GRENSSTREEK
skiën en
smokkelen
in chatel
■n
TOERISME EN WELVAART
flachau kruipt aarzelend uit dal
krokus
duurder
j anuari
goedkoper
i'tf VbiJ%jk
fné
echt leuk
antwoord
streekgerechten
tsnapping
aarzelend
hengelen
optimistisch
trein
IjDAG 7 NOVEMBER 1986
'SSÊÈmÈÈê^tSêïSSi
k
Het Franse grensdorp Chatel: trots op smokkelaarsverleden.
iërs met een wat al te grote
[ugzak blijven verdacht in
el. Zeker aan het einde van
wanneer normaal
roken toch alle
hpaketten al lang verdeeld
en zijn. Smokkelaars dus.
|ook al opvallen als ze als
ren skiërs met grote
eid de gemakkelijkste
lingen tussen het Franse
el en het Zwitserse Torgon
orgin nemen.
ng het vlees in Zwitserland
keer zo duur is als in
ikrijk loont het de moeite
aatste afdaling te maken
een twintig kilo rundvlees,
de bewoners van Chatel is
log steeds een aardige bron
prarte inkomsten. Een
tzetting bovendien van de
enoude smokkel traditie
iitgrensdorpje.
:ze drie dorpen wordt de
kkelarij eigenlijk
algisch gekoesterd. Er is
een toeristische
kkelroute uitgezet, waarbij
nedaille (tegen onkosten) en
kkelbrevet is te verdienen,
leze route geslaagd wil
;gen moet natuurlij k
komen een stempel van de
rne op zijn kaart te krij gen.
rigens is dit vooral een
erse fietsroute,
is voor de skiënde toerist
beter zich aan de recreatieve
a van smokkelen te houden,
itwie in de sneeuwvakantie
wil bijverdienen door vlees
Frankrijk naar Zwitserland
den en terug te keren met
electronische
niksvoorwerpen moet over
ie 'vertrouwde' contacten
ihikken. Om zijn waar af te
enen'om aan de weet te
len welke liften tegen het
Ie van de dag 'toevallig'
allen.
wil nog wel eens gebeuren
.epistes van de grensroute.
i moeten de skiërs de prompt
:ed staande bus naar het
3 nemen. En die passeert wel
ouanepost. En maak dan
ireens aannemelijk, datje
:el rundvlees, schapebout of
Ie konijnen als lunchpakket
meegenomen.
heeft nagelaten".
Dat zegt Bruno Gillet,
samensteller van het blad voor
toeristen en VW-directeur van
Chatel. „Het liefst zouden de
toeristen verblijven in ons oude
dorp en skiën in het ruime
gebied van een nieuw station.
Dat kan bij ons ook, want de
grote skipas van de Portes du
Soleil is ook geldig in het
moderne Avoriaz".
Toch is dit niet veel meer dan
een theoretische mogelijkheid.
Om vanuit Chatel naar Avoriaz
en terug te skiën moet je echt
wel een dagje uittrekken. Het is
wel een schitterende tocht via
de pas van Morgins
(Zwitserland), Champoussin,
Champery naar Avoriaz. Daar
kan eventueel de lunch
gebruikt worden, maar wie het
echt leuk wil maken neemt wat
brood, spek (en wijn) mee in de
knapzak en gebruikt ergens
onderweg de maaltijd. Er zijn
trouwens genoeg gezellige
restaurants hoog in de bergen;
kleine hutjes tot grotere
restaurants. De terugweg gaat
aan de andere zijde van dit
gebied via Pre la Joux naar de
top van de Linga van waar men
weer afdaalt naar Chatel.
Op de grote skipas zijn
verschillende variaties te
maken, want de pas geeft recht
op skiën in de volgende dorpen:
Torgon, Morgin, Champoussin,
Val d'Illiez, Chapery, Les
Crosets en Planachoux in
Zwitserland. De Franse
skistations die meedoen in deze
„pas zonder grenzen" zijn
Chatel, Avoriaz, Les Gets,
Morzine, Montriond, Saint Jean
d'Aulps, Abondance en La
Chapelle. Je moet tamelijk
driftig doorskiën wil j e binnen
één vakantie alle 198 liften
gebruikt hebben. Voor het
prijsverschil hoefje het niet te
laten. De grote skipas kost
(tarief'87) 625 franse francs in 6
dagen, de kleinere skipas voor
het grensgebied Chatel, Torgon
en Morgin kost voor eenzelfde
periode 470 francs; altijd nog
goed voor 66 liften.
