MICHEL EVERAERT
...iksta tenminste weer
gemotiveerd te spelen.
BETTY STOVE
spelers op de
baan zo veel
mogelijk met
rust laten
W
WL-
frans derks
peter van kouteren
reglementswijziging
keuken
eigenwijs
jeroen te nuyl
\TERDAG 7 JUNI 1986
mm
Ml.
i
tichel Everaert
foto camile schelstraete
an het eind van het vorig sei-
Lzoen zorgde Michel Everaert
oor een opmerkelijke transfer. De
belverdeler van de volleybalver-
niging Morres/Hulst tekende een
bntract bij eredivisionist Brevok/
|BC uit Breda en maakte zich op
loor 'de sportieve uitdaging'. De
lart was echter allerminst ge
laagd. Everaert raakte in conflict
let trainer Willem Jansen, had een
|jd lang geen enkele interesse meer
oor zijn sport en alles wees op een
Irugkeer naar zijn oude vereniging,
laar zijn verkiezing in het militaire
lam luidde het herstel in. Michel
Iveraert (22) verlengde alsnog zijn
pntract met de Bredase vereniging
i begint volgend seizoen onder de
lieuwe trainer Pierre Mathieu aan
fcn nieuwe uitdaging. Dat is echter
p latere zorg. Met het militaire
[am legt hij de laatste hand aan de
oorbereiding voor het WK, dat half
pi in Colorado Springs (VS) op
meter hoogte begint.
Pe uitverkiezing in het nationaal
jiilitair team was ergens een wassen
|eus, maar vergoedt veel voor de
pelverdeler van Brevok. Aan het
tnd van het seizoen waarin hij zo
jan het twijfelen was geslagen, fleur-
|e hij erdoor op, vooral ook door de
|linkende resultaten van de selectie.
Ik sta nu tenminste weer heel gemo-
[veerd te spelen", zegt hij. „Dit is de
adding van mijn seizoen. Ik zal er
fles aan doen om te bewijzen dat ik
ach kan volleyballen: voor mezelf,
tiaar stiekem ook tegenover de bui-
pnwereld en zeker ten opzichte van
Jllem Jansen".
Pe naam van de trainer van Brevok
ferkt af en toe nog als een rode lap
|p een stier. „Veel ga ik er niet over
eggen, want je zou er drie pagina's
'er kunnen schrijven. Het klikte
|anaf het begin niet. Ik zit vanaf juli
arig jaar in militaire dienst. In mei
[as ik geslaagd aan de sportacade-
jüe in Tilburg en ik kreeg daarom
en opleiding van vier maanden als
xirtinstructeur. Je moest ontzet-
[nd veel lopen en daar heb ik toch al
Ie schurft aan. Als we militaire vak-
len kregen, zat ik meer dan eens te
japen met mijn armen op mijn
aofd. In de voorbereiding kwam ik
IP de training met mijn tong op mijn
Fhoenen. Ik was uitgeput, maar
[illem Jansen had daar totaal geen
egrip voor. Het is allemaal wel leuk
[s je over je grenzen gaat, maar je
[oet tijd krijgen om te herstellen.
|e trainer hield daar geen rekening
pee".
[et gevolg was dat Paul van Rij tho
rn als spelverdeler aan het begin
ïn het seizoen de voorkeur kreeg,
lij was al jaren spelverdeler bij
[revok. In de voorbereiding speel-
pn we afwisselend ieder twee sets.
zat er helemaal niet mee dat ik
jet speelde, dan rustte ik tenminste,
[et was ook heel logisch dat Paul
Tm kwam. Ik had nog niets laten
jen geeft hij toe. „We hebben trou-
|ens een slecht seizoen gedraaid,
pens onderaan. Na mijn opleiding
ram ik er af en toe twee setjes in als
r bijvoorbeeld al met 2-0 achter-
jonden. Dan begon het wel te draai-
T. we wonnen de derde set en
[horen in de vierde set op het
JPPertje. Dan wist ik al dat ik er de
■amende twee wedstrijden naast zou
staan. Ik baalde echt als een stek
ker".
