'misschien zijn we te redelijk VERKIEZINGEN Oostenrijk tegen rest van de wereld PZC/°Pinie en achtergrond 4 Onthouden Neutraal Conservatief stemmen uit de kerken ZATERDAG 7 JUNI 1986 AKZO V Drs. J. W. Berghuis (Door Harry Meijer en Peter de Vries) Een zeer pijnlijk achterhoedegevecht dat echter een zware hypotheek zal leggen op de sociale verhoudingen in de komende jaren. Zo kan het cao-conflict tussen Akzo en de Industriebond FNV worden samengevat. Bitterheid en teleurstelling domineren de directiekamers van het chemieconcern in Arnhem. „Dit is een hele verdrietige situatie", zegt drs. J. W. Berghuis, voorzitter van de directie van Akzo-Nederland. „We hebben maanden gewerkt aan een akkoord met alle bonden en uiteindelijk krijg je nul op het rekest. Uiterst frustrerend. Dit proces is bij de bonden kennelijk uit de hand gelopen". Het steekt Berghuis enorm dat de achterban van de Industriebond de tot 'huisstijl' verheven redelijkheid van Akzo niet wenst te honoreren. Als Akzo niet voor vrijdag met een beter cao-bod komt, zullen er stakingsac ties uitbreken, zo hebben de leden besloten. De draaiboeken hebben de stencilmachines reeds bereikt. Akzo is niet van plan om het onlangs bereikte cao-resultaat open te breken. Wat in de onderhandelingen met de vier betrokken vakbonden op tafel is gekomen is het 'maximaal haalbare'. Niet alleen volgens de directie maar ook in de ogen van de vakbonden. De leiding van de Industriebond FNV is er echter niet in geslaagd dat aan de leden duidelijk te maken. Berghuis: „Ik dacht zeker te weten dat we de zaak voor elkaar zouden krijgen. Die stemming hing ook aan de onderhan delingstafel. Daarom heb ik alle troef kaarten op tafel gelegd. Dat is nogal wat. We hebben een voortreffelijk bod gedaan. Verder kunnen we niet gaan. Akzo is uitgepraat". Op 7 mei leken directie en vakbonden elkaar gevonden te hebben in een cao-resultaat waarmee iedereen voor de dag kon komen. De moeizame onderhandelingen hadden een reeks afspraken opgeleverd over scholing, herverdeling van werk en loonsverho gingen. Gedurende de tweejarige looptijd van de cao wilden de partijen gezamenlijk een maatschappelijke bijdrage leveren aan de bestrijding van de werkloosheid. Akzo toonde zich bereid om 1800 arbeidsplaatsen extra te scheppen, waarin begrepen een verwachte groei van 400 in 1986. Daarnaast zou het bedrijf een opval lend 'breed' scholingsoffensief star ten, waarbij jaarlijks 2,5 procent van de werktijd van het personeel wordt betrokken. De vakbonden voor middelbaar- en hoger personeel waren tevreden met het cao-resultaat en beschouwden het dan ook als een akkoord. De Indus triebonden FNV en CNV wilden niet zover gaan en legden de afspraken 'neutraal' aan de leden voor. Want ondanks alle positieve intenties, kwam het symbool van de vakbonds- strijd, de 36-urige werkweek voor ie dereen, niet in het stuk voor. Het personeel van de grootste pro- duktievestigingen in Emmen, Delf zijl en Hengelo wezen de werkgele- genheidsinspanningen, die hun werk gevers zich wilde getroosten, als te mager van de hand. Cao-coördinator Jan Schermer van de Industriebond FNV, die de onderhandelingen bij Akzo hoogstpersoonlijk had overge nomen van de te star geachte Paulien van der Linden, moest maar weer met de directie om de tafel gaan zitten. De 'tegenpartij' weigerde een nieuwe gesprek en daarop werden maandag de stakingsparolen van stal gehaald. Berghuis heeft de ontwikkelingen voor zichzelf nauwkeurig gerecon strueerd. „Terwijl het in de metaal en bij Philips hard tegen hard ging, ko zen wij met de vakbonden een andere weg. Het gezamenlijke uitgangspunt was: hoe kun je een maximale werkge- legenheidsinspanning leveren met in begrip van korter werken. Die weg is door de leden van de Industriebond niet afgelegd. Zij waren voortdurend met het begrip 36 uur om de oren geslagen en in de stemming gebracht om acties te gaan voeren. En toen lag daar opeens een principe-akkoord. Bestuurlijk zaten we óp