A KINDERBOEKENWEEK willem wilmink joke van leeuwen .PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT moeilijk waardevol margot klompmaker buitenstaander lachwekkend tweederangs belerend victor frederik onverantwoord gewroet I zc gedicht méér betekenis krijgt. Als, zo tekent Wilmink erbij aan, leraren maar niet met onvoldoendes strooien voor leerlingen die een gedicht een andere betekenis geven dan het schoolboek. „Zijn ze nou helemaal gek!". „Soms wil een leraar meer achter een gedicht zoeken dan de dichter zelf. Leerlingen moeten maar van alles aannemen. Als in een gedicht het woord 'gijstaat en een leraar stelt dat met 'gijde gestorven geliefde van de dichter wordt bedoeld, moet een leerling dat maar geloven. Maar misschien heeft de dichter het helemaal niet over zijn geliefde maar over de melkboer". „Wat ik wil zeggen: als iemand aan een gedicht een speciale uitleg geeft die het eigenlijk niet heeft, laat hem dan maar. Later wordt die uitleg vanzelf verrij kt of bijgesteldwant interpretatie verandert naarmate je ouder wordt en meer ervaringen opdoet. Hoewel vaak de eerste indruk van een gedicht en de sfeer die het in je oproept zich blijvend vastleggen in je herinnering". Waarom slaat poëzie niet bij een breed publiek aan? Is het te moeilijk? Wilmink is daar heel duidelijk over. „Er is niks moeilijks aan. Ik begrijp niet waarom niet meer mensen gedichten lezen. Het is niet afhankelijk van leeftijd of opleiding. Misschien is het een kwestie van onbekendheid. Ik snap het niet, te meer omdat wartaal van een dominee op de kansel kennelijk wél wordt begrepen". Wilmink is een schrijver die niet houdt van overbodige woorden. Hij schrijft heel ingedikt, vermijdt verwarrende beeldspraak en onnodige verfraaiingen. Zijn boeken zijn helder en duidelijk, leesbaar en begrijpelijk voor iedereen. „Bewust schrijf ik heel eenvoudig. Van de vijf volgeschreven vellen, komt er één in het boek. Echte leesfanaten houden niet zo van mijn boeken. Die vinden ze te dun. Er wordt vaak ten onrechte neergekeken op het schrijven van een jeugdboek. Maar helder en eenvoudig schrijven is nietzo gemakkelijk als het lijkt". „Mensen hebben vaak de neiging om te denken: hoe ingewikkelder iets is, des te meer stelt het voor. Onzin dus. Laat Oek de Jong maar eens een jeugdboek schrijven, dan leert hij tenminste duidelijk formuleren. Nu schrijft hij veel te vaag. Dat geldt niet alleen voor proza. Veel hedendaagse poëzie lijkt meer op een cryptogram. Sommige dichters hebben de neiging moeilijk te schrijven, zodat er in Vrij Nederland weer heel moeilijke besprekingen van hun werk kunnen verschijnen. Een kwestie van interessant doen. Oh, oh wat zijn we weer knap. Ik hou meer van poezie die klinkt en helder is". Wat kan poëzie voor iemand betekenen? Wilmink: „Anders dan een verhaal zegt een gedicht iets op een heel directe manier met weinig woorden. Een vers over liefde bijvoorbeeld kan voor iemand die verliefd is heef aansprekend zijn. Op de achterkant van mijn boek staat onder meer: „Soms zijn gedichten kleine bronnen voor een groot stuk geschiedenis, soms is het om 't gevoel begonnen waar ook jouw hart zo vol van is". In Wilminks boeken, vooral in Het verkeerde pannetje, klinkt het geloof van de schrijver in het goede en waardevolle van het leven door, ondanks ellende en angst. Het verkeerde pannetje bevat jeugdherinneringen (met name over de oorlog), waarin de zin voor rechtvaardigheid, het nobele en het goede wordt benadrukt. Het is een idyllisch boek met een licht-ironische ondertoon, want Wilmink legt subtiel maar haarscherp de schijnheiligheid van mensen vast. ZATERDAG 4 OKTOBER 1986 uit respect voor de wondere kindertij d ike van Leeuwen heeft dit jaar 'oor haar boek 'Deesje' een iden Griffel en een Zilveren iseel gekregen. Zij maakt voor ir boeken zowel