3
y
HULP
RAMPENFONDS
solidariteit
chaos
a.
4
In Gorssel breit een legertje huisvrouwen zich de vin
gertoppen blauw om wekelijks zo'n honderd paar
sokken naar het rampgebied te kunnen sturen.
De Bijbelkioskvereniging verzendt gratis bijbeltjes.
De Vereniging van Nederlandse Opticiens blijft niet
achter: watersnoodslachtoffers die hun bril zijn
kwijtgeraakt, mogen zich een nieuw montuur laten
aanmeten.
Prinses Wilhelmina staat haar particuliere auto, een
Cadillac, af voor het vervoer van evacués en klein
dochter Beatrix geeft haar fonkelnieuwe rijwiel, een
verjaardagscadeautje, weg.
Padvinders trekken er op uit onder het motto 'De
mouwen omhoog ons land moet droog'.
En Jules de Corte zingt: 'Het leeft in alle oorden/van
Dokkum tot Maastricht/ van hier tot Hindeloopen/
Beurzen open, dijken dicht'.
Dat de Nederlanders hun
r medemensen helpen, het
nocht worden verwacht. Zij
ijn tenslotte zonen en dochters
an één volk. Dat echter het bui-
enland zo krachtig meewerkt
im althans een deel van de scha-
le te herstellen, het is meer dan
nenigeen wellicht verwacht zal
lebben".
Dat schrijft de Provinciale
Zeeuwse Courant vier dagen na
lat het water in die februari-
ïacht '53 zo onbarmhartig had
oegeslagen.
Toen de zee zich terugtrok, liet
;ij een onvoorstelbare chaos
ichter: 1835 doden, 72.000 men
en werden geëvacueerd, dui-
enden onherstelbaar bescha-
ligde woningen en andere ge-
jouwen, 200.000 hectare land
vas onder gelopen, de oogst to-
aal vernield, in het water dre-
'en de kadavers van vele tien-
iuizenden koeien, paarden,
chapen, varkens en geiten. Ka-
>otte wegen, verwoeste zeewe-
ingen, telefoon- en telexverbin-
lingen waren verbroken,
fragment uit het boek (in fe-
iruari '53 ten bate van de natio-
ïale geldinzameling uitgegeven
loor de Vereniging ter Bevorde-
ing van de Belangen des Boek-
landels) De Ramp:
Bij het geteisterd Stavenisse
'luchtte die nacht een echtpaar,
n de woonkamer stond het wa-
,er al boven de knieën. De vrouw
vas op de overloop. De man zou
ïog even een tas grijpen, die in
ie kamer lag. Maar binnen enke-
e tellen was het water nog een
ïalve meter gestegen en drukte
le deur dicht. De vrouw die trok,
le man die duwde, zij konden
em niet bewegen. Zij moest
'luchten en hij verdrinken, aan
te andere kant van de deur.
Daar op Tholen zag een man zijn
'rouw en twaalf kinderen ver-
trinken. Een tienjarig meisje
vordt gered, maar onder het
mispuin liggen haar vader, moe-
ter en acht broertjes en zusjes,
ïrgens te midden van kolkend
rater en striemende kou zitten
en jonge man en zijn verloofde.
Us na anderhalve dag een red-
tingboot komt, is het meisje
lood, de jongen half krankzin
nig-
len jongen van Spijkenisse
wemt uren lang met zijn meisje
>p zijn rug. Dan raakt zij te ver-
:leumd, wanhopig en uitgeput
n verdwijnt in de diepte.
Sen man is met zijn vrouw op het
lak gevlucht. Zijn vrouw aan de
ne hand, de andere geklemd om
le schoorsteen. Het water kab-
>elt langs hen voort en zijn rech
tervoet slaat dag en nacht
achtereen met de golfklots van
het water tegen de dakgoot.
Wanneer zij gered worden, is die
voet kapot; de man heeft geen
hiel meer, geen been meer. Het is
slechts een versplinterd bot.
Op Tholen zwalkt een gezin van
zes personen op een afbrokke
lend vlot. Een voor een verdwij
nen zij in de diepte. Alleen een
jongeman, de laatste, wordt nog
gered.
Ergens hangen een man, een
vrouw en vier kinderen aan de
dakrand. Een half uur, eenhiur.
Dan laten zij los, de een na de an
der, en verdrinken in het grauwe,
gulzige water.
Een man drijft met zijn vrouw op
het losgeslagen dak van hun
huis ergens aan land. Een tocht
begint langs overspoelde dijken
zonder leven en beschutting.
Maar wanneer hij tenslotte nog
bij de levenden komt, heeft hij
zijn kinderen gestorven moeten
achterlaten, onderweg tussen
wat aangespoelde melkbussen.
Een man komt aanstrompelen
met een dochter in zijn armen.
Men neemt haar over. Zij is
dood. Hij zegt: mijn andere
dochter is ook dood. Ik heb haar
niet kunnen meenemen'.
Ontreddering, angst, wanhoop
en machteloosheid. Al enkele
uren nadat het Zuidwesten zo
rampzalig is getroffen door het
woedende water, wordt heel Ne
derland overspoeld door een
golf van solidariteit.
„De tijding van het ongeluk dat
aan zovele landgenoten overko
men is heeft bij velen de beste
karaktereigenschappen aan de
dag doen treden. Er is een vaste
wil om gezamenlijk de slachtof
fers te helpen, om gezamenlijk
weer de dijken te herstellen en
wat verwoest werd opnieuw te
herstellen. Blij ve deze wil u allen
bezielen als er verder op uw me
dewerking en offervaardigheid
een beroep wordt gedaan", zegt
ministerpresident dr. "Willem
Drees in een bewogen radiotoe
spraak. Maar een dergelijke op
roep is nauwelijks nodig.
Kort nadat de ramp zich heeft
voltrokken, sijpelen via de ra
dio de eerste berichten door.
Om acht uur zondagmorgen
weet de nieuwslezer nog niet
veel meer te melden dan dat er
enkele polders onder water zijn
gelopen en dat er een aantal
slachtoffers te betreuren is.
Maar naarmate de ware omvang
van de catastrofe tot de rest van
het land doordringt, komen de
massale hulpverleningsacties
op gang. Duizenden vrijwilligers
spoeden zich naar het rampge
bied. Een vloot vrachtschepen,
vissersschepen, salonboten, ple
ziervaartuigen en luxe jachten
zet koers naar de Zeeuwse en
Zuid-Hollandse wateren om vol
komen uitgeputte en verkleum
de slachtoffers van de daken te
plukken of uit de bomen te ha
len. Vliegtuigen en helikopters,
cirkelen boven het rampgebied
op zoek naar overlevenden.
Land-, lucht- en zeemacht wor
den ingezet, de BB, het Rode
Kruis, de padvinderij. Iedereen
die helpen kan, helpt.
De hulpverlening verloopt aan
vankelijk uitermate chaotisch,
er is geen enkele coördinatie, er
zit geen lijn in, ieder overzicht
ontbreekt, lokale autoriteiten
weten niet hoe en waar te begin
nen. C. Berrevoets uit Zierikzee:
„Ik was hoofd van de brandweer
willem j. van dam
toen. Bij de meesten stond het
water tot aan de zolder, maar ze
kwamen zonder zeggen of zingen
allemaal om acht uur naar de
brandweerkazerne. De brand
weerwagens stonden gelukkig
nog droog. We hebben eerst in de
buurt alle mensen van de zolder
geplukt en naar het droge ge
bracht. Toen zijn we naar het
stadhuis gegaan, eerst nog even
tjes kafferen. Want vergaderen
konden ze goed. Ze waren alle
maal hoteldebotel die lui - de
burgemeester, de wethouders,
enfin, heel die reut. Ik was al op
het havenhoofd geweest, daar
zat een bres in. Ik zeg: 'als ze
daar een schip ingooien, dan is
dat misschien te behouden'. Dus
dat was al direct ruzie met de ge
meentearchitect, die zat als ver
lamd in een hoekje op dat ge
meentehuis. De mensen stonden
klaar met schoppen, er waren
honderden schoppen, maar er
waren geen orders hè. Dus toen
is iedereen maar in het wildeweg
begonnen".