een heel andere golflengte dan de mensen op de werkvloer. Daardoor is het misge lopen". Ook in vakbondskringen zal iedereen volmondig toegeven dat Akzo be paald niet de beroerdste werkgever is De multinational (23.000 werknemers in Nederland) voerde als eerste indus triële gigant de 38-urige werkweek in. Nu leek het bedrijf een voorhoede-ro te gaan spelen met een omvangrijk scholingsprogramma. Voorzitter Dick Visser van de Industriebond FNV sprak zich daar in een vraaggesprek met de GPD nogal lovend over uit. Ook vice-voorzitter Johan Stekelen burg van de FNV liet tussen neus en lippen blijken dat het Akzo-resultaat meer verdiende dan een neutraal ad vies aan de leden. Berghuis:,,We had den gedacht dat we ook het land ermee zouden helpen..." Maar de als redelijk geboekstaafde werkgever Akzo dreigt stakingen over zich heen te krijgen, terwijl de 'havi ken' in werkgeverskring - Philips en de metaalwerkgevers - zich kunnen koesteren in de luwte van een cao akkoord. „We staan bekend als een vakbondsvriendelij ke onderneming, maar we zullen ons moeten afvragen of we niet te redelijk zijn geweest. Jan Schermer heeft geprobeerd om voor zijn leden het maximale eruit te ha len, maar wat voor ons telt is of de werknemers akkoord gaan met onze voorstellen". Eigenlijk zou Berghuis hoogstper soonlijk naar de kantines van de opstandige vestigingen willen gaan om daar tegenover het personeel de 'Akzo-visie' te verkondingen. Want, zoals de Akzo-directeur stelt, het con flict lijkt mede het gevolg van een communicatieve kortsluiting tussen beslissers - concernleiding en vak bonden - en de achterban van de Industriebond. „Onder elkaar zeggen we wel eens: je moet zelf naar de mensen toe. Maar dat kun je niet maken. Je zou dan de rol van de vakbonden overnemen. Wij hebben altijd gezegd: de vakbon den zijn de natuurlijke tegenspeler van het management. Die dienen een hele objectiverende en ook wat af standelijke rol te spelen. Maar als de Industriebond FNV het oordeel over het cao-resultaat geheel op het bord je van de achterban neerlegt, dan krijg je wel de neiging om voortaan maar direct naar de werknemers te gaan. De vakbeweging zet hiermee zijn onafhankelijke en zelfstandige positie op het spel". „We zijn er nog steeds niet uit. Er zijn nog steeds collega's in het manage ment die zeggen: ga er maar naar toe. Maar ja, werknemers die in de mood zijn om te gaan stakingen laten zich ook niet overtuigen". In zekere zin lijkt Akzo ook een beetje de dupe van het eigen succes. De kwartaalberichten herbergen al enke le jaren goudgerande winstcijfers. On willekeurig ontstaat het beeld dat het bedrijf meer kan doen aan werkgele genheid dan de fraaie intenties van de cao-afspraken. Berghuis wil die illusie graag uit de wereld helpen. „De men sen zijn kort van memorie. Akzo heeft een enorm moeilijke tijd gehad. Er zijn ontzettend veel arbeidsplaatsen verdwenen. Gelukkig gaat het nu weer goed, maar je moet onzettend je best doen om je positie te handhaven. Als de leden van de Industriebond meer inspanningen van ons vragen dan werkt dat contra-produktief. De loonkosten zullens stijgen en dat zal weer ten kosten gaan van werkgele genheid". De Akzo-directeur wijst op de grote investeringen, die zijn bedrijf doet. Per werknemer investeerde Akzo vo rig jaar ruim 32.000 gulden, bijna twee keer zoveel dan in andere industriële bedrijven. „Dat levert direct en indi rect werkgelegenheid op". De kans dat verschillende Akzo-vesti- gingen volgende week 'plat' gaan is groot. Vlak voor de zomervakantie heeft ons land dan toch nog een sociaal conflict van gewicht. De gevol gen zullen niet gering zijn. De 'be trouwbaarheid' van de Industriebond FNV als onderhandelingspartner lijkt in het geding. „We hebben altijd veel vertrouwen gehad in de onderhande laars van de Industriebond FNV. Mensen als Stekelenburg en Scher mer hebben ons kristisch, lastig maar toch ook opbouwend benaderd", zegt Berghuis, die in het rijtje