HET
KARWEI
VAN
DE
EEUW
U -v
P
mi i
29
funderingsmatten
'Ml: A A-\
pijlers plaatsen
elementen
Aan de stormvloedkering is
steeds het enigszins ronken
de predikaat 'het waterbouw
kundige werk van de eeuw' ge
hecht. Menige medewerker van
rijkswaterstaat of aannemer
doet daar nu wat bescheiden
over, maar vast staat dat bij de
bouw prestaties zijn geleverd
die in aanmerking zouden kun
nen komen voor vermelding in
het Guinness Book of Records,
om van serieuzere waterbouw
kundige en milieukundige lite
ratuur maar niet te spreken.
Want er moesten onder een grote
tijdsdruk werkzaamheden wor
den uitgevoerd die ver buiten
het ervaringsgebied lagen en
veel meer nauwkeurigheid ver
eisten dan ooit daarvoor nodig
was. Bovendien vroeg de bouw
van de pijlerdam een uiterst fle
xibele opstelling van de bou
wers, omdat vaak op het laatste
moment nog wijzigingen en aan
passingen in de oorspronkelijke
plannen werden aangebracht.
Die soepelheid moest bijvoor
beeld projectleider pijlerbouw
Leo Mosselman zien op te bren
gen. Toen hij in 1978 voor het
eerst op het werkeiland Neeltje
Jans kwam, waren de vier com
partimenten van de bouwput
Schaar nog leeg. Aan een even
leeg bureau in een kale aanne
merskeet en met een hoop onze
kerheden begon hij aan zijn op
dracht: pijlers bouwen voor de
stormvloedkering. Die onzeker
heden werden gevormd doordat
nog onbekend was hoeveel pij
lers zouden moeten worden ge
construeerd en in welke volgor
de.
„Daar werd ik in het begin wel
eens tureluurs van", vertelt hij.
„Eerst was nog sprake van 88 pij
lers. Toen werden het er 77. Uit
eindelijk hebben we er 66 ge
bouwd en dat bleek er achteraf
nog één teveel".
Mosselman (42) moest de hele or
ganisatie voor de pijlerbouw van
de grond af opbouwen. Dat was
geen nieuwe zaak voor hem,
want eerder had hij al gewerkt
aan de caissons voor de Volke-
rakdam en de Brouwersdam.
Een van de problemen was dat
aan de eerste pijlers al volop
werd gewerkt op het moment
dat het pijlerontwerp nog niet
volledig was afgerond. Zo bleek
pas na de eerste storten dat de
dekking op de wapening dikker
moest. Dat is toen met spuitbe-
ton opgelost. In de tekenkamers
moesten alle zeilen worden bij
gezet om de bouwtekeningen
voor de verschillende onderde
len van de pijlers op tijd gereed
te hebben. Mosselman: „We heb
ben nooit helemaal zonder teke
ningen gezeten, maar af en toe
scheelde het niet veel. Dan
kwam weer iemand op het laat
ste nippertje met een stapel te
keningen aanrennen, die bij wij
ze van spreken onder de teken
pen vandaan waren gegrist".
Iedere acht werkdagen begon
van de bouw van een nieuwe pij
ler. Aan ieder exemplaar werd
anderhalfjaar gewerkt. De bouw
bestond uit zeven fasen: de
vloer, de tussenwanden, de bui
tenwanden en de kopse kanten
van de pijlervoet, het dek van de
voet, de aanzet van de schacht,
een variërend aantal tussen
stukken (in verband met de ver
schillende hoogten van de pij
lers) en tenslotte de kop. Het
woud van kranen in de bouwput
en het leger van 900 bouwvak
kers dat op het hoogtepunt van
de pijlerbouw op en tussen de be
tonnen kolossen krioelde, maak
ten de dit onderdeel van de
werkzaamheden aan de storm
vloedkering tot een van de spek-
taculairste. De pijlers staan in
middels 25 tot 45 meter diep in
de drie stroomgeulen van de
Oosterscheldemonding. Alleen
de koppen steken nog boven wa
ter. Het monumentale karakter
is daardoor helemaal verloren
gegaan. Vindt Mosselman dat
niet jammer? „Ach", zegt hij,
„wij hebben tenminste nog ge
zien wat we hebben gemaakt.
