Test voor Engelands Europese gezindheid PZC/ °P'n'e en achtergrond Gezicht Ambities Argusogen Zuid-Afrika Trendsetter stemmen uit de kerken Niet alles VRIJDAG 4 JULI 1986 Mooi is het Vrijheidsbeeld nooit geweest, met zijn niet zo relevante Griekse neus en puntige stralen kroon. En de aankleding van Lady Liberty doet vooral denken aan een huisvrouw die zich haastig in een gordijn heeft gehuld omdat zij haar peignoir niet kon vinden toen de melkboer vroeger dan gewoonlijk aanbelde. Het beeld: 45,3 meter hoog op een sokkel van 26.7 meter, met om de gigantische voeten 'gebroken kete nen', in de linkerhand een soort schrijfblok met daarop in romeinse cijfers de datum 4 juli 1776, een zevenpun- tige kroon als symbool voor de zeven zeeën, in de rechtervuist een thans geheel vernieuwde toorts - mevrouw Gulliver vastgenageld op een eilandje in de baai van New York, maar in wateren die officieel bij New Jersey horen. Plaatselijke ruzie zodoende, over de revenuen, die niet gering zijn. In al zijn potsierlijke, allegorische overdrijving is dit Vrijheidsbeeld een heilig stukje Amerika geworden, een leesteken in een samenleving zonder komma's. En dat alles omdat een Franse liberaal, Edouard-Rene Lefebvre de Laboulaye, jurist, professor en voorzitter van de Franse bond tegen slavernij in 1865 op de gedachte kwam dat een eerbewijs aan de idealen van de Verenigde Staten, die een duidelijke politieke beginselverklaring vormden, ook een hulde zou inhou den aan Franse idealen. Te zijnen huize bevond zich op het moment van deze bevlieging een 31-jarige beeldhouwer van buitenge woon beperkte kwaliteiten, Frederic-Auguste Barthol- di, die het voornemen had de trekken van Lefebvre de Laboulaye in steen voor nog vele nageslachten vast te leggen. In Frankrijk regeerde Napoleon de Derde, die in Mexico een belachelijk keizerrijk had gesticht en met een scherp oog voor de vereisten des tijds en van overleven zijn onderdanen bij wijze van zoethoudertje een iet of wat liberaler grondwet aanbood. De rampzalige oorlog met Pruisen in 1870, maakte ook van deze op het slagveld gevangen genomen Napoleon een banneling (in Engeland) en leidde tot kommervolle omstandigheden in Parijs, waar de 'communards' op het dieptepunt van een belegering door het rechtse Frankrijk van Versailles, zelfs de olifanten in de dierentuin nog opvraten. De politieke rederijkers, die zich aan Lefebvre's tafel verzamelden, aten weliswaar geen olifant, maar bleken toch gevoelig voor de gedachte aan wat Bartholdi begerig bestempelde als een beeld dat zichtbaar moest zijn van de Amerikaanse tot de Franse kust. Enkele weken nadat Frans rechts in Parijs was begon nen met het vermoorden van 20.000 communards ging beeldhouwer Bartholdi scheep naar Amerika om pools hoogte te nemen. Bij het naderen van New Yorks aanlegsteigers was hem het kleine, lege Bedloe's Island onmiddellijk opgevallen als een ideale plaats voor de kolos die hem voor ogen stond. Het Vrijheidsbeeld kwam er, hij kreeg Bedloe Island om het neer te zetten, nadat het Franse volk centime voor centime het geld bijeen had gebracht om de Verenigde Staten bij hun honderdjarig bestaan een huldeblijk te schenken dat voornamelijk ten doel had het Franse liberalisme een onvergankelijk monument te verschaffen. Ingenieur Gustave Eiffel construeerde het beeld (negen jaar voordat hij in Parijs zijn toren zou bouwen, die Amerikaanse kinderen steevast betitelen als 'the Awful Tower'). In 220 kratten arriveerde 'Vrijheid die de wereld verlicht' op 17 juni 1885 in New Yorks haven waar na veel geruzie het geld voor de sokkel was ingezameld met krantenuitgever Joseph Pulitzer als de grote promotor van een geschenk niet van de rijken aan de rijken, maar van een volk aan het andere. Hij verdub belde dan ook zijn oplage. Op een mistige ochtend in 1886 werd het beeld onthuld, drie jaar nadat Lefebvre de Laboulaye was gestorven en zonder dat de werklieden die het hadden opgetrok ken of de New Yorkers die met kleingeld de 100.000 dollar voor het voetstuk hadden verschaft, voor de plechtigheid waren uitgenodigd. 