De skimogelijkheden zijn
gevarieerd. Het skiplateau
Super Chatel is tamelijk vlak en
makkelijk te skiën voor skiërs
met niet al te grote ervaring. Het
Lingagebied in Chatel is wat
moeilijker, maar zeker mooier
door de brede kronkelende
pistes door de bossen.
De Hollanders zijn graag geziene
gasten: „Ze eten goed, ze
besteden goed. Het zijn wel
individualisten. En ze zullen niet
zo gauw doorvertellen, dat ze
hier een goed stekje hebben
gevonden. Dat bewaren ze het
liefst voor zich zelf'.
Ze vinden in Chatel in ieder
geval een oud skidorp, dat een
antwoord heeft gevonden op de
razendsnelle ontwikkeling van
de superskigebieden, die in de
Franse Alpen zijn gebouwd.
Door de samenwerking van de
Franse en Zwitserse
grensdorpen is een groot
skigebied ontsloten, waarin
vooral de oude dorpen
domineren.
Bruno Gillet: „Voor ons was dat
economische noodzaak. We
willen niet meer terug naar de
armoe en het isolement, die we
voor die toeristischhe
ontwikkeling gehad hebben. De
wintersport heeft de toerist in de
bergen gebracht. En tegelijk
kwam de welvaart voor de
bewoners. Economisch en door
verbeterde infrastructuur.
Overal water en licht, geld voor
het gebruik van de alpenweiden
voor het skiën (4 a 5 fr. per m2),
werkgelegenheid. De
smokkelarij is over, de
landbouw- en veeteelt boerden
voornamelijk achteruit. Het
toerisme is de redding
geworden".
Overal langs de skipistes staan
bordjes met een koeiekop en de
slagzin „400 koeien kijken op U
neer"Een variant op het
gezegde van Napoleon, toen die
met zijn troepen in Egypte was
(„veertig eeuwen zien naar U
op"). Een vondst van Bruno
Gillet, waarmee hij de toerist ten
overvloede nog eens zeggen wil:
„Dit is een echt levend
boerendorp, geniet er van".
En dat genieten kan dan aan de
tafels waar de streekgerechten
geserveerd worden, in de
winkels waar de waren te koop
zijn, in de dorpscafés en de
gesprekken aan de tap in het
sappige Savoiaanse dialect.
Daarvoor moet de toerist dan op
de koop toenemen, dat de
verkeersafwikkeling en het
parkeren door de structuur van
het dorp bepaald niet bijdragen
tot de toeristische vreugde.
Chatel is per auto te bereiken via
Zwitserland: Autoweg
Basel-Vevey richting Martigny
afslag Aigle. Dan nog 28 km via
Monthey, Morgin. Of
Basel-Genève, Thonon. Afstand
1000 km. De snelste weg via
Frankrijk is ook Genève
-Thonon.
Per trein kan vanuit Parijs de
snelle TGV trein genomen
worden, die vier uur nodig heeft
om Thonon te bereiken. Van
daar moet dan weer de bus naar
Chatel genomen worden (zeven
ritten per dag).
Het dorp beschikt over 15.000
toeristenbedden, 32 hotels, ruim
1000 appartementen, heeft een
wintercamping, 12jeugdhuizen,
20 zaken met verhuur van
skimateriaal, 2 bioscopen en 3
discotheken.
Voor hondeneigenaren is er een
speciaal parcours uitgezet om de
hond uit te laten.
De meeste restaurants bieden
vol pension, waarbij voor de
lunch een restaurant-ticket
wordt meegegeven, waarmee
men in dertig restaurants en
hutten in de bergen terecht kan.
Het dorp ligt op 1220 meter en de
skipistes reiken tot over de 2400
meter. De eerste lift werd in 1953
in gebruik genomen.