Bij het Nationaal Rampenfonds
blijft het geld (de uiteindelijke
opbrengst: ongeveer 14 miljoen
gulden - voor die tijd een vrij
wel onvoorstelbaar hoog be
drag) binnenstromen. Vereni
gingen organiseren de meest uit
eenlopende activiteiten om
maar zoveel mogelijk geld voor
de watersnoodslachtoffers bin
nen te halen. In Parijs scoort
Bram Appel in het Pare des Prin
ces negen minuten voor het ein
de tot uitzinnige vreugde van
tienduizend meegereisde Neder
landers de winnende goal in de
historische voetbalwedstrijd
tussen een Nederlands profelftal
en Frankrijk; het Nationaal'
Rampenfonds kan 120.000 gul
den bijschrijven. De gezamenlij
ke omroepen zenden zes weken
speciale showprogramma's uit;
gerenommeerde binnen- en bui
tenlandse artiesten verdringen
elkaar om geheel belangeloos
aan die uitzendingen te mogen
meewerken.
De naam van de inmiddels ge
pensioneerde NCRV-quizzmas-
ter Johan Bodegraven is onlos
makelijk aan die programma's
verbonden. Hij bewaart er mooie
herinneringen aan.
„Nu ligt het voor de hand om de
microfoon voor charitatieve
doeleinden te gebruiken. Maar
Ï.S
V«, *-4
- --
- I
-
- - --
II
zeeuws documentatiecentrum
het Noord-Bevelands Nieuws-
en Advertentieblad: De
prachtige dingen welke in grote
getale aanwezig waren en door
offergezindheid gegeven waren,
hebben niet alleen blijdschap
maar ook groot verdriet ge
bracht en ontstemming ge
bracht. Ik meen zelfs te kunnen
zeggen van een ramp apart.
Waarom toch hebben zij de jak
halzen zo'n pracht kans gegeven
en waarom de meer bescheide
ner van aard zo te kort gedaan?
Ik heb schreiende vrouwen
gezien, en terecht, want zij had
den niets ontvangen, ondanks
herhaaldelijke aanvragen.
Ook in het destijds in een be
perkte oplage (er bestaan
slechts een stuk of tien exempla
ren van) verschenen 'Zierikzee
rampstad - verzamelde indruk
ken van burgers van Zierikzee
over de rampdagen februari
1953' wordt gewag gemaakt van
dit soort toestanden. Ver
schillende avonturiers waren
naar het rampgebied gekomen,
zogenaamd om als Rode Kruis-
helper te fungeren, maar in
werkelijkheid om er zelf profijt
van te trekken. De ingeza
melde kleding voor de ontheem
den werd gedeeltelijk in de kerk
gebracht. Daar er geen licht
in de kerk kon branden gebeur
den er wel eens dingen die niet
door de beugel konden. In
het begin waren er zes opslag
plaatsen voor kleding en heerste
er een grote chaos, daar iedereen
die wilde, maar kon nemen wat
hem leek'. Oud-brandweercom
mandant Berrevoets: „Je moest
ontzettend goed uitkijken dat
het niet in verkeerde handen te
recht kwam. Je zag allerlei men
sen die geen druppeltje water
schade hadden en toch naar de
depots kwamen om spullen kwa
men. En dat waren juist mensen
van wie je het totaal niet ver
wachtte. Als je dan zei: 'wat kom
jij hier doen, je hebt helemaal
geen water gehad', kwamen ze
met smoesjes over hun vader en
moeder die zogenaamd alles
kwijt waren. Linnengoed - er la
gen drieeneenhalfduizend ves
ten. En dan lieten we ze daar
maar in graaien. Ze groeven zich
gewoon als mollen in die berg
kleding in. En dan kwamen ze er
weer uit met spullen waar ze
soms helemaal niet om verlegen
zaten - alleen maar om te heb
ben. Ja, dat soort dingen kwam
voor. Mijn dochter zat op het
stadhuis. Op een gegeven mo