Dat is nog heel wat vergeleken
bij die natte jongens. Die doen
alles onder water".
Zo'n natte jongen is Wim den
Adel (41) van rijkswaterstaat.
Hij was projectleider bij het
funderingsbedrijf. Dit onder
deel van de pijlerdambouw
heeft onder de grootste tijd
druk moeten werken en heeft
het langst met aanloopproble
men te kampen gehad. Het leg
gen van de funderingsmatten
was ook, zo is algemeen erkend,
een van de moeilijkste kar
weien. Een projectleider van de
aannemerscombinatie Dos-
bouw heeft het funderingsbe
drijf eens treffend vergeleken
met deze opdracht: je staat op
een hoog flatgebouw in de mist
en je moet vanaf die hoogte op
de begane grond een parkeer
terrein aanleggen. Als dat ge
beurd is rol je er - weer van
bovenaf en nog steeds in de
mist - een rode loper op uit en
die moet den tenslotte netjes
worden schoongeveegd.
Op het moment dat de vorm
van de pijlers al vast stond en
ook de grote lijnen van het pij-
lerhefschip Ostrea op de teken
tafel waren geschetst, was de
hindering van de stormvloedke
ring nog maar in het stadium
van een idee. Geprefabriceerde
matten zouden onder de pijlers
moeten komen te liggen, zoda
nig opgebouwd uit lagen dat het
zand van de Oosterscheldebo-
dem zou worden vastgehouden.
Die matten zouden op een rol
moeten worden getrokken en
dan vanaf een ponton op de bo
dem uitgerold. Met deze afzink-
methode was in de Oosterschel-
de eerder al ervaring opgedaan.
Verscheidene werkgroepen ter
voorbereiding van het funde
ringsbedrijf gingen aan de slag
en ontwierpen de flltermatten-
fabriek en de mattenlegger Car-
dium en bogen zich over vraag
stukken als: moeten de matten
op de bodem netjes tegen elkaar
komen liggen, overlappen of
juist een eindje van elkaar wor
den neergelegd. Volgens Den
Adel is er in die werkgroepen
enorm had aan getrokken.
Wim den Adel had zwart haar
toen hij in 1979 naar het Ooster-
scheldeproject kwam. Inmid
dels is hij flink grijs. Zijn
vrouw wijt dat, vertelt hij, aan
de problemen die zich steeds
voortdeden tijdens de voorbe
reidingen voor de mattenlegge-
rij, gedurende de proefperiode
en in de eerste maanden dat de
Cardium aan het werk was.
„Alles wat maar enigszins ver
keerd kon lopen is ook inder
daad fout gegaan", zegt hij bla
derend in een evaluatierapport
over het funderingsbedrijf.
Daarin staan alle problemen in
een nuchtere grafiek samenge-
A\;
.m
f, s V s
f r'W? 14c'-tV
- 1 •- A 't
/-l_
pspp
OTP
tij dsdruk en
flexibiliteit
vat. Pas na veel proeven werd
duidelijk aan welke eisen de
funderingsmatten (36 centime
ter dikke matrassen, 200 meter
lang en 42 meter breed) moesten
voldoen. Bij de proeven met de
Cardium trilde de verdichtings
in november 1982 begonnen de
Cardium en de Jan Heijmans,
de ponton die de voorrand van
de mat tijdens het afrollen op
de juiste plaats hield, met het
leggen van de matten in de
stroomgeul Hammen.
