DREMPEL
N SPRONG
PZC/ week-in
IaTERDAG 7 JUNI 1986
35
\retig
nevet
I )m de drie weken begint op het vliegveld
1 Vlidden-Zeeland' een opleiding
larachutespringen die een A-brevet
ynotieven
zwart gat
ab van der sluis
et ronkende motor klimt het vliegtuig
moeizaam naar 2000 voet. Op die
oogte klapt jumpmaster Hans den Otter
je deur open. De sterke wind doet zijn haar
waaien. Hij gooit de streamer - een
erzwaarde strook crêpepapier voor een
acte bepaling van de afsprong - naar
uiten. Wenkt nog een paar maal met z'n
land naar de piloot van de PH-DES om het
iste punt te vinden. Dan is het mijn
eurt. De jumpmaster geeft een seintje en
ekt me aan de riem van mijn chute naar
ch toe. Eenmaal met m'n knieën en armen
|aar voren kijkt Den Otter, en geeft het
ken om naar buiten te klimmen. Staande
p het smalle treetje met de handen
eklemd om een stang van de vleugel doet
e straffe wind mijn oranje overall
pbollen. READY? Een korte knik, of iets
at daar op lijkt. Dan ...GO!
a drie weken is het zover. Een
ïgenachtige periode gepaard met harde
ind heeft de eerste sprong geruime tijd
ertraagd. Voorafgaand aan het
aadwerkelijk parachutespringen is een
edische keuring verplicht. Het Sport
edisch Adviescentrum Zeeland (SMAZ) in
'lissingen is voor dat onderzoek de
angewezen instantie. Keuringsarts C.
liskoot van het SMAZ: „Je hoeft geen
arathonloper te zijn voor
arachutespringen. Het verschil tussen een
;ewone sportkeuring en een
arachutekeuring is vooral gelegen in het
iit dat de omgevingsdruk verschilt van
ormale sporten. Verder moetje
eschikken over een uitstekend
[ezichtsvermogen en goed diepte kunnen
hatten. De gewrichtsbanden moeten in
|rde zijn om de klap op te vangen. Beneden
omje altijd, maar het is zaak om veilig te
nden om een volgende keer weer te sprin-
:en".
igenaar/instructeur Den Otter van
larachutistenschool 'Midden-Zeeland'
eklemtoont dat een leerling vooral over
n paar goede enkels en standvastigheid
oet beschikken. „De onverwachte
nding op de grond vereist een stevige
kei. Mensen met zwakke enkels pik je er
p de grond al uit, als ze op anderhalve
eter hoogte van een stelling moeten
ringen. Verder moet een leerling zelf
illen en leren z'n angst de baas te worden,
ij moet gemotiveerd en gretig zijn",
en Otter (40) is een oude rot in het
ftpringvak'. Hij begon dertien jaar geleden
I p het eiland Texel met parachutespringen
I it nieuwsgierigheid. Verplaatste toen zijn
I ctiviteiten naar het vliegveld
I iestienhoven bij Rotterdam en maakte
I arenlang deel uit van de vereniging 'Flying
)utchman'. Sinds driejaar runt hij samen
net Helene de Koning de
larachutistenschool in Zeeland.
plevert.
)m het brevet te halen moet de cursist acht
prongen maken aan een zogeheten
static-line', een lijn bevestigd aan een haak
nhet vliegtuig die de parachute opent.
'erder bestaat de mogelijkheid een
ennismakingssprong' te maken. Na een
I iag grondtraining gaat de leerling nog
I liezelfde avond - als het weer het tenminste
Joelaat - de lucht in. Het nieuwste op het
:ebied van parachutespringen is de
Accelerated Free Fall'. „Een revolutionaire
intwikkeling, want na één dag ben je klaar
oor een vrije val van vijftig seconden", zegt
len Otter. De cursist gaat direct al naar een
loogte van 10.000 voet, twee instructeurs
pringen met hem mee en houden hem
ijdens de vrije val aan beide benen en
irmen vast in de juiste houding.
Ie leeftijdsgrens waarop iemand mag
■eelnemen aan het parachutespringen is
•"astgesteld op zestien jaar. Volgens Den
litter heeft dat te maken met het geestelijk
'olwassen zijn, maar hij tekent daarbij
ielijk aan dat 'uit ervaring blijkt dat ook
■en aantal ouderen geestelijk nog niet in
staat is een sprong te maken'. „Een sprong
s voor tachtig a vijfentachtig percent een
I geestelijke inspanning. Een groot gedeelte
I segt tegen me: het lijkt alsof je een dag hebt
I iewerkt, hoewel je slechts twee minuten
I >an de chute hangt. De confrontatie met
I ezelfmoetje aandurven. Mensen met
I sapsones vallen door de mand. Ik heb hier
I irote kerels zien komen, maar je krijgt ze
I üet de lucht in. Maar na 't springen heb je
I ilezier en een bepaald gevoel dat niet in
I feld valt uit te drukken".
