WATERBOUW
33
WÊÊÊÊÊ
MÊÊÊÊÊ
wmmmm
kalmpjes
uitdaging
bodem
onder water
berekend
■K
van geloof tot
wetenschap
fotografie wim riemens
De Deltawerken hebben aan
het eeuwenoude handwerk
drastisch een eind gemaakt.
Rijshout is vervangen door
kunststoffen. De rijswerkers
ruimden het veld voor machi
nes. De bijzondere sfeer en de
spanning bij het afzinken zijn
verdwenen. De moderne zink-
stukken worden afgerold. Aan
bedieningslessenaars en met
behulp van beeldschermen
wordt zo'n karwei doelmatig
gestuurd. Zonder lawaai; de
stilte die heerst doet denken
aan de rust van een leeszaal.
Nog maar een handvol mensen is
nodig om er voor te zorgen dat de
'bodembescherming nieuwe
stijl', met een snelheid van enke
le meters per minuut, op de juis
te plaats terecht komt. Dankzij
geavanceerde apparatuur ge
beurt dat extra secuur. Het 'fer
me jongens, stoere knapen-ge-
doe' heeft het afgelegd tegen de
nuchtere zakelijkheid waarvan
het hele Deltaplan is doortrok
ken.
Het was vooral een kwestie van
'nood breekt wet', verduidelijkt
ingenieur Koos Mouw, mede
werker van het bouwbureau
stormvloedkering en nauw be
trokken bij de ontwikkeling
van nieuwe werkmethoden.
Nog voor het begin van de Del
tawerken stond als een paal bo
ven water dat de miljoenen
vierkante meters bodembe
scherming die overal noodzake
lijk waren, niet volgens de klas
sieke zinkstukmethode gelegd
konden worden. Mouw; „Er was
gebrek aan materialen. Speciaal
rijshout was in Nederland niet
voldoende voorradig. Verder wa
ren geschoolde arbeidskrachten
voor het maken en afzinken van
de zinkstukken zeer moeilijk te
krijgen, terwijl bovendien veel
werken tegelijk uitgevoerd
moesten worden. Erbij kwam
dat de stenen voor het afzinken
zeer duur waren en tenslottë
deed zich een explosie van paal
worm voor, waardoor de zink
stukken werden opgevreten".
Aan de noodzaak om nieuwe ty
pes bodembescherming te ont
wikkelen, twijfelde niemand.
Mouw vertelt dat er aanvanke
lijk geen sprake was van een re
volutionaire ontwikkeling. Het
ging meer in de sfeer van;
kalmpjes aan, dan breekt het
lijntje niet. Dat kon ook makke
lijk, omdat de Deltawerken van
klein naar groot werden aange
pakt en de behoefte aan uitge
strekte velden bodembescher
ming langzaam groeide. „Het
was altijd een samenspel met de
mensen ter plekke. De bazen
daar moesten van die nieuwlich
terij weinig hebben. Kunststof in
plaats van rijshout zagen ze niet
zitten. Dat is bijvoorbeeld een
probleem geweest bij de vooruit
strevende ontwikkeling van bo
dembescherming voor het Veer-
se Gat, waarbij nylon matten
werden uitgerold. Het overwin
nen van weerstanden kostte tijd.
Dat is trouwens overal zo en de
waterbouw vormt geen uitzon
dering".
De eerste toepassing van textiel
in de waterbouw - Nederland
had een wereldprimeur - ge
schiedde nog vóór aanvang van
het Deltaplan, zegt Mouw.
