MOEDERMAVO JUBILEERT eigen kweek voor de klas PZC/ week-in 34 meisje motivatie heikel kou ZATERDAG 7 JUNI 1986 Toen in 1976 het dagonderwijs voor volwassenen van start ging liet de voormalige onderwijsminister Van Kemenade in een onbewaakt ogenblik de naam Moedermavo vallen. Een schot in de roos. Nog steeds proberen schoolbestuurders de inmiddels verfoeide benaming uit te roeien. Dag- avondonderwijs voor volwassenen ligt helaas minder lekker op de tong, maar dekt wel de lading. Tweede kans-onderwijs klinkt beter, en geeft precies aan waar het om gaat. De dag- en avondscholen geven iedereen de mogelijkheid ook na de leerplichtige jaren voortgezet onderwijs te volgen. Het volwassenen-onderwijs heeft in feite een langere geschiedenis dan het tien-jarig jubileum doet vermoeden. De inmiddels verdwenen handels-avondscholen voorzagen reeds in een bepaalde behoefte. In het begin van de jaren zeventig werden de mogelijkheden verruimd. In 1972 werd in Vlissingen een mavo-afdeling (middelbaar algemeen vormend onderwijs) aan de gemeentelijke handelsschool toegevoegd. Dat was het begin. In Terneuzen was de handelsschool toen al ter ziele gegaan en werd in datzelfde jaar met de eerste avond-mavo gestart. In de loop van de jaren kwamen er afdelingen bij: havo (hoger algemeen vormend onderwijs), vwo (voorbereidend wetenschappelijk onderwijs) en meao (middelbaar economisch en administratief onderwijs). In 1976 mocht er voor het eerst ook overdag les worden gegeven. Hoe fout de naam Moedermavo ook mag zijn, feit is wel dat het volwassenenonderwijs vooral bij vrouwen in trek is. Neem de ZDASG, met vestigingen in Vlissingen, Middelburg, Goes en Zierikzee. Ruim 1390 vrouwen op een totaal van 2022 leerlingen geeft het vrouwelijk overwicht aan. Zonder exacte cijfers te noemen wordt onder de Schelde een zelfde verhouding aangehouden: in Terneuzen, Hulst en Oostburg maken de mannen maar één derde deel van de ongeveer duizend cursisten uit. Een jubileum geeft in eerste instantie natuurlijk aanleiding om vooral de positieve ontwikkelingen onder de aandacht te brengen. Adjunct-directeur L. Wille van de ZDASG, geassisteerd door voormalig onderwijswethouder en bestuursvoorzitter G. Adan, is daar zeker Voor in. Het volwassenenonderwijs heeft een stormachtige groei doorgemaakt. Tegenwoordig is er landelijk sprake van 130.000 cursisten per jaar. Dat de dag- en avondscholen in een behoefte voorzien hoeft dus niet betwijfeld te worden. Adan heeft daar een simpele verklaring voor. Volgens hem zijn er altijd laatbloeiers, die alle kansen aangrijpen om hun achterstand in te halen. Bovendien is het dag- en avondonderwijs gewoon cliëntvriendelijk. Adan: „Er kan meer, er wordt meer geboden dan op andere scholen. Je kunt hier Spaans volgen, beter dan op een reguliere school. Als er maar belangstelling genoeg is, dan zijn vrijwel alle vakkencombinaties mogelijk". Daar komt bij dat het niet verplicht is een volledig vakkenpakket te kiezen. Wie dat wil kan het rustig aandoen en via de zogenaamde deelcertificaten toch een diploma in de wacht slepen. Conrector H. Veraart van de Dag- Avondscholengemeenschap Zeeuwsch-VIaanderen spreekt ook van een gevarieerd tweede kans-onderwijs. Dat vooral vrouwen daar gebruik van maken verbaast hem niet. Hij zegt: „In deze streek kon je heel lang horen: ach, 't is maar een meisje, ze trouwt toch. En was het nijverheidsonderwijs een voor de hand liggende keuze. Later komen ze daar zelf op terug. Ik herinner me in 1960, toen ik op de mulo in Hulst les gaf, dat er meisjes naar de huishoudschool overstapten. Ik heb ze toen voorspeld: daar krijg je spijt van. Jaren later stapt Veraart over naar de dag-mavo, j a, dan kom je daar diezelfde leerlingen weer tegen". Het volwassenenonderwijs op de bres voor de vrouwenemancipatie. Hoewel het nergens duidelijk als doelstelling omschreven staat blijkt het wel de praktijk. Adjunct Wille daarover: „Vorige week bij de voorlopige foto: lex de meester wat den haag ook verzint, we blijven gewoon draaien. Tien jaar Moedermavo in Zeeland. Meer dan 3000 cursisten, die elk jaar meestal gemotiveerd de schoolbankjes opzoeken. Het Zeeuwse dag- en avondonderwijs mag er wezen. 