'Feest van de eeuw' rond 110-jarig Vrijheidsbeeld De organisatoren hebben zich niet bekommerd om protesten tegen de komst van het oefenschip van de Chileense marine, de 'Esmeralda'. Aan boord van dat vaartuig hebben de Chileense machthebbers gemar teld na hun machtsgreep in 1973 en het lijkt wat merkwaardig om juist de Chilenen uit te nodigen om de Amerikaanse vrijheid mee te helpen vieren. De 'Eagle' van de Amerikaan se kustwacht, die voorop zal gaan, heeft dan wel onder Hitier gevaren, maar vormt nu de trots en oogappel van zijn bevrijders. Er zal dus buitensporig worden ge zeild, maar dat was nog niet genoeg. Op een stuk bouwgrond bij Battery Park is inmiddels het 'Prairie Schip Liberty' gewijd: acht 35 meter hoge masten met 2160 vierkante meter zeil, tegen de achtergrond van glazen wol- (Van onze correspondent Henk Kolb) New York is volgelopen met miljoenen (dertien tot zeventien miljoen werd tevoren geschat) voor de viering van een Onfhankelijksdag (op 4 juli) en de tweehonderdste verjaardag van het Vrijheidsbeeld. Het beeld is een Frans geschenk en daarom komt ook president Francois Mitterrand als enig genodigd staatshoofd over om aan Reagans zijde er nota van te nemen dat 'Lady Liberty' er weer indrukwekkend bij staat, met een toorts waarvan gloednieuw verguldsel flonkert in de zon. Reagan zal 's avonds de schijnwerpers ontsteken, die de toorts (niet meer van binnen verlicht zoals voorheen) ook in het duister tot een van verre zichtbaar baken moeten maken. Het beeld zelf is terwille van de restaura tie, waarvoor 277 miljoen dollar voor namelijk uit ondernemingskassen bij een werd geharkt, het middelpunt geworden van tomeloze commerciali sering. Vele Amerikanen is dit een doom in het oog omdat het een symbool besmeurt dat zij rein wensen te houden. In handen van Hollywood-regisseur David Wolper is de feestviering uitge groeid tot monsterachtige proporties. De exclusieve rechten van de voor naamste evenementen zijn verkocht aan de televisiemaatschappij ABC, die president Reagan dan ook in zijn draaiboek heeft verplicht om precies om 21 uur 21 minuten en 29 seconden de knop van de verlichting om te draaien. Ten overstaan van 100 mil joen televisiekijkers en 4000 speciale gasten op het Goeverneurseiland die 5000 dollar voor hun stoel hebben neergeteld. Alom in de natie gaan op dat moment kerkklokken luiden, ter wijl hotels en restaurants hun gasten zullen noden voor een 'Dronk op Liberty'. Niet minder dan 34 Nederlandse plat bodems zijn bij Fort Schuyler in de Bronx per kraan uit hun moederschip getild om straks in 'admiraalsforma tie' (zes rijen van zes schepen breed) mee te varen bij de parade van grote en kleinere zeilschepen, die ook al weer groter wordt dan de 'Operation Sail' die het tweehonderdjarig be staan van de Verenigde Staten zelve in 1976, luister bijzette. kenkrabbers. Deze sculptuur heeft al in 10 andere steden gestaan, onder weg van de Westkust naar New York. Dit alles, inclusief concerten, sport manifestaties en een afsluitend spek takel, kost 30 miljoen dollar. Lee Iacocca, voorman van Chrysler en van de organisatie die vpor de restauratie van het Vrijheidsbeeld 12 miljoen dol lar meer inzamelde dan was begroot, heeft met de commercie rond het Vrijheidsbeeld geen moeite. 