Bij de afsluiting van de Pluim-
pot op Tholen (1957) werden ny
lon zakken gevuld met zand (ge
wicht enkele tonnen per stuk) in
de stroomgeul gedumpt. On
danks de reserves tegen de
'nieuwlichterij' kregen de ideëen
steeds meer gestalte. In het wa
terloopkundig laboratorium
werd fundamenteel onderzoek
gedaan naar de lengte van bo
dembescherming. Dat was nog
nooit gebeurd, veelal was het
'natte vingerwerk'. Verschillen
de mogelijkheden werden be
proefd. Via probeersels met wa
terdichte folie en nylonweefsel
ontstond een mat van kippegaas
met folie en daarop grind. De
voorloper van de huidige zink
stukken. Met het oog op het gro
te project in de monding van de
Oosterschelde (eerst nog een
dichte dam, later de stormvloed
kering), ontwikkelden rijkswa
terstaat en aannemers drie nieu
we types bodembescherming: de
steenasfaltmatten; de blokken-
matten; de grindworstmatten.
In totaal is bij het Oosterschel-
deproject vijf miljoen vierkan
te meter bodembescherming ge
legd, voornamelijk blokken-
matten en steenasfaltmatten.
De grindworstmatten zijn niet
in produktie genomen. Daar
bleef het niet bij. Mouw wijst op
een nieuwe uitdaging: de funde
ring van de stormvloedkering.
De bouwers aan de kering wil
den niet dezelfde fout maken als
de dwaze man uit de bijbel, die
zijn huis slechts bouwde op
zand. Voor een stevige onder
grond van de pijlers waren blok
ken- en steenasfaltmatten niet
geschikt. Uiteindelijk ontston
den de filtermatten: de onder-
matten bestaande uit drie lagen
zand, kif en grind en de boven
matten van drie lagen grind; dik
te van elke mat 0,36 meter. De
matten - zo was de slimme ge
dachte - vormen een filtercon
structie die het bodemzand vast
houdt, terwijl tegelijk een vol
doende waterdoorlatendheid
behouden blijft.
Zonder slag of stoot is de mat-
constructie niet binnengehaald.
Mouw: „Het is een hele strijd ge
weest tussen de filtermatten van
rijkswaterstaat en inzet van een
wandelend baggereiland - werk-
naam Kameel, later Simon Ste-
vin - van de aannemers. De filter
matten hebben gewonnen. Het
oprollen en neerleggen kende
men al in de praktijk van de
blokkenmatten. De kosten wa
ren aanvankelijk het laagst. In
de goede werking van het sys
teem baggereiland was onvol
doende vertrouwen". De filter
matten hebben zich waarge
maakt. Het leggen ervan - zo
vlak als een voetbalveld - is uit
stekend verlopen, mede door de
mattenlegponton Cardium. „Ik
heb wel eens gedacht: wat moet
het worden. In het begin heb ik
heel wat puinhopen meege
maakt. Het is dan een kwestie
van vallen en opstaan, van ge
woon doorgaan. We stonden wel
onder tijdsdruk. Het vervelende
was dat de keus op de filtermat
ten al gevallen was, toen het
zaakje nog niet produktiegereed
was. We hebben 's winters in ten
ten met hete luchtkanonnen
doorgeploeterd", aldus ing
Mouw. „Er is twee jaar over ge
daan om de matten te ontwikke
len. Je kunt het er niet aan afzien
hoeveel kennis erin gestopt zit.
Het is een heel complex geheel,
ogenschijnlijk simpel".
Het ontwerpen van de filter
matten beschouwt Koos Mouw
als één van de belangrijkste wa
penfeiten in het kader van ont
wikkeling van nieuwe werkme
thoden. Er zijn er meer, zoals; de
trilnaden voor het verstevigen
van de ondergrond, grindzak-
ken voor afscherming van de
pijlervoet, een methode voor
het vullen van de pijlers, de on
derwater-trilplaat voor het ver
dichten van de stenen drempel.
„Als ik bij de kering rondloop,
dan zie ik allerlei dingen waar we
bij betrokken zijn geweest.
Daarvoor waren we ook. Eerst
een probleem boven tafel krij
gen, dan een oplossing zoeken.
Als een richting niet klopte, of
het was een doodlopende straat,
dan ging je wat anders proberen.
We zijn er altijd uitgekomen, an
ders was de stormvloedkering er
niet gekomen". Mouw herinnert
zich één onderwerp waarvoor
zich geen oplossing aandiende:
de aansluiting van de bodembe
scherming bij een kering van het
ontwerp pijlers op putten. „Dat
idee is niet verder uitgewerkt.
We zijn dus gelukkig gered door
de gong".
De stormvloedkering is niet
precies volgens het eerste con
cept gebouwd. Al doende zijn al
maar wijzigingen aangebracht.
Voortdurend in teamverband,
stelt Mouw.
„Er zijn maar heel weinig dingen
die door één man bedacht zijn.
Dat is ook niet zo belangrijk. Ie
dereen had zijn specifieke des
kundigheden. Als er een pro
bleem was, kroop je bij elkaar en
werd er gebrainstormd tot de
witte rook uit de schoorsteen
kwam. Dan lag er een aantal
ideëen en daar werden proeven
mee gedaan. Van de wijze van
aanpak hebben we veel geleerd.
Goed analyseren wat een pro
bleem is. Als je weet hoe dat er
uit ziet, dan kun je er ook allerlei
technieken op loslaten. Vroeger
werd nogal eens een oplossing
bedacht en pas dan werd geke
ken of die paste".
Van alle nieuwe ontwikkelin
gen die het Deltaplan voor de
waterbouw heeft opgeleverd,
acht Koos Mouw die op het ge
bied van bodembescherming
het vérgaandst. „Daar lopen we
echt mee voorop in de wereld.
Dat wordt ook erkend. In andere
landen zijn onze ideëen overge
nomen. Onder meer voor de Tha
mes-barrier in Londen, maar
daar zijn onze adviezen niet alle
maal overgenomen, dus hou ik
mijn hart vast. De Nederlandse
industrie heeft er aardig van ge
profiteerd. Het voornaamste is:
de hele waterbouw is een weten
schap geworden. Vroeger was
het een geloof. Je hing een leer
aan en je had tegenstanders die
een andere leer aanhingen en
niemand kon zijn gelijk bewij
zen. We konden heel weinig uit
rekenen, tegenwoordig een hele
boel. Natuurlijk komt er nog een
hoop praktijkervaring bij kijken
en ook gewoon je nuchtere ver
stand gebruiken".
Prefabricage en bouwen in stro
mend water: die twee elemen
ten vormen voor Mouw het
unieke van het Oosterschelde-
project. „Dat is nog nooit ter we
reld vertoond. En je had er aller
lei technieken voor nodig, die je
anders nooit tegenkomt en ge
bruikt. Die moesten ontwikkeld
worden. Het unieke van de hele
prefabricage en de bouw in stro
mend water zal de leek niet zo
gauw zien. Een technicus ziet
dat wél. We krijgen er ook met
een vragen over". Koos Mouw
voegt eraan toe dat het Delta
plan als zodanig in de Neder
landse waterbouw veel veran
derde (en niet alleen op het ge
bied van de bodembescher
ming). In sommige opzichten
zijn de bakens compleet verzet.
Neem het onderzoek in de twee
vestigingen van het waterloop
kundig laboratorium (Delft en
De Voorst). In eerste aanleg is
vooral met grote schaalmodel
len gewerkt. De omvangrijke
Oosterscheldeproblematiek
leidde tot het verzinnen van
computermodellen, die sneller
en uitgebreider informatie ople
veren.
Bij de activiteiten onder water
werden grote aantallen duikers
ingezet. Op het hoogtepunt van
de werkzaamheden ruim zestig
man. Onder moeilijke omstan
digheden: grote stroomsnelhe-
den, slecht zicht en grote diep
ten. Drie duikbedrijven vorm
den de Duik Combinatie Ooster
schelde, onder begeleiding van
de groep Onderwater Activitei
ten van rijkswaterstaats Delta
dienst en de aannemerscombi
natie Dosbouw. Het inschakelen
van zoveel duikers op één pro
ject leidde tot verbetering van
de regels voor dakwerkzaamhe
den en de duikmedische begelei
ding. Speciaal voor de inspectie
van de fundering ontwierp de
combinatie Necos een onderwa
tersysteem: de onderwatercraw-
ler Portunus, die op rupsbanden
en met onderwatercamera's op
de bodem rondscharrelde (met
als moederschip de Wijker Rib).