'Leren is leuk', de slogan op de jubileumshirtjes van de Zeeuwse Dag- en Avond Scholengemeenschap (ZDASG), is méér dan een reclamespreuk. De meeste leerlingen, ook op de Dag- Avondscholengemeenschap Zeeuwsch-VIaanderen, zullen zon der protesteren zo'n shirtje aantrekken. Terug naar school, voor een diploma en daarmee meer kans op een baan of promotie, of gewoon om de algemene kennis bij te spijkeren. Dat klinkt gemotiveerd. Een kanttekening is echter wel op zijn plaats. De laatste jaren neemt het aantal instromers van de reguliere middelbare scholen toe. Leerlingen die voor het eindexamen zakken of vroegtijdig de dwingende lessentabel ontvluchten kunnen op de dag- en avond school terecht. De angst voor een ondergraving van de veelgeprezen motivatie van de volwassenen, die bewust voor die vorm van onderwijs hebben gekozen, is reëel. Donderdag 12 juni houden alle dag- en avondscholen in Nederland een open dag. Om te laten zien dat er nog veel te leren valt. Tien jaar onderwijs voor moeders en -niet te vergeten- vaders: een noodzakelijke tweede kans. Maar wordt het allemaal niet een beetje te vrijblijvend? Een gesprek met vertegenwoordigers van het volwasse nen-onderwijs. uitslag van de examens zag ik een wat oudere vrouw. Ze had deelcertificaten voor de moderne talen gehaald. Met die papieren had ze net een baantje bij de VVV gekregen. Dat geeft een enorme genoegdoening. Ik geloof dat de school een wezenlijke bijdrage aan de gelijkschakeling van man en vrouw levert". Een ander aspect dat niet uit het oog verloren mag worden is dat een dag-avondschooldiploma een zeker aanzien geeft. Wille is er zeker van dat het getuigschrift in het bedrijfsleven erg wordt gewaardeerd. „Je laat zien datje vooruit wil komen. Slechts twee uur les per vak, dat betekent dat de cursist er thuis hard aan moet werken. Dat spreekt aan", aldus Wille. Ex-wethouder Adan -gebruind, hij heeft een massa vrije tijd- stipt de sociale functie van de school aan. Alleen thuis zitten in een nieuwbouwwijk gaat niet iedereen even goed af. In klasseverband kunnen er gemakkelijk contacten worden gelegd. Een diploma of een deelcertificaat helpt volgens hem ook het zelfvertrouwen opvijzelen. „Het is een bevestiging van een geleverde prestatie", stelt hij vast. Waarbij niet vergeten moet worden dat de prestatiedrang anderzijds als een belemmering kan werken. De Terneuzense conrector Veraart heeft daar ervaring mee: „De school zou veel groter zijn als er minder faalangst bestond. Ouders zijn bang om een zes of een zeven te halen. Als hun kind met zo'n cijfer thuiskomt wordt er al vlug gezegd: en nu de volgende keer een acht. Begrijpelijk, maar voor hen zelf is dat uiteraard niet zo leuk". Omdat het vrijwillig onderwijs betreft is de motivatie van de leerlingen groot. De schoolleiders leggen daar met plezier de nadruk op. Echter, vergeleken met de beginjaren is er wel het één en ander veranderd. Jongeren die het niet rooien op de reguliere middelbare school maken steeds gemakkelijker de overstap naar het volwassenenonderwijs. Een gevoelige materie. Want wie zegt dat het groeiend aantal jongeren een negatieve invloed heeft op de veelgeprezen motivatie op de dag- en avondscholen, die uit daarmee indirect kritiek op het gewone dagonderwijs. Wille en Adan wegen hun woorden. „Veel jongeren in de klas, zoals dat in Middelburg voorkomt, dat vergt een andere aanpak", klinkt het voorzichtig. De adjunct-directeur van de ZDASG stelt voor alle zekerheid dat er ook veel jongeren zijn die bewust voor het volwassenen-onderwijs kiezen. „Maar", geeft hij toe, „er zijn docenten die in het gewone