FEYENOORD A J AX I JOOP HIELE ii aan d k moet nog wet 'e ironie van isr men ael STANLEY MENZO ik denk niet aan oranje verenigingen kijken niet over eigen schutting ideronsje iht ideaal groentje martin donker volwassener jan van reenen korten kortzichtig bert preenen (TER DAG 1 NOVEMBER 1986 De eredivisietopper Feyenoord-Ajax staat morgenmiddag mede in het teken van de strijd tussen beide keepers, Joop Hiele en Stanley Menzo. Oftewel de confrontatie tussen Nederlands doelverdediger nummer 2 (Hiele) en nummer 3 (Menzo). Waar Joop Hiele de afgelo pen weken geduchte kritiek moest incasseren van zijn trainer Rinus Israel („zoals Hiele die vrije bal van Bruns probeerde te pakken, zo duik ik in het zwembad"), daar geniet Stanley Menzo het onbeperkte vertrouwen van technisch directeur Johan Cruijff. Terwijl de Feye- noord-keeper zich slechts wenst te vergelijken met Oranjedoelman Van Breukelen („Ik weet dat ik niet minder ben"), zo ziet Menzo het duel niet als een tweestrijd. Als de Ajax-sluitpost echter ook morgen in staat is zijn excellente vorm te etaleren, dan kan dat wel eens de reden zijn dat niet Hiele maar Menzo op 19 november als tweede doelman van Oranje op de bank zit bij Nederland-Polen. - 'i. r -V-. .-...'Zr,'-, Joop Hiele )e relatie tussen Joop Hiele en Ri nus Israel is er niet een van ou- -jongens-krentenbrood. De eigen- inige Amsterdamse trainer in Rot- damse dienst en de extroverte elman van Feyenoord tasten el- ar voornamelijk af via de media, arbij het cynisme hoogtij viert. mag het wel, dat mensen mij de igen recht in het gezicht zeggen, aar aan de rechtlijnigheid en de iro- van Israel moet zelfs ik even wen- n", bekent Hiele, zelf ook een recht- or-z'n-raap-type. sluitpost van Feyenoord is de itste tijd een aantal malen publie- lijk door de wringer gehaald door fi oefenmeester, die een taxatiefout FC Den Haag ('ze mogen Hiele wel nkbaar zijn'), een berepartij bij !V ('die uittrappen van Joop zijn or verbeteringen vatbaar') en een dermaats optreden bij Borussia inchengladbach ('zoals Hiele die je bal van Bruns probeerde te pak- n, zo duik ik in het zwembad') met peperde teksten van commentaar orzag. let lijkt af en toe wel of Israel het al- n op mij heeft gemunt, andere jon as komen er genadiger van af', be- |st de 27-jarige keeper geen eelt op n ziel te hebben. „De trainer heeft tuurlijk het recht en de plicht om tiek te spuien, maar de manier arop zint me niet. Ik heb er geen eite mee als hij me apart neemt en dan stijf scheldt. Desnoods slaat- ne op m'n kanis. Maar hij neemt geen blad voor zijn mond tegen 1(| pers, waardoor er een verkeerde ldvorming van mij ontstaat. Men- die geen kijk op voetbal hebben of niet bij de bewuste wedstrijd wa- zijn gemakkelijk te beinvloeden. gaan denken: wat een drol is die le. Terwijl ik ervan overtuigd ben, ik behoudens de wedstrijd tegen dbach en die fout tegen FC Den ag, weer een goed seizoen draai". communicatieproblemen zitten le kennelijk zo hoog, dat hij vori- week een onderonsje arrangeerde t Wim Jansen, de rechterhand van ael. „Misschien moet ik wel recht- eeks naar Israel toe stappen, maar liggen de verhoudingen nog niet. ael is niet de persoon om een >rped contact mee te hebben en Jan- is een vertrouwensfiguur voor njj. Ik ken Wim al elf jaar, we wonen hetzelfde dorp. Jansen zal mijn )ri>bleem eerdaags aankaarten bij Icj trainer". erigens, laat Hiele nadrukkelijk vi ten, is