de tekst als de [eningen en weet deze tot een ■fecte eenheid te smeden. Zij is |t alleen tekenares en schrijfster, |ar is ook actief op het gebied van laret. Als Joke van Leeuwen aan het woord is, spreekt ze rustig, maar aefc (er haar woorden ligt een felheid dié .ie niet verwacht, vooral als het it over de plaats die kinderen iemen in deze wereld en de manier |arop er tegen de kinderliteratuur igekeken wordt. Jacques Vogelaar is een Iderboek gaan schrijven voor zijn In. Van een Engelse \derboekenschrijveris bekend dat orachtige verhalen schreef, maar Istrekt allergisch was voor I deren in zijn buurt. Heb jij voor Iderboeken gekozen vanwege een Initeit met kinderen? let vanwege affiniteit met Tderen. Vroeger wilde ik nooit iets In met kinderen. Maar door de Jibinatie schrijven-tekenen kom je (makkelijk tot kinderboeken, iat je daar die zaken ongestraft |t combineren. Al doende heb ik lekt watje daar allemaal mee Zo heb ik ontdekt datje door het schrijven van kinderboeken kunt terugkeren naar je eigen wortels. Ik merk dat ik eigenlijk niet zoveel andere dingen doe dan toen ik een jaar of tien was. Alleen kon ik het toen niet, opschrijven zoals ik het nu kan. Maar dat is alleen een kwestie van er- ■ng". „Bovendien ben ik tot kinderboeken schrijven gekomen omdat ik daarin m'n eigen visie op de volwassenwereld zo lekker kwijt kan. Want op het moment datje kijkt vanuit het kind conformeer je je met de wereld van het kind en niet met de weifcld van volwassenen. Ik wil graag een b eetje van de buitenkant tegen de wereld aankijken". welke ontwikkeling zie je als je al je boeken naast elkaar zet? „Teli eerste ga je natuurlijk wat kundigheid betreft vooruit. Maar hetls ook steeds meer het vinden van eencigen vorm. 'Het Huis met Zeven ers' was eigenlijk een oefenplaats wat dat betreft, omdat ik daar verschillende elijkheden van de combinatie t en tekening heb uitgeprobeerd, udelijk probeer ik ook een re structuur te vinden. 'De ro van Magnus' was heel tlijnig. 'Deesje' is weer veel iwikkelder van structuur. Wat ik eschreven heb en wat in het jaar uitkomt is weer heel rs. Dat boek bestaat uit twee e helften, die spiegelend op tar werken". karakters krij gen ook meer vorm loop van de tij d. Piesie uit het s met Zeven Kamers' kan als de loper beschouwd worden van ^ttsje'. Alleen Deesje is veel meer IflBewerkt. In het nieuwe boek komen weer minder tekeningen en probeer ik de tekeningen ook wat anders op te vatten. Zo probeer ik steeds dichter te komen bij een eigen vorln". Als ik je boeken bekijk dan valt op dalle op een heel gelijkwaardige manier naar kinderen kijkt. „Mensen die bepaalde 'belangrijkheden' belangrijk vinnen, kijken vaak met een zekere minachting tegen kinderboeken aan. il dat relativeren door precies Ik v#il de andere kant op te kijken en die 'belangrijkheden' te relativeren. Want ik vind die volwassenenen juist een beetje lachwekkend. 'Het Geminachte Kind' van Guus Kuyer vind ik een goed beeld geven van de manier waarop je naar kinderen kunt kijken. Toen ik dat boek las was whet ermee eens, maar dacht Slpvbij, dat ik het zelf wat minder woedend neergeschreven zou hebben. Zo langzamerhand begin ik die woede ook steeds meer te begrijpen. Ik denk dat je steeds harder moet praten om ervoor te zorgen dat kinderen en datgene wat er voor kinderen gedaan wordt serieus genomen wordt". „Die neerbuigende manier waarop er naar kinderen wordt gekeken is heel erg in discrepantie met het feit dat iedereen weet dat zijn eigen ervaringen in de kindertijd ongelooflijk belangrijk zijn. En dat er veel romans worden geschreven die gaan over de eigen kindertijd. Maar de kinderen die nu leven en de ervaringen die ze nu opdoen worden gebagatelliseerd, terwijl dat weer de ervaringen zijn die voor hun latere leeftijd zo belangrijk zijn". „Er is wel veel