Informatie: Office du Tourisme,
74390 Chatel, France. Tel:
09.33.50.732244.
Ie druk bezochte en gezell ige
ro's van Chatel doen de
talen over het
kkelverleden (en heden)
steeds de ronde. Geen
:er voldoening dan het
ijs leper geweest te zijn dan
overijverige wetsdienaar.
ssiek is het verhaal van de
kkelaar, die door twee
tserse douaniers in de
ien werd geslagen. De man
I op weg naar het Zwitserse
anehuisje te ontsnappen en
ie geboeid en al de smalle
djes terug naar Chatel.
rwist de dorpssmid met de
erwetse handboeien wel
1. De dolle cafépret werd
Jurlijk nog groter, toen de
ere dag twee schuchtere
tserse douaniers (in burger)
e bekende cafés kwamen
rmeren of ze de handboeien
den terugkopen. Dan
iden ze niet voor aap
inover hun bureaucratische
erieuren.
een andere verhalen zijn ook
ig te vinden in het blad dat de
itselijke VVV voor de
isten uitgeeft: "Au fil de la
nse"; een schitterend blad,
niet alleen allerlei
istische informatie geeft
f de zomer en de winter, maar
uitgebreid achtergronden
ïtst en details geeft van het
in de bergen.
irmatie over de wandelingen,
anglaufroutes, de
nogelijkheden in het immens
te skigebied „Portes du
sil", de oude herbergen, de
degronden, de geschiedenis,
louw van boerderij en,
'ellen, de religie, de
schillende generaties, de
sen, bloemen en planten,
bachtswerk, de
oorsteenvegertjes, de
erijen, de kaasbewerking, de
eren, de folklore en de oude
psvetes.
rijk geïllustreerde blad biedt
oerist voor een paar centen
diepe kennis van het oude
P Chatel en de dorpen daar
heen. En daaruit proefje
ral, datje hebt gekozen voor
oud bergdorpje met een heel
en geschiedenis en cultuur,
'e hang naar het oude skidorp
oeiende. De mensen raken
nelijk toch een beetje
gekeken op de steriliteit van
nieuwe, moderne stations,
ar missen zedesfeervanhet
Pscafé, de kennismaking met
authentieke bewoners van
gebied en de confrontatie
teen verleden, dat zijn sporen
Aan een nieuwe gouden
eeuw zijn ze nog niet hele
maal toe in Flachau. Wel heb
ben ze er door de wintersport
de armoe van voor en vlak na
de oorlog door terug gedron
gen. Veel moderne en comfor
tabele hotels en pensions zijn
gebouwd in de jaren zeventig;
het decennium waarin de
nieuwe welvaart ook zicht
baar werd.
In 1964 werd de eerste, lange
stoeltjeslift, die de tot dan wei
nig verwende skiër tot halfweg
de Gieszenkar-berg bracht, ge
opend. Een investering met
geld uit de eigen gemeenschap
en enkele Weense geldschie
ters. Dat geld kwam pas na tien
jaar wikken en wegen, kenmer
kend voor het ongeloof in een
nieuwe toekomst, op tafel.
Want in 1955 was op de oprich
tingsvergadering van de plaat
selijke WV al gepleit voor de
ontsluiting van de zacht glooi
ende berg, de lokker voor de
wintersport-vakantiegangers.
Tot dan was het voor de weini
ge en avontuurlijke bergtoeris-
ten behelpen geblazen. Eerst
zelf naar boven klauteren, de
houten-ski in een touwtje ach
ter zich aan slepend. Enige ver
betering bracht de sleelift. Dat
was een oude vrachtslee, die in
de zomer werd gebruikt om
hooi van de almen naar het dal
te vervoeren. De hooislee werd
in de winter provisorisch voor
zien van wat zitbanken om de
toerist 'comfortabel' halfweg
de berg te slepen.
Toch was dat een eerste begin.