onderwijs ordeproblemen in de klas hadden. Die lopen het risico dat ze met dezelfde problematiek te maken krijgen, ook op onze school". Het huidige onderwijssysteem werkt die verjonging in de hand. Wie zakt voor het eindexamen kan via de dag- en avondschool de onvoldoendes wegwerken en op een vrij gemakkelijke manier toch een diploma halen. De gewone middelbare scholen zien de gezakte eindexamenkandidaten bovendien graag vertrekken. De zogenaamde tien procentsregeling -enkele jaren geleden ingesteld- legt een zware druk op het onderwijssysteem omdat het bijna onmogelijk is om de 'zakkers' op te vangen. Ze mogen slechts voor tien procent worden meegeteld. Met andere woorden: dertig gezakten die op school blijven leveren slechts faciliteiten op voor drie leerlingen. Dat bevordert ongetwijfeld de doorstroming naar de ZDASG en de Zeeuws-Vlaamse dag- avondschool. Veraart wil van die ontwikkeling vooral de positieve kant zien. Hij heeft er altijd rekening mee gehouden dat er vrij vlot een eind zou komen aan de groei van het aantal leerlingen. Zelfs een terugval leek hem niet onwaarschijnlijk. Die bange voorgevoelens blijken niet terecht, de jonge instroom zorgt voor voldoende aanwas. Een veranderde sfeer is hem nog niet opgevallen. „De jongeren van 17 tot 21 jaar voelen zich hier volledig gelukkig. Ze worden als volwassenen beschouwd, dat stimuleert. En waar nodig corrigeren ze elkaar". In Vlissingen wordt daar genuanceerder over gedacht. Wille opperde de mogelijkheid van ordeverstoring in de klas. Economieleraar J. Sandee windt er nog minder doekjes om. „Ik zie het de laatste jaren heel duidelijk gebeuren. Bij veel jonge leerlingen is de motivatie gewoon zoek. Zal ik lid worden van de korfbalclub of van de avondschool. Dat wordt dan op een mooie zomeravond onder het genot van een pilsje beslist. Wat mij betreft mag de korfbalclub in zo'n geval de voorkeur krijgen". Zelf is Sandee via het avondonderwijs eerste graads economieleraar geworden. Veel studeren naast een volledige baan, hij was wel gemotiveerd. Die zelfde instelling verwacht hij ook van de tegenwoordige leerlingen. Uitvloeisel van de tanende motivatie is een groot aantal afvallers. Alweer een heikel onderwerp. Cijfers over vroegtijdige afhakers blijken niet voorhanden. „Enkele procenten, hooguit", zegt Adan. Registratie van de leerlingen gebeurt volgens Wille alleen aan het begin van het schooljaar. Tussentijdse tellingen zijn zinloos, want er zijn veel leerlingen die tijdens het schooljaar periodiek afwezig zijn, zonder dat duidelijk is of het om een definitief afscheid gaat. Leraar Sandee, als verklaard voorstander van het tweede kans-onderwijs, schat het aantal afvallers veel hoger. „In bepaalde cursussen ben je aan het eind van het jaar de helft van je leerlingen kwijt", weet hij zeker. Waarschijnlijk moet dat percentage als een uitschieter worden beschouwd. Wille wijst er althans op dat de economieleraar alleen over de meao spreekt. Hij erkent dat die afdeling problemen heeft gekend. Het percentage niet-geslaagden was bij het eindexamen-meao altijd hoog.,,Maar", voegt hij er snel aan toe, „we zijn daar in Goes volop mee bezig. De cursus wordt opgesplitst in twee blokken van twee jaar. Dat gaat beter". Wille benadrukt dat alle 'wilde' verhalen over tussentijdse afhakers zwaar overtrokken zijn. De toekomst lijkt hem in dat opzicht zorgelijker. De regering heeft plannen om de cursusgelden centraal te gaan innen. Dat brengt met zich mee dat er elk halfjaar opnieuw moet worden ingeschreven en betaald. Wille: „Ik ben bang dat het ministerie op die manier het tussentijdse opstappen stimuleert. Nu betalen de leerlingen voor een heel jaar. Zeeuwen zijn nog altijd een beetje zuinig, dus dat ze dan ook het hele jaar komen is goed mogelijk. Wordt dat veranderd, zeg maar een betaling aan het begin en halverwege het schooljaar -in januari- c zie ik bezwaren. December