hij op andere fronten niet zo )c gelukkig met zijn nieuwe baas. „Je t£|, best met Israel lachen en hij is kt eerlijk. Zijn komst heeft ertoe (eleid dat alle betrokkenen bij de :li b nu weten waar ze aan toe zijn. Er i enminste duidelijkheid gekomen, jl i gedachte. Israel is autoritair ge- ïc :g om voet bij stuk te houden. Af- 9 aak is afspraak, tijd is tijd. Als de •p lersbus om kwart voor vijf be- ïc >rt te vertrekken, gebeurt dat liet jonge verleden ontbrak het in ld Kuip geregeld aan stiptheid. „Een jl cefietje rond de bus bijvoorbeeld iej ;ft het afgelopen seizoen bij mij de mer doen overlopen. Na afloop 'a|i een uitwedstrijd tegen Excelsior trok de bus zonder mij, omdat ik :el paar minuten te laat kwam. Had k ïog vrede mee als ik aan de bar had ;e langen, maar ik was bezig op een :e irige manier de p.r. van de club te >e ïartigen. Ik sprak met journalisten nj daar neem ik nu eenmaal de tijd d >r. Dat hoort bij het vak". lij le wil overigens beslist de schenen a Israels voorganger Fafié ontzien. I e man heeft naar omstandighe- ler zijn best gedaan, alleen waren die 'nj standigheden verre van ideaal. Zo id ik het bezopen dat de voorzitter gezicht in de kleedkamer liet ie dat gebeurde dus herhaaldelijk, lo 'endien hoorde Fafié al in oktober la hij aan het einde van dat seizoen biezen kon pakken. Dan kan je Tic hels, Israel of Fafié heteri, met die enschap is het bijna ondoenlijk ïog de nodige aroma aan een training oe te voegen". sfeer in Zuid was in het voorjaar lt| mate vertroebeld, dat een kwar- 1 spelers nog liever vandaag dan ndrgen de kuierlatten wilde nemen. >o l Hiele stond te popelen. „Austria Vicn ad interesse, maar Feyenoord lield me aan mijn doorlopende con- t. Daar viel geen speld tussen te gen. Ik heb toen wel met het be- tu ar rond de tafel gezeten, er moest r mijn mening een aantal zaken vo -den opgehelderd. Ik kan niet zeg- dat alles nu koek en ei is, maar in wolkendek, dat toen boven mijn fd hing, zijn opklaringen geko- De komst van Israel was één t, maar zeker niet het voornaam- lie.e, wiens verbintenis in juni af- 30l >t, heeft een vertrek uit de Kuip «oj altijd niet uit zijn hoofd gezet. „Lagendijk, Maaskant en ook Bekef- fy (allen voetbalmakelaars) weten dat ik niet vies ben van een buiten lands avontuur. Ik word ingeseind als er belangstelling is. Het past me al leen niet om nu hoog van de toren te blazen; ik ben tenslotte afhankelijk van de vraag: welke topclub staat te trappelen om een keeper aan te trek ken? En wie weet komt Feyenoord wel met een schitterend aanbod op de proppen. Dan sluit ik niet uit dat ik alsnog bijteken. Ik zou een leugenaar zijn als ik beweerde de centen onbe langrijk te vinden". Een andere reden om Feyenoord eventueel trouw te blijven vindt Hiele de waarschijnlijke komst van de Hon gaar Antal Roth. „Na het vertrek van Nielsen zijn we defensief te kwetsbaar in de lucht. Voor mijzelf heeft dat na tuurlijk ook gevolgen. Ik voel me in m'n element in het doelgebied, krijg het al moeilijker tot de zeven meter, maar als ik de hele 'zestien' moet be slaan wordt het link. Iedere keeper loopt trouwens meer risico, naarmate zijn gebied groter wordt". „Alleen tegen Borussia Gladbach ging het dus niet naar wens, dat hoeft niemand mij te zeggen", vervolgt Hie le. „Draai ik de film terug, dan denk ik: ik was te gefixeerd op die partij, ik wilde er uitblinken. En op school leer de ik al, dat