FNV-be- stuurders de weggezuiverde Paulien van der Linden onvermeld laat. „Door deze ontwikkelingen word je natuur lijk onzeker over die bond". Stakingen zijn de Akzo-directeur een gruwel. „Waar ik me geweldig over opwind is dat je met een vakbond streeft naar meer werkgelegenheid, terwijl diezelfde bond zegt: mensen we gaan staken. Onze betrouwbaar heid als leverancier wordt door derge lijke acties op het spel gezet. Ik kan me ook niet voorstellen dat werkne mers aan hun eigen spullen komen. Dat iemand die de hele dag aan een machine staat, dat ding maar in de soep laat lopen". Directe gevolg van stakingsacties zal zijn dat de eenmalige uitkering per I juli van 2 procent van het jaarsalaris 1985 niet wordt uitbetaald. In het eindbod van Akzo staat dat deze uitkering pas wordt betaald na het bereiken van een akkoord. „Ik zit straks mijn mensen twee procent te onthouden waar ze recht op hebben. Wat moeten we doen met scholing, Vut, jeugdplannen en ga zo maar door. Allemaal zaken die we in samenspraak met de vakbonden wil len regelen. Op deze manier word je dat onmogelijk gemaakt. Maar het is toch te gek dat we de bestrijding van de werkloosheid moeten laten liggen omdat de Industriebond dwars ligt. Ik wil me er best sterk voor maken dat we op eigen kracht inhoud geven aan onze maatschappelijke verantwoor delijkheid. Als de vakbonden geen zaken meer met ons willen doen, gaan we wel alleen aan de slag. Voor zoiets moet je natuurlijk wel weer het hele management achter je zien te krij gen". (Van onze correspondent Hans Hoogendijk) Als Kurt Waldheim zondag wordt gekozen tot president, betekent dit een symbolische am nestie voor de jodenmoord in de Tweede-Wereldoorlog". Het Joodse Wereldcongres, WJC, deed deze week een laatste poging de verkie zing van de vroegere secretaris-ge neraal van de Verenigde Naties te voorkomen. Het zal niet baten. Inte gendeel, de onophoudelijke aanval len op Kurt Waldheim hebben er voor gezorgd dat steeds meer Oos tenrijkers zich achter de leus scha ren: 'Wij Oostenrijkers kiezen wie wij willen. Waldheim, juist nu'. Morgen is het dan zo ver. Er moet wel een wonder gebeuren wil Waldheim niet de meeste stemmen krijgen. Een maand geleden kwam Waldheim ruim 15.000 stemmen te kort voor de absolute meerderheid en daarom moeten de 5,5 miljoen Oostenrijkers het overdoen. Nu ligt Waldheim mij len voor op zijn moegestreden tegen kandidaat, de sociaal-democraat Kurt Steyrer. De man die de nieuwe president van Oostenrijk wil worden, heeft zichzelf en zijn land wereldwijd in opspraak gebracht. Kurt Waldheim, tien jaar redelijk succesvol hoogste ambte naar van de VN, had juist die periode uit zijn levensloop verdrongen waar in hij in Hitiers Wehrmacht diende. Eerste-luitenant Waldheim was ac tief op de Balkan tijdens de partiza nenstrijd en de jodendeportaties. Maar hij wist van niks. 'Aan mijn handen kleeft geen bloed. Ik heb nooit iets fout gedaan'. En nadat hij door de joden werd aangevallen wegens zijn 'geheugen zwakte', kwam het oude anti-semi- tisme in Oostenrijk vrij. De Oosten rijkers laten zich de levensleugen van het onverwerkte verleden niet ontnemen. Edgar Bronfman, de pre sident van het Joodse Wereldcongres heeft er een nieuw woord voor be dacht: de Waldheimse ziekte. 'Wie deze ziekte heeft kan zich niet herin neren nazi te zijn geweest.' Naarmate de aanvallen harder werden, stelden de Oostenrijkers zich geslotener ach ter Waldheim op. Zelfs de nog altijd aanbeden vroege re sociaal-democratische kanselier Bruno Kreisky nam hem in bescher ming: Waldheim mag dan een bruin verleden hebben en zich een heleboel dingen niet meer weten te herinne ren, een nazi is hij niet geweest en een oorlogsmisdadiger al helemaal niet. En zo denken de meeste Oos tenrijkers. Waldheim vocht voor Hit- Ier: „Wat ik heb ondergaan is hetzelf de noodlot als honderdduizenden an dere Oostenrijkers. Wij waren niet enthousiast, maar er was geen alter natief'. Na 1945 vergat hij net als honderd