Test voor
Engelands
Europese
gezindheid
PZC/ °P'n'e en achtergrond
Gezicht
Ambities
Argusogen
Zuid-Afrika
Trendsetter
stemmen uit de kerken
Niet alles
VRIJDAG 4 JULI 1986
Mooi is het Vrijheidsbeeld nooit geweest, met zijn
niet zo relevante Griekse neus en puntige stralen
kroon. En de aankleding van Lady Liberty doet vooral
denken aan een huisvrouw die zich haastig in een
gordijn heeft gehuld omdat zij haar peignoir niet kon
vinden toen de melkboer vroeger dan gewoonlijk
aanbelde.
Het beeld: 45,3 meter hoog op een sokkel van 26.7
meter, met om de gigantische voeten 'gebroken kete
nen', in de linkerhand een soort schrijfblok met daarop
in romeinse cijfers de datum 4 juli 1776, een zevenpun-
tige kroon als symbool voor de zeven zeeën, in de
rechtervuist een thans geheel vernieuwde toorts -
mevrouw Gulliver vastgenageld op een eilandje in de
baai van New York, maar in wateren die officieel bij
New Jersey horen. Plaatselijke ruzie zodoende, over de
revenuen, die niet gering zijn.
In al zijn potsierlijke, allegorische overdrijving is dit
Vrijheidsbeeld een heilig stukje Amerika geworden,
een leesteken in een samenleving zonder komma's. En
dat alles omdat een Franse liberaal, Edouard-Rene
Lefebvre de Laboulaye, jurist, professor en voorzitter
van de Franse bond tegen slavernij in 1865 op de
gedachte kwam dat een eerbewijs aan de idealen van
de Verenigde Staten, die een duidelijke politieke
beginselverklaring vormden, ook een hulde zou inhou
den aan Franse idealen.
Te zijnen huize bevond zich op het moment van deze
bevlieging een 31-jarige beeldhouwer van buitenge
woon beperkte kwaliteiten, Frederic-Auguste Barthol-
di, die het voornemen had de trekken van Lefebvre de
Laboulaye in steen voor nog vele nageslachten vast te
leggen. In Frankrijk regeerde Napoleon de Derde, die
in Mexico een belachelijk keizerrijk had gesticht en
met een scherp oog voor de vereisten des tijds en van
overleven zijn onderdanen bij wijze van zoethoudertje
een iet of wat liberaler grondwet aanbood.
De rampzalige oorlog met Pruisen in 1870, maakte ook
van deze op het slagveld gevangen genomen Napoleon
een banneling (in Engeland) en leidde tot kommervolle
omstandigheden in Parijs, waar de 'communards' op
het dieptepunt van een belegering door het rechtse
Frankrijk van Versailles, zelfs de olifanten in de
dierentuin nog opvraten.
De politieke rederijkers, die zich aan Lefebvre's tafel
verzamelden, aten weliswaar geen olifant, maar bleken
toch gevoelig voor de gedachte aan wat Bartholdi
begerig bestempelde als een beeld dat zichtbaar moest
zijn van de Amerikaanse tot de Franse kust.
Enkele weken nadat Frans rechts in Parijs was begon
nen met het vermoorden van 20.000 communards ging
beeldhouwer Bartholdi scheep naar Amerika om pools
hoogte te nemen. Bij het naderen van New Yorks
aanlegsteigers was hem het kleine, lege Bedloe's Island
onmiddellijk opgevallen als een ideale plaats voor de
kolos die hem voor ogen stond.
Het Vrijheidsbeeld kwam er, hij kreeg Bedloe Island
om het neer te zetten, nadat het Franse volk centime
voor centime het geld bijeen had gebracht om de
Verenigde Staten bij hun honderdjarig bestaan een
huldeblijk te schenken dat voornamelijk ten doel had
het Franse liberalisme een onvergankelijk monument
te verschaffen. Ingenieur Gustave Eiffel construeerde
het beeld (negen jaar voordat hij in Parijs zijn toren zou
bouwen, die Amerikaanse kinderen steevast betitelen
als 'the Awful Tower').
In 220 kratten arriveerde 'Vrijheid die de wereld
verlicht' op 17 juni 1885 in New Yorks haven waar na
veel geruzie het geld voor de sokkel was ingezameld
met krantenuitgever Joseph Pulitzer als de grote
promotor van een geschenk niet van de rijken aan de
rijken, maar van een volk aan het andere. Hij verdub
belde dan ook zijn oplage.
Op een mistige ochtend in 1886 werd het beeld onthuld,
drie jaar nadat Lefebvre de Laboulaye was gestorven
en zonder dat de werklieden die het hadden opgetrok
ken of de New Yorkers die met kleingeld de 100.000
dollar voor het voetstuk hadden verschaft, voor de
plechtigheid waren uitgenodigd.
'Feest van de eeuw' rond
110-jarig Vrijheidsbeeld
De organisatoren hebben zich niet
bekommerd om protesten tegen de
komst van het oefenschip van de
Chileense marine, de 'Esmeralda'.
Aan boord van dat vaartuig hebben
de Chileense machthebbers gemar
teld na hun machtsgreep in 1973 en
het lijkt wat merkwaardig om juist
de Chilenen uit te nodigen om de
Amerikaanse vrijheid mee te helpen
vieren. De 'Eagle' van de Amerikaan
se kustwacht, die voorop zal gaan,
heeft dan wel onder Hitier gevaren,
maar vormt nu de trots en oogappel
van zijn bevrijders.
Er zal dus buitensporig worden ge
zeild, maar dat was nog niet genoeg.
Op een stuk bouwgrond bij Battery
Park is inmiddels het 'Prairie Schip
Liberty' gewijd: acht 35 meter hoge
masten met 2160 vierkante meter zeil,
tegen de achtergrond van glazen wol-
(Van onze correspondent Henk Kolb)
New York is volgelopen met miljoenen (dertien tot zeventien miljoen werd tevoren
geschat) voor de viering van een Onfhankelijksdag (op 4 juli) en de tweehonderdste
verjaardag van het Vrijheidsbeeld. Het beeld is een Frans geschenk en daarom komt ook
president Francois Mitterrand als enig genodigd staatshoofd over om aan Reagans zijde er
nota van te nemen dat 'Lady Liberty' er weer indrukwekkend bij staat, met een toorts
waarvan gloednieuw verguldsel flonkert in de zon.
Reagan zal 's avonds de schijnwerpers
ontsteken, die de toorts (niet meer
van binnen verlicht zoals voorheen)
ook in het duister tot een van verre
zichtbaar baken moeten maken. Het
beeld zelf is terwille van de restaura
tie, waarvoor 277 miljoen dollar voor
namelijk uit ondernemingskassen bij
een werd geharkt, het middelpunt
geworden van tomeloze commerciali
sering. Vele Amerikanen is dit een
doom in het oog omdat het een
symbool besmeurt dat zij rein wensen
te houden.
In handen van Hollywood-regisseur
David Wolper is de feestviering uitge
groeid tot monsterachtige proporties.
De exclusieve rechten van de voor
naamste evenementen zijn verkocht
aan de televisiemaatschappij ABC,
die president Reagan dan ook in zijn
draaiboek heeft verplicht om precies
om 21 uur 21 minuten en 29 seconden
de knop van de verlichting om te
draaien. Ten overstaan van 100 mil
joen televisiekijkers en 4000 speciale
gasten op het Goeverneurseiland die
5000 dollar voor hun stoel hebben
neergeteld. Alom in de natie gaan op
dat moment kerkklokken luiden, ter
wijl hotels en restaurants hun gasten
zullen noden voor een 'Dronk op
Liberty'.
Niet minder dan 34 Nederlandse plat
bodems zijn bij Fort Schuyler in de
Bronx per kraan uit hun moederschip
getild om straks in 'admiraalsforma
tie' (zes rijen van zes schepen breed)
mee te varen bij de parade van grote
en kleinere zeilschepen, die ook al
weer groter wordt dan de 'Operation
Sail' die het tweehonderdjarig be
staan van de Verenigde Staten zelve
in 1976, luister bijzette.
kenkrabbers. Deze sculptuur heeft al
in 10 andere steden gestaan, onder
weg van de Westkust naar New York.
Dit alles, inclusief concerten, sport
manifestaties en een afsluitend spek
takel, kost 30 miljoen dollar. Lee
Iacocca, voorman van Chrysler en van
de organisatie die vpor de restauratie
van het Vrijheidsbeeld 12 miljoen dol
lar meer inzamelde dan was begroot,
heeft met de commercie rond het
Vrijheidsbeeld geen moeite. 'Dat ge
beurt al honderd jaar', zei hij en het is
'een goede Amerikaanse gewoonte'.
Vrijheid en immigratie zijn de hoofd
thema's van het festijn, maar opinie
peilingen onthullen haarfijn dat Ame
rika in meerderheid van nóg meer
immigratie niets moet hebben, bij alle £Cht€r
sympathie die legale en illegale immi
granten ontmoeten.
Een woordvoerder van de Commissie
van Juristen voor Mensenrechten zegt
naar aanleiding van een dezer dagen
verschenen rapport: „Terwijl wij na
tionaal feestvieren vanwege het sym
bool van grootmoedigheid tegenover
vluchtelingen bij uitstek, behandelen
wij vele echte vluchtelingen zeer
slecht, als gevangenen voor maanden
en zelfs jaren".
De studie zegt dat in de VS meer dan
4000 vreemdelingen in acht kampen
worden vastgehouden. De regering
wil de capaciteit die nu 5000 is, ver
dubbelen, zeggen de juristen, maar de
immigratiedienst ontkent dit met
klem.
Het Noorse schip Sorlandet, dat afgelopen week in New York arriveerde voor
de feestelijkheden rond het jarige vrijheidsbeeld.
Bijna de helft, 49 procent, van de
volwassen Amerikanen wil minder
immigratie, maar 42 procent zegt dat
het meer moet worden. Dat wijst op
een veranderende instelling. Nog in
1965 wilde 46 procent meer immigra
tie toestaan, terwijl slechts 33 procent
daar tegen was.
Vorig jaar kwamen 507.009 legale
immigranten het land binnen. Hoeve-
len illegaal de grens overschreden is
niet bekend en sommigen houden vol
dat hun aantal dat van de 'legalen'
overtreft. Het gezicht van Amerika is
aan het veranderen: meer en meer
Aziaten, meer en meer Spaans-spre
kenden. Aan de 2000 kilometer-grens
met Mexico houdt de grenspolitie
meer sluik-immigranten aan dan ooit
tevoren, maar is er zeker van dat er
meer dan ooit ontsnappen en in het
arbeidsproces meestal succesvol on
derduiken.
In 1981 is de regering-Reagan om de
toevloed van bootmensen uit Haiti
tegen te gaan, begonnen iedereen die
niet over de vereiste documenten be
schikte bij het binnenkomen van de
Verenigde Staten, te detineren.
Tegen deze achtergrond viert Ameri
ka zijn Onafhankelijkheid en de ver
jaardag van het Vrijheidsbeeld. Dat
wil zeggen: die honderdste verjaar
dag valt pas op 28 oktober, maar dat
is geen geschikt seizoen - volgens
John Adams, de tweede president
van de VS werd de Onafhankelijk
heidsverklaring op 2 juli 1776 goed
gekeurd en de verjaardag van de
grondwet komt pas over een jaartje.
En voor de nationale feestelijke op de
televisie uit te zenden en te beleven
massale naturalisering van duizenden
nieuwe Amerikanen als onderdeel van
het programma, heeft een rechter in
Washington een stokje gestoken wat
zijn stad betreft. Het gebeurt binnens
huis en niet op de trappen van het
monument voor president Jefferson
zei hij, want de plechtigheid zou voor
televisiereclame worden onderbro
ken. „Dat" verklaarde de eedafne-
mende rechter, „is niet in overeen
stemming met de waardigheid die ons
was beloofd".
„Van zulke rechters begrijp ik hele
maal niets", bitste de woordvoerder
van feest-regisseur Wolper. Anderhalf
miljard mensen in de hele wereld
zouden het op de televisie hebben
gezien.
(Van onze correspondent
Hans de Bruijn)
Het was minister-president Lub
bers die het voorzitterschap van de
Europese Gemeenschap eens om
schreef als het 'fietsen in rul zand'.