'Dat ge beurt al honderd jaar', zei hij en het is 'een goede Amerikaanse gewoonte'. Vrijheid en immigratie zijn de hoofd thema's van het festijn, maar opinie peilingen onthullen haarfijn dat Ame rika in meerderheid van nóg meer immigratie niets moet hebben, bij alle £Cht€r sympathie die legale en illegale immi granten ontmoeten. Een woordvoerder van de Commissie van Juristen voor Mensenrechten zegt naar aanleiding van een dezer dagen verschenen rapport: „Terwijl wij na tionaal feestvieren vanwege het sym bool van grootmoedigheid tegenover vluchtelingen bij uitstek, behandelen wij vele echte vluchtelingen zeer slecht, als gevangenen voor maanden en zelfs jaren". De studie zegt dat in de VS meer dan 4000 vreemdelingen in acht kampen worden vastgehouden. De regering wil de capaciteit die nu 5000 is, ver dubbelen, zeggen de juristen, maar de immigratiedienst ontkent dit met klem. Het Noorse schip Sorlandet, dat afgelopen week in New York arriveerde voor de feestelijkheden rond het jarige vrijheidsbeeld. Bijna de helft, 49 procent, van de volwassen Amerikanen wil minder immigratie, maar 42 procent zegt dat het meer moet worden. Dat wijst op een veranderende instelling. Nog in 1965 wilde 46 procent meer immigra tie toestaan, terwijl slechts 33 procent daar tegen was. Vorig jaar kwamen 507.009 legale immigranten het land binnen. Hoeve- len illegaal de grens overschreden is niet bekend en sommigen houden vol dat hun aantal dat van de 'legalen' overtreft. Het gezicht van Amerika is aan het veranderen: meer en meer Aziaten, meer en meer Spaans-spre kenden. Aan de 2000 kilometer-grens met Mexico houdt de grenspolitie meer sluik-immigranten aan dan ooit tevoren, maar is er zeker van dat er meer dan ooit ontsnappen en in het arbeidsproces meestal succesvol on derduiken. In 1981 is de regering-Reagan om de toevloed van bootmensen uit Haiti tegen te gaan, begonnen iedereen die niet over de vereiste documenten be schikte bij het binnenkomen van de Verenigde Staten, te detineren. Tegen deze achtergrond viert Ameri ka zijn Onafhankelijkheid en de ver jaardag van het Vrijheidsbeeld. Dat wil zeggen: die honderdste verjaar dag valt pas op 28 oktober, maar dat is geen geschikt seizoen - volgens John Adams, de tweede president van de VS werd de Onafhankelijk heidsverklaring op 2 juli 1776 goed gekeurd en de verjaardag van de grondwet komt pas over een jaartje. En voor de nationale feestelijke op de televisie uit te zenden en te beleven massale naturalisering van duizenden nieuwe Amerikanen als onderdeel van het programma, heeft een rechter in Washington een stokje gestoken wat zijn stad betreft. Het gebeurt binnens huis en niet op de trappen van het monument voor president Jefferson zei hij, want de plechtigheid zou voor televisiereclame worden onderbro ken. „Dat" verklaarde de eedafne- mende rechter, „is niet in overeen stemming met de waardigheid die ons was beloofd". „Van zulke rechters begrijp ik hele maal niets", bitste de woordvoerder van feest-regisseur Wolper. Anderhalf miljard mensen in de hele wereld zouden het op de televisie hebben gezien. (Van onze correspondent Hans de Bruijn) Het was minister-president Lub bers die het voorzitterschap van de Europese Gemeenschap eens om schreef als het 'fietsen in rul zand'. In de zes maanden dat Nederland de EG-hamer heeft gehanteerd is de EG inderdaad maar bitter weinig vooruit gekomen. Er is geen enkele reden om aan te