'misschien
zijn we te
redelijk
VERKIEZINGEN
Oostenrijk tegen
rest van de wereld
PZC/°Pinie en achtergrond 4
Onthouden
Neutraal
Conservatief
stemmen uit de kerken
ZATERDAG 7 JUNI 1986
AKZO
V
Drs. J. W. Berghuis
(Door Harry Meijer en Peter de Vries)
Een zeer pijnlijk achterhoedegevecht dat echter een zware hypotheek zal leggen op de
sociale verhoudingen in de komende jaren. Zo kan het cao-conflict tussen Akzo en de
Industriebond FNV worden samengevat.
Bitterheid en teleurstelling domineren de directiekamers van het chemieconcern in Arnhem.
„Dit is een hele verdrietige situatie", zegt drs. J. W. Berghuis, voorzitter van de directie van
Akzo-Nederland. „We hebben maanden gewerkt aan een akkoord met alle bonden en
uiteindelijk krijg je nul op het rekest. Uiterst frustrerend. Dit proces is bij de bonden
kennelijk uit de hand gelopen".
Het steekt Berghuis enorm dat de
achterban van de Industriebond de
tot 'huisstijl' verheven redelijkheid
van Akzo niet wenst te honoreren. Als
Akzo niet voor vrijdag met een beter
cao-bod komt, zullen er stakingsac
ties uitbreken, zo hebben de leden
besloten. De draaiboeken hebben de
stencilmachines reeds bereikt.
Akzo is niet van plan om het onlangs
bereikte cao-resultaat open te breken.
Wat in de onderhandelingen met de
vier betrokken vakbonden op tafel is
gekomen is het 'maximaal haalbare'.
Niet alleen volgens de directie maar
ook in de ogen van de vakbonden. De
leiding van de Industriebond FNV is
er echter niet in geslaagd dat aan de
leden duidelijk te maken. Berghuis:
„Ik dacht zeker te weten dat we de
zaak voor elkaar zouden krijgen. Die
stemming hing ook aan de onderhan
delingstafel. Daarom heb ik alle troef
kaarten op tafel gelegd. Dat is nogal
wat. We hebben een voortreffelijk bod
gedaan. Verder kunnen we niet gaan.
Akzo is uitgepraat".
Op 7 mei leken directie en vakbonden
elkaar gevonden te hebben in een
cao-resultaat waarmee iedereen voor
de dag kon komen. De moeizame
onderhandelingen hadden een reeks
afspraken opgeleverd over scholing,
herverdeling van werk en loonsverho
gingen. Gedurende de tweejarige
looptijd van de cao wilden de partijen
gezamenlijk een maatschappelijke
bijdrage leveren aan de bestrijding
van de werkloosheid. Akzo toonde
zich bereid om 1800 arbeidsplaatsen
extra te scheppen, waarin begrepen
een verwachte groei van 400 in 1986.
Daarnaast zou het bedrijf een opval
lend 'breed' scholingsoffensief star
ten, waarbij jaarlijks 2,5 procent van
de werktijd van het personeel wordt
betrokken.
De vakbonden voor middelbaar- en
hoger personeel waren tevreden met
het cao-resultaat en beschouwden het
dan ook als een akkoord. De Indus
triebonden FNV en CNV wilden niet
zover gaan en legden de afspraken
'neutraal' aan de leden voor. Want
ondanks alle positieve intenties,
kwam het symbool van de vakbonds-
strijd, de 36-urige werkweek voor ie
dereen, niet in het stuk voor.
Het personeel van de grootste pro-
duktievestigingen in Emmen, Delf
zijl en Hengelo wezen de werkgele-
genheidsinspanningen, die hun werk
gevers zich wilde getroosten, als te
mager van de hand. Cao-coördinator
Jan Schermer van de Industriebond
FNV, die de onderhandelingen bij
Akzo hoogstpersoonlijk had overge
nomen van de te star geachte Paulien
van der Linden, moest maar weer
met de directie om de tafel gaan
zitten. De 'tegenpartij' weigerde een
nieuwe gesprek en daarop werden
maandag de stakingsparolen van stal
gehaald.