Het staat zo simpel in een folder: „Rijkswaterstaat,
aannemers en laboratoria vonden tenslotte de vol
gende oplossing: plaats in de stroomgeulen beton
nen pijlers, pak de voet stevig in een stenen drempel
en maak de resterende openingen afsluitbaar met
beweegbare stalen schuiven". Nu de stormvloedke
ring is voltooid lijkt de bouw achteraf inderdaad zo'n
eenvoudig karwei. Het complete funderingswerk, de
voeten van de pijlers en de stenen drempel zijn onder
water verdwenen. Overgebleven is slechts een over
brugging van de Oosterscheldemonding, die in niets
lijkt op de kwetsbare lijn die de Zeelandbrug ruim
tien kilometer oostelijker aan de horizon trekt. Alleen
de in lengte variërende en daarmee de diepte van de
stroomgeulen aangevende cilinders voor de bewe
ging van de schuiven proberen nog voor een span
nend lijnenspel te zorgen.
plaat van het schip aanvanke
lijk het bovendoek van de mat
ten kapot en slobberde de zuig-
mond waarmee door de stroom
afgezet zand moest worden op
geruimd, de uit zand en grind
bestaande vulling van de mat
ten op.
De proefperiode van 11 maan
den was toch nog te kort ge
weest om alle kinderziekten te
verhelpen en het definitieve
plaatsbepalingssysteem was
nog niet geïnstalleerd. En dus
ging van alles mis. Matten kwa
men geplooid op de bodem te
liggen, scheurden kapot bij het
schoonzuigen en een over het
hoofd gezien stukje hoekijzer in
de mattenfabriek trok een haal
in de volle lengte van een mat,
waardoor deze (kosten 1 miljoen
gulden) kon worden afgeschre
ven. Regelmatig rinkelde
's nachts dan ook de telefoon bij
Den Adel thuis en werden hem
nieuwe rampspoeden meege
deeld. „Dat hoor je dan aan, je
geeft voor zover jc de zaak van
uit je bed kunt beoordelen wat
aanwijzingen en je draait je
weer om", is achteraf zijn laco
nieke verklaring. „Ik heb er
nooit slapeloze nachten van ge
had. Als je dat hebt dan ben je
ongeschikt voor dit werk".
Door het goede werk van de on
geveer 600 medewerkers van
rijkswaterstaat en Dosbouw in
het funderingsbedrijf, konden
de pijlers op een gespreid bedje
worden neergezet. En dat is óók
uiterst nauwkeurig gebeurd.
De betonnen gevaarten met
hun voet van 50 bij 25 meter
mochten maximaal 15 centime
ter buiten de ideale positie
worden geplaatst. Ze zijn alle
maal binnen een foutgrens van
5 centimeter op de matten te
rechtgekomen.
Goede voorbereidingen, veel er
varing tijdens het beproeven
van de Ostrea en uitstekende
meetsystemen lagen daar vindt
Teus Gijzel van Dosbouw aan
ten grondslag.„Een natte water
bouwer was vóór de bouw van
de stormvloedkering niet ge
wend om op de millimeter te
werken. Natuurlijk moesten
tunnelsegmenten nauwkeurig
worden afgezonken, maar in
hoofdzaak hoefde het allemaal
niet zo precies in de natte water
bouw. Hier hebben we geleerd
dat wel te doen".
Gijzel (38) beschouwt het plaat
sen van de pijlers, hoewel het in
drukwekkend oogt, als een vrij
simpel karwei. „Het was niet
echt moeilijk, maar het sprak
kennelijk tot de verbeelding.
Misschien ook wel omdat veel
andere activiteiten voor de
bouw van de stormvloedkering
zich onder water afspeelden.