De onvrede van Michel Everaert
sloeg om in een totale desinteresse,
toen Paul van Rijthoven gebles
seerd af moest haken. De Zeeuw
werd de vaste spelverdeler, maar
oogstte veel kritiek. „Na december
ging het helemaal mis. Ik had de
pech dat we drie sterke tegenstan
ders op rij kregen", legt hij uit. „De
ploeg was nogal vernieuwd, er wa
ren een heleboel jonge gasten bij
gekomen. We misten gewoon erva
ring en we waren te klein. De meeste
spelers zijn maar 1.90 meter en als
het nou allemaal van die giganti
sche jumpers waren. De schuld van
die nederlagen werd in mijn schoe
nen geschoven. De publieke opinie,
in de pers („allemaal vriendjes van
Paul van Rijthoven, die kenden ze al
jaren") en Willem Jansen voorop. Ik
ging echt aan mezelf twijfelen. Ka-
rien (Mangus, zijn vriendin en te
genwoordig spelend bij Sarto) zei:
ik herken je niet meer. Na de neder
laag tegen Lycurgus heb ik de video
opnamen bekeken. Daarop zag ik
dat het zeker niet alleen aan mij lag.
Volleybal interesseerde me vanaf
dat moment geen ene worst meer".
Maar de 22-jarige spelverdeler over
won zijn crisis, toen hij gekozen werd
in het militair team. Via een adver
tentie in de 'defensiekrant' kon er
ingeschreven worden voor dat team,
waarna een selectie plaatsvond. Veel
concurrentie was er niet en het was
dan ook geen verrassing dat hij in de
selectie werd opgenomen. „Er spelen
nogal wat spelers uit het Nederlands
jeugdteam mee, waarin ik vroeger
heb gespeeld. Ik kreeg van Bert
Funk (de trainer) vertrouwen en dan
ga ik goed spelen. Als ik weet dat ik
erin sta, durf ik de leiding te nemen.
We wonnen verrassend een toernooi
in Duitsland, met deelname van Bel
gië, waarin vijf spelers uit de natio
nale ploeg. Daarna hebben we nog
een keer tegen de Belgen gespeeld en
weer wonnen we: met 3-2. Eind
maart hoorden we definitief dat we
naar de WK gaan. Het is echt een
'winning-team'. Jongens die op 14-14
scoren en niet in het net slaan. Die
zijn toch vrij zeldzaam in de volley
balwereld".
„De centrale trainingen zijn in 't
Harde. Om het 'gat' in de tijd met
Colorado Springs te overbruggen,
werken we een Jet-tack programma
af. Elke dag gaan we een uur later
naar bed. Het is de bedoeling dat we
de laatste dag in Nederland om zes
uur naar bed gaan en 's middags om
twee uur opstaan. Ik sta nu weer heel
gemotiveerd te spelen. Voor een he
leboel spelers zou dat aan het eind
van een slopend seizoen niet meeval
len, maar voor mij is het een nieuwe
uitdaging".
„De laatste trainingen bij Brevok
heb ik niet meer gevolgd. Jansen
bereidde al een half jaar zijn trai
ningen niet meer voor, dat is na
tuurlijk belachelijk op dit niveau.
Het was bij ons al langer bekend dat
hij zou stoppen. Ik heb eind maart
aan manager Frans Derks (de oud
voetbalscheidsrechter) gevraagd
wat de plannen voor volgend sei
zoen waren. Derks is directeur van
ABC-schoonmaakbedrijven en is bij
een heleboel bedrijven lid van de
raad van commissarissen. Hij is dus
bekend en is zakelijk gezien goed
voor de vereniging, zo lang hij zich
maar niet met volleybal bezighoudt.
Ik heb hem gezegd dat ik weg zou
gaan als er niet veel zou veranderen.
Hij zei dat ze in onderhandeling
waren met een toptrainer en een
grote sponsor, maar meer wou hij op
dat moment niet kwijt. Hij heeft het
aan de ene kant goed gespeeld, maar
voor de spelersgroep betekende het
wel een stukje onzekerheid".
Onder trainer Pierre Mathieu gaat
Michel Everaert zich na het WK voor
militairen voorbereiden op zijn twee
de seizoen bij de Bredase eredivisie
club. De club heeft ambities. Rob
Lantsheer komt de gelederen ver
sterken en met deze Zeeuwse speler
komt ook Rob van Prooijen van
Starlift. Bovendien is Hubert van der
Hout van WC aangetrokken. „Het
belangrijkste is dat we er twee mid
denmensen bij hebben", vindt Mi
chel Everaert. „Het is de bedoeling
dat we ons volgend seizoen handha
ven, het jaar daarop iets hoger eindi
gen en daarna doorstoten naar de
'top drie'. Ik zie het wel zitten. Ma
thieu staat bekend als een kampioe
nenmaker. Bovendien heeft hij altijd
goed overwogen naar welke club hij
ging. Het is daarnaast een trainer,
van wie je blijft leren".