Berghuis heeft de ontwikkelingen
voor zichzelf nauwkeurig gerecon
strueerd. „Terwijl het in de metaal en
bij Philips hard tegen hard ging, ko
zen wij met de vakbonden een andere
weg. Het gezamenlijke uitgangspunt
was: hoe kun je een maximale werkge-
legenheidsinspanning leveren met in
begrip van korter werken. Die weg is
door de leden van de Industriebond
niet afgelegd. Zij waren voortdurend
met het begrip 36 uur om de oren
geslagen en in de stemming gebracht
om acties te gaan voeren. En toen lag
daar opeens een principe-akkoord.
Bestuurlijk zaten we óp een heel
andere golflengte dan de mensen op
de werkvloer. Daardoor is het misge
lopen".
Ook in vakbondskringen zal iedereen
volmondig toegeven dat Akzo be
paald niet de beroerdste werkgever is
De multinational (23.000 werknemers
in Nederland) voerde als eerste indus
triële gigant de 38-urige werkweek in.
Nu leek het bedrijf een voorhoede-ro
te gaan spelen met een omvangrijk
scholingsprogramma. Voorzitter Dick
Visser van de Industriebond FNV
sprak zich daar in een vraaggesprek
met de GPD nogal lovend over uit.
Ook vice-voorzitter Johan Stekelen
burg van de FNV liet tussen neus en
lippen blijken dat het Akzo-resultaat
meer verdiende dan een neutraal ad
vies aan de leden. Berghuis:,,We had
den gedacht dat we ook het land
ermee zouden helpen..."
Maar de als redelijk geboekstaafde
werkgever Akzo dreigt stakingen over
zich heen te krijgen, terwijl de 'havi
ken' in werkgeverskring - Philips en
de metaalwerkgevers - zich kunnen
koesteren in de luwte van een cao
akkoord. „We staan bekend als een
vakbondsvriendelij ke onderneming,
maar we zullen ons moeten afvragen
of we niet te redelijk zijn geweest. Jan
Schermer heeft geprobeerd om voor
zijn leden het maximale eruit te ha
len, maar wat voor ons telt is of de
werknemers akkoord gaan met onze
voorstellen".
Eigenlijk zou Berghuis hoogstper
soonlijk naar de kantines van de
opstandige vestigingen willen gaan
om daar tegenover het personeel de
'Akzo-visie' te verkondingen. Want,
zoals de Akzo-directeur stelt, het con
flict lijkt mede het gevolg van een
communicatieve kortsluiting tussen
beslissers - concernleiding en vak
bonden - en de achterban van de
Industriebond.
„Onder elkaar zeggen we wel eens: je
moet zelf naar de mensen toe. Maar
dat kun je niet maken. Je zou dan de
rol van de vakbonden overnemen.
Wij hebben altijd gezegd: de vakbon
den zijn de natuurlijke tegenspeler
van het management. Die dienen een
hele objectiverende en ook wat af
standelijke rol te spelen. Maar als de
Industriebond FNV het oordeel over
het cao-resultaat geheel op het bord
je van de achterban neerlegt, dan
krijg je wel de neiging om voortaan
maar direct naar de werknemers te
gaan. De vakbeweging zet hiermee
zijn onafhankelijke en zelfstandige
positie op het spel".
„We zijn er nog steeds niet uit. Er zijn
nog steeds collega's in het manage
ment die zeggen: ga er maar naar toe.
Maar ja, werknemers die in de mood
zijn om te gaan stakingen laten zich
ook niet overtuigen".
In zekere zin lijkt Akzo ook een beetje
de dupe van het eigen succes. De
kwartaalberichten herbergen al enke
le jaren goudgerande winstcijfers. On
willekeurig ontstaat het beeld dat het
bedrijf meer kan doen aan werkgele
genheid dan de fraaie intenties van de
cao-afspraken. Berghuis wil die illusie
graag uit de wereld helpen. „De men
sen zijn kort van memorie. Akzo heeft
een enorm moeilijke tijd gehad. Er
zijn ontzettend veel arbeidsplaatsen
verdwenen. Gelukkig gaat het nu
weer goed, maar je moet onzettend je
best doen om je positie te handhaven.