overal waar 'te' voor staat niet goed is. Het is overigens opmer kelijk, dat ik met Oranje in Oost- Duitsland juist heel ontspannen het veld opstapte. Toen had ik de instel ling: we zien wel wat het wordt. Als het nu mislukt, dan ben ik afgeschre ven voor Oranje. Ik liet het gewoon over me heen komen". De wedstrijd in Leipzig was de twee de interland van Hiele, die al in 1980 debuteerde tegen Ierland. „Na 'Du blin' ben ik vreselijk aangepakt. Maar ik blijf volhouden dat ik tech nisch niet slecht keepte. Ik ging al leen de mist in met die uittrappen, omdat er windkracht twaalf stond. Ik was een groentje, want in dergelij ke omstandigheden moet je natuur lijk met simpele uitrolballetjes het spel hervatten. Metgod speelde als libero, die wilde de bal niet in zijn schoenen krijgen. Nu zou ik me niet meer laten afbluffen". Aan de vooravond van de EK-kwalifi- catiewedstrijd tegen de Hongaren koesterde Hiele trouwens een stille hoop op een plaatsje tussen de palen. „Ik was in vorm en tijdens het trai ningskamp in Papendal heb ik rede lijk goed gespeeld. Ja, ik was terneer geslagen toen ik tegen Hongarije niet in de opstelling voorkwam. Zo had ik eerder ook al gehoopt op een halve wedstrijd tegen Tsjechoslowakije. Maar toen ik terug kwam van de trip naar Boedapest heb ik alles eens op een rijtje gezet. Het heeft geen enkele zin om gefrustreerd te raken door het feit dat Van Breukelen de voorkeur krijgt. Ga ik me daar over lopen op winden, dan werkt dat alleen maar in mijn nadeel". Want, beweert Hiele stellig, „het ver trouwen in mezelf wil ik niet kwijtra ken. Ik weet dat ik niet minder ben dan Hans, ik keep alleen anders. Ik bekijk het nu van een andere, positie ve kant. Vind het al een hele eer om gekozen te worden bij de beste zes tien van Nederland. De individuen Van Breukelen, Menzo of Hiele zijn niet belangrijk voor Oranje, het gaat om de collectiviteit. Dat besef is bij mij gelukkig bijtijds gekomen, an ders had ik er misschien wél aan on derdoor gegaan". Na de eerdere confrontatie met Van Breukelen in Eindhoven, wacht Hie le morgen de strijd met de derde doelman van dit land. „Ik merk dat Stanley Menzo rijper is geworden. Vorig jaar heb ik al beweerd dat hij het 'uitkomen' vaak overdreef. Hij nam onnodige risico's met dat ge vlieg. Net als Cruijff is Menzo er nu kennelijk achter gekomen, dat er ook een middenweg te bewandelen valt. Het lijkt er allemaal wat realis tischer aan toe te gaan in Amster dam, de aankoop van Jan Wouters duidde daar al op. Concessies doen aan je ideaalbeeld kan geen kwaad, dat zie je maar weer". Stanley Menzo In de tijd dat er nog op straat kon worden gevoetbald, maakte Stanley Menzo steevast deel uit van een van de twee partijen. Het Surinaamse joch, dat op zevenjarige leeftijd naar Nederland trok, was nogal klein van postuur, waardoor hij door zijn kameraadjes steeds maar weer werd gedwongen plaats te nemen tussen de opgestapelde jassen. Keepen dus. Bij TDW/Centrum, dat later, na een fusie met Watergraafsmeer, werd omgedoopt tot FC Amstelland, lag het toentertijd even anders. Daar speelde hij als negenjarige laatste man. Maar toen het jeugdelftalletje op een gegeven moment zonder doelman zat, kwam Menzo ook op het veld in het hok te staan. Hij had de smaak meteen te pakken en bleef voorgoed tussen de palen. Een positie, die hem geen windeieren zou leggen. Want na twee seizoenen Zeeburgia werd Menzo ontdekt