Een paar jaar later werd de
hooislee vervangen door een
eerste sleepliftje, die de skiers
een paar honderd meter boven
het op negen honderd meter
gelegen dorpje trok. Voldoen
de voor de inmiddels opgerich
te VVV om een affiche te ma
ken over het Skiparadies Fla
chau. Een paradijs was het ze
ker nog niet, maar er ging vol
doende werving uit van het
simpele sleepliftje om in een
jaar het aantal winterover
nachtingen te vervijfvoudigen.
Van 800 tot boven de 4000. Dat
aantal werd nog ver overtrof
fen door de zomerovernachtin-
gen, die boven de 12.000 kwa
men. Zo zou het nog jaren blij
ven.
Slechts aarzelend zette onder
nemend Flachau een stap in de
nieuwe tijd. Dat is vooral te
verklaren uit de grote econo
mische crisis, waarin het dal
met Flachau en de omliggende
dorpen gedompeld werd aan
het eind van de negentiende
V
Weense autoriteiten kwamen slechts aarzelend met geld op de proppen om Flauchau te promoten.
eeuw. Vanaf de zestiende eeuw
had het dal eigenlijk gebaad in
de welvaart. Gouden tijden
beleefde het met de hoogoven
en de daarom heen ontwikkel
de ambachtelijke metaalbe
drijvigheid. De hoogovens van
Flachau smolten het in de om
liggende bergen gewonnen
erts tot hoogwaardig staal. En
daaruit ontstonden vele be
roemde smederijen, die het he
le land Salzburg en andere
Oostenrijkse landen bedien
den. Het staal, waarmee Fla-
chaus eigen dorpsheid Kaspar
Steger de Beierse en Napo
leontische troepen tijdens de
boerenopstand van 1809 van
zich afsloeg, was in zijn dorp
gevormd.
Het heeft hem en zijn mede
strijders echter nauwelijks ge
holpen, maar dat moet niet aan
de kwaliteit van het staal van
zijn zwaard hebben gelegen.
De ambachtelijke bedrijvig
heid van Flachau werd dood
geconcurreerd door de meer op
industriële leest geschoeide
metaalnijverheid van buur
land Karinthië en van met na
me de stad Klagenfurt. De
werkloos geworden metaalar
beiders van Flachau verlieten
het dal. Wat overbleef was een
arme boerenstand; nog net in
staat de honger buiten de deur
te houden.
Een houtzagerij, die 85 man
aan het werk hield was voor de
oorlog naast de landbouw de
enige economische bedrijvig
heid in het dal van Flachau. In
ieder geval onvoldoende om de
2000 inwoners voldoende be
staanszekerheid te bieden. Zo
bleef de zorgelijke situatie tot
ver na de oorlog.
Van de skisport werd in de ja
ren wel wat verwacht, maar
de idee dat deze vorm van toe
risme een belangrijke bron
van inkomsten zou kunnen
worden, leefde zeker niet alge
meen in het dorp. En boven
dien: wie had er zoveel geld
om risicos te durven nemen.
Weense kapitaalkrachtigen
moesten er aan te pas komen
en dat hengelen naar vreemd
geld heeft jaren geduurd. Toen
echter in 1964 de eerste grote
lift in gebruik kon worden ge
nomen, voltrok zich een super
snelle ontwikkeling. Bijna ie
der jaar werd er een lift bijge
bouwd. Met vijftien liften is
Flachau nog niet aan het eind
van de mogelijkheden geko
men. Die mogelijkheden liggen
wat de toekomst betreft echter
voornamelijk in verbetering
door verdubbeling en versnel
ling van de capaciteit. En er is
al lang toestemming om een
verbinding te maken met het
dorp Flachau Winkle, een tot
de gemeente behorende kern.
De samenwerking met het
hoofdorp en deze kern is echter
niet zo goed als die met het veel
verder gelegen Wagrain, waar
mee al in 1970 een liftverbin-
ding tot stand is gebracht.
Daarmee behoorden Flachau
en Wagrain tot de eerste ski
dorpen in Oostenrijk, die het
voordeel van de samenwerking
en het samen delen van de toe
risten inzagen. Schoot in 1968
het wintertoerisme ineens het
zomertoerisme ruimschoots
voorbij, na het tot stand bren
gen van de samenwerking met
Wagrain, waarmee een inmens
groot skigebied kon worden
geëxploiteerd, schoot de win-
terstatistiek met sprongen om
hoog.