„Vorig jaar zag ik het rond deze tijd
ook zitten", weet hij nog. „Voor het
eerst in mijn carrière heb ik tegen
slag gehad en toch ben ik gerijpt. Ik
ben een stuk harder geworden en dat
is op dit niveau heel belangrijk".
Er wordt een paar keer
hartgrondig gevloekt op baan
II van Roland Garros. Hana
Mandlikova traint een half uurtje
met de Nederlander Rob Simon,
die haar constant om de oren
slaat. De sfeer is ontspannen;
Mandlikova mag zo af en toe dan
knap grof in de mond zijn, de
Praagse moet toch ook wel lachen
om die gebruinde jongen aan de
andere kant van het net met zijn
onbereikbare klappen. Dan grijpt
Betty Stöve in. „Geef eens wat
bolle ballen op haar terugslag",
roept ze naar Simon, die niet
begrijpend zijn schouders
optrekt.
Een typerend beeld: Stöve
analyseert en bepaalt wat er
gebeurt. Ze staat zelf niet meer zo
veel op de baan als vroeger; daar
worden verschillende (mannelijke)
sparring-partners voor ingehuurd
om zo de conditie en de scherpte
op peil te houden. Ook de
Hagenaar Frits Don - uiteindelijk
voldeed hij niet - werd vorig jaar
even voor dat doel gebruikt. „Maar
ik heb de leiding", benadrukt één
van de 14 vrouwen, die met tennis
meer dan een miljoen dollar aan
prijzengeld verdiende. „Wat
betreft technische en tactische
adviezen hoeft niemand mij iets te
vertellen".
Vrijwel elke zichzelf respecterende
topper heeft tegenwoordig een
individuele coach in dienst.
„Logisch", vindt Stöve, „want in
vergelijking met mijn tijd, toen
dergelijke zaken helemaal niet aan
de orde waren, heeft de sport een
enorme ontwikkeling
doorgemaakt. Tennis is op alle
fronten veel professioneler
geworden, waarbij met name het
geld een steeds belangrijkere rol
vervult. Spelers horen zich daar
niet mee bezig te houden, ze
moeten slechts aan tennis denken.
Wij, de coaches, nemen de rest wel
van ze over".
Vraag blijft of het zo
langzamerhand niet tijd wordt
voor een reglementswijziging,
zodat ook de sportieve inbreng
vanaf de kant kan groeien.
Hardnekkige geruchten willen
dat de MIPTC (de overkoepelende
tennisraad) het nu nog geldende
verbod op coaching inderdaad
overweegt te schrappen. Een
maatregel, die vooral in het
Westduitse kamp met instemming
zou worden begroet. Boris Becker
kreeg in het nabije verleden al
diverse vermaningen omdat zijn
begeleiders Ion Tiriac en Gunther
Bosch wat al te nadrukkelijk
aanwijzingen zaten te geven.
Dat zelfde deed volgens de umpire
onlangs ook Peter Graf, toen zijn
dochter Steffi een moeilijk
moment beleefde tijdens de finale
in het Amerikaanse Amelia Island
tegen haar landgenote Claudia
Kohde-Kilsch. Tot grote woede
van haar vader en trainer
incasseerde de jonge Westduitse
twee officiële waarschuwingen.
„Maar ze won de partij wel, dus het
heeft misschien toch geholpen",
constateert Betty Stöve. „Voor mij
hoeven die regels niet zo nodig op
de helling. Wanneer ik Hana wat
duidelijk wil maken of
aanmoedigen, dan lukt dat toch
wel zonder daarvoor bestraft te
worden. Nee hoor, we hebben geen
speciale tekens of code; anders zou
ze stapelgek van me worden".
„Ik blijf zeggen datje tennissers,
wanneer ze eenmaal op de baan
staan, zo veel mogelijk met rust
moet laten", vervolgt de verliezend
Wimbledon-finaliste in 1977.
„Laten ze zich zelf maar
ontwikkelen. Anders kweekje
twijfelaars, die straks niet eens
hun tanden kunnen poetsen. Ze
zullen toch moeten leren
beslissingen te nemen. Vergelijk
het maar met school. Daar krijg je
een opleiding tot het examen. Dan
sta je er alleen voor, net als een
tennisser in een wedstrijd".
„En het is natuurlijk helemaal
niet erg wanneer die scholing
door verschillende mensen
gebeurt; iedere leraar heeft ook
zijn eigen vak. Niemand beheerst
alle facetten van het spel, dan zou
hij God zijn. De een is goed met
serveren, de ander in het slaan
van volleys. Je moet gewoon van
alles wat weten. Dat onderscheidt
de goede van de slechte coach.
Tenniscoaches hebben sportief gezien een ondankbare taak. Omdat het
geven van aanwijzingen tijdens partijen (met uitzondering van Davis-
en Federation-Cupontmoetingen) nu eenmaal officieel verboden is en
daar, in tegenstelling tot bijvoorbeeld tafeltennis, vrij streng de hand
aan wordt gehouden, blijft hun invloed op het wedstrijdverloop
beperkter dan in welke andere tak van sport ook. „Je moet al het werk
voordien doen", weet Betty Stöve, die deze week precies zes jaar
geleden de persoonlijk begeleidster werd van Hana Mandlikova.
Sinds de open Franse kampioenschappen in 1980 verleent de nu
veertigjarige Rotterdamse nog steeds hand- en spandiensten aan de
Tsjechoslowaakse top-vijf-speelster. In de praktijk betekent dat min
stens veertig weken per jaar bezig zijn met trainings- en reisschema's,
het regelen van hotels en het afwikkelen van financiële kwesties. In
bijgaand verhaal komt Betty Stöve onder andere aan het woord over
haar rol als coach, de reglementen en de situatie in Nederland.
Betty Stöve
Kennis van het spierenstelsel,
psychologie, er komt nog heel wat
bij kijken. Nee, geen speciaal
dieet, zoals Navratilova. Ik let wel
op wat Hana eet, maar het komt
allemaal gewoon uit de dagelijkse
keuken".
Terecht geeft Stöve zichzelf graag
het voordeel van de twijfel
wanneer haar capaciteiten ter
sprake komen. „Anders was ik
allang ontslagen, want zo werkt
dat wel in dit wereldje. Dan word je
keihard aan de kant geschoven.
Het gaat om een
vertrouwensrelatie, die soms best
onder spanning staat. Want elke
topatleet is moeilijk om mee te
werken. Ze zijn allemaal lastig
omdat ze een eigen mening
hebben. En dat is maar goed ook".
Mandlikova's landgenoot Ivan
Lendl komt vervolgens ter sprake.
Hij nam vorig jaar doelbewust
Tony Roche als coach in de arm.
Met de hulp van de gewezen
Australische grasspecialist wilde
de Oosteuropeaan beter kunnen
inspelen op zijn aartsrivaal John
McEnroe (net als Roche
linkshandig) en met name op
snelle banen aanvallender leren
tennissen. Op Wimbledon had die
greep vorig jaar nog weinig succes,
maar Lendl is inmiddels wel de
onbetwiste nummer één van de
wereld.
„Hij was altijd wat eigenwijs",
weet Stöve. „Lendl dacht dat hij
wel genoeg had aan Wojtek Fibak
als adviseur, maar hij is er nu ook
achter dat een coach op zijn
niveau noodzaak is. Wat
Mandlikova betreft, ze kan nog
veel beter worden. Dat ze nu wat
is gezakt, komt door de opmars
van Steffi Graf en niet door eigen
falen. Hana heeft de capaciteiten
om de sterkste te worden. Het is
alleen de vraag of je daar zo
gelukkig mee moet zijn. Kijk
maar naar wat er met Borg en nu
met McEnroe is gebeurd. Je moet
die luxe ook kunnen dragen".
Of Betty Stöve in de toekomst
meer in eigen land zal vertoeven,
hangt volgens de Rotterdamse, die
de laatste jaren alleen als coach
van het nationale
Federation-Cupteam fungeert,
voor een belangrijk deel af van de
binnenkort bij de KNLTB in
dienst tredende nieuwe
bondscoach Stanley Franker. „Op
korte termijn gaan we samen eens
een avond om de tafel zitten.
Vooralsnog wordt er in Nederland
slechts een warrige
„huisjespolitiek" gevoerd,
waardoor goed onderling overleg
altijd onmogelijk is geweest. Er
zijn te veel mensen die denken dat
ze de wijsheid in pacht hebben.
Eerst zal de organisatie en het
beleid drastisch moeten worden
veranderd; te beginnen van
onderaf, dus bij de districten".
Voor het zieltogende Nederlandse
tennis zou het ongetwijfeld goed
zijn wanneer Stöve bij de opvang
en begeleiding van jong talent zou
worden betrokken. Niet voor niets
is ze de enige vrouwelijke
individuele coach binnen het
profcircuit. „Er is nu eenmaal
maar één Betty", besluit Stove
lachend.