door Ajax „Ik weet het niet zeker, maar Aad de Mos zou mij hebben gescout"), dat hem een proefwedstrijd liet spelen. Daarin moet de ballens topper hebben geïmponeerd, want de Amsterdamse clubleiding besloot Menzo direct naar De Meer toe te halen. De nu 23-jarige Duivendrechter trof het echter niet. Want na het tijdperk Piet Schrijvers leek de periode-Hans Galjé al aan te breken. Met Galjé in het doel behaalden de Amsterdammers namelijk in het seizoen '84-'85 de landstitel en dat was mede de verdienste van Galjé. Maar opeens was daar, voor het begin van het vorige seizoen, Menzo, die onder toeziend oog van technisch-directeur Johan Cruijff de concurrentiestrijd met Galjé in zijn voordeel besliste. Dit tot veler verrassing. Want wie was dan wel die fliereHuiter, die te pas maar vaker te onpas ver uit zijn doel rende? „Dat was ik dus", klinkt het droog uit Menzo's mond. „Dat eerste half jaar heb ik inderdaad veel kritiek gehad, en niet altijd onterecht. Door mijn verrassende entree stond ik in het begin onder zware druk. Ik had ook vaak het idee, dat ik alle lange ballen van de tegenpartij moest onderscheppen, waardoor het wel eens gebeurde, dat ik geforceerd uit mijn hok kwam". En dat de doelverdediger niet altijd werd begrepen. „Je moet anderen respecteren, maar ook zélf gerespecteerd worden. Die wisselwerking was er in de eerste seizoenhelft niet altijd", geeft de Ajacied toe. „Dat had onder andere te maken met het gegeven dat ik som£ te laat aanwijzingen gaf aan mijn verdedigers"Wat dat betreft heeft Menzo veel opgestoken, en nog, van de ruim zeventigj arige Walter Arno - in vroeger tijden doelman van Suriname -, die een veelzeggende bijnaam „de man met de duizend armen") had. Nog altijd bereiken Menzo adviezen vanuit Amo's woonplaats Lelystad. „En die geef ik dan weer door aan Frans Hoek. onze keeperstrainer". Na die moeizame start begon de sluitpost zich echter steeds meer op zijn gemak te voelen. „Wat natuurlijk in mijn voordeel spreekt, is dat het spelletje, zoals Cruijff dat gespeeld wil hebben, mij wel ligt. Doordat Aj ax ver voor zijn eigen doel opereert, moet ik óók regelmatig ver van m'n hok spelen. Dat past precies in mijn straatje", lacht Menzo, die, doordat Aj ax bij na permanent één tegen één speelt achterin, zichzelf de keepende laatste man noemt. Waarmee niet gezegd wil zijn dat de Amsterdammers deze competitie als dolle stieren de aanval zoeken. Wat dat betreft was de les van vorig jaar hard, maar leerzaam. Die mening is ook Menzo toegedaan. „We zijn een stuk volwassener geworden. Ajax valt aan wanneer het kan. Dit in tegenstelling tot afgelopen seizoen, toen we alleen maar oog hadden voor het strafschopgebied van de opponent en de counters ons om de oren vlogen. Individueel is het misschien wat minder geworden, maar we hebben nu wel meer zekerheden ingebouwd; door het gehele elftal heen zie je spelers, die zich terug laten zakken zodra er balverlies is geleden". De speelwijze van Ajax „de bedoeling is om in de eerste twintig minuten de bal in hoog tempo rond te spelen, zodat de tegenstander moe wordt en gaten laat vallen", expliceert de doelman) lijkt moeilijk te bestrijden. Moeiteloos werd tot nog toe bijna elke tegenstander opzij gezet, waarbij de Nederlandse bekerhouder meestentijds op de helft van de tegenstrever acteerde. Dat betekent, dat Menzo weinig ballen krijgt te verwerken. „Dat is het grootste probleem