37 vastigheid overbruggen uitstraling Brouwersdam. Daarna korte tijd machinist op een scheipenzuiger en in 1970 bij - wat nu heet - Dos- bouw. Op het afvierponton Dijk- sbouw 2 (die tegenwoordig als Giraffe bij onderhoud van de Zeelandbrug wordt ingezeti be leefde Van der Moere woelige ja ren. Klassieke zinkstukken af zinken, opspuiten werkeilanden in de Oosterscheldemonding en onderhoud drijvende leidingen. Balanceren bij windkracht zes en hoger op wankele, gladde bui zen! „We maakten makkelijk 100 tot 120 uren per week. Daar ke ken ze vroeger niet naar. Nu mag je niet op een bootje komen zon der zwemvest. Toen was er niks. Toch is er nooit iets fout ge gaan". Hij werd gevraagd als magazijnchef voor het hele Oos- terscheldeproject. Het beheer over een gigantische super markt, die nu bijna is uitver kocht. Adrie Lievense (40) deed het net andersom. Hij kwam uit de bouw in 1971 bij het Ooster- scheldeproject. Voor zes weken aan boord van de Dijksbouw 2, waar hij Ko van der Moere ont moette. Lievense bleef en klom, via een harde leerschool in de praktijk, langzaam op. „Ik was een land rot, maar had het schijnbaar in m'n vingers. Als je niet te be roerd was om te werken, dan kreeg je van Dosbouw kansen". Hij benutte die: schipper op de afvierponton Dijksbouw 4, twee de schipper op de mattenlegger DOS I en daarna als schipper de gloednieuwe Johan V - een pon ton met duikklok voor grondon derzoek - in bedrijf stellen en va ren. Daarna belandde Lievense als schipper op de grote ponton Mytilus voor bodemverdichting en tenslotte als één van de drie hoofdschippers op de matten legger Cardium. Het werken met de Cardium was voor Lievense een hoogte punt. „Je was nauw bij het werk betrokken, praatte mee en was goed geïnformeerd". Na de Cardium moest hij genoe gen nemen met een post als schipper op de stenenlegger Trias. „Dat was een stap terug. Weer het ouderwetse hang- en trekwerk in plaats van compu tergestuurde machines. Maar het werk liep af en ik had geen keus meer". Pogingen om wat anders 'in de watersfeer' te vin den liepen op niets uit. „Ik had graag bij het water gebleven. Als je er 15 jaar zit en je hebt meege werkt aan de opbouw van iets geweldigs, dan wil je niet weg". Hij probeerde het bij rijkswater staat, voor het beheer en onder houd van de kering. „Je kreeg te horen: er zijn honderden wach tenden voor u. Er liepen ook zo veel mensen van waterstaat rond die wat wilden, je kreeg geen kans". Lievense hakte de knoop door en solliciteerde als gemeentebode in Brouwersha ven. Hij kreeg die job - april '86 - en beschouwt het als 'vastig heid'. Ook daar waren vele solli citanten; Lievense gelooft dat zijn loopbaan bij Dosbouw een positieve rol heeft gespeeld. Van der Moere en Lievense prij zen beiden de vrijheid die ze in hun werk kregen, waarvoor als 'tegenprestatie' een grote inzet gevergd werd. De beloning was prima. „We moeten zakken. Wat we bij Dosbouw verdiend heb ben, vang je nergens meer", be toogt Van der Moere. In het ma gazijn (twee enorme Nissehutten en twee medewerkers) werkt hij nog altijd van zes tot zes. Voor hem is het niet meer de moeite om aan te dringen op wat aange namer arbeidsuren. De tijd dat de mannen van de Cardium een softijs-machine aanvroegen voor het zondagse ijsje - en nog bijna kregen ook - is voorbij. Adrie Lievense heeft het gevoel 'heel veel' aan zijn Oosterschel- de-periode te hebben overge houden. Tastbaar slechts een groot vaarbewijs; dat is niet het belangrijkste. „Ik heb veel men senkennis opgedaan, heb veel geleerd en ben uitzonderlijk goed begeleid. Ik heb meege werkt aan het verkrijgen van grotere veiligheid, waarvoor mil jarden zijn uitgegeven. Het is een verrijking van je leven. Ik vind het wel doodzonde van de werkschepen, dat die voor de sloop bestemd zijn. Ik weet wat ze gekost hebben en hoe goed ze gewerkt hebben". Veel geleerd, veel wijzer gewor den. Dat geldt ook voor ir drs Hans Smits (35), plaatsvervan gend directeur-generaal dien sten, midden- en