Het principe is eenvoudig. Je
hebt een varende hijsinstallatie,
daar pak je een gewicht mee op,
je vaart ermee weg en je zet het
ergens neer. Dat is alles". Het
revolutionaire van het hefschip
Ostrea zit 'm naar de mening
van Gijzel in de schaal: er zijn
fotografie wim riemens
niet veel schepen die een ge
wicht van 12.500 ton kunnen til
len. „Op die grote schaal moetje
juist alert zijn. Op papier kan
alles. Maar het zijn wel ménsen
die met zo'n hijsinstallatie om
moeten kunnen gaan". Veel in
gewikkelder dan het eigenlijke
plaatsen van de pijlers was de
complete organisatie rond het
Ostrea-bedrijf. Het schip moest
ook de pijlers in de bouwdokken
verplaatsen en ze naar de ver
schillende stroomgeulen trans
porteren. Al die werkzaamhe
den en de combinatie ervan met
de activiteiten van de meet-
dienst, de ankerbehandeling en
de duikers leverden een inge
wikkelde planning op.
Het wezen van het Oosterschel-
deproject is volgens Gijzel de
druk waaronder is gewerkt. Al
vóór bekend was om welke ma
nier het Oosterscheldegebied
precies zou worden beveiligd,
was al een datum vastgesteld
waarop de werkzaamheden vol
tooid zouden moeten zijn: 1 ok
tober 1986. Gijzel: „De mens
functioneert graag onder druk.
Dat is denk ik dan ook een van
de redenen waarom veel men
sen met plezier zullen blijven te
rugkijken op de tijd dat ze aan
de stormvloedkering hebben ge
werkt".
Verkeerskokers, schuiven, be
wegingscilinders, dorpelbal-
ken en bovenbalken hebben
van de 65 keurig op een rij
staande pijlers in de monding
van de Oosterschelde uiteinde
lijk een stormvloedkering ge
maakt.
Al die elementen zijn op hun
plaats gebracht door de bok
Taklift 4, die daarmee een van
de meest gebruikte werk/vaar
tuigen van het Oosterschelde-
project is geweest. De varende
hijskraan was 29 maanden lang
vrijwel onafgebroken aan de
slag. In die tijd is een totaal ge
wicht van ongeveer 550.000 ton
gehesen. Jan Bijkerk, project
leider plaatsing elementen,
komt terugblikkend tot de con
clusie dat het neerzetten van de
verkeerskokers het gemakke
lijkst was. Het plaatsen van de
dorpelbalken, die de onderkant
van de doorstroomopening in de
pijlerdam vormen, betekende
verreweg het moeilijkste kar
wei. Maar omdat dit weer een
van de werkzaamheden was die
zich nagenoeg geheel onder wa
ter afspeelde, trok het uiterst se
cuur manoeuvreren met de dor
pels maar betrekkelijk weinig
belangstelling. De installatie
van de stalen schuiven, die uit
eindelijk de stormvloeden zul
len moeten tegenhouden, lag
daar wat moeilijkheidsgraad be
treft tussenin.
De Taklift 4 moest de precies op
maat gemaakte betonnen en
stalen elementen van de storm
vloedkering ook met grote
nauwkeurigheid op en tussen
de pijlers aanbrengen. Bijkerk
(37) is gewend zo te werken.
Voor hij in de monding van de
Oosterschelde aan de slag ging,
heeft hij de leiding gehad over
het afzinken van een aantal tun
nels. „Een van de belangrijkste
verschillen tussen dat werk en
de pijlerdam is dat we hier met
zo'n grote ploeg hebben ge
werkt", vertelt hij. „Hoe meer
mensen hoe meer kans op fou
ten. Dat betekent datje een goe
de organisatie moet opzetten en
moet zorgen voor een goede
communicatie. Verder zijn we
tevoren nagegaan welke proble
men we eventueel zouden kun
nen tegenkomen bij de plaat
sing van de verschillende ele
menten en daar hebben we ons
gedegen op voorbereid. Je kunt
niet alles vantevoren overzien,
maar wanneer je oplossingen
hebt bedacht voor alle moeilijk
heden die je eventueel kunt ver
wachten, dan heb je de gelegen
heid om tijdens een plaatsings
operatie nog iets te doen aan
lastige zaken die dan toch nog
optreden". Die zorgvuldigheid
heeft naar het oordeel van Bij
kerk resultaat gehad: „We heb
ben kwalitatief goed en redelijk
veilig gewerkt".
ben jansen
PZC
WOENSDAG
17 SEPTEMBER
A
■■■■ESNNi
foto wim riemens
het jaar 1978
Dries van Agt is de nieuwe minister-president. Hij heeft onder meer ver
klaard dat zijn regeerploeg de afspraken over uitvoering van de Delta
werken zal nakomen. Vooruit maar.