Voor het kijken in en onder de
pijlers ontstond de Trigla, een
apparaat met in de kop een klei
ne televisiecamera en voorzien
van sensoren om zanddikten te
meten.
De meetwerkzaamheden in het
algemeen namen een grote
vlucht. Het inpassen van de ge
prefabriceerde delen van de
stormvloedkering was precisie
werk. Er werd een continu meet
systeem gemaakt, onder meer
van belang voor de verankering
van de werkschepen. Een oor
spronkelijk voor militaire doel
einden ontwikkeld apparaat (ra
ketbesturing) deed zijn intrede:
de Franse Minilir. Een automa
tisch werkende infrarood theo
doliet, met vele mogelijkheden,
onder meer: zeer nauwkeurig
zelfrichtend; continu afstands
meting. De beschikbaarheid van
computers voor de gegevensver
werking was steeds vanzelfspre
kender, ook aan boord van de
werkschepen. De mattenlegger
Cardium had maar liefst vijf
computers aan boord.
Bijzonderheid voor de natte wa
terbouw waren de erg strenge
nauwkeurigheidseisen. Niet
werken in meters, maar in milli
meters. Voor de vlakheid van de
onderkant van de pijlers werd
slechts een tolerantie van tien
millimeter toegestaan. Dat ver
eiste het inschakelen van spe
ciale theodolieten en elektroni
sche afstandmeters. Alles moet
later verantwoord en berekend
terug te vinden zijn. Minstens zo
belangrijk voor het uitvoeren
van het werk waren de weers
verwachtingen.
Niet alleen op korte termijn,
maar naarmate de stormvloed
kering in een moeilijker bouwfa
se verkeerde ook op langere ter
mijn. Daarvoor ontwikkelden
waterloopkundigen van de Del
tadienst en weerkundigen van
het KNMI een systeem dat infor
matie geeft over golfslag, water
stand, stroming en zoutgehalte.
De meerdaagse weervoorspellin
gen reiken tot ver op de Noord
zee, in verband met het door
dringen van golfbewegingen
naar de mond van de Ooster
schelde.
De kennis en ervaring die bij de
Deltawerken zijn vergaard, zijn
in alle windrichtingen verspreid.
Een enigszins vergelijkbaar ver
volgproject is niet direct voor
handen. Toch wil rijkswater
staat het ontwikkelen van nieu
we werkmethoden en het verfij
nen van bestaande niet loslaten.
Bij de directie sluizen en stuwen
wordt een nieuwe hoofdafdeling
gevormd, die de 'know how' van
het Deltaplan moet uitdragen en
de waterbouw van frisse, creatie
ve ideëen moet voorzien. Eén
voorzet ligt er inmiddels al: een
pomp accumulatie centrale, of
wel het gebruik van water in Ne
derland voor het opwekken en
opslaan van energie.
rinus antonisse
Lang geleden kwamen de Nederlanders er al achter
dat het op de zandige zeebodem, eeuwig in bewe
ging, slecht dijken bouwen is. Alles zonk weg in het
wandelende zand. De natuur zelf leverde een oplos
sing: rijshout. Daar vlochten de mensen zinkstukken
van. Ingenieus geconstrueerde 'matrassen', die met
stenen verzwaard op de bodem werden neergevlijd.
Ze vormden het dunne fundament, waarop de zwaar
ste zeewering stevig overeind bleef. Geen dijk zonder
zinkstuk en zonder de rijswerkers zou het lage deel
van Nederland allang zijn weggedreven. Het maken
van een zinkstuk met rijshout en wilgeteen vereiste'
veel mankracht. Het afzinken eveneens en het was
een kunst apart. Een indrukwekkend gebeuren: de
geur van rijshout, het geschreeuw van de rijswer
kers, het geraas van de stenen en op het moment van
doodtij het langzaam onder water verdwijnen van de
rijshouten matras.