voor een doelman bij Ajax. Ook al heb je niets te doen, de concentratie mag niet verslappen". Hoe Menzo is gegroeid, liet hij nog eens zien tegen Olympiakos Piraeus. In dat Europa-Cupduel kreeg de poortwachter bijna geen werk op te knappen. Maar toen de Griekse laatste man Alexiou in de slotfase een striemende kopbal losliet, stond Menzo op de juiste plaats. De excellente vorm, waarin de Aj acied momenteel steekt, zou er wel eens toe kunnen leiden, dat niet Feyenoord-sluitpost Joop Hiele maar Menzo op 19 november, wanneer het Nederlands elftal tegen Polen speelt. Oranjes tweede doelman is. Menzo zelf praat niet graag over een definitieve selectie in het nationale team, „en het duel tussen Feyenoord en Ajax zie ik al helemaal niet als een tweestrijd tussen Hiele en mijn persoontje. Als ik zondag slecht speel, maar we winnen wel met 0-2, dan ben ik tevreden. Mocht het tegenovergestelde gebeuren, dan ben ik pissig. Echt waar, ik denk niet aan Oranje als ik bij Ajax het doel verdedig". Met actievoerders als Ruud Lubbers, Jaap van Zweden, Hans van der Togt en Patty Brard leek 'Sport, zelfs ik doe het' snel een succes te zullen worden. Ver scheidene malen vlogen zij over het televisiescherm, in een po ging om zo veel mogelijk Neder landers in beweging te krijgen en zich bij sportverenigingen aan te melden. Van de beoogde actie is evenwel nog weinig terechtgeko men. Als er al kan worden geoogst, dan is het vooral kritiek van bonds- en verenigingsbe stuurders: het Sport-Doe-boek met reclamemateriaal en sugges ties heeft te lang op zich laten wachten, er is gesnoeid op de be loofde subsidie (vierhonderd in plaats van vijfhonderd gulden per vereniging), één jaar voor een thema is te kort en de massa is he lemaal niet op de hoogte van de leuze, laat staan dat men weet dat 'zelfs de minister-president het doet'. Gerrit Zwezerijnen is het in grote lijnen eens met die bezwaren. De 47-jarige, in Driebergen wonende campagneleider, beleidsmede werker stimulering sportdeelne- ming van de NSF, voelt er dan ook niets voor om zichzelf op de borst te slaan: „Het aantal verenigingen dat heeft gereageerd op onze actie valt nog wel mee, 3000 van de 32.000, dus zo'n tien procent, maar ook al is dat zo ongeveer wat we verwachtten, is het eerste jaar ze ker niet geslaagd. Na tien maan den kun je eindelijk zeggen dat we een beetje op gang zijn gekomen, maar we hadden nu al veel meer uit de actie moeten en kunnen ha len". Zoekend naar de oorzaken van de vertraagde start is Zwezerijnen reëel genoeg om allereerst bij zich zelf te rade te gaan: „Eigenlijk zijn we veel te laat met de voorberei ding voor de actie begonnen. Slechts een paar maanden voor het officiële begin. Dat had veel eerder moeten gebeuren. Terwijl de actie al op gang was gekomen moesten we nog allerlei zaken uit werken, zoals bij voorbeeld het Sport-Doe-Boek. Bij de start op 9 januari hebben we dat al aange kondigd, maar we kwamen er 23 oktober mee. Dat kun je natuur lijk niet maken. Waren we eerder begonnen dan hadden we ook meer overleg kunnen plegen met de bonden en hadden we ze in een vroeg stadium vertrouwd kunnen maken met de actie en alles wat er mee samenhangt. Ik denk dat de bonden dan veel meer de nood zaak ervan hadden ingezien, waar door we van die kant ook meer on dersteuning hadden gekregen". Ook al omdat minder geld be schikbaar was dan waarop was gerekend (vooral het bedrijfsle