kleinbedrijf en De mensen die aan het Oosterscheldeproject hebben meegewerkt krijgen een penning. Er moeten er ette lijke duizenden worden geslagen. De Oosterschelde- werken - beter nog: het Deltaplan - waren een werk plek voor velen. Een mogelijkheid om ervaring en veel kennis van nieuwe technieken op te doen. Na tuurlijk zegt iedereen van meet af aan te hebben be seft dat het om een eindig project ging. En, voegt me nigeen eraan toe, het is uiteindelijk nog meegevallen ook. Het Oosterscheldegebied was niet in 1978 be veiligd tegen superstormen, maar pas in 1986. Acht jaar langer brood op de plank. Toch komt het vertrek- een proces dat al enkele jaren aan de gang is - hard aan. Niet alleen voor de mensen in dienst bij de aan nemers, ook voor de ambtenaren van rijkswater staat. ben jansen en rinus antonisse De meeste mensen zijn op gelijk niveau toebedeeld aan een andere dienst. Hogere functies waren er mondjes maat, van positieverbetering is nauwelijks sprake", zegt hoofd bouwbureau stormvloedkering ir J. Huis in 't Veld. Hij schat dat in de waterbouwhoek een kwart tot éénderde van de bij de bouw van de stormvloedkering betrokken ambtenaren een on zekere toekomst tegemoet gaat. „Het toedelingsproces is niet voor iedereen even gunstig ver lopen", erkent Huis in 't Veld. Hij heeft de indruk dat vooral het middenkader in de waterbouw het moeilijk heeft. Het hoofd bouwbureau wijst erop dat de ambtenaren van de Deltadienst niet overal met open armen ont vangen worden bij de traditione le diensten van rijkswaterstaat. „Veel diensten hebben eigen ontwikkelingen moeten op schorten vanwege de Deltawer ken, zeker waar het nieuwbouw betrof. Het is heel natuurlijk dat er dan bepaalde reacties ko men". Ook onvervalste Dosbouwers als Adrie Lievense en Ko van der Moere ('een betere baas zal er nooit zijn') laten zich niet opti mistisch uit over de toekomst na de Deltawerken. Ze vertellen dat de mensen die rechtstreeks in dienst zijn van de aannemers combinatie Dosbouw zo lang mogelijk aan de slag worden ge houden (al moeten ze soms een stapje terug doen in positie), maar ook daaraan komt een eind. ,,Dan krijg je gewoon de zak". De mensen die door een be drijf waren uitgeleend aan Dos bouw zijn in beginsel terugge gaan naar de moedermaat schappijen. Daar is het echter ook geen vetpot. „Er zijn er wel wat die ander werk hebben, maar er lopen er nog zat thuis. De meesten staan op wachtloon, ongeveer 10 tot 20 procent is naar het buitenland", schat Lie vense. Het werk in de waterbouw ligt niet meer) voor het opschep pen. Van der Moere (54) vindt zich zelf een goed voorbeeld. Hij ver diende ruim een kwart eeuw een boterham bij de Deltawer ken. Net vóór de ingebruikname van de stormvloedkering is hem als magazijnchef ontslag aange zegd. „Wat dan? Zeg het maar. Zo'n magazijn met een miljoenenom zet krijg ik nooit meer. Ik heb 40 jaar gewerkt. Als je ambtenaar bent, mag je er na zoveel jaren mee uitscheiden, ik kan dat niet. Bovendien zit ik in de bouwsec tor en daar moet ik in blijven, want anders verspeel ik mijn recht op vut. Dan moetje name lijk 10 jaar in dezelfde branche blijven. Het zal niet makkelijk zijn, ik kan geen steen metselen. Toch moet ik nog een jaar of vijf zien te overbruggen". Van der Moere, na de nodige omzwervin gen woonachtig in Zonnemaire, is overigens geen klager; hij heeft het de afgelopen jaren met de Deltawerken best getroffen en klom op van dekknecht tot magazijnchef. Na tien jaar binnenvaart wilde Van der Moere wel eens wat an ders. Hij kon in 1958 als parlevinker terecht bij een cafébaas in Veere. Jarenlang ging hij de werken af: Veerse Gatdam, veerhaven Kats, vissershaven Colijnsplaat, Zeelandbrug, Grevelingendam, lijkheden en ruimte. De rand voorwaarden bij zo'n project zijn gunstig, veel hangt af van de ei gen invulling. Dat geldt voor ie dereen eigenlijk", aldus de ex- waterstater. Hij meent dat voor al degenen die bereid waren te verhuizen, gemakkelijk nieuwe kansen hebben