duizenden landgenoten deze perio de. Dat mochten de Oostenrijkers van de Amerikanen en Russen, want zij spraken het kleine Alpenland vrij met de vaststelling dat Oosten rijk het eerste door Hitier bezette land was. Onzin natuurlijk, want de Oostenrijkers sloten zich in 1939 met 99,73 procent van de stemmen bij Duitsland aan. Maar omdat bei de grootmachten niet al te veel tijd hadden voor het probleemgeval Oostenrijk, negeerden zij deze vrij willige 'Anschluss'. Het land mocht neutraal, buiten b woelige internationale vaarwatf gaan bouwen aan het beeld vi braaf vakantieland. Alle oud-naz bleven zitten waar ze zaten en verj ten werd het feit dat dit volk zwa oververtegenwoordigd was in al moordcommando's van de SS. Het is het Joodse Wereldcongres d door de aanvallen op Waldheim b hele onverwerkte verleden van i Oostenrijkers aan het daglicht h« gebracht. De waarschijnlijke a komst: president Kurt Waldheim.! dat kan toch nooit de bedoeling i geweest. Het 'produkt' Waldheim dat zich het begin van een lange verkiezing campagne zo moeilijk liet verkop* is toch succesvol gebleken. Zijn vi kiezingsadviseurs hadden het mo: lijk. Hoe breng je een ambtenaar ai de man, die niet uit de plooi brengen is, die nauwelijks emoti kent, die koel en correct is? begonnen met een poging de '0( tenrijker' in Waldheim te ontwikt len: Kurt in lederhose, groen Stein jasje aan, rode stropdas om. Het* geen gezicht. De man bleef de glad diplomaat, veeltalig maar zone Oostenrijks dialect. Alle pogingen om hem herkenbaar maken, mislukten totdat de 'creat ve catastrofe' plaats vond. Waldhe: kwam onder een internationaal sp vuur te liggen en vanaf dat mome ging het bergopwaarts met zijn j pulariteit. De Oostenrijkers ontdf ten een der hunnen in hem. Wa heim werd een man van vlees bloed, met emoties en zwakke kf ten. Honderdduizenden konden a zelfs met hem identificeren. Naarmate de aanvallen toenam werden de kansen van zijn socia democratische tegenstander Ki Steyrer slechter. Een proces c hem nu hoogstwaarschijnlijk presidentschap oplevert. Maar er is meer. In het kielzog v het succes van Kurt Waldheim gr» de aanhang van de conservatie Oostenrijkse Volkspartij, OT waarvoor hij kandidaat staat. E bedreigende ontwikkeling voor sociaal-democraten. Zij leveren ni alleen al tientallen jaren de pre dent, maar ook de bondskanselii Sinds enkele jaren is dat Fred Sir watz, die Bruno Kreisky opvolgi Sinowatz regeert samen met rechts-liberalen. Deze partij is a interne ruzies bijna ten ondergega; en met de algemene verkiezing van 1987 in het vooruitzicht groeiti kans dat de Oostenrijkse socia: democraten ook het bondskanselii schap kwijt raken. Een ontwikkeling die voor een bij: panische stemming in het socia: democratische kamp heeft gezorg Het kleine Alpenland, dat zich aa gevallen voelt door een grote bo wereld, is in beweging. De meerd: heid van de bijna acht miljoen ini ners kruipt achter Kurt Waldhei onder het motto: 'Wij kiezen wie« willen. Waldheim, juist nu'. Wa Waldheim is de beste garantie i het verleden onverwerkt kan blijvi Als een van zijn voornaamste opf ven als president ziet hij een taak! 'verzoener', een boven de partij: staande vader des vaderlands. Oi het boze buitenland maakt hij A niet te veel zorgen, dat wordt i weer rustig. En Wenen blijft Wem zoals de Alpen de Alpen blijven. Kerkendag, normen en waarden Zeggen dat we ons bevinden in een proces van verandering van normen en waarden is natuur lijk het opentrappen van een open deur. Wie weet dat niet en loopt daar niet tegen aan? Tegelijk echter vormt dat de oorzaak van veel spanningen in onze samenleving, van tegenstellin gen tussen groepen en verbanden; zo, dat de breukranden overal zichtbaar worden en niet zel den midden door gevestigde instituten en gemeen schappen heen lopen. Ik denk, dat dat onvermijde lijk is, hoe moeilijk mensen 't daar ook mee kunnen hebben. Ik vermoed, dat het niet alleen onvermijde lijk is, maar dat het ook vruchtbaar