nemen dat de Britten betere fietsers zijn dan de Nederlanders en dat de EG, nu Londen voor zes maanden de Europese scepter zwaait, ineens sprongen vooruit zal doen. Integen deel, de Britten staan minstens zo veel problemen te wachten als hun Hollandse voorgangers. Het roulerende EG-voorzitterschap is, zoals al vaker gezegd, geen moge lijkheid om nu eens met grote initia tieven te komen en nationale stok paardjes in de vorm van hoogstbe- langrijke besluiten door de EG te loodsen. Daarvoor werkt de EG- machinerie te traag en zijn de onder linge verschillen tussen de twaalf lidstaten te groot. De Britse minister van buitenlandse zaken, sir Geoffrey Howe, en zijn collega's hebben de laatste weken echter herhaaldelijk laten blijken dat zij van het voorzitterschap meer willen maken dan het 'passen op de winkel', zoals premier Lubbers een halfjaar geleden de Nederlandse rol omschreef. Nu klinkt er vanuit Britse hoek geen kritiek op het Nederlandse voorzitterschap. Ook in Londen be seft men maar al te goed dat de trage voortgang van het laatste half jaar op bijvoorbeeld het punt van de interne Europese markt, geens zins aan Nederland te wijten is. Hooguit aan de wat te hoog gespan nen Nederlandse ambities. De afgelopen weken hebben diverse Britse ministers op hun beurt hun ambities voor het komende halfjaar op tafel gelegd, en ongetwijfeld zul len we in december moeten conclu deren dat ook zij het weer niet gehaald hebben. Dat is geen schan de, maar eigen aan het leiding geven aan de EG. Toch zal de komende tijd met wat meer belangstelling dan normaal naar Londen worden gekeken. De Britten behoren zachtgezegd niet tot de meest overtuigde Europea nen. Sinds him intrede in de Europe se Gemeenschap in 1973 (samen met Ierland en Denemarken) hebben zij de EG hoofdzakelijk last bezorgd. Jaren zijn in de EG verloren gegaan met discussies over de Britse finan ciële bijdrage aan de EG, die Londen veel te hoog vond. Belangrijke be sluitvorming op andere terreinen werd door die discussie opgehouden of zelfs geblokkeerd. Pas in 1984 werd voor dit probleem een oplos sing gevonden. Gedurende het eerste Britse voor zitterschap sinds die regeling zal met argusogen worden bekeken of de Britten nu eens echt aan de Europese kar gaan trekken en hun met de mond beleden Europese ge zindheid gaan waarmaken. En te vens of Londen er in zal slagen de als altijd sceptische Britse bevol king van de zin en voordelen van de EG te overtuigen. Over een gebrek aan kansen zullen de Britten in elk geval niet hoeven te klagen. Belangrijke kwesties die een stevige voorzittershand vergen zijn bijvoorbeeld de opstelling van de nieuwe EG-begroting voor 1987 en de uitvoering van de sanering van het gemeenschappelijke landbouw beleid. Beide zaken hebben veel, zo niet alles met elkaar te maken. De Britten behoren met de Neder landers en Westduitsers tot de krachtigste bezuinigers in Europa. De EG-begroting is de laatste jaren uit zijn voegen gebarsten, niet in het minst door de enorme groei van de landbouwoverschotten. De hon derdduizenden tonnen graan, vlees en zuivel die in de pak- of koelhuizen liggen, kosten de Gemeenschap jaarlijks tientallen miljarden. Van een zuiniger financieel EG-be- leid komt dus niets als aan die overschotten niets gedaan wordt. Het verbaast dan ook niet dat de Britten die beide kwesties, samen met de interne markt, als de hoofd zaak van hun voorzitterschap zien. Zij zullen moeten proberen de op dit punt nogal uiteenlopende standpun ten in Europa te verzoenen. Er zijn meer kansen, bijvoorbeeld bij het liberaliseren van de luchtvaart