In de zes maanden dat Nederland de
EG-hamer heeft gehanteerd is de
EG inderdaad maar bitter weinig
vooruit gekomen.
Er is geen enkele reden om aan te
nemen dat de Britten betere fietsers
zijn dan de Nederlanders en dat de
EG, nu Londen voor zes maanden de
Europese scepter zwaait, ineens
sprongen vooruit zal doen. Integen
deel, de Britten staan minstens zo
veel problemen te wachten als hun
Hollandse voorgangers.
Het roulerende EG-voorzitterschap
is, zoals al vaker gezegd, geen moge
lijkheid om nu eens met grote initia
tieven te komen en nationale stok
paardjes in de vorm van hoogstbe-
langrijke besluiten door de EG te
loodsen. Daarvoor werkt de EG-
machinerie te traag en zijn de onder
linge verschillen tussen de twaalf
lidstaten te groot.
De Britse minister van buitenlandse
zaken, sir Geoffrey Howe, en zijn
collega's hebben de laatste weken
echter herhaaldelijk laten blijken
dat zij van het voorzitterschap meer
willen maken dan het 'passen op de
winkel', zoals premier Lubbers een
halfjaar geleden de Nederlandse rol
omschreef.
Nu klinkt er vanuit Britse hoek
geen kritiek op het Nederlandse
voorzitterschap. Ook in Londen be
seft men maar al te goed dat de
trage voortgang van het laatste half
jaar op bijvoorbeeld het punt van
de interne Europese markt, geens
zins aan Nederland te wijten is.
Hooguit aan de wat te hoog gespan
nen Nederlandse ambities.
De afgelopen weken hebben diverse
Britse ministers op hun beurt hun
ambities voor het komende halfjaar
op tafel gelegd, en ongetwijfeld zul
len we in december moeten conclu
deren dat ook zij het weer niet
gehaald hebben. Dat is geen schan
de, maar eigen aan het leiding geven
aan de EG.
Toch zal de komende tijd met wat
meer belangstelling dan normaal
naar Londen worden gekeken. De
Britten behoren zachtgezegd niet
tot de meest overtuigde Europea
nen. Sinds him intrede in de Europe
se Gemeenschap in 1973 (samen met
Ierland en Denemarken) hebben zij
de EG hoofdzakelijk last bezorgd.
Jaren zijn in de EG verloren gegaan
met discussies over de Britse finan
ciële bijdrage aan de EG, die Londen
veel te hoog vond. Belangrijke be
sluitvorming op andere terreinen
werd door die discussie opgehouden
of zelfs geblokkeerd. Pas in 1984
werd voor dit probleem een oplos
sing gevonden.
Gedurende het eerste Britse voor
zitterschap sinds die regeling zal
met argusogen worden bekeken of
de Britten nu eens echt aan de
Europese kar gaan trekken en hun
met de mond beleden Europese ge
zindheid gaan waarmaken. En te
vens of Londen er in zal slagen de
als altijd sceptische Britse bevol
king van de zin en voordelen van de
EG te overtuigen.
Over een gebrek aan kansen zullen
de Britten in elk geval niet hoeven te
klagen. Belangrijke kwesties die een
stevige voorzittershand vergen zijn
bijvoorbeeld de opstelling van de
nieuwe EG-begroting voor 1987 en
de uitvoering van de sanering van
het gemeenschappelijke landbouw
beleid. Beide zaken hebben veel, zo
niet alles met elkaar te maken.
De Britten behoren met de Neder
landers en Westduitsers tot de
krachtigste bezuinigers in Europa.
De EG-begroting is de laatste jaren
uit zijn voegen gebarsten, niet in het
minst door de enorme groei van de
landbouwoverschotten. De hon
derdduizenden tonnen graan, vlees
en zuivel die in de pak- of koelhuizen
liggen, kosten de Gemeenschap
jaarlijks tientallen miljarden.
Van een zuiniger financieel EG-be-
leid komt dus niets als aan die
overschotten niets gedaan wordt.
Het verbaast dan ook niet dat de
Britten die beide kwesties, samen
met de interne markt, als de hoofd
zaak van hun voorzitterschap zien.
Zij zullen moeten proberen de op dit
punt nogal uiteenlopende standpun
ten in Europa te verzoenen.
Er zijn meer kansen, bijvoorbeeld bij
het liberaliseren van de luchtvaart
tarieven in Europa, waarvan Londen
(met Nederland) een groot voorstan
der is. Voorts zullen de Britten Euro
pa leiding moeten geven in de niet-
aflatende handelsconflicten met de
Verenigde Staten, waarover de ko
mende maanden opnieuw onderhan
deld zal moeten worden.
Op veel van deze terreinen blijken
Groot-Brittannië en Nederland het
zelfde te denken. Dat kan een voor
deel zijn, omdat de Britten wellicht
het komende half jaar kunnen oog
sten wat door hun Nederlandse
voorgangers is gezaaid. Maar zij
zullen ook hier en daar tot een blik
naar binnen worden gedwongen.
Bijvoorbeeld op milieugebied. Zo
hebben de Britten tot nog toe maat
regelen tegen do uitstoot van giftige
stoffen door grote fabrieken of ener
giecentrales steeds weten te blokke
ren. Nu zij als voorzitter gedwongen
worden compromissen te zoeken,
wordt in Brussel op een meegaande:
houding gerekend.
Al deze mogelijkheden om iets aan
de interne Europese samenhang te
doen zullen naar verwachting ech
ter worden overschaduwd door 'ex
terne' kwesties. Zuid-Afrika is
daarbij het toverwoord. En nu
kan met zekerheid worden gesteld
dat het succes van het Britse EG-
voorzitterschap in belangrijke ma
te zal worden afgemeten aan wat
het in die kwestie weet te bereiken,
Margaret Thatcher en Geoffrey Ho
we zitten in een niet gemakkelijke
positie met de hete adem van de
EG-partners en straks ook die van
de Gemenebestlanden in de rug. De
hele wereld kijkt toe of zij erin zullen
slagen de dialoog tussen zwart en
blank tot stand te brengen, die zij
zelf steeds hebben gebruikt als argu
ment in hun verzet tegen economi
sche sancties tegen het apartheids
regime.
Het afgelopen half jaar heeft aange
toond dat een minister van buiten
landse zaken die de EG moet leiden
veeleer zelf geleid wordt door de
gebeurtenissen van de dag in de rest
van de wereld. Kwesties als Libië
de kernramp in Tsjemobyl komen
plotseling op en vergen veel tijd en
inzet, die beter aan andere - het
lange-termijn EG-belang dienende-
zaken hadden kunnen worden be
steed.
Die ervaring zullen de Britten in hun
derde voorzitterschap sinds hun toe
treding ongetwijfeld ook weer op
doen. Ambities hebben is een ding.
ze kunnen realiseren in een verdeel
de Gemeenschap van twaalf iets
heel anders.
Is de politiek van Kuitert ook niet alles?
Verleden jaar verscheen van de hand van profes
sor Kuitert het boek 'Alles is politiek maar
politiek is niet alles', met de ondertitel; een theolo
gisch perspectief op geloof en politiek. Dit werk
heeft veel aandacht getrokken. Inmiddels is er al
een derde druk verschenen. Dat hoeft overigens niet
te betekenen dat ook alle verkochte exemplaren
gelezen zijn, want het leest niet als een roman!
Op de Acht Mei-manifestatie in Den Bosch hield de
Nijmeegse theoloog Schillebeeckx een inleiding met
de verwijzende titel: Ook als politiek niet alles is... En
dan word je wel wat nieuwsgieriger want het gaat
hier immers over een zeer actueel thema.
Kuitert is een man die naast intellectuele capacitei
ten ook een fijne neus heeft voor de ontwikkelingen
binnen kerk en samenleving. Met de titel van zijn
boek speelt hij haarscherp in op het opkomend
ongenoegen bij menig kerkganger, die er langzamer
hand genoeg van heeft ook vanaf de kansel nog op
politiek getracteerd te worden, want daarvoor is hij
immers niet naar de kerk gekomen!