ven liet het afweten) moest op vi tale onderdelen worden bezui nigd. De landelijke publiciteit bleef voornamelijk beperkt tot de reclamespots van Lubbers c.s. en het zogenoemde plan 'ondersteu ningsstructuur' werd geschrapt. Dat plan voorzag in professionele begeleiding van vrijwilligers bij het opstarten van de actie in de regio's. Wél is in totaal 285.000 gulden gepompt in 48 plaatselijke sportstimuleringsfondsen, waar uit kenningsmakingsactiviteiten kunnen worden gefinancierd. Dat de thema's 'jeugd' en 'sport overdag' dit jaar niet voldoende zijn uitgewerkt ligt volgens Gerrit Zwezerijnen echter wel degelijk ook aan de bonden. „Op hun aan dringen hebben we afgezien van het organiseren van een landelijke Sport-Doe-manifestatie. De meer derheid van de sportorganisaties zag er de zin niet van in en vond het alleen maar zonde van het geld. Zoiets konden ze zelf wel. Daar was de actie niet voor no dig". „De bonden hebben ook de jeugd- sportpas afgewezen. Die pas was bedoeld om jongeren kosteloos of voor een gering bedrag kennis te laten maken met diverse takken van sport. Er zouden ook allerlei andere voordelen aan verbonden zijn, zoals het goedkoper aan schaffen van kleding en schoenen. Toch was een van de argumenten van de bonden om niet mee te werken dat zo'n pas zo weinig te bieden heeft. De angst dat leden wel eens zouden kunnen overlo pen naar een andere vereniging is nooit uitgesproken, maar heeft volgens mij wel degelijk een rol ge speeld". Volgens Zwezerijnen tonen die twee voorbeelden eens te meer aan dat in de bonden en de vereni gingen teveel op korte termijn wordt gedacht: „Men heeft geen tijd en men neemt niet de moeite om over de eigen schutting heen te kijken. Het is wel begrijpelijk, maar zeker van sportbestuurders op landelijk niveau mag je meer verwachten. Je bent er niet door te stellen, zo was het vroeger, zo is het nog. De behoefte van de men sen is veranderd. Ze zijn kriti scher en hebben veel keuze-moge lijkheden. Ze willen een produkt dat bij hen past". „Bestuurders hebben te lang ge dacht dat nieuwe leden zich van zelf wel zouden blijven melden. Dat is niet meer het geval. Daar om moeten de clubs open staan voor nieuwe initiatieven en voor elkaar. Het gaat er niet om dat de mensen van de straat worden ge plukt. Het gaat er om dat de kwali teit van hetgeen door de clubs wordt geboden goed is. Wat dat betreft kunnen ze elkaar helpen en aanvullen en moeten ze niet bang zijn leden aan anderen te verlie zen". De filosofie daarachter is dat als de sportverenigingen in zichzelf gekeerd blijven en geen rekening houden met de veranderde be langstelling, zij helemaal geen nieuwe leden zullen krijgen en al leen maar verder zullen afslanken. „Gelukkig wordt de aandacht voor de groep, die gewoon leuk en vrijblijvend met sport wil bezig zijn, groter. Te lang is alleen maar gelet op het prestatieve". Terwijl het uiterst onzeker is of voor de tweede etappe van de ac tie wél sponsors kunnen worden gevonden is het voor Zwezerijnen duidelijk dat van de kant van WVC in ieder geval niet op een miljoen hoeft te worden gere kend. „We mogen al blij zijn met zestig procent. Dat houdt in dat we dan nog efficiënter te werk zullen moeten gaan. Het accent zal dan liggen op ondersteunende activiteiten voor de jeugd en ken nismakingsactiviteiten voor de minderheden".

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1986 | | pagina 29