tarieven in Europa, waarvan Londen (met Nederland) een groot voorstan der is. Voorts zullen de Britten Euro pa leiding moeten geven in de niet- aflatende handelsconflicten met de Verenigde Staten, waarover de ko mende maanden opnieuw onderhan deld zal moeten worden. Op veel van deze terreinen blijken Groot-Brittannië en Nederland het zelfde te denken. Dat kan een voor deel zijn, omdat de Britten wellicht het komende half jaar kunnen oog sten wat door hun Nederlandse voorgangers is gezaaid. Maar zij zullen ook hier en daar tot een blik naar binnen worden gedwongen. Bijvoorbeeld op milieugebied. Zo hebben de Britten tot nog toe maat regelen tegen do uitstoot van giftige stoffen door grote fabrieken of ener giecentrales steeds weten te blokke ren. Nu zij als voorzitter gedwongen worden compromissen te zoeken, wordt in Brussel op een meegaande: houding gerekend. Al deze mogelijkheden om iets aan de interne Europese samenhang te doen zullen naar verwachting ech ter worden overschaduwd door 'ex terne' kwesties. Zuid-Afrika is daarbij het toverwoord. En nu kan met zekerheid worden gesteld dat het succes van het Britse EG- voorzitterschap in belangrijke ma te zal worden afgemeten aan wat het in die kwestie weet te bereiken, Margaret Thatcher en Geoffrey Ho we zitten in een niet gemakkelijke positie met de hete adem van de EG-partners en straks ook die van de Gemenebestlanden in de rug. De hele wereld kijkt toe of zij erin zullen slagen de dialoog tussen zwart en blank tot stand te brengen, die zij zelf steeds hebben gebruikt als argu ment in hun verzet tegen economi sche sancties tegen het apartheids regime. Het afgelopen half jaar heeft aange toond dat een minister van buiten landse zaken die de EG moet leiden veeleer zelf geleid wordt door de gebeurtenissen van de dag in de rest van de wereld. Kwesties als Libië de kernramp in Tsjemobyl komen plotseling op en vergen veel tijd en inzet, die beter aan andere - het lange-termijn EG-belang dienende- zaken hadden kunnen worden be steed. Die ervaring zullen de Britten in hun derde voorzitterschap sinds hun toe treding ongetwijfeld ook weer op doen. Ambities hebben is een ding. ze kunnen realiseren in een verdeel de Gemeenschap van twaalf iets heel anders. Is de politiek van Kuitert ook niet alles? Verleden jaar verscheen van de hand van profes sor Kuitert het boek 'Alles is politiek maar politiek is niet alles', met de ondertitel; een theolo gisch perspectief op geloof en politiek. Dit werk heeft veel aandacht getrokken. Inmiddels is er al een derde druk verschenen. Dat hoeft overigens niet te betekenen dat ook alle verkochte exemplaren gelezen zijn, want het leest niet als een roman! Op de Acht Mei-manifestatie in Den Bosch hield de Nijmeegse theoloog Schillebeeckx een inleiding met de verwijzende titel: Ook als politiek niet alles is... En dan word je wel wat nieuwsgieriger want het gaat hier immers over een zeer actueel thema. Kuitert is een man die naast intellectuele capacitei ten ook een fijne neus heeft voor de ontwikkelingen binnen kerk en samenleving. Met de titel van zijn boek speelt hij haarscherp in op het opkomend ongenoegen bij menig kerkganger, die er langzamer hand genoeg van heeft ook vanaf de kansel nog op politiek getracteerd te worden, want daarvoor is hij immers niet naar de kerk gekomen! Vanaf de jaren zestig is men begonnen gaten in de kerkmuren te schieten. De kerken hielden op nog langer een bastion te zijn, waartoe de wereld geen toegang had. Velen hebben in die jaren met groot enthousiasme maatschappelijke- en politieke vraag stukken de