Als de leden van de Industriebond
meer inspanningen van ons vragen
dan werkt dat contra-produktief. De
loonkosten zullens stijgen en dat zal
weer ten kosten gaan van werkgele
genheid".
De Akzo-directeur wijst op de grote
investeringen, die zijn bedrijf doet.
Per werknemer investeerde Akzo vo
rig jaar ruim 32.000 gulden, bijna twee
keer zoveel dan in andere industriële
bedrijven. „Dat levert direct en indi
rect werkgelegenheid op".
De kans dat verschillende Akzo-vesti-
gingen volgende week 'plat' gaan is
groot. Vlak voor de zomervakantie
heeft ons land dan toch nog een
sociaal conflict van gewicht. De gevol
gen zullen niet gering zijn. De 'be
trouwbaarheid' van de Industriebond
FNV als onderhandelingspartner lijkt
in het geding. „We hebben altijd veel
vertrouwen gehad in de onderhande
laars van de Industriebond FNV.
Mensen als Stekelenburg en Scher
mer hebben ons kristisch, lastig maar
toch ook opbouwend benaderd", zegt
Berghuis, die in het rijtje FNV-be-
stuurders de weggezuiverde Paulien
van der Linden onvermeld laat. „Door
deze ontwikkelingen word je natuur
lijk onzeker over die bond".
Stakingen zijn de Akzo-directeur een
gruwel. „Waar ik me geweldig over
opwind is dat je met een vakbond
streeft naar meer werkgelegenheid,
terwijl diezelfde bond zegt: mensen
we gaan staken. Onze betrouwbaar
heid als leverancier wordt door derge
lijke acties op het spel gezet. Ik kan
me ook niet voorstellen dat werkne
mers aan hun eigen spullen komen.
Dat iemand die de hele dag aan een
machine staat, dat ding maar in de
soep laat lopen".
Directe gevolg van stakingsacties zal
zijn dat de eenmalige uitkering per I
juli van 2 procent van het jaarsalaris
1985 niet wordt uitbetaald. In het
eindbod van Akzo staat dat deze
uitkering pas wordt betaald na het
bereiken van een akkoord.
„Ik zit straks mijn mensen twee
procent te onthouden waar ze recht
op hebben. Wat moeten we doen met
scholing, Vut, jeugdplannen en ga zo
maar door. Allemaal zaken die we in
samenspraak met de vakbonden wil
len regelen. Op deze manier word je
dat onmogelijk gemaakt. Maar het is
toch te gek dat we de bestrijding van
de werkloosheid moeten laten liggen
omdat de Industriebond dwars ligt. Ik
wil me er best sterk voor maken dat
we op eigen kracht inhoud geven aan
onze maatschappelijke verantwoor
delijkheid. Als de vakbonden geen
zaken meer met ons willen doen, gaan
we wel alleen aan de slag. Voor zoiets
moet je natuurlijk wel weer het hele
management achter je zien te krij
gen".
(Van onze correspondent
Hans Hoogendijk)
Als Kurt Waldheim zondag
wordt gekozen tot president,
betekent dit een symbolische am
nestie voor de jodenmoord in de
Tweede-Wereldoorlog". Het Joodse
Wereldcongres, WJC, deed deze
week een laatste poging de verkie
zing van de vroegere secretaris-ge
neraal van de Verenigde Naties te
voorkomen. Het zal niet baten. Inte
gendeel, de onophoudelijke aanval
len op Kurt Waldheim hebben er
voor gezorgd dat steeds meer Oos
tenrijkers zich achter de leus scha
ren: 'Wij Oostenrijkers kiezen wie
wij willen. Waldheim, juist nu'.