gemaakt kan worden en mogelijk zelfs een verrijking van het bestaan in zich kan bergen. Dan moet er intussen wel bewust op in gespeeld en mee gewerkt worden. Er bestaan instituten die daarmee ondersteunend bezig zijn, maar het eigenlijke gebeurt toch gewoon bij en tussen mensen. Ook hier in onze samenleving., Wanneer daartoe ook in en door de kerken een bijdrage kan worden gegeven, dan naar me voor komt alleen in oecumenische zin: waar men een eigen waarden- en normenpatroon denkt te kunnen bewaren en tot gelding hoopt te kunnen brengen, daar wordt de voortgaande ontwikkeling miskend en gaat de aansluiting verloren. Het is de bedoeling van de kerkendag, die zaterdag 7 juni in Goes wordt gehouden, om in dat proces van veranderende waarden en normen bescheiden hulp te bieden. De veronderstelling daarbij is, dat mensen niet ieder voor zich, individueel daarmee in het reine moeten komen, doch samen tot meer helderheid komen. Er is altijd veel nadruk gelegd op de persoonlijke verantwoordelijkheid in zulke ontwik kelingen. Het is uiteraard niet mijn bedoeling daaraan afbreuk te doen. Maar we mogen de ogen er niet voor sluiten, dat deze nadruk ook geleid heeft tot heilloze splitsingen en tegenstellingen, waarin de verantwoordelijkheid juist verstarde en niet meer over en weer tussen mensen functioneerde. Daarmee zijn soms mensen in hun denken en handelen van de wal in de slot geholpen en zodoende niet zelden aan hun lot overgelaten. Daartegenin worden we opgeroepen om elkander in verband met die veranderingen te ontmoeten. Dat houdt meer in dan een ogenblik met elkaar erover praten, ook al kan dat belangrijk zijn. Ontmoeten betekent voor mij: dat heel verschillende mensen door naar de medemens te luisteren elkander in hun denken en doen ontdekken als mogelijkheid om antwoord (een ander dan het eigen antwoord, naar ik aanneem!) te geven op de levensvragen waarvoor ook ik mij gesteld zie. Het is de vraag hoe vaak ontmoetingen in deze zin in onze samenleving met haar tegenstellin gen plaatsvinden. Ze vallen ook niet te organise ren. De raad van kerken te Goes en de provinciale raad van kerken in Zeeland willen met het beleg gen van deze kerkendag 1986 echter een aanlei ding en kader voor zulke ontmoetingen bieden in de hoop dat er inderaad van komen zal. Vroeger, en hier en daar ook nu nog wel, worden er zogenaamde 'toogdagen' gehouden. Daaraan moet ik een ogenblik denken in dit verband. Deze of gene kan op de gedachte komen de kerkendag als een soort toogdag in wat moderner vorm te beschou wen. Ook die toogdagen functioneerden immers als ontmoeting. Er is echter een groot verschil: de toogdagen waren een weerzien van gelijkgezinden, een soort grote familiereünie, waarin herkenning en gemeenschappelijkheid de sfeer bepaalden. Is de kerkendag niet meer dan dat (want natuurlijk zal ook daar wel van herkenning sprake zijn), dan heeft deze toch niet echt aan het doel beantwoord. Ontmoeting is iets anders dan weerzien. Ze is iets anders dan je bevestigd voelen in wat jezelf beweegt en waarvan je ziet dat dat voor anderen net zo functioneert. Ontmoeting is verwondering: dat 't klaarblijkelijk ook anders kan en dat je elkaar dan over de kloof van een meningsverschil heen toch kunt vasthouden. Wat met deze kerkendag wordt beoogd is dus in elk geval niet iets vanzelfspre kends. Maar in het proces van veranderende nor men en waarden werkt het vanzelfsprekende dan ook alleen maar verstarrend. Ook de oecumene zelf is niet vanzelfsprekend. Mogelijk is er zo wel tegenaan gekeken, in zoverre ze beantwoordde aan de tendens van onze tijd tot verbreding van samenlevingsverbanden: het 'enge' van vroeger doet het immers in onze dagen niet meer. Welnu, juist in die oecumene als min of meer voor de hand liggende en bij de tijd passende uitbreiding van kerkstructuren, juist in de oecumene als toenemende grootschaligheid worden we en niet onbegrijpelijk door tegenstromingen en reacties vanuit de traditie