kerk binnengebracht, omdat ze ervan overtuigd waren dat het evangelie niet langer aan deze werkelijkheid voorbij kon gaan, wilde het onze generatie nog kunnen aanspreken. Is dat nu allemaal toch een vergissing geweest, moet de politiek de kerk weer uit? Er zullen zeker heel wat trouwe kerkgangers zijn die er altijd al van overtuigd zijn geweest dat dit een heilloze ontwikkeling was! Maar ligt de zaak zo eenvoudig? Politiek via de kerk wantrouwt Kuitert. En hij besteedt er 218 bladzijden aan om uiteen te zetten hoe de politiek functioneert, wanneer politiek ten minste op vakkundige wijze wordt bedreven en waarom juist daarom politiek en evangelie elkaar zo moeilijk verdragen. Maar als goed theoloog gaat Kuitert heel wat dieper op de materie in en als protestants theoloog is het niet verwonderlijk dat hij veel aandacht aan Karl Barth besteedt die ervan uitging dat men bij het spreken over God alleen bij God uitkomt wanneer men ook bij God begint. Welnu zegt Barth, dat kan alleen wanneer men bij Jezus Christus begint, omdat God zich in Hem geopenbaard heeft, dat is de werkelijkheid. Daarover hoort de kerk het in haar verkondiging ook te hebben. Het gaat dus over Gods heil dat in Jezus verschenen is. Dat behoort volgens Kuitert daarom ook het predikontwerp van de kerk te zijn. Waarom kan of mag de kerk zich dan niet met politiek bezighouden en wat moet men zich onder politieke theologie dan wel voorstellen? Heel kort samengevat ligt het bezwaar hierin dat politiek, wil ze goed bedreven worden, alleen maar mogelijk is via machtsvorming. Politici kunnen hun idealen met betrekking tot de inrichting van de samenleving alleen maar realiseren door machtsvor ming. Afzien van macht is het einde van de politiek. Lees je er echter de bergrede van Jezus op na (Mattheüs 5 tot 7) dan moetje vaststellen dat daarin alle machtsvorming wordt afgewezen: het toekeren van de andere wang! Dat is dus een levenshouding, waar je in de politiek niet mee vooruit kunt komen. Het lijkt meer een aanwijzing te zijn voor de omgangsvormen binnen een gesloten christelijke gemeenschap. Betekent dat nu dat christenen dan maar van politiek moeten afzien? Absoluut niet. Ook Kuitert is de mening toegedaan dat christenen aan politiek behoren te doen. De vraag is alleen of ze daar de kerk voor nodig hebben. Alle grondbeginselen van echte menselijkheid, principes waarvoor ieder politicus in een democratie zich zal willen inzetten, hoeven niet uit het evangelie geleerd te worden. Iedereen kan weten dat discriminatie, onrechtvaardigheid, onge lijke verdeling van bezit, om maar enkele belangrijke uitgangspunten voor een goede samenleving te noemen, ongeoorloofd zijn. Daar hoeft geen theoloog en geen kerk aan te pas te komen. Christenen moeten vanuit hun liefde voor de mede mens zich wel degelijk politiek inspannen, maar politiek bedrijven ze samen met anderen. De vraag is echter of het geloof hen behulpzaam kan zijn bij de vraag, hoe ze dat moeten doen. Is het dan misschien zo dat op dit punt zo'n grote spraakverwarring heerst dat veel christenen, die politiek geëngageerd zijn (denk maar aan het CDA), zich dan wel op de bijbel beroepen, maar in feite alleen maar bedoelen wat ze zelf als christelijk beschouwen? Dat moet voor veel christelijke politici toch wel frustrerend werken. Uiteindelijk komt Kuitert, na een zorgvuldige ana lyse van het maatschappelijk en politiek handelen (en dat is zeker een grote verdienste van dit boek) bij de kerk als instituut. Nu wordt ook het begrip kerk te pas en te onpas gebruikt. Kuitert spreekt daarom over de kerk als de