Nu kan Flachau bogen op meer
dan 400.000 winterovernach-
tingen. Het dorp telt 5500 bed
den en heeft ook nog eens 300
appartementen, die als vakan
tiewoning door Duitsers en Ne
derlanders gebruikt worden.
Door samenwerking met ande
re skidorpen kan vanuit Fla
chau een skigebied op één pas
bereikt worden met een piste
lengte van in totaal 105 km. Als
langlaufgebied levert het gehe
le Radstadtertal, waarin Flau
chau ligt, een loipe-lengte op
van 120 kilometer. Flachau zelf
heeft al 50 km in eigen omge
ving. De bekende Tauernloop
voert door alle dorpen van het
dal en heeft aan de eindstreep
voor al diegenen, die deze tocht
in een dag maken een mooie
medaille klaar liggen; uiter
aard tegen betaling van een
aantal shillingen.
Maar ook voor de mindere
langlaufers, die het bij 20 km
wel voor gezien houden, ligt er
een beloning klaar. De skige
bieden hebben de duizenden
kunnen lokken. Het heeft nieu
we bedrijvigheid en bloei in het
dorp gebracht en dat is te zien
aan de snelle ontwikkeling van
de bouw van pensions en ho
tels. De meeste dragen een
jaartal boven de 1970 en ook
het 200 jaar oude Reslwirt
heeft in de jaren zeventig een
grote modernisering onder
gaan.
Flachau dankt die ontwikke
ling niet louter aan de onderne
mingsgeest van de inwoners.
Het is mede te danken aan het
vriendelijke profiel van de
Gieszenkar-berg, die betrekke
lijk weinig eisen stelt aan de
skiër. Betrekkelijk eenvoudig
te skiën en vooral zeer brede af
dalingen hebben het oord po
pulair gemaakt bij duizenden
wintersporters.
WIM BREEDVELD
Duurder met de krokus
vakantie, goedkoper in de
stille maand januari. Dat is de
tendens, die in de nieuwe win
tersportvakanties te vinden is
bij de grote reisorganisaties.
De gemiddelde prijs komt dan
ietsje lager uit dan vorig jaar
en daar moeten de 950.000 win
tersporters hun voordeel mee
doen.
Volgens de ANWB zal het win
tersportlegioen dit aantal dit
jaar zelfs overtreffen met ruim
45.000 debuterende skiërs en
langlaufers. Van het totaal
aantal wintersporters zal twee
derde gaan afdalen en 22 pro
cent gaan langlaufen. De rest
vermaakt zich met wandelen
en ander vertier in de bergdor
pen.
Zeventig procent van deze
vakantiegangers trekt er met
de auto op uit, waar dertien
procent de bus neemt en zeven
procent per trein gaat. De trein
wint daardoor weer wat terrein
terug op de bus. Wellicht komt
dat, doordat de goedkope bus
steeds meer wordt ingeruild
voor de speciale bus met meer
ruimte en comfort. Die wordt
bij de ene reisorganisator 'com-
fortclass' genoemd, bij de an
dere firma 'royal class'. Tot ver
driet van Arke-directeur
Franssen, die graag een unifor
me aanduiding van de comfor
tabele bus had gezien. En de
slaapbus raakt ook steeds
meer in zwang.
Het vliegtuig heeft nog steeds
geen massatoerisme naar de
wintersport kunnen bewerk
stelligen. Het risico van het
weer en gebrek aan goede
vliegvelden tot vlak bij de pis
tes zijn de voornaamste oorza
ken. Arke gaat toch weer een
poging wagen met vluchten op
Innsbruck.
Daarvoor is een contract afge
sloten met Tyrolean Airways
en gevlogen wordt met de klei
nere Havilland Dash. Dit toe
stel heeft 40 comfortabele
plaatsen en kan onder bijna al
le weersomstandigheden op
Innsbruck vliegen. Met deze
vlucht zitten de wintersporters
dus bijna boven op de pistes
van het Stubaital en het Oetz-
tal.