ten goede gekeerd, maar nog steeds wordt kinderen op hele subtiele manieren te verstaan gegeven dat zij tweederangs zijn. Ik merk dat een hoop mensen die voor kinderen werken in hun omgang met kinderen iets leeftijdsloos over zich krijgen in die zin dat zij op een gelijkwaardige manier met kinderen praten. En dat merk ik zelf ook als ik met kinderen omga. Ik heb soms meer moeite om met een bepaald soort volwassenen te praten dan om met kinderen te praten". In hoeverre hou je tijdens her schrijven rekening met je doelgroep? „Ik let erop met mijn woordgebruik. Ook bij de keuze van de onderwerpen let ik op voor wie ik het maak. Maar dat slechts in beperkte mate, omdat ik geloof dat de thema's voor volwassenen en kinderen in wezen dezelfde zijn: liefde, angst enzovoort. Alleen de uitwerking van die thema's is anders. Bij kinderen moet je het niet hebben over de menopauze of over bepaalde politieke problematieken, die een kind door zijn gebrek aan ervaring niet kan overzien". Hoe kijkje tegen de kinderliteratuur van nu aan? „Er gebeuren veel goede dingen. Er wordt serieuzer met kinderboeken omgegaan. Er wordt kritischer tegenaan gekeken waardoor de criteria verschuiven. Daardoor kan men ook steeds minder denken: 'Als ik niet voor volwassenen kan schrijven, kan ik wel effe voor kinderen schrijven'. Maar nog steeds heeft het kinderboek niet de plaats die het bijvoorbeeld in Engeland heeft. Een halfjaar geleden presteerde de BRT het om in een programma over kinderliteratuur een goede kinderboekschrijver naast een maker van flodders te zetten en hen te laten praten over de 'boodschap' naar kinderen. Bij kinderboeken kan dat allemaal. Niemand zal het in zijn hoofd halen om een erkende literator voor volwassenen te zetten naast een schrijver van V&D-blaadjes om over hetzelfde onderwerp te praten. Niet dat de flodders geen bestaansrecht hebben, maar het is een andere cate gorie". Boodschappenin kinderboeken, het lerend element? Hoe kijkje daar tegenaan? „De pedagogie heeft de neiging je voor hun karretje te willen spannen. Met alle respect voor pedagogie op zich, ben ik niet pedagogisch bezig als ik schrijf. Net zomin als je van 'volwassenschrijvers' kunt zeggen dat zij agogisch bezig zijn of zo. Maar voor kinderen kunnen ze dat wel beweren. Er zijn mensen die zeggen dat elke relatie tussen volwassenen en kinderen per se pedagogisch is. Daar wil ik niet aan. Mijn interpretatie van pedagogie is dat de ene partij de andere ergens toe wil brengen. Zo wil ik niet bezig zijn. Door het schrijven heb ik juist een mogelijkheid om op een gelijkwaardige manier tussen kinderen te staan. Niet belerend, maar gewoon iemand die iets van zichzelf schrijft en hoopt dat zij daar iets mee kunnen. Maar het is hun keuze of ze het mooi vinden of niet". Joke van Leeuwen strijdt voor de emancipatie van kinderen. Niet door te demonstreren of haar gelijk van de daken te roepen, maar door prachtige kinderboeken te schrijven, waarin haar hoofdpersonen heel relativerend naar de wereld om zich heen kijken. Dat is ook een manier. Een heel mooie manier. van een betoverde dichter werk Weinig schrijvers kunnen zich zo goed in kinderen verplaatsen en hun denkwereld verwoorden als schrijver Willem Wilmink. Verwonderlijk is dat niet. Wilmink is het kinderlijk denkenindemeest positieve zin nooit kwijt geraakt. De grote verwondering waarmee een kind tegen het leven aankijkt, de betovering die er voor hen van bepaalde dingen kan uitgaan, de sferen die een kind voor zichzelf oproept. Dat alles is in de boeken van Wilmink terug te vinden. „Mijn denken sluit aan op dat van kinderen. Ik denk dat ik daardoor automatisch voor kinderen schrijf, dat gaat vanzelf, onbewust". Toen ruim tien jaar geleden Wilminks jeugdboek Het Bangedierenbos verscheen, werd de auteur verwetendoor volwassenen uiteraard zich 'pedagogisch onverantwoord' te hebben uitgelaten. In Het Bangedierenbos staat een passage over gehandicapten in rolstoelen die een voetbalfanaat (en Wilmink is een groot liefhebber!dwars zitten. ..."Als kind ging ik altijd naar voetballen kijken. Kwam ik expres heel vroeg. Zocht een mooi plaatsje, helemaal vooraan. En dan ...één seconde voordat de wedstrijd begon wie kwamen daar met hun karretjes het terrein opsnorren? Wie gingen vlak voor je neus zitten, zodat je geen moer meer kon zien? Er is zelfs beweerd dat dit gewraakte stukj e Wilmink een bekroning van zijn boek heeft gekost. Dat laatste verwijst de schrijver echter naar het rijk der fabelen. „Een leuke anecdote, meer niet". Later kreeg Wilmink toch zijn griffel voor "Dicht langs de huizen". In 1985 werd hem de Nienke van Hichtumprijs toegekend voor zijn boek "Het verkeerde pannetje". Daar komt dit jaar de Gouden Griffel bij voor zijn poe'ziecursus "Waar het hart vol van is". helder Joke van Leeuwen De Kinderboekenweek duurt van 8 tot en met 18 oktober en staat dit jaar in het teken van het thema 'Boeven'. De twee speciale Kinderboekenweekuitgaven spelen hierop in. Al lereerst 'De zaak Jan Steen', een kleurrijk boek van Karei Eykman waarin de lezers zelf aan de hand van de illustraties en het verhaal de dader moeten raden. Om de spanning te verhogen zijn de laatste pagina's van het boek nog dicht, zodat niemand stiekum kan kijken. Prijs van dit boek is f 3,50. Voor de kleuters is er 'Het Boeven ABC', gemaakt door illustrator Joost Rietveld. Prijs van dit boekje bedraagt f 1,50. Beide uitgaven zijn vanaf 8 oktober in de boekhan dels verkrijgbaar. Al meer dan tien jaar schrijft Willem Wilmink (50) teksten in de vorm van verhalen, liedjes en gedichten. Legendarisch zijn de kinderprogramma's De Stratemakeropzeeshow en J.J. de Bom, waaraan hij zijn medewerking verleende. Momenteel levert hij teksten voor onder meer Sesamstraat en Kinderen voor Kinderen. Volgend jaar verschijnt een proefschrift van zijn hand over de dichter Hendrik de Vries. Aanleiding tot een gesprek met de in Zeist woonachtige schrijver is de bekroning van zijn boek "Waar het hart vol van is". Dit tweede deel van zijn schriftelijke cursus gedichten voor jongeren vanaf 12 jaar is een Gouden Griffel toegekend. "Waar het hart vol van is" gaat vooral over de emoties die poëzie kan oproepen. Op subtiele en innemende wijze vertelt Wilmink een en ander over interpreteren van gedichten. Is dat nodig? Ja, meent de auteur. „Waar je hart vol van is, daar loopt je interpretatie van over". Hetgeen kan leiden tot misverstanden. Niet dat dat echt een bezwaar is, want je kunt teksten mooi vinden zonder te weten wat het precies betekent. Waarom dan toch die interpretatie? Als antwoord citeert Wilmink een Chinese dichter: „Als je een cadeautje krijgt, is het toch óók leuker datje 't eerst moet uitpakken?". „Van belang voor mij is dat ik het gevoel heb dat ik besta, werkelijk leef en nog steeds van alles mee maak. Veel mensen gaan op in allerlei dingen, in het maken van carrière bijvoorbeeld, en bestaan dan niet meer als mens. Kinderen trekken me aan, omdat zij zich veel meer bewust zijn van het leven en wat dat betekent. Ze denken over van alles na, iets wat volwassenen al lang verleerd zijn. Die zijn meer geïnteresseerd in materiële zaken, het hebben van een huis of auto. Volwassenen verknoeien een hoop in hun leven". Willem Wilmink „Moet je gedichten interpreteren? Kun je ze niet gewoon aanvoelen?", vroeg iemand Wilmink laatst. Interpreteren kun je op verschillende manieren, meent de auteur. Je moet niet zó in een gedicht gaan wroeten, dat het vers alle charme en bekoring verliest. Dan maak je iets stuk. Maar interpreteren kan maken dat een

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1986 | | pagina 19