georganiseerde vorm van het christelijk geloof, dus de kerk als instituut, dat wil zeggen: niet de afzonderlijke gelovigen, de leden van de kerk. Is de kerk dan meer dan de som van haar leden? De kerk als instituut is inderdaad meer, zo mogelijk zelfs iets anders: de kerk als instituut is de gemeen schap van gelovigen zoals zij zich zelf meent te moeten verstaan in het licht van het evangelie, van Gods openbaring. Welnu, de kerk die zichzelf zo verstaat, kan volgens Kuitert zich niet in de politieke machtsstrijd verwik kelen. Daarmee zou de kerk zichzelf ruïneren! Op die manier worden immers twee soorten macht door elkaar gehaspeld: de geestelijke macht (de verlichting met de Geest) van de kerk wordt aange wend om politieke- en maatschappelijke standpun ten aan wereldlijke macht te helpen. Maar omdat de kerk geen andere macht kent dan de macht van het geloof, wordt ze ontrouw aan zichzelf. Kuitert toetst deze opvatting ook aan concrete punten, zoals bijvoorbeeld de kernbewapening. De kerk kan ook op dit punt ofwel alleen maar iets heel algemeens zeggen, wat dus niets voorstelt, of alleen maar herhalen wat al door anderen gezegd is. Onze samenleving is immers zo ingericht dat kerk en staat niet samenvallen, onze samenleving wordt niet door God geregeerd, is geen theocratie, dus moet de kerk niet de rol van de profeet van het Oude Verbond willen overnemen. Daarom zou Kuitert dan ook geen problemen hebben met vredesbewegingen zoals het Icto of het IKV als het woord kerkelijk er maar uit was! Het werk van Kuitert is al met al een helder betoog. Je vraagt je daarom af waarom het toch niet iedereen kan overtuigen. Waarom bijvoorbeeld sprak Schillebeeckx, daarbij indirect naar Kuitert verwijzend, over: Ook als politiek niet alles is...? Is dat alleen maar omdat de benauwende besloten heid, die met name in de katholieke kerk heel lang heeft geheerst, en die nu volgens de opvatting van zeer velen eindelijk wat opengebroken is, opnieuw dreigt teruggedraaid te worden? Maar dat is geen theologisch argument en doet hier dus niet ter zake Het gaat in feite om hetzelfde begrip, waarover Kuitert ook spreekt, namelijk de kerk, het verstaan van het begrip kerk. Schillebeeckx wijst er echter op dat de kerk niet gezien moet worden als het mysterie van Gods aanwezigheid in de wereld, want zegt hij, die heilza me aanwezigheid Gods gaat alle kerken vooraf. Maar de kerk is het mysterie van de manifestatie hiervan, de kerk moet Gods werkzaamheid bekend maken. Dat gebeurt ook door maatschappelijk-politiek en gagement. Wanneer men deze opvatting als een theologsiche uitholling van het begrip kerk opvat, kan men, aldus Schillebeeckx, evenzeer de vraag stellen of men niet met dezelfde theologische verschraling bezig is. wanneer men in de kerk alleen nog maar over vergeving van zonden en eeuwig leven mag spreken zonder tegelijk praktisch verzet te plegen tegen de ontluistering van de mens, zowel in de samenleving als in de kerk en tegen alle structuren die het onrecht in stand houden. Alleen moet de kerk er wel voor waken dat haar argumenten zakelijk aan de normen van de politieke rede voldoen. Het houdt ook in dat in de politiek de kerk alleen dan legitiem een beroep op God kan doen, wanneer ze oproept tegen de verabsolutering van de politiek en de wereld. Vanuit deze benadering hoeft de kerk de politiek dus niet aan de individuele leden van de kerk over te laten! dr G. H. Buijssen (H. M. Kuitert: 'Alles is politiek, maar politiek is niet alles. Ten Have, Baarn.) 1 I i

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1986 | | pagina 4