Morgen is het dan zo ver. Er moet wel
een wonder gebeuren wil Waldheim
niet de meeste stemmen krijgen. Een
maand geleden kwam Waldheim
ruim 15.000 stemmen te kort voor de
absolute meerderheid en daarom
moeten de 5,5 miljoen Oostenrijkers
het overdoen. Nu ligt Waldheim mij
len voor op zijn moegestreden tegen
kandidaat, de sociaal-democraat
Kurt Steyrer.
De man die de nieuwe president van
Oostenrijk wil worden, heeft zichzelf
en zijn land wereldwijd in opspraak
gebracht. Kurt Waldheim, tien jaar
redelijk succesvol hoogste ambte
naar van de VN, had juist die periode
uit zijn levensloop verdrongen waar
in hij in Hitiers Wehrmacht diende.
Eerste-luitenant Waldheim was ac
tief op de Balkan tijdens de partiza
nenstrijd en de jodendeportaties.
Maar hij wist van niks. 'Aan mijn
handen kleeft geen bloed. Ik heb
nooit iets fout gedaan'.
En nadat hij door de joden werd
aangevallen wegens zijn 'geheugen
zwakte', kwam het oude anti-semi-
tisme in Oostenrijk vrij. De Oosten
rijkers laten zich de levensleugen
van het onverwerkte verleden niet
ontnemen. Edgar Bronfman, de pre
sident van het Joodse Wereldcongres
heeft er een nieuw woord voor be
dacht: de Waldheimse ziekte. 'Wie
deze ziekte heeft kan zich niet herin
neren nazi te zijn geweest.' Naarmate
de aanvallen harder werden, stelden
de Oostenrijkers zich geslotener ach
ter Waldheim op.
Zelfs de nog altijd aanbeden vroege
re sociaal-democratische kanselier
Bruno Kreisky nam hem in bescher
ming: Waldheim mag dan een bruin
verleden hebben en zich een heleboel
dingen niet meer weten te herinne
ren, een nazi is hij niet geweest en
een oorlogsmisdadiger al helemaal
niet. En zo denken de meeste Oos
tenrijkers. Waldheim vocht voor Hit-
Ier: „Wat ik heb ondergaan is hetzelf
de noodlot als honderdduizenden an
dere Oostenrijkers. Wij waren niet
enthousiast, maar er was geen alter
natief'.
Na 1945 vergat hij net als honderd
duizenden landgenoten deze perio
de. Dat mochten de Oostenrijkers
van de Amerikanen en Russen, want
zij spraken het kleine Alpenland
vrij met de vaststelling dat Oosten
rijk het eerste door Hitier bezette
land was. Onzin natuurlijk, want de
Oostenrijkers sloten zich in 1939
met 99,73 procent van de stemmen
bij Duitsland aan. Maar omdat bei
de grootmachten niet al te veel tijd
hadden voor het probleemgeval
Oostenrijk, negeerden zij deze vrij
willige 'Anschluss'.
Het land mocht neutraal, buiten b
woelige internationale vaarwatf
gaan bouwen aan het beeld vi
braaf vakantieland. Alle oud-naz
bleven zitten waar ze zaten en verj
ten werd het feit dat dit volk zwa
oververtegenwoordigd was in al
moordcommando's van de SS.
Het is het Joodse Wereldcongres d
door de aanvallen op Waldheim b
hele onverwerkte verleden van i
Oostenrijkers aan het daglicht h«
gebracht. De waarschijnlijke a
komst: president Kurt Waldheim.!
dat kan toch nooit de bedoeling i
geweest.
Het 'produkt' Waldheim dat zich
het begin van een lange verkiezing
campagne zo moeilijk liet verkop*
is toch succesvol gebleken. Zijn vi
kiezingsadviseurs hadden het mo:
lijk. Hoe breng je een ambtenaar ai
de man, die niet uit de plooi
brengen is, die nauwelijks emoti
kent, die koel en correct is?
begonnen met een poging de '0(
tenrijker' in Waldheim te ontwikt
len: Kurt in lederhose, groen Stein
jasje aan, rode stropdas om. Het*
geen gezicht. De man bleef de glad
diplomaat, veeltalig maar zone
Oostenrijks dialect.
Alle pogingen om hem herkenbaar
maken, mislukten totdat de 'creat
ve catastrofe' plaats vond. Waldhe:
kwam onder een internationaal sp
vuur te liggen en vanaf dat mome
ging het bergopwaarts met zijn j
pulariteit. De Oostenrijkers ontdf
ten een der hunnen in hem. Wa
heim werd een man van vlees
bloed, met emoties en zwakke kf
ten. Honderdduizenden konden a
zelfs met hem identificeren.
Naarmate de aanvallen toenam
werden de kansen van zijn socia
democratische tegenstander Ki
Steyrer slechter. Een proces c
hem nu hoogstwaarschijnlijk
presidentschap oplevert.
Maar er is meer. In het kielzog v
het succes van Kurt Waldheim gr»
de aanhang van de conservatie
Oostenrijkse Volkspartij, OT
waarvoor hij kandidaat staat. E
bedreigende ontwikkeling voor
sociaal-democraten. Zij leveren ni
alleen al tientallen jaren de pre
dent, maar ook de bondskanselii
Sinds enkele jaren is dat Fred Sir
watz, die Bruno Kreisky opvolgi
Sinowatz regeert samen met
rechts-liberalen. Deze partij is a
interne ruzies bijna ten ondergega;
en met de algemene verkiezing
van 1987 in het vooruitzicht groeiti
kans dat de Oostenrijkse socia:
democraten ook het bondskanselii
schap kwijt raken.
Een ontwikkeling die voor een bij:
panische stemming in het socia:
democratische kamp heeft gezorg
Het kleine Alpenland, dat zich aa
gevallen voelt door een grote bo
wereld, is in beweging. De meerd:
heid van de bijna acht miljoen ini
ners kruipt achter Kurt Waldhei
onder het motto: 'Wij kiezen wie«
willen. Waldheim, juist nu'. Wa
Waldheim is de beste garantie i
het verleden onverwerkt kan blijvi
Als een van zijn voornaamste opf
ven als president ziet hij een taak!
'verzoener', een boven de partij:
staande vader des vaderlands. Oi
het boze buitenland maakt hij A
niet te veel zorgen, dat wordt i
weer rustig. En Wenen blijft Wem
zoals de Alpen de Alpen blijven.
Kerkendag, normen en waarden
Zeggen dat we ons bevinden in een proces van
verandering van normen en waarden is natuur
lijk het opentrappen van een open deur. Wie weet
dat niet en loopt daar niet tegen aan?
Tegelijk echter vormt dat de oorzaak van veel
spanningen in onze samenleving, van tegenstellin
gen tussen groepen en verbanden; zo, dat de
breukranden overal zichtbaar worden en niet zel
den midden door gevestigde instituten en gemeen
schappen heen lopen. Ik denk, dat dat onvermijde
lijk is, hoe moeilijk mensen 't daar ook mee kunnen
hebben. Ik vermoed, dat het niet alleen onvermijde
lijk is, maar dat het ook vruchtbaar gemaakt kan
worden en mogelijk zelfs een verrijking van het
bestaan in zich kan bergen. Dan moet er intussen
wel bewust op in gespeeld en mee gewerkt worden.
Er bestaan instituten die daarmee ondersteunend
bezig zijn, maar het eigenlijke gebeurt toch gewoon
bij en tussen mensen. Ook hier in onze samenleving.,
Wanneer daartoe ook in en door de kerken een
bijdrage kan worden gegeven, dan naar me voor
komt alleen in oecumenische zin: waar men een
eigen waarden- en normenpatroon denkt te kunnen
bewaren en tot gelding hoopt te kunnen brengen,
daar wordt de voortgaande ontwikkeling miskend
en gaat de aansluiting verloren.
Het is de bedoeling van de kerkendag, die zaterdag
7 juni in Goes wordt gehouden, om in dat proces
van veranderende waarden en normen bescheiden
hulp te bieden.