ment kwamen er kazen, van die
grote ronde kazen. Die was voor
de bevolking. Toen kwam mijn
dochter ook thuis met zo'n halve
kaas. Ik denk: 'dat kan toch
niet?' Dus ik weer naar het stad
huis. Ik zeg: 'als dat zö moet - dat
kan niet, dat kan niet en dat mag
niet. Laat de bevolking ieder een
half pond of een paar ons krijgen,
daar is het voor gegeven, maar
niet voor jullie. D'r kwamen ook
een keer sigaren. Die moesten
ook naar het stadhuis. Ik zeg: 'op
één voorwaarde, als ze verdeeld
worden, anders niet. Anders
gaan ze naar ons depot en dan
zullen wij wel zien wat we er mee
doen'. Het is een paar keer ge
beurd, dat er een paar kisten
moesten ja, hoe zal ik dat uit
drukken naar een beetje hoge
ingezetene van Zierikzee. En die
konden we toch niet luchten of
zien, dus die kisten gingen open
en het was allemaal nieuw goed;
lakens en overhemden. Dus wij
zeiden: dat krijgt-ie niet, dat zul
len wij wel verdelen'. Maar toch:
ik geloof niet dat er echt op grote
schaal misbruik gemaakt is. Het
waren uitwassen. En uitwassen
zul je wel altijd en overal hou
den".
PZC
WOENSDAG
17 SEPTEMBER
MANIFEST
VAN HET NEDERLANDSE
Oproep
aan het volk van Xederland:
Ntxxi is neergedaald over ons vaderland
HELP! HELP DIBECT!
Krachten, machtiger d&n welke menselijke machtsconcentraties
ook, hebben in enkele uren tjjds grote delen van ons land in rouw
gedompeld. Duizenden mensen werden in de nachtelijke uren door
het wrede water van huis en haard verjaagd. Werk van eeuwen
werd in luttele ogenblikken te niet gedaan.
ONBESCHRIJFELIJK IN HET LEE»
dat mensen en dieren heeft getroffen; met geen mogelijkheid is de
materiele schade te overeen, die met name het westen van ons
land is toegebracht.
HULP IN PLICHT!
Onder deze tragische omstandigheden is hulp aan de getroffen
gebieden de plicht van iedere Nederlander, Hulp in goederen, maar
ook en vooral hulp in geld. Veel geld, zeer veel geld om de geteisterde
bronnen van onze welvaart met de grootst mogelijke spoed te
herstellen.
TANT DIEP IN L'W BE CRN,
ook als dit een offer voor u mocht betekenen. Offer met het diepe
besef, dat het gaat om uw medemensen, om uw vaderland en uit
eindelijk om uw eigen belang. Doe het direct! Stort uw büdragen
op postgiro 9575 van het Nationale Rampenfonds, Den Haag, of
stuur een postwissel naar het Secretariaat, Statenlaan 81.
6 februari 1953
Onze wereld is zoveel kleiner én groter geworden. Naar het noorden en
westen is er alleen nog maar water met ons kleine dorp als een eilandje
ertussen. De rest is gebleven wat het was. In de Borselse polder heeft de
Westerscheldedijk het als door een wonder gehouden. Anders, zegt va
der, hadden we alles maar moeten vergeten...
Bertie en ik zijn deze middag naar Wolphaartsdijk en Sabbinge ge
weest. Het was koud, het vriest een beetje en de wind is scherp. Er is
gezegd dat een veerboot midden op het land ligt, zó door de kracht van
de wind over de dijk gewipt. Maar wehebban 'm niet gezien.
Langs de dijk lagen overal kapotte stoelen, poppen en hobbelpaardjes,
stukgeslagen schotels en kopjes en oneindig veel stro.
Alle koeien zijn dood. Ze liggen vreemd met starre poten in de lucht, ze
hebben rare ogen en ze zijn zo dik dat het lijkt of ze elk moment zullen
barsten. Ik durf er niet heel dichtbij te komen.
Er gebeurt nu plotseling veel dat niemand hier kent. In het dorp zijn
dukws aangekomen, tanks die óók kunnen varen. Ze rijden de dijk op
en plonzen dan zo in het water om mensen op te halen of spullen te
brengen. In de verenigingszaal wordt soep gemaakt in grote ketels die
brandkringen achterlaten in het parket. Er is eenAmbonese soldaat bij
die ons in de dukw laat kijken.
We moeten zoveel mogelijk kleren inleveren voor de mensen die alles
verloren hebben. En schoenen en pakken suiker. Maar op school heb
ben we al gehoord dat er mensen mee vandoor gaan die helemaal geen
nood hebben. Profiteurs van de ellende. Er is ook een versje over:
,Geef ons heden ons dagelijks brood
en ieder jaar een watersnood"
Bij Kruiningen, zeggen ze, wordt het watergebied helemaal afgezet
door soldaten die op plunderaars moeten schieten.
Er is nu zóveel water maar we hebben er helemaal niets aan: de school
gaat gewoon door. We moeten een opstel maken over de ramp. „Net
goed", heb ik geschreven. „Dan moeten ze het water maar niet pesten".
Ik heb géén cijfer gekregen...
We hebben een helikopter gezien en gebekvecht of je helikopter ofheli-
koptère zegt. Hij is vlak achter ons huis geland, op de wei. De piloot zit
helemaal in het glas en de wieken maken veel wind. Met een touw halen
ze mensen uit ramen en van het dak en die zetten ze dan af waar het
droog is.
's Middags kwam met veel lawaai een grote Dakota heel laag over. De
deur stond open en we zagen binnen een soldaat die er pakken lege
zandzakken uitschopte. Er zijn veel balen neergekomen. Als er een op
je valt ben je dood.
Tante Map probeert uit Leiden over te komen, maar het is moeilijk met
de verbindingen. De radio heeft al over honderden doden gesproken.
Van alle kanten en uit alle landen is er nu hulp gestuurd. Er werken
veel soldaten op de dijk. We mogen er niet meer bij.
-■//.WA
f/ff/ft
T
beurzen open
dij ken dicht
het was voor die tijd een geheel
nieuw verschijnsel. Het was ge
ven - en dat niet alleen, het was
heel feestelijk geven. De grote
saamhorigheid, dat heeft toen
de meeste indruk op me ge
maakt. Er heerste een onuitspre
kelijke ambiance. Je had het ge
voel dat iedereen met Zeeland
meeleefde".
„Het doet goed te zien, hoe aller
wegen eendrachtig de handen
ineen worden geslagen om ver
lichting te brengen in de ontstel
lende nood van zovele landgeno
ten", schrijft koningin Juliana in
een voorwoord van het boek De
Ramp. Het geluid van de beie
rende noodklokken draagt tot
ver over de landsgrenzen. Italië
zendt brandweerploegen. Engel
se en Amerikaanse militairen
zijn actief in het rampgebied.
Duitsland stuurt draglines en
scheepsladingen stortsteen en
basalt. Zweden schenkt land
bouwmachines, noodwoningen,
een compleet ziekenhuis (het
Rode Kruis ziekenhuis in Zierik
zee). Het zijn maar een paar
voorbeelden. Meer dan zestig
landen verlenen daadwerkelijke
steun. Vliegtuigen, schepen
brengen lieslaarzen, medica
menten, zandzakken, kleding,
dekens, levensmiddelen. In de
depots stapelen de hulpgoede
ren zich op.
Maar hoe cynisch: alle doden
zijn nog niet begraven of er rij
zen conflicten rond de verdeling
van de goederen. Er ontstaan
ruzies over de vraag wie met de
distributie belast moet worden.
De maatstaven die bij de verde
ling worden gehanteerd zijn
niet altijd even eerlijk of op z'n
minst onduidelijk. Vaak is nau
welijks te controleren of de op
gegeven verliezen overeenstem
men met de werkelijkheid.
Al spoedig doen de eerste gelui
den de ronde over misbruik,
vriendjespolitiek, ambtenaren
die zichzelf trachten te bevoor
delen. Dezelfde problemen doe
men op bij de uitkeringen uit het
rampenfonds. De verhalen over
valse schadeclaims zijn talrijk.
Een ingezonden brief (4-4-'53) in