gekregen. „De mensen die in Zeeland wilden blijven wonen, hadden het niet voor het kiezen. Die hebben ge noegen moeten nemen met een wat beperkter perspectief, dat geldt met name voor het middel baar en lager niveau". Bang voor de toekomst is Smits niet geweest. „Mijn omgeving was ongeruster dan ikzelf. Ik was de laatste van het directieteam van de Deltadienst van wie de nieuwe job bekend was. Ik heb gezegd: eerst zorgen dat de ploeg in Zierikzee goed wordt onderge bracht en dan zelf kijken". Hard werken, niet letten op een uur of wat extra, is voor Hans Smits een normale zaak (zonder zich zelf als een 'workaholic' te be schouwen). Hij onderstreept dat zulks voor velen geldt. „Van hoog tot laag heb ik op het pro ject ervaren dat het nijvere bijen waren. Er was een goede sfeer en de uitdaging van het werk. Luie mensen of mensen die werk bij zaak vinden, die passen niet op zo'n werk". Ir Hans Huis in 't Veld (39) is één van die nijvere bijen. Na studie aan de Technische Hogeschool bij rijkswaterstaat: eindfase Brouwersdam, aanleg Philips- dam en Oesterdam, organisatie survey (plaatsbepaling, meting, onderwater activiteiten) in Burghsluis, hoofd bouwbureau (het laatste) stormvloedkering. Zijn nieuwe functie bij rijkswa terstaat is al geruime tijd be kend: hoofd van de nieuwe hoofdafdeling natte waterbouw bij de directie sluizen en stu wen. Een afdeling die ervoor moet zorgen dat de 'Know how' van de Deltawerken niet verlo ren gaat en andere waterstaat diensten adviseert bij projec ten. 'Denktank' van rijkswater staat acht Huis in 't Veld wat overdreven. „Het gaat om het vasthouden van de kennis op het gebied van ontwerpen, plan studies, nieuwe werkmethoden, risico-analyses, projectstudies en kostenbewaking". Binnen de Deltadienst van rijks waterstaat heeft Huis in 't Veld steeds na enkele jaren een nieu we functie gekregen. Geheel naar wens trouwens. „Veel meer dan een jaar of vier, vijf vooruit kijken lukt toch niet. En in je werk moet een uitdaging zitten, het moet geen routine worden". De mogelijkheden, verantwoor delijkheden en vrijheden heeft hij als 'ongekend groot' ervaren. „Zeker als ik dat vergelijk met collega's, zowel bij bedrijfsleven als overheid. Het was niet alleen technisch geavanceerd werken, maar ook het opzetten van sa menwerkingsverbanden met veel mensen". Evenals Smits zweert Huis in 't Veld bij project matig denken en werken. Hij mist dat nog te vaak bij over heidsdiensten. Als het gebeurt is het vaak een individuele kwes tie. Iemand die bijvoorbeeld bij de Deltadienst geleerd heeft hoe het moet en dat uitdraagt. In het bedrijfsleven komt het project matige al veel meer voor. Huis in 't Veld heeft desondanks nooit behoefte gevoeld aan een over stapje. „De Deltawerken hebben me erg geboeid. Er diende zich steeds iets nieuws aan". wie niet te beroerd was om te werken kreeg alle kans ordening van het ministerie van economische zaken. Als jong academicus werkte hij bij de Deltadienst in Den Haag, belast met wat zo fraai 'strategi sche planning' heet. Daarna in Zierikzee de meetdienst en later hoofd financieel-economische zaken. Na elf jaar rijkswater staat de overstap naar een heel ander departement, al waren er bij waterstaat andere mogelijk heden. Smits wilde zich verbre den en datgene wat hij bij de Oosterscheldewerken geleerd heeft in het Haagse ook toepas sen: met name een projectmati ge aanpak. Pluspunt is dat hij een club heeft aangetroffen in zijn nieuwe job die minder stof fig, formeel en hiërarchisch is dan hij had verwacht. Volgens Smits is elders binnen de over heid zeker de bereidheid om het projectmatig werken zoals dat voor de bouw van de storm vloedkering is ontwikkeld, in te voeren. „Het gaat misschien iets moeilijker, maar het kan. Bij het Oosterscheldeproject lag de uit daging voor het oprapen. Het is de kunst zo'n uitdaging te creëe- ren. Dan willen medewerkers net zo hard aanpakken, is mijn erva ring. Natuurlijk was de herken baarheid en het tastbare van de