De veronderstelling daarbij is, dat mensen niet
ieder voor zich, individueel daarmee in het reine
moeten komen, doch samen tot meer helderheid
komen. Er is altijd veel nadruk gelegd op de
persoonlijke verantwoordelijkheid in zulke ontwik
kelingen. Het is uiteraard niet mijn bedoeling
daaraan afbreuk te doen. Maar we mogen de ogen er
niet voor sluiten, dat deze nadruk ook geleid heeft
tot heilloze splitsingen en tegenstellingen, waarin
de verantwoordelijkheid juist verstarde en niet
meer over en weer tussen mensen functioneerde.
Daarmee zijn soms mensen in hun denken en
handelen van de wal in de slot geholpen en
zodoende niet zelden aan hun lot overgelaten.
Daartegenin worden we opgeroepen om elkander in
verband met die veranderingen te ontmoeten. Dat
houdt meer in dan een ogenblik met elkaar erover
praten, ook al kan dat belangrijk zijn. Ontmoeten
betekent voor mij: dat heel verschillende mensen
door naar de medemens te luisteren elkander in hun
denken en doen ontdekken als mogelijkheid om
antwoord (een ander dan het eigen antwoord, naar
ik aanneem!) te geven op de levensvragen waarvoor
ook ik mij gesteld zie.
Het is de vraag hoe vaak ontmoetingen in deze
zin in onze samenleving met haar tegenstellin
gen plaatsvinden. Ze vallen ook niet te organise
ren. De raad van kerken te Goes en de provinciale
raad van kerken in Zeeland willen met het beleg
gen van deze kerkendag 1986 echter een aanlei
ding en kader voor zulke ontmoetingen bieden in
de hoop dat er inderaad van komen zal.
Vroeger, en hier en daar ook nu nog wel, worden er
zogenaamde 'toogdagen' gehouden. Daaraan moet
ik een ogenblik denken in dit verband. Deze of gene
kan op de gedachte komen de kerkendag als een
soort toogdag in wat moderner vorm te beschou
wen. Ook die toogdagen functioneerden immers als
ontmoeting. Er is echter een groot verschil: de
toogdagen waren een weerzien van gelijkgezinden,
een soort grote familiereünie, waarin herkenning en
gemeenschappelijkheid de sfeer bepaalden. Is de
kerkendag niet meer dan dat (want natuurlijk zal
ook daar wel van herkenning sprake zijn), dan heeft
deze toch niet echt aan het doel beantwoord.
Ontmoeting is iets anders dan weerzien. Ze is iets
anders dan je bevestigd voelen in wat jezelf beweegt
en waarvan je ziet dat dat voor anderen net zo
functioneert. Ontmoeting is verwondering: dat 't
klaarblijkelijk ook anders kan en dat je elkaar dan
over de kloof van een meningsverschil heen toch
kunt vasthouden. Wat met deze kerkendag wordt
beoogd is dus in elk geval niet iets vanzelfspre
kends. Maar in het proces van veranderende nor
men en waarden werkt het vanzelfsprekende dan
ook alleen maar verstarrend.
Ook de oecumene zelf is niet vanzelfsprekend.
Mogelijk is er zo wel tegenaan gekeken, in
zoverre ze beantwoordde aan de tendens van onze
tijd tot verbreding van samenlevingsverbanden:
het 'enge' van vroeger doet het immers in onze
dagen niet meer. Welnu, juist in die oecumene als
min of meer voor de hand liggende en bij de tijd
passende uitbreiding van kerkstructuren, juist in
de oecumene als toenemende grootschaligheid
worden we en niet onbegrijpelijk door
tegenstromingen en reacties vanuit de traditie
geremd. We voelen ons soms als in een fase van
oecumenische windstilte, in een dal van de oecu
menische verhoudingen.