Vanaf de jaren zestig is men begonnen gaten in de
kerkmuren te schieten. De kerken hielden op nog
langer een bastion te zijn, waartoe de wereld geen
toegang had. Velen hebben in die jaren met groot
enthousiasme maatschappelijke- en politieke vraag
stukken de kerk binnengebracht, omdat ze ervan
overtuigd waren dat het evangelie niet langer aan
deze werkelijkheid voorbij kon gaan, wilde het onze
generatie nog kunnen aanspreken.
Is dat nu allemaal toch een vergissing geweest, moet
de politiek de kerk weer uit? Er zullen zeker heel wat
trouwe kerkgangers zijn die er altijd al van overtuigd
zijn geweest dat dit een heilloze ontwikkeling was!
Maar ligt de zaak zo eenvoudig?
Politiek via de kerk wantrouwt Kuitert. En hij
besteedt er 218 bladzijden aan om uiteen te zetten
hoe de politiek functioneert, wanneer politiek ten
minste op vakkundige wijze wordt bedreven en
waarom juist daarom politiek en evangelie elkaar
zo moeilijk verdragen.
Maar als goed theoloog gaat Kuitert heel wat dieper
op de materie in en als protestants theoloog is het
niet verwonderlijk dat hij veel aandacht aan Karl
Barth besteedt die ervan uitging dat men bij het
spreken over God alleen bij God uitkomt wanneer
men ook bij God begint.
Welnu zegt Barth, dat kan alleen wanneer men bij
Jezus Christus begint, omdat God zich in Hem
geopenbaard heeft, dat is de werkelijkheid. Daarover
hoort de kerk het in haar verkondiging ook te
hebben. Het gaat dus over Gods heil dat in Jezus
verschenen is. Dat behoort volgens Kuitert daarom
ook het predikontwerp van de kerk te zijn. Waarom
kan of mag de kerk zich dan niet met politiek
bezighouden en wat moet men zich onder politieke
theologie dan wel voorstellen?
Heel kort samengevat ligt het bezwaar hierin dat
politiek, wil ze goed bedreven worden, alleen maar
mogelijk is via machtsvorming. Politici kunnen hun
idealen met betrekking tot de inrichting van de
samenleving alleen maar realiseren door machtsvor
ming. Afzien van macht is het einde van de politiek.
Lees je er echter de bergrede van Jezus op na
(Mattheüs 5 tot 7) dan moetje vaststellen dat daarin
alle machtsvorming wordt afgewezen: het toekeren
van de andere wang! Dat is dus een levenshouding,
waar je in de politiek niet mee vooruit kunt komen.
Het lijkt meer een aanwijzing te zijn voor de
omgangsvormen binnen een gesloten christelijke
gemeenschap.
Betekent dat nu dat christenen dan maar van
politiek moeten afzien? Absoluut niet. Ook Kuitert is
de mening toegedaan dat christenen aan politiek
behoren te doen. De vraag is alleen of ze daar de kerk
voor nodig hebben. Alle grondbeginselen van echte
menselijkheid, principes waarvoor ieder politicus in
een democratie zich zal willen inzetten, hoeven niet
uit het evangelie geleerd te worden. Iedereen kan
weten dat discriminatie, onrechtvaardigheid, onge
lijke verdeling van bezit, om maar enkele belangrijke
uitgangspunten voor een goede samenleving te
noemen, ongeoorloofd zijn. Daar hoeft geen theoloog
en geen kerk aan te pas te komen.
Christenen moeten vanuit hun liefde voor de mede
mens zich wel degelijk politiek inspannen, maar
politiek bedrijven ze samen met anderen. De vraag is
echter of het geloof hen behulpzaam kan zijn bij de
vraag, hoe ze dat moeten doen. Is het dan misschien
zo dat op dit punt zo'n grote spraakverwarring heerst
dat veel christenen, die politiek geëngageerd zijn
(denk maar aan het CDA), zich dan wel op de bijbel
beroepen, maar in feite alleen maar bedoelen wat ze
zelf als christelijk beschouwen? Dat moet voor veel
christelijke politici toch wel frustrerend werken.