Arke kijkt nogal erg optimis
tisch aan tegen de ontwikke
lingen in de wintersport en
legde liefst 20 procent meer
bedden vast in de sneeuwge-
bieden dan andere jaren.
Hotelplan is een van de reisor
ganisatoren, die met de hon
desleetochten iets nieuws in
troduceert voor de winter-
vakantie. De huskies, de sleeh
onden, staan klaar in een van
de kernen van Leutasch, het
vlakke sneeuwdorp dat uiter
mate geschikt is voor dit soort
tochten. De hondenliefhebbers
kunnen daar leren omgaan
met deze honden en krijgen
een training om zelfstandig er
op uit te trekken.
In de slag om de toerist blijken
trouwens steeds meer winter
sportplaatsen hun oord 'hond-
vriendelijk' gemaakt te heb
ben. Dat bestaat dan meestal
uit het uitzetten van een wan
delroute of hondenuitlaatrou-
te rond het dorp en de bereid
heid van hotelliers om ook hon
den te ontvangen.
Een andere tendens is om het
vrije skiën meer mogelijk te
maken. De ski-guiding raakt
meer in; buiten de pistes, in de
diepsneeuw, tochten maken
met vellen onder de ski's voor
de zware trajecten waar geen
liften meer reiken. Tot nu was
dit soort skiën weggelegd voor
de over goede conditie en ruim
geld beschikkende skiër. Enke
le reisorganisaties (Hotelplan
en De Jong Intratours) hebben
voor deze vorm van skiën een
iets lagere drempel gekozen en
samenwerking gezocht met
skischolen. Die raken ook
steeds meer geïnteresseerd in
variaties op de bekende skiles
sen. omdat ze wel inzien dat
hun markt nog maar licht
groeit. En er moet werk aan de
winkel blijven.
In Oostenrijk worden steeds
nog nieuwe bestemmingen ge
vonden door de reisorganisa
ties en dat is natuurlijk niet
verwonderlijk met een nog
steeds, zij het licht, groeiende
markt, waar bijna zestig pro
cent van de wintersportgan-
gers heen trekt.
Frankrijk, dat nog geen vijf
procent van de Nederlandse
wintersportgasten herbergt is
een groot offensief begonnen.
Des te merkwaardiger is het,
dat een reisorganisatie als Ho
telplan geen enkele Franse be
stemming heeft opgenomen.
De Fransen heten volgens Ho
telplan te lastige contractpart
ners te zijn, waar nauwelijks
goede afspraken mee zijn te
maken.
Daarentegen heeft Hotelplan
nog wel Roemenië in het pro
gramma opgenomen, dat bij de
meeste touroperators, evenals
andere Oostbloklanden, om
uiteenlopende redenen uit de
programma's is geschrapt.
De trein naar de sneeuw heet
komend seizoen weer simpel
weg Bergland-Express, omdat
andere reisorganisaties het
toch niet zo prettig vonden dat
de combinatienaam Bergland-
Hotelplan werd gebruikt. Vo
rig jaar werd volgens NS-
dochter Biljettencentrale een
groei bereikt van 28 procent,
wat feitelijk neerkomt op een
terugwinnen van de aan de
bus verloren markt.
Merkwaardig is de toezegging
van deze organisatie, dat ko-
mend seizoen alle rijtuigen ver
warmd zullen zijn. Daar bleek
vorig jaar nogal wat aan te ha
peren. Voor komend seizoen
moet een stijging tot 25.000
passagiers haalbaar zijn.
Dit optimisme baseert de Bil
jettencentrale op de introduc
tie van de doorgaande ligrij tui
gen naar Zwitserland (via Ba
sel naar Brig, Spiez, Frutigen
en Kandersteg), het doortrek
ken van de trein bestemming
Bischofshofen naar Mallnitz
(waardoor ook St. Johann im
Pongau, Bad Hofgastein en
Bad Gastein zonder overstap
pen bereikbaar zijn), de nieuwe
slaapwagen naar Landeck.
Speciaal voor de Kersttijd is
een extra retourreis ingepast:
vertrek op maandag 22 januari,
terugreis op donderdag 1 ja
nuari.