Het is echter de vraag of dit beeld van de oecumene
recht doet aan de eigenlijke bedoeling: niet een min
of meer voor de hand liggende optelsom van
kerkverbanden, maar een wezenlijk en verrijkend
verstaan van elkander en naar elkaar toegroeien. In
die zin is oecumene in elk geval niet vanzelfspre
kend. Evenmin als iedere ontmoeting over de kloof
van meningsverschillen heen. Maar daaraan ont
leent ze dan ook haar waarde. En daarin ligt dan
ook de mogelijkheid besloten, dat de oecumenische
contacten in de vaak verwarrende ontwikkelingen
van normen en waarden in onze samenleving van
essentiële waarde blijken te zijn. En met het oog
daarop denken de beide genoemde raden van
kerken er dan ook goed aan te doen om nu voor
de derde maal sinds 1982 leden van de verschil
lende kerken en andere belangstellenden tot een
ontmoeting in breder verband uit te nodigen. In de
wetenschap overigens, dat het de deelnemers zélf
zijn, die zo'n ontmoeting tot stand brengen.
Inmiddels is de brochure 'Derde Zeeuwse Ker
kendag thema's voor gespreksgroepen' op
ruime schaal verspreid. Het geschriftje biedt aan
knopingspunten voor de verschillende groepsge
sprekken, die naast andere activiteiten tijdens de
bijeenkomst te Goes zullen plaatsvinden.
Het thema 'verschuivingen in normen en waarden'
moge een en ander verbinden, de verschillende
onderwerpen binnen dat thema lopen zeer uiteen.
Het gaat zowel over de pluriforme samenleving als
het onderwerp vrouwenemancipatie en kerk, ge
sproken wordt over gewetensvorming in een tech
nologische wereld en over het joodse leerhuis. En
daarmee is nog niet alles genoemd. Een cabaret
groepje werkt mee en natuurlijk zijn er ook stands
met allerlei materiaal. Het programma vermeldt
aan het slot een vesperdienst en de mogelijkheid
om in een soort 'kerkenpad' een aantal kerkgebou
wen te bezichtigen. De bijeenkomst vindt plaats in
het Willibrord College aan de Fruitlaan 3 te Goes en
duurt van kwart voor 10 tot 4.30 a 5.00 uur in de
middag. De toegang is vrij, voor kinderopvang
wordt gezorgd en broodjes en koffie zijn (tegen een
kleine vergoeding) verkrijgbaar.
De beide vorige kerkendagen vonden plaats in het
oecumenisch vormingscentrum 'Hedenesse' te Cad-
zand. Ze gingen uit van de provinciale raad van
kerken in samenwerking met vormingscentrum. In
meer dan een opzicht vormde Hedenesse hiervoor
een ideale omgeving. Dat het ditmaal niet daar
maar in Goes gebeurt, hangt samen met de bewustf
keuze voor inschakeling van een plaatselijke raad
van kerken. Op het plaatselijke vlak, in parochies
en gemeenten leeft immers de kerk. Misschien zal
deze of gene de wijde omgeving van Hedenesse
missen, maar daar staan de betrokkenheid en
activiteit van de mensen uit Goes en de medewer
king van het Willibrord College dan tegenover.
Kerk-zijn is, in tegenstelling met vroeger tijden,
thans in het algemeen geen kwestie meer van
massaliteit. Dat zie je ook in de kerkdiensten, waar
het aantal aanwezigen doorgaans beperkt is.
Als ik me niet vergis zal de gemeente van de Heer in
de komende tijd veel meer de vorm aannemen van
kleine groepen, waarin het gesprek, de viering en de
toewijding centraal staan. Wie zich te binnen brengt
hoe in de eerste eeuwen de beweging van Christus
begon en een weg zocht, die zal de neiging van zich
af weten te zetten om telkens weer terug te denken
aan en te verlangen naar de talrijke schare die eens
op de zondagmorgen de kerkgebouwen vulde. Af en
toe echter zal er een samenzijn mogen plaatsvinden
in groter verband. Niet om nostalgisch terug
kijken. Maar om laten we hopen vooruit te zien
naar de toekomst zoals de Heer die in het vooruit
zicht stelt. Misschien kan een kerkendag ook in dat
perspectief iets voor mensen betekenen. Dat is dan
in elk geval meegenomen, onderweg.
T. Rinket®