I .n het begin is het moeilijk om in het
I 'Uegtuig te stappen. Een ander heeft
I iaarmee geen problemen, totdat de deur
I opengaat. Bij het springen komt tenslotte
I iok een avontuurlijke inslag en lef om de
I ioek kijken. De eerste twintig tot dertig
I sprongen blijft je een vreemd gevoel geven.
I ie hebt tijd nodig om aan jezelf te wennen,
Jot er een tijd komt datje net zo makkelijk
P de flets springt".
I De lichamelijke en geestelijke gesteldheid
I s'an de zes cursisten die op
I Hemelvaartsdag aan de grondtraining
I beginnen is in ieder geval in orde
I bevonden. Het is tien uur 's ochtends.
I riaats van verzameling is het clubhuis van
I iet paracentrum 'Midden-Zeeland'. Het
I sestal bestaat uit: een postbode, twee
I dienstplichtig militairen, een pijpfitter,
I;en MEAO-studente en deze verslaggever.
I De leeftijden lopen niet ver uiteen, de
I edenen om deel te nemen aan de cursus
■vel.
I De deelnemers aan de cursus geven bijna
Springen boven het Sloe.
fotografie wim riemens
v.v.v.v.v.v
y.y.ViVAV.y.Vi
een gevoel dat niet heel
makkelijk is uit te drukken...
allemaal toe dat zowel vrienden, kennissen
als ouders ze hebben afgeraden om te
springen. Eén van hen vertelt dat zijn
vriendin hem heeft gevraagd af te zien van
de cursus. „Mijn ouders zeiden tegen me:
wacht tot na je examen, want als er iets
gebeurt, dan heb je het examen alvast
achter de rug", zegt een ander. Een derde
vertelt dat zijn ouders er niet echt op tegen
waren. „Maar als ze dat wel waren, had ik
het toch gedaan". Vreemd genoeg betekent
die bezorgde instelling een extra stimulans
om toch deel te nemen aan de cursus. Den
Otter: „Mensen hebben steun van hun
omgeving nodig. Het feit dat een
iifc
aanstaande leerling op deze manier in de
belangstelling staat stimuleert. De cursist
leeft toe naar het moment waarop hij gaat
springen. Hij durft te springende anderen
niet".
Gast-instructeur Joop van Rijswijk (25) uit
Utrecht zal de cursisten die twee dagen
tekst en uitleg geven. Hij behandelt eerst
het materiaal: „De naam onthouden is niet
nodig, ik wil alleen jullie nieuwsgierigheid
bevredigen". En gaat vervolgens over de
techniek van het landen. Het grasveld naast
het clubhuis is de eerste plaats waarop het
rollen uitvoerig wordt geoefend. „Het is
belangrijk goed te oefenen, anders ben je
dadelijk stijf en beurs". Hij voegt er direct
aan toe: „Voeten goed sluiten, anders
zwikken de enkels". De 'landingsrol' wordt
's ochtends naar schatting dertig tot veertig
keer gemaakt.
Daarna is het de beurt aan instructeur
Remy Herder (22) die de reserveprocedures
zal uitleggen, ,,'t Springen levert vrij weinig
gevaar op. De chute is in de loop der jaren
aanzienlijk verbeterd", stelt hij het zestal
gerust, om er in één adem aan toe te voegen,
„maar toch kan er iets fout gaan". In een
fluks tempo somt hij de zes gevallen op,
waarbij het noodzakelijk is de
reserve-parachute te openen. Drie voor het
Parachutistenschool 'Midden-
Zeeland' op het gelijknamige
vliegveld bij Arnemuiden van
instructeur Hans den Otter en
Helene de Koning mag zich in
een groeiende belangstelling
verheugen. In 1984 meldden
zich ongeveer zestig mensen
aan voor een cursus. Dit jaar
verwacht Den Otter het aantal
van vorig jaar - 146 - ruim
schoots te overtreffen: „Je
springt niet, omdat je buurman
ook aan parachutespringen
doet. Je moet de confrontatie
met jezelf aandurven". PZC-ver-
slaggever Ab van der Sluis
sprong mee.
geval de hoofdkoepel open is, maar een lijn
dwarszit of een scheur in het materiaal is
ontstaan, waardoor de daalsnelheid ietsje
toeneemt. En drie procedures als de
hoofdchute ergens aan blijft hangen of zich
maar gedeeltelijk ontvouwt met het gevolg
dat de daalsnelheid aanzienlijk toeneemt
en direct handelen en dus openen van de
reservekoepel noodzakelijk is. „Komt dat
veel voor?", vraagt één van de cursisten
ongerust.