Gommert de Kok heeft zijn vertrek bij de PZC aangekondigd. Hij wordt
hoofdredacteur bij Sijthoff. Er zullen weinigen hebben gedacht dat hij
Zeeland ooit zou verlaten. Het geeft ook enige beweging op de redactie.
Wat de toekomst brengen moge....
Met De Kok verdwijnt weer een profeet van het nieuwe Zeeland naar de
Randstad. Hij krijgt de Zeeuwse Prijs, met medaille en een LiberAmico-
rum. Hij zal van zich doen spreken.
De culturele ontsluiting werkt door. De stichting Forum in Middelburg
doet heel interessante dingen op de raakvlakken van de kunsten,
Jeugd en Muziek bouwt de festivals van eigentijdse muziek uit en in de
oude Graanbeurs op het Middelburgse Damplein gaat Marius Boezem
werken aan een wereldpodium voor de kunst. Is dat niet wonderbaar?
Professor Korringa, die veel onderzoek ten bate van schelpdierencub
tures heeft gedaan, gaat met pensioen. Hij wordt door velen beschouwd
als de redder van de oesterteelt. In de Grevelingen wordt in zijn geest
ver der gewerkt. Daar wordt nu broed van de Zeeuwse oester gewonnen
met het oog op herbevolking van de Oosterschelde. Gaat het goed dan
zal in de Grevelingen zélf ook een nieuw oestergebied ontstaan.
Zeeland heeft de ramp van '53, vijfentwintig jaar geleden alweer, her
dacht. In de zwaarst getroffen dorpen zijn kransen gelegd.
Er was een boodschap van de koningin: „Steeds meer mensen hebben
niet meer meegemaakt en weten slechts van horen zeggen hiervan,
maar voor ons, die die dagen wel meemaakten, griften al die beelden
van en rond het onheil zich onuitwisbaar in het geheugen".
Neerlands pluriforme pers stort een lawine van herdenkingsartikelen
en vooruitblikken op het jaar 1985 over de wereld.
Vice-premier H. Wiegel deelt mee dat de regering zal meewerken aan
de bouw van een vaste oeververbinding over de Wester schelde. Aanleg
1981 of zoveel eerder als mogelijk. Addertjes onder het gras: de toe
stand op de kapitaalsmarkt en de arbeidsmarkt. Minister Tuijnman
heeft zich inmiddels 'een warm pleitbezorger' voor de VOW genoemd.
De actiegroep Oosterschelde Open heeft regering en parlement nog
maals gewezen op de voordelen van dijkverhoging en de nadelen - óók
in geld - van een pijlerdam. De groep wil een onafhankelijk onderzoek
onder de Zeeuwse bevolking en méér aandacht voor de belangen van
de vissers die er nu tientallen miljoenen bij in dreigen te schieten.
Wim Don vindt het pleidooi voor een grotere doorlaatopening 'een uto
pie'. En hij is gedeputeerde.
Aantjes, eens genoemd als kandidaat voor de commissarispost in Zee
land, heeft al zijn politieke functies neergelegd. Zijn oorlogsverleden
waar al eerder geruchten over gingen, dwingt hem daartoe. Er zijn lan
ge uiteenzettingen en verklaringen op tv en in de kranten geweest, hou
de Jong maakt er de gebruikelijke privé-show van. Aantjes en de Waf-
fen-SS, het kan natuurlijk niet. Hij is het niet op alle punten eens met
het aangedragen materiaal maar stapt op en dat lucht op.
De boef Menten is op vrije voeten gesteld. Dat, zegt men, vergt de rechts
gang ener democratische staat.