is een dure maand. Je krijgt dan ongetwijfeld cursisten die het te duur vinden en niet meer komen" Het cursusgeld houdt de gemoederen al langere tijd bezig. Ondanks zware rijkssubsidiëring moest het lesgeld drastisch worden opgetrokken. Momenteel kost een lespakket 200 tot 400 gulden per jaar. Het boekengeld -nog eens zo'n 200 gulden- komt daar bovenop. In Vlissingen wordt enthousiast gemeld dat dit jaar voot het eerst sinds lange tijd geen verhoging wordt doorgevoerd. Economieleraar Sandee constateert dat het inderdaad de hoogste tijd is dat er eens een pas op de plaats wordt gemaakt. „Ik vind dat de lesgelden van gesubsidieerde instellingen onevenredig zijn verhoogd. Er wordt een te hoge drempel opgeworpen voor de sociaal zwakkeren, de echte minima. Dat is jammer. Het volwassenen-onderwijs kostdf regering toch massa's geld. Pas dan alsjeblieft op dat straks niet een groot deel van de bevolking wordt buitengesloten". Den Haag laat de dag- en avondscholen op meer punten in de kou staan. Adan heeft uitgerekend dat de ZDASG vergeleken mei een gewone dagschool veel minder admistratieve krachten krijgt toebedeeld Een onrechtvaardige situatie, vindt hij. „We hebben nu recht op twee krachten, In feite zouden we veel meer mensen nodig hebben. Ga maar na: vier vestigingen, en al die leerlingen met deelcertificaten. Dat vraagt ontzettend veel tijd". In Terneuzen speelt dat probleem minder. Met het nieuwe schoolgebouw, dat vorig jaar werd betrokken, heeft Veraart absoluu! geen reden tot klagen. „Ik denk zelfs dat w één van de weinige dag- avondscholen met een eigen gebouw zijn". De financiële perikelen van de leerlingen zijn overigens even zorgwekkend als in Vlissingen. Werklozen en leerlingen meteei minimum inkomen kunnen aanspraak maken op een tegemoetkoming in de kosten. Het is wel de bedoeling dat de cursisten eerst uit eigen zak betalen, waarna pas de vergoeding wordt overgemaakt. Conrector Veraart omzeilt die in zijn ogen lastige regeltjes. „Voor veel leerlingen is het cursusgeld een rib uit het lijf. Dus wat doen we: er wordt een gespreide betaling in termijnen mogelijk gemaakt. Aan het begin van het jaar laat ik drie acceptgirokaarten tekenen, die dan na verloop van tijd worden geïnd. Dat werkt prima, al is het niet helemaal zoals het hoort". De kans dat een centrale betalingsregeling het 'systeem-Veraart' torpedeert, is groot. Volgende week donderdag worden er open dagen gehouden. In Terneuzen wordt hetï en 21 juni tijdens de jaarlijkse havenfeester nog eens dunnetjes overgedaan. Vrolijke motto's: 'leren is leuk' en 'het dagavond onderwijs opent deuren'. Ondanks enkele zorgelijke ontwikkelingen kan er toch feesl worden gevierd. In tien jaar is er veel bereikt, er zijn vele deuren geopend voor leerlingen die de tweede kans met beide handen aangrepen. Voor de doorzetters kal dat zo blijven. Wille houdt in elk geval vast aan een positieve benadering. „Ik werkhifl sinds 1981. Ik geloof dat dit jaar voor het eerst niemand van de directie overspannen is geweest". Zelfs Haagse bemoeienis kan de pret niet bederven. „Wat ze in Den Haag ook verzinnen, wij zorgen dat het allemaal blijft draaien. Je kunt de leerlingen nu eenmaal niet de dupe laten worden. Het bestaansrecht van de school is afdoende bewezen". jan van damme Het was een lange weg. Maar economieleraar Jan Sandee mag zich nu hèt voorbeeld noemen van een geslaagde avondscholier. Adjunct-directeur L. Wille van de ZDASG noemt hem 'eigen kweek'. De nu 38-jarige Sandee begon zijn carrière in 1972 op de avond-mavo in Goes. Als boerenzoon uit Kamperland had hij alleen de landbouwschool gevolgd. Een verkeerde keus, bleek achteraf. De werkgelegenheid in de landbouw liep terug. Het werk bij een zaadhandel, dat hij noodgedwongen had aangenomen, beviel maar matig. „Ik zat in die tijd echt op zoiets als de avond-mavo te wachten. Emplooi in de landbouw was er niet, dus ