EIGEN 45 les recessie dat, doe dat nu eens. Maar het is toch niet geworden wat wij er van verwacht hadden. Ik blijf volhouden, dat er heel wat meer had kunnen gebeuren door de Zeeuwse bedrijven. Maar wij hadden in een veel eerder sta dium moeten proberen tot be paalde afspraken te komen". Afgezien van het geld dat de Zeeuwse aannemingsbedrijven nu langs hebben zien drijven zonder dat ze er al teveel van konden oppikken, zou een grote re deelname in het project ook vanuit een ander oogpunt een grote opsteker hebben betekend voor de bouwnijverheid in Zee land: de Oosterscheldewerken vormen een prima visitekaar tje. Zegt Leenhouts: „De Zeeuwse bouwbedrijven zijn over het al gemeen vrij kleinschalig. En wil len die bedrijven zich kunnen ontwikkelen en ook op de markt buiten Zeeland mee kunnen, dan zullen ze iets moeten laten zien. Stel: ik wil een sluis bou wen en er wordt er een aanbe steed in Limburg, Brabant, Utrecht of weet ik waar. Dan kan ik nog zo laag inschrijven, maar het eerste wat gevraagd wordt is: heb je al 's een sluis bebouwd. Nee dus. Nou, dan begint men al meteen vraagtekens te zetten. Maar als je aan zoiets als de Oos terscheldewerken hebt meege werkt, dan kun je iets laten zien. Dergelijke projecten zijn bijzon der geschikt om ervaring op te doen en je image te verbeteren. Dat is verschrikkelijk belang rijk". De les die de Zeeuwse bouwwe reld uit de teleurstellende gang van zaken rond de Oosterschel dewerken heeft geleerd. „Uit alles watje doet, trekje een zekere lering. Zeker als iets mis lukt. Althans, zo hoort dat. Wij hebben geleerd, dat we als Zeeuwse bouwnijverheid een be hoorlijke organisatie moeten hebben en als één man naar bui ten moeten treden om onze be langen te behartigen. Wij gaan nog steeds door voor mensen, die redelijk bescheiden zijn. Laat ik het zo zeggen: als wij er gens iets vragen en het is 'nee', dan denken we veel te vaak dat het 'nee' blijft. Maar in de prak tijk blijkt maar al te vaak dat het - als je maar genoeg aandringt - alsnog 'ja' kan worden. We zullen ons actiever, om niet te zeggen agressievermoeten opstellen. We zullen steeds aan de deur De Oosterscheldewerken. Een project, waar nage noeg de gehele wereld met open mond naar staat te kijken. Vele miljarden zijn er in gestoken. Duizenden werknemers van grote aannemingsbedrijven buiten Zeeland hebben er een reeks van jaren aan gewerkt. Een karwei van de eerste orde. Maar de Zeeuwse bouwondernemers zelf? Die hebben vrijwel voortdu-' rend tandenknarsend met de handen in de zak lijd zaam moeten toezien hoe op het eigen erf door de concurrentie een klus werd geklaard, die z'n weerga nauwelijks kent. De Zeeuwse bouwwereld restte slechts de kruimels. ,,Het is niet geworden wat wij ervan verwacht hadden". M. J. Leenhouts, directeur van een aannemingsbe drijf in Sluis èn voorzitter van het gewest Zeeland van het Nederlands Verbond van Ondernemers in de Bouwnijverheid (NVOB), maakt de balans op. Hoe kon het gebeuren, dat de bouwnijverheid in Zeeland - om het wat gechargeerd uit te drukken - nauwelijks een spij ker heeft mogen slaan in het gi gantische bouwwerk dat in de eigen achtertuin verrees? En: hoe groot is de kans, dat de Zeeuwse bouw straks wederom buiten de lijnen wordt gespeeld, als zich een nieuw omvangrijk project (precies: de Wester-' schelde-verbinding) aandient? „De Oosterscheldewerken heb ben voor ons eigenlijk heel erg weinig betekend. We hebben er in het verleden nogal wat moeite voor gedaan om een aantal deel opdrachten binnen te krijgen. Maar ik moet zeggen: dat is slechts gedeeltelijk gelukt. Of misschien nög beter: dat is hele maal Fcmislukt. Er zijn maar en kele werkjes aan Zeeuwse bedrij ven uitbesteed. Voor de Zeeuwse bouwbedrijven hebben de Oos terscheldewerken maar heel weinig soelaas geboden. Het is een werk, dat al bij al zo'n tien miljard gulden heeft gekost. Jei zou toch mogen verwachten dat daarvan zo'n vijf tot tien procent in Zeeland zou blijven hangen. Nou, dat is niet het geval ge weest. Verre van dat zelfs. Het is - over de hele periode genomen - niet meer dan enkele tientallen miljoenen geweest. En dat is, als je dat tegen het hele bedrag af zet, te verwaarlozen". Het verhaal is in feite simpel. Dosbouw was slechts bij mond jesmaat bereid met onderaan nemers in zee te gaan. De reden is vrij voor de hand liggend. Ze ker in de jaren dat de situatie op de Nederlandse bouwmarkt naar een dieptepunt was afgeg leden, hadden de bij de aanne merscombinatie aangesloten bedrijven het werk zélf veel te hard nodig om de recessie door te komen. En - hoe wrang het ook was voor de Zeeuwse aannemerswereld - Leenhouts kan zeer zeker begrip opbrengen voor de opstelling van Dosbouw. Sterker nog: als er verwijten gemaakt moeten wor den, dan hebben de Zeeuwse bouwondernemers het voor een deel aan zichzelf te wijten, dat hun aandeel in het project rela tief gezien vrij gering is geweest. Want, steekt Leenhouts de hand in eigen boezem, de Zeeuwse bouw heeft nagelaten zich wat agressiever op te stellen op het moment dat de kansen er nog wél lagen. „We hebben verschillende keren met Dosbouw en de Deltadienst gesproken. En tijdens die ge sprekken hebben we onze wen sen kenbaar gemaakt. Ik heb niet het idee, dat men aan de an dere kant van de tafel alleen maar begrijpend heeft zitten knikken. Ik heb echt wel de in druk gekregen, dat men gezocht heeft naar mogelijkheden om aan onze verlangens tegemoet te komen. Maar dat lag niet alle maal even gemakkelijk. Dos bouw zat er vanzelfsprekend om geld te verdienen. En je kunt wel onderaannemers inschakelen, maar dat moet dan natuurlijk wel passen binnen de eigen be drijfsvoering. Wij kunnen wel met allerlei wensen komen, maar als dat een ander geld gaat kosten, maakt dat de zaak er niet eenvoudiger op. Rijkswater staat was best bereid mee te werken. Ik heb zelfs het gevoel, dat rijkswaterstaat wel eens te gen Dosbouw gezegd heeft: dit of Leenhouts is er zeker van: mocht het ooit komen tot de aanleg van een oeververbin ding, dan zal het Zeeuwse aan deel daarin heel wat forser zijn dan de afgelopen jaren bij de Oosterscheldewerken het geval is geweest. „Daar vertrouw ik niet alleen op, daar reken ik gewoon op. En dat optimisme baseer ik op de af spraken die in het verleden zijn gemaakt, toen er nog sprake was van een oeververbinding tussen Kruiningen en Perkpolder. Er is destijds een gentlemen-agree ment gemaakt met de brug-tun- nel-combinatie (de aannemers combinatie 'Westerschelde' die de verbinding zou aanleggen). De provincie is daar ook bij be trokken geweest. En de afspraak kwam er op neer, dat ongeveer tien procent van het werk bij de Zeeuwse bouwbedrijven terecht zou komen. Nu ligt er weliswaar een ander tracé en een ander plan op tafel, maar het is aanne melijk dat diezelfde combinatie het werk zal uitvoeren. En ik re ken erop, dat er dan óók aan ons gedacht wordt". Klopt. Er zal aan de Zeeuwse be drijven worden gedacht. Maar voorlopig ook niet meer dan dat. Want de waarde van de toenter tijd gemaakte afspraken over de inzet van de Zeeuwse bedrijven bij het project is inmiddels aan merkelijk gedevalueerd. In dien de nieuwe plannen voor een vaste verbinding tussen Midden-Zeeland en Zeeuwsch- Vlaanderen in de toekomst ge realiseerd worden, is het inder daad waarschijnlijk dat de op dracht daarvoor bij de destijds opgerichte aannemerscombina tie (HBG, Ballast-Nedam, Vol- ker-Stevin, Bos Kalis, Strukton en de Belgische bedrijven NV L. L. N. de Meyer, C. F. E. en S. B. B. M.) belandt. Gedeputeerde drs R. C. E. Barbé (economische zaken): „Dat ligt voor mij per soonlijk voor de hand. Wij zijn moreel verplicht om aan die combinatie te denken. Al was het alleen maar omdat ze des tijds nogal wat onderzoekskos ten in het vorige project hebben gestoken. Dat is in de miljoenen gelopen". Maar wat het aandeel van de Zeeuwse bedrijven aangaat - op dat punt houdt Barbé de nodige slagen om de arm. „Dat zijn alle maal zaken waarover nog ge sproken moet worden. Er zijn nog zoveel vragen waarop een antwoord moet worden gevon den, dit is één van de details. We weten in ieder geval, dat het Zeeuwse bouwbedrijf bepaalde verlangens heeft. En die heb ik op m'n lijstje staan". Bij de aannemerscombinatie Westerschelde acht men zich niet meer gebonden aan de af spraak die jaren geleden met de Zeeuwse bouwondernemers is gemaakt. Ir J. P. Korbee (vice- voorzitter van de raad van be stuur): „De afspraak op zich is niet meer van kracht. Die was aan tijd gebonden, omdat je moeilijk voor de eeuwigheid zul ke afspraken kunt maken. Strikt formeel bestaat die afspraak niet meer. Maar de neiging om in die richting te denken is nog steeds aanwezig. We hebben daar zeker een open mind voor. Maar waar dat in concreto toe zal leiden, daar kan ik nog niets over zeggen". willem j. van dam werken hebben voor ons weinig betekend fotografie wim riemens moeten blijven kloppen als er wat te halen valt. En ik denk, dat dat ook in het belang van de pro vincie is. De provincie heeft evenzeer belang bij een goed functionerend bedrijfsleven. Men zal daarom ook bereid moe ten zijn voorwaarden te schep pen om behoorlijk te kunnen functioneren. En één van die voorwaarden is een stuk ver trouwen op de eigen thuis markt". Wie zal het zeggen - mogelijk valt er op die thuismarkt weer 'wat te halende aanleg van een tunnelverbinding onder de Wes terschelde. Ook het Nederlands Verbond van Ondernemers in de Bouwnijverheid in Zeeland heeft zich van meet af aan een vurig pleitbezorger getoond van een vaste oeververbinding Maar in hoeverre kan de Zeeuwse bouw- nijderheid daar écht garen bij spinnen? De ervaringen rond de Ooster scheldewerken zijn weinig hoopgevend geweest. Boven dien, nu de bouwmarkt weer wat aantrekt, lopen de bouw werkgevers steeds vaker op te gen een gebrek aan vakbe kwaam personeel. Logische vraag: in hoeverre zijn de Zeeuwse bouwbedrijven in staat om - alleen al gezien dat tekort aan personeel - een es sentieel aandeel te leveren in een dergelijk omvangrijk pro ject? Leenhouts is zeer resoluut: „Ik denk dat de behoefte aan een vaste oeververbinding blijft. Wil je de bouwnijverheid qua ont wikkeling en ervaring op peil houden, dan zal er voor gezorgd moeten worden dat er regelma tig behoorlijke projecten op de markt komen. Wij hebben naast de kleine- en middelgrote bedrij ven in Nederland toch ook een aantal grote bedrijven, die heel wat in huis hebben. En het zou doodzonde zijn als de know-how en het hele apparaat van die be drijven zichzelf zouden vernieti gen doordat ze niet meer mee kunnen. Willen ze ook in het bui tenland blijven meetellen, dan zullen ze toch ook een binnen landse markt moeten hebben waarop ze kunnen werken. De behoefte aan grotere werken zal altijd blijven bestaan. En zo'n tunnelverbinding onder de Wes terschelde - daarvoor zijn be paalde technieken vereist, dus het zal wel weer een grote combi natie worden die de tunnel bouwt. Maar wij opteren wel voor een bepaald gedeelte van het werk. Dan denk ik vooral aan de aanvoerwegen, de bedie ningsgebouwen, de ventilatiege bouwen, enfin, allerlei bijkomen de zaken. Dat kunnen wij ge makkelijk doen. En wat dat te kort aan geschoold personeel be treft; juist dit soort projecten kan voor mensen een stimulans zijn een bouwopleiding te vol gen". PZC WOENSDAG 17 SEPTEMBER halverwege 1986 We houden ons bezig met opheffingsnormen, flipper schade, terug- ploegprojekten, zagercontainers, trekkershutten, overschotgebieden, dikbilfokkerszaadschoners, vlasvezelzakken, mantelzorgpaaz-bed- den, vloeddrempelbalken en woonwagenonvriendelijke buurtbewo ners. Gedeputeerde De Voogd verwacht (in februari) dat de wachttijden op de veerdienst Vlissingen-Breskens na de ingebruikname van de dub beldekker 'Prinses Juliana' tot het verleden horen. Gedeputeerde De Voogd weet (in juli) dat de wachttijden op de veer dienst Vlissingen-Breskens na de ingebruikname van de dubbeldekker 'Prinses Juliana' allerminst tot het verleden behóren. Het persoonlijk succes van Lubbers bezorgt de PvdA zure druiven. Het kabinet Lubbers-II treedt aan. No nonsense kent een vervolg. Nijpels zingt enkele toontjes lager, huisvest het volk, beheert het milieu en or dent de ruimte. Joris Voorhoeve gaat uitzoeken hoe ver het begrip 'echt liberaal' in de praktijk strekt. Wim Kok doet iets dergelijks bij de socia listen. De ploeg staat er stemmig op, zo voor het paleis Noordeinde. Neelie in een nopjesjurk, de koningin met een strik en de heren zéér donker, maar mét fantasiedassen. Na de bijna-rampen in verschillende kerncentrales waarvan de naam Harrisburg heugt, is er een echte ramp. De plaats heet Tsjernobyl in de Sowjet-Unie. Het ligt in de buurt van Kiew. De gevolgen zijn niet te overzien. Er is paniek. De Russen houden aanvankelijk veel stil, maar onder internationale druk druppelen ge gevens binnen. Er zijn doden. Grote gebieden worden geëvacueerd. De oogst is, door de straling, waardeloos geioorden en dat geldt min oj meer ook voor de omringende landen. De hulpverlening schijnt het voornamelijk te moeten hebben van de persoonlijke inzet van veelal jeugdige militairen. De outillage van de kerncentrale waar nog met het zeer brandbare koolstof werd gewerkt, wordt in het westen 'ontoelaatbaar gebrekkig' genoemd. Leed en ellende zijn niet te overzien. Eén van de directe gevolgen is dat nu in veel bredere kring afstandelijk over kernenergie wordt gesproken. Ook in Nederland schuift men be slissingen en zelfs aanbevelingen voor nieuwe centrales voor zich uit. Er moet een nieuwe onderzoeksronde komen. Borssele-II lijkt van de baan. Koningin Beatrix stelt op 4 oktober de stormvloedkering in de Ooster- schelde in gebruik. Het karwei van de eeuw is daarmee, voorzover het de waterbouwers betreft, geklaard. Verwacht wordt dat de belangstel ling voor het eigenlijke werk, dat voor een belangrijk deel ook onder water ligt, zal blijven. Vandaar de grote aandacht voor dit deel van het Deltagebied. Er komt een stoet van duizenden genodigden: staatshoofden en men sen van de werkvloer. Het Zeeuws Orkest zal weer spelen. De Watermu- sic. Muziek op het water, muziek op het land dat in de snelle verandering van de laatste decennia nauw zichzelf herkent. We zullen daar óók maar even aan denken als straks de vlaggen in top gaan om het won der van vernuft te vieren. We werken nu aan een extra-nummer voor die gelegenheid. Van de ver schrikkingen van de rampdagen tot de feestdag van straks. Het zal voor velen een herdenkingsdag zijn. Tussen Open en Dicht staat 'de dam der verzoening'. Daar mag wel een kleurig wimpeltje op.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1986 | | pagina 81