stormvloedkering een voordeel. In het Haagse mondt het meest al uit in een nota, dat is wat min der aansprekend". Smits stelt vast dat veel mensen (hemzelf inbegrepen) ervaring hebben opgebouwd bij de Oos terscheldewerken, die in een nieuwe werkkring zeer goed toe pasbaar is. „Het gaat om ver nieuwende activiteiten. Op dit soort projecten werken geeft een stuk extra bagage. Het is een pré. Als je elf jaar bij een routine matige organisatie zou hebben gewerkt, biedt dat minder moge fotografie: wim riemens PZC WOENSDAG 17 SEPTEMBER foto wim riemens de jaren tachtig Vandaag was ik een dagje op De Grevelingen, met Kees Mol van Staatsbos en fotograaf Wim Riemens. Het was een mooie dag met opschietend licht. De Grevelingen vormen een prachtig gebied, van een zo indrukwekkende weidsheid dat men het laatste beetje geluid graag aan de vogels laat. Paradysum dat is verre te gaan, zegt de Ommelandvaarder. Maar hier ligt dat Paradysum dichtbij, een stukje oneindigheid temidden van au towegen en andere razernij. Het water ligt blak. De luchten zijn hoog en elk moment is anders eender. Er is gelukkig niet veel uitgekomen van de sombere voorspellingen die zeiden dat na de uitsluiting van eb en vloed dit gebied slechts zou kun nen ontwikkelen tot een groot sterfhuis, tot kommer en verval. Nu is gebleken hoe groot de regenererende en andere krachten van de natuur wel zijn. De plantengroei is spectaculair vooruitgegaan en het aantal vogels óók de zeldzame neemt nog steeds toe. In de biosfeer is dus heel wat ten goede gekeerd na de aanvankelijke teruggang. Men probeert er de recreatie in de hand te houden. Met een Landrover zijn we naar de platen en slikken gegaan waar wil de paarden en oerrunders lopen. Je kunt dat spul goed benaderen. Het is alles bij elkaar van een wonderlijke sfeer. Een Yersekenaar zorgt voor oesters, niet van die hele kleintjes! Met de kleine man naar Neeltje Jans geweest. Hij was er de eerste keer en het was een hele ervaring. We hebben de stormvloedkering van dichtbij bekeken, zijn er een eindje over geweest en hebben ons verder beziggehouden met het eiland. Het is een rare vlakte van asfalt en beton, maar het heeft iets overweldi gends. Louis van Gasteren, een van de eerste en laatste filmers van dit land, heeft grootse plannen met de toekomst van Neeltje. Hij ziet de wereldwijde allure van het project en komt met voorstellen die dat aspect nog zullen verbreden en uitbouwen. Het probleem zal wel weer in de financiële hoek zitten. Wie verstandig is, grijpt deze eenmali ge kans. Er wordt gedacht aan cultureelrecreatieve invullingen, nu eens niet van amerikanische snit maar rechtstreeks gesneden op het gebied. Visie genoeg, nu de duiten. Het is overigens fascinerend wat hier is gedaan. Men moet terugden ken, dam en kering als het ware met de ogen uitkleden en dan— fase na fase terugschakelen naar het punt van uitgang, het plan, de teke ning, de zorgen van moeder Neeltje. Het was een prachtige dag. De jongen was moe. Het gaat alwéér beter met Louw Bagge's Verenigde Frietbakkers en IJsbereiders bv. Louw heeft, aan het hoofd van Bagge Beheer, een hele keten laagbouwjes in de sfeer van de recreatieve accommodaties neer gezet. Waar toeristen zijn, is Louw. Rood-Wit, met een Zeeuwse vlag op het dak, volgens de huisstijl. Hij heeft een centraal distributiebedrijf, dus overal dezelfde mayonaise, dezelfde friet, hetzelfde vet en dezelfde com puterkassa. Binnenkort bespreekt hij deelname in De Man van de Kna kworst. Vorige week kwam hij terug van vakantie. Hoe was het op de wintersport, Louw? 'Weinig snèêuw, mae 'k zope koejak as een koeie waeter'. Veel meer tijd heeft-ie niet want de gedipputeerde wacht. Hij is herkozen als voorzitter van de VVV. Z'n zeune doet de evenemen tencommissie. De villa is, vanwege 't antiek, tegen inbraak beveiligd en zijn auto kan niet zonder telefoon. Sinds kort is-ie lid van de golf. En Anna ook. 1

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1986 | | pagina 73