is
nu ook weer niet zo dat er wordt toe
gestuurd naar de vaststelling dat
het beter is te gaan scheiden. Het is
meer een kwestie van: je bent een
partner met je eigen verantwoorde
lijkheid en er zijn verantwoorde
lijkheden naar degene die drinkt".
Ellen Meijer wijst op nog een ander
verschilpunt tussen de partnergroep
en die van de An-Alon. „Wij kijken
anders tegen het alcoholprobleem
aan. Wij gaan niet uit van het alco
holprobleem als een soort ziekte. Een
ziek mens, daar kan ik niks mee
doen. Waar je wel mee uit de voeten
kunt is dat er sprake is van een be
paald gedrag, dat ergens vandaan
komt en dat ergens toe leidt. Wan
neer je je partner ziet als een ziek
mens, dat hulp behoeft ga je je heel
anders opstellen". Net als in de Al-
Anongroepen speelt overigens ook in
de partnergroep van het ZCAD de
omstandigheid een belangrijke rol
dat het hier gaat om het samenko
men van een aantal gelijkgezinden,
van lotgenoten, die ervaringen die ze
deren over te praten. Ik dacht eerst:
het zal allemaal wel aan mij liggen.
Nu begin ik wat meer in het stadium
te komen, dat ik ga inzien wat mijn
aandeel is en kan zijn. Ik heb heel
lang rondgelopen voor ik ermee naar
buiten wilde treden. Dat bracht een
isolement met zich mee. De mensen
blijven weg als er moeilijkheden in je
gezin zijn. Net op het moment datje
ze het hardst nodig hebt".
De alcoholproblematiek van haar
man ging het leven van die vrouw uit
Goes op een bepaald moment zo be-
ners is dat ze vaak een schuldgevoel
hebben dat ze een onderdeel vormen
van het drinken van die levensgezel.
Zo in de geest van: dan moet ik er ook
voor zorgen dat hij of zij er mee op
houdt. Zo kom je in een fuik terecht,
die je tot diepe ellende kan brengen.
Want de enige die er wat aan kan
doen is de drinker zelf. In zelfhulp
groepen kun je elkaar erin steunen
om er voor te zorgen dat die partner
beter wordt. Dat kan heel goed zijn.
Mensen die op die manier geholpen
willen worden kunnen goed terecht
bij An-Alon. Mensen die graag een ei-
bij elkaar herkennen, delen. „Maar
dat is toch niet de kracht waar we op
mikken".
Tot degenen die zich inmiddels al
hebben aangemeld als deelnemer
aan de partnergroep behoort ook een
vrouw uit Goes. Zij gaat er al jaren
onder gebukt dat haar man zoveel
drinkt. „En dat is toch wel iets datje
zoveel mogelijk voor de buitenwacht
verborgen wil houden. Als er iets in je
gezin niet goed gaat, wil je dat niet
graag aan de grote klok hangen. Ik
vind het ook moeilijk om er met an
heersen dat ze er lichamelijke klach
ten aan ging overhouden. Wat ook
weer invloed op het gezinsleven had.
Ze had er overigens wel moeite mee
om tegenover de huisarts de achter
gronden van die klachten uit de doe
ken te doen. „Zo'n man zit in een
dubbele positie omdat hij ook nog
gezinsarts is. En een huisarts luistert
wel naar je problemen maar kan
meestal weinig doen. Bovendien zit
zo iemand ook in tijdnood". Terug
naar de professionele begeleiding
van de partnergroep. Ellen Meijer.
Zij zegt: „Het probleem bij de part
gen verantwoordeüjkheid willen dra
gen kunnen bij ons terecht. Wij bie
den een kort programma aan, na
twaalf bijeenkomsten wordt er pas
op de plaats gemaakt om vast te stel
len waar men als individueel lid van
de groep behoefte aan heeft en waar
men daarmee terecht kan. Dat kan
bij het ZCAD zelf zijn, maar het ver
volg kan ook zijn een begeleiding
door het algemeen maatschappelijk
werk of door de gezinszorg".
De mening van ZCAD-psycholoog
Henk van Bilsen. Hij ziet in een part
nergroep een instrument om men
sen in een zo vroeg mogelijk sta
dium een goede en adequate hulp te
bieden. „We zien nog te vaak dat
mensen met alcoholproblemen van
uit allerlei vooroordelen heel erg
lang wachten voordat ze hulp ko
men en durven vragen. En hoe lan
ger je wacht des te moeilijker wordt
het om dat probleem goed onder de
knie te krijgen. Partners van men
sen met drankproblemen maken
zich vaak veel eerder ongerust over
de alcoholmoeilijkheden van hun
man of vrouw. Ik denk dat je via zo'n
partnergroep eerder in eeii aantal
alcoholproblemen kunt intervenië
ren.
Het is niet bepaald de bedoeling dat
men als lid van een partnergroep vrij
blijvend aan de bijeenkomsten met
totaal zo'n tien personen deelneemt.
Vooraf wordt per deelnemer een dui
delijke doelstelling geformuleerd.
Verder zal zoveel mogelijk worden
bevorderd dat men - pratend met el
kaar - in het eigen functioneren gaat
zien en opmerkingen kan maken
over eikaars gedragingen. Wat daar
aan schort, wat daar goed aan is en
wat er nog beter zou kunnen. „We
draaien dus niet zomaar een cursusje
af, waarbij duidelijk wordt wat alco
hol precies met een mens doet en hoe
je met je partner moet omgaan, dat
hij niet achter het autostuur zal gaan
zitten, wanneer hij een borrel op
heeft", zegt Elien Meijer.
Schuldgevoelens en eigen verant
woordelijkheid: het zijn twee onder
werpen die nadrukkelijk onder de
aandacht komen. „Binnen een ge
zinssituatie waar gedronken wordt is
men vaak geneigd een stuk verant
woordelijkheid over te nemen om de
tent draaiende te kunnen houden",
zegt de ZCAD-maatschappelijk
werkster, een voorbeeld uit de prak
tijk plukkend. Het is ook heel erg ver
velend wanneer iemand niet naar het
werk kan omdat er teveel gedronken
is. Dus bel je als partner dan maar op
om de baas te melden dat de levens
gezel ziek is.
„Dat is een stuk verantwoordelijk
heid overnemen", signaleert me
vrouw Meijer. „Ik denk dat we heel
veel aandacht zullen geven aan wel
ke verantwoordelijkheden je zelf
hebt en waar de verantwoordelijkhe
den van die ander liggen. Als die zich
niet bekwaam voelt om te gaan
werken dan belt die zelf maar op. Als
die kiest om te drinken, moet die ook
maar kiezen voor de rotzooi. Heel let
terlijk gezegd zullen we, denk ik aan
sturen op de vraag: wie ruimt de kots
op? Doet de partner dat, omdat ze
dat altijd al gedaan heeft. Of doet de
gene die drinkt dat zelf?" Het ZCAD
heeft op Walcheren twee contactper
sonen voor de partnergroep. Ellen
Meijer is dat in Vlissingen (tel 01184-
13240) en bij het ZCAD in Middel
burg is Nel van Dijke de contactper
soon, bereikbaar onder nummer
01180-37320.