Uiteindelijk komt Kuitert, na een zorgvuldige ana
lyse van het maatschappelijk en politiek handelen
(en dat is zeker een grote verdienste van dit boek)
bij de kerk als instituut. Nu wordt ook het begrip
kerk te pas en te onpas gebruikt. Kuitert spreekt
daarom over de kerk als de georganiseerde vorm
van het christelijk geloof, dus de kerk als instituut,
dat wil zeggen: niet de afzonderlijke gelovigen, de
leden van de kerk. Is de kerk dan meer dan de som
van haar leden?
De kerk als instituut is inderdaad meer, zo mogelijk
zelfs iets anders: de kerk als instituut is de gemeen
schap van gelovigen zoals zij zich zelf meent te
moeten verstaan in het licht van het evangelie, van
Gods openbaring.
Welnu, de kerk die zichzelf zo verstaat, kan volgens
Kuitert zich niet in de politieke machtsstrijd verwik
kelen. Daarmee zou de kerk zichzelf ruïneren!
Op die manier worden immers twee soorten macht
door elkaar gehaspeld: de geestelijke macht (de
verlichting met de Geest) van de kerk wordt aange
wend om politieke- en maatschappelijke standpun
ten aan wereldlijke macht te helpen. Maar omdat de
kerk geen andere macht kent dan de macht van het
geloof, wordt ze ontrouw aan zichzelf.
Kuitert toetst deze opvatting ook aan concrete
punten, zoals bijvoorbeeld de kernbewapening. De
kerk kan ook op dit punt ofwel alleen maar iets heel
algemeens zeggen, wat dus niets voorstelt, of alleen
maar herhalen wat al door anderen gezegd is. Onze
samenleving is immers zo ingericht dat kerk en staat
niet samenvallen, onze samenleving wordt niet door
God geregeerd, is geen theocratie, dus moet de kerk
niet de rol van de profeet van het Oude Verbond
willen overnemen. Daarom zou Kuitert dan ook geen
problemen hebben met vredesbewegingen zoals het
Icto of het IKV als het woord kerkelijk er maar uit
was!
Het werk van Kuitert is al met al een helder betoog.
Je vraagt je daarom af waarom het toch niet
iedereen kan overtuigen. Waarom bijvoorbeeld
sprak Schillebeeckx, daarbij indirect naar Kuitert
verwijzend, over: Ook als politiek niet alles is...?
Is dat alleen maar omdat de benauwende besloten
heid, die met name in de katholieke kerk heel lang
heeft geheerst, en die nu volgens de opvatting van
zeer velen eindelijk wat opengebroken is, opnieuw
dreigt teruggedraaid te worden? Maar dat is geen
theologisch argument en doet hier dus niet ter zake
Het gaat in feite om hetzelfde begrip, waarover
Kuitert ook spreekt, namelijk de kerk, het verstaan
van het begrip kerk.
Schillebeeckx wijst er echter op dat de kerk niet
gezien moet worden als het mysterie van Gods
aanwezigheid in de wereld, want zegt hij, die heilza
me aanwezigheid Gods gaat alle kerken vooraf. Maar
de kerk is het mysterie van de manifestatie hiervan,
de kerk moet Gods werkzaamheid bekend maken.
Dat gebeurt ook door maatschappelijk-politiek en
gagement.
Wanneer men deze opvatting als een theologsiche
uitholling van het begrip kerk opvat, kan men, aldus
Schillebeeckx, evenzeer de vraag stellen of men niet
met dezelfde theologische verschraling bezig is.
wanneer men in de kerk alleen nog maar over
vergeving van zonden en eeuwig leven mag spreken
zonder tegelijk praktisch verzet te plegen tegen de
ontluistering van de mens, zowel in de samenleving
als in de kerk en tegen alle structuren die het onrecht
in stand houden. Alleen moet de kerk er wel voor
waken dat haar argumenten zakelijk aan de normen
van de politieke rede voldoen. Het houdt ook in dat
in de politiek de kerk alleen dan legitiem een beroep
op God kan doen, wanneer ze oproept tegen de
verabsolutering van de politiek en de wereld. Vanuit
deze benadering hoeft de kerk de politiek dus niet
aan de individuele leden van de kerk over te laten!
dr G. H. Buijssen
(H. M. Kuitert: 'Alles is politiek, maar politiek is niet alles.
Ten Have, Baarn.)
1
I
i