De ongeveer vijf seconden tussen de
afsprong en de opening van de koepel zijn
een zwart gat in mijn geheugen. Een
schokje in mijn schouders brengt me terug
naar de realiteit van de sprong. Pas dan
kijk ik naar boven of de parachute zich
correct heeft ontvouwen. Als gevolg van
mijn onstabiele afsprong zijn de touwen
gedraaid. Door m'n handen tussen de
lijnenbundels te steken en fietsbewegingen
in de lucht te maken, lukt het me uit de
knoop te raken. Beneden mijn benen is het
Sloegebied. Links het Veerse Meer en de
rijksweg Bergen op Zoom-Vlissingen. De
traag bewegende schepen op de
Westerschelde komen steeds dichterbij,
maar lijken nog altijd op speelgoed,
's Middags verplaatst de cursus zich naar
een hangar op het vliegveld. Aan het
plafond is een harnas met riemen bevestigd.
Kort tevoren is de afsprong op een
centimetersdikke matras tot in de puntjes
geoefend, waarbij vooral het tellen en een
onnatuurlijke houding van het lichaam
voor een stabiele afsprong een belangrijke
plaats innemen. Eén voor één worden de
cursisten in het harnas gehangen om de
afsprong en de reserve-procedures
nogmaals door te nemen. De sfeer is wat
lacherig. Zo'n meter boven de grond
hangen, stelt immers nog niets voor. De
twee instructeurs proberen zonder
ophouden de aandacht te vestigen op alles
wat goed en fout kan gaan. „Wat op de
grond fout gaat, gaat acht van de tien keer
ook in de lucht fout", zegt Den Otter.
Met de behandeling van de stuurtechnieken
wordt de eerste cursusdag afgerond. Wat te
doen als je honderden meters van de
windlijn - een denkbeeldige lijn tussen het
exitpunt en het landingspunt - belandt?
Hoe handel je als de bovenwind plotseling is
toegenomen? Of als de wind is gedraaid?
Binnen twee minuten - want zo lang duurt
het voor een springer weer op het gras staat
- is het zaak om met behulp van de
stuurhoutjes zo precies en zo zachtjes
mogelijk te landen.
De tweede dag van de cursus begint met het
oprekken van de spieren, die het de eerste
dag zwaar te verduren hebben gekregen.
Daarna weer rollen op het gras. De
zijwaartse, de achterwaartse en de
voorwaartse rol. Als alles naar wens
verloopt is het tijd om van de anderhalve
meter hoge stelling te springen. Voor-, zij-
en achterwaarts. Volgens de instructeurs is
die klap ongeveer gelijk aan de klap bij de
echte landing. Dat wekt vertrouwen, maar
de blauwe plekken en de pijnlijke spieren
denken daar anders over. Iedere rol is er één
te veel.
Ook wordt die dag het vouwen van de chute
geoefend. Eerst het zogeheten 'vouwen na
de landing'. Alles moet dan weliswaar
zorgvuldig worden ingepakt op het veld; het
echte en nauwkeuriger vouwen komt pas
later. Hoewel het lijkt alsof de touwen
voortdurend in de war raken, komt er een
speciale techniek aan te pas, zodat al het
doek en de touwen netjes in de zak passen,
's Middags wordt ook het uitstappen uit het
stilstaande vliegtuig geoefend. Eerst de
rechterhand, vervolgens de linker. Daarna
het rechterbeen en het linkerbeen. Kijken.
Knikken. En springen
„Links". De radio tussen mijn borst en de
reserve-parachute geklemd doet me
opschrikken. Instructeur Remy Herder
staat met een zender 700 meter lager om
stuuraanwijzingen te geven. „Rechts
...stop". Het lijkt alsof de val naar beneden
slechts een aantal seconden duurt. Het
gevoel alsof je alleen op de wereld bent, de
volkomen stilte en het schitterende
uitzicht mogen wat mij betreft uren duren.
Hoewel de daalsnelheid ongeveer tien
kilometer per uur bedraagt, valt daar hoog
in de lucht niets van te merken.
„Parahouding", klinkt het uit de radio. De
voeten tegen elkaar en de knieën iets
gebogen, kunnen echter niet voorkomen
dat de landing tamelijk hard aankomt.
Ondanks de nauwgezette
stuuraanwijzingen vanaf de grond is de
landingsplek ongeveer vierhonderd meter
verder.
Na de geslaagde landing zijn er felicitaties.
Niet omdat je de sprong hebt overleefd,
maar omdat je volgens Den Otter daarmee
de drempel van het durven bent
gepasseerd. De sprong wordt in het
clubhuis in theorie nog een keer
overgedaan. Fouten worden afgedaan met
de opmerking: „Ik heb anderenwei
vreemdere sprongen zien maken". De vele
klappen op de schouders zijn voor de
overwinning dat 'je niet hebt geweigerd te
springen'. Den Otter: „Niets is zo erg als de
beelden die je van het springen in
gedachten hebt, niet kloppen met de
werkelijkheid in de lucht".