PZC
WOENSDAG
17 SEPTEMBER
het jaar 1979
De staten treden niet op als landveroveraars. Er worden géén aan
spraken op Goeree en Overflakkee gedaan in het raam van de reorga
nisatie van het binnenlands bestuur. Afwachten wat de mensen daar
zelf willen. Er is wel gesproken over een gemakkelijker beheer van -
bijvoorbeeld - een belangrijk gebied als De Grevelingen.
In het Amerikaanse Harrisburg is een wel zeer nijpende situatie ont
staan rond een kerncentrale. Het ene bericht spreekt van een ongeluk,
het andere van een bijna-ramp, maar dat er - hoe dan ook - heel wat
aan de hand is lijkt zeker. Dat trilt natuurlijk door in Borssele. De rege
ring verklaart dat ongevallen van deze soort in Borssele onmogelijk
zijn. De stemmen om te sluiten zwellen aan en ook in het bedaagde mid
dengebied groeit een pleidooi voor terughoudendheid bij de toepassing
van moeilijk beheersbare processen.
De Congrescommissie in de VS heeft inmiddels vastgesteld dat het niet
zozeer om menselijke fouten als wel om falende apparatuur ging. Het
zal je ramp maar zijn! Provinciale staten vinden - met de groots moge
lijk meerderheid - dat Borssele niet gesloten hoeft te worden. Een staf
lid van de PZEM is naar Harrisburg vertrokken om zich van oorzaken
en gevolgen op de hoogte te stellen.
Intussen blijft Borssele wel zitten met het probleem van kernafval. Co-
géma, de Franse opwerkingsgigant in Cap de la Hague, kan op grond
van een contract eisen dat Nederland de troep terugneemt.
Ik ben daar eens gaan kijken, aan den Atlantiek. De Fransen zijn niet
zo geheimzinnig over dat contract. Ik heb de fabriek gezien en met de
onderminister gesproken. Het is een sinistere wereld die mij een beetje
veel aan 'morgen' doet denken terwijl het toch duidelijk 'vandaag' is.
Robotarmpjes, blauwige bassins met splijtstofelementen uit een groot
deel van de wereld, meet- en regelkamers, witte pakken, hoezen over de
schoenen en overal controles op radio-activiteit. Vlak buiten het dorp
je staat een bord 'Verboden vuil te storten'.
Als ik vraag naar de kracht van de contestatie is het antwoord laco
niek: Als er eens een demonstratie is, dan bidden wij om regen en zodra
het regent is er geen actievoerder meer te zien. De kracht van het ge
bed?
Op tenminste één terrein houdt men de grootschaligheid liever voor
gezien en dat is het kampeerterrein. Kamperen bij de boer is in en heeft
in Zeeland een opmerkelijk hoge vlucht genomen. Een derde van 's
lands accommodaties is hier geteld. Zeventig procent van de Zeeuwse
gemeenten staat kamperen toe. In de rest van het land komt men niet
verder dan dertig procent. De groei van de recreatie gaat zo langza
merhand zorgen baren. Er is een roep om ook in, óp en langs de Greve
lingen meer recreanten toe te laten. Zal dat op den duur niet de dood
van het gebied zijn?
Rond de Oosterschelde is de strijd om de ligplaatsen voor het bootjes-
vermaak ontbrand. Natuur Milieu voert bluswater aan.
Nederland heeft inmiddels veertien miljoen inwoners'. Negen jaar gele
den was dat nog één miljoen minder. Men verwacht een kentering vóór
de vijftien miljoen zal zijn bereikt.
Anne Vondeling, gewezen kamervoorzitter en bezig met Europese za
ken, is bij Mechelen om het leven gekomen. Hij is het slachtoffer gewor
den van een spookrijder. Daar komen zwarte grapjes van.