geremd. We voelen ons soms als in een fase van oecumenische windstilte, in een dal van de oecu menische verhoudingen. Het is echter de vraag of dit beeld van de oecumene recht doet aan de eigenlijke bedoeling: niet een min of meer voor de hand liggende optelsom van kerkverbanden, maar een wezenlijk en verrijkend verstaan van elkander en naar elkaar toegroeien. In die zin is oecumene in elk geval niet vanzelfspre kend. Evenmin als iedere ontmoeting over de kloof van meningsverschillen heen. Maar daaraan ont leent ze dan ook haar waarde. En daarin ligt dan ook de mogelijkheid besloten, dat de oecumenische contacten in de vaak verwarrende ontwikkelingen van normen en waarden in onze samenleving van essentiële waarde blijken te zijn. En met het oog daarop denken de beide genoemde raden van kerken er dan ook goed aan te doen om nu voor de derde maal sinds 1982 leden van de verschil lende kerken en andere belangstellenden tot een ontmoeting in breder verband uit te nodigen. In de wetenschap overigens, dat het de deelnemers zélf zijn, die zo'n ontmoeting tot stand brengen. Inmiddels is de brochure 'Derde Zeeuwse Ker kendag thema's voor gespreksgroepen' op ruime schaal verspreid. Het geschriftje biedt aan knopingspunten voor de verschillende groepsge sprekken, die naast andere activiteiten tijdens de bijeenkomst te Goes zullen plaatsvinden. Het thema 'verschuivingen in normen en waarden' moge een en ander verbinden, de verschillende onderwerpen binnen dat thema lopen zeer uiteen. Het gaat zowel over de pluriforme samenleving als het onderwerp vrouwenemancipatie en kerk, ge sproken wordt over gewetensvorming in een tech nologische wereld en over het joodse leerhuis. En daarmee is nog niet alles genoemd. Een cabaret groepje werkt mee en natuurlijk zijn er ook stands met allerlei materiaal. Het programma vermeldt aan het slot een vesperdienst en de mogelijkheid om in een soort 'kerkenpad' een aantal kerkgebou wen te bezichtigen. De bijeenkomst vindt plaats in het Willibrord College aan de Fruitlaan 3 te Goes en duurt van kwart voor 10 tot 4.30 a 5.00 uur in de middag. De toegang is vrij, voor kinderopvang wordt gezorgd en broodjes en koffie zijn (tegen een kleine vergoeding) verkrijgbaar. De beide vorige kerkendagen vonden plaats in het oecumenisch vormingscentrum 'Hedenesse' te Cad- zand. Ze gingen uit van de provinciale raad van kerken in samenwerking met vormingscentrum. In meer dan een opzicht vormde Hedenesse hiervoor een ideale omgeving. Dat het ditmaal niet daar maar in Goes gebeurt, hangt samen met de bewustf keuze voor inschakeling van een plaatselijke raad van kerken. Op het plaatselijke vlak, in parochies en gemeenten leeft immers de kerk. Misschien zal deze of gene de wijde omgeving van Hedenesse missen, maar daar staan de betrokkenheid en activiteit van de mensen uit Goes en de medewer king van het Willibrord College dan tegenover. Kerk-zijn is, in tegenstelling met vroeger tijden, thans in het algemeen geen kwestie meer van massaliteit. Dat zie je ook in de kerkdiensten, waar het aantal aanwezigen doorgaans beperkt is. Als ik me niet vergis zal de gemeente van de Heer in de komende tijd veel meer de vorm aannemen van kleine groepen, waarin het gesprek, de viering en de toewijding centraal staan. Wie zich te binnen brengt hoe in de eerste eeuwen de beweging van Christus begon en een weg zocht, die zal de neiging van zich af weten te zetten om telkens weer terug te denken aan en te verlangen naar de talrijke schare die eens op de zondagmorgen de kerkgebouwen vulde. Af en toe echter zal er een samenzijn mogen plaatsvinden in groter verband. Niet om nostalgisch terug kijken. Maar om laten we hopen vooruit te zien naar de toekomst zoals de Heer die in het vooruit zicht stelt. Misschien kan een kerkendag ook in dat perspectief iets voor mensen betekenen. Dat is dan in elk geval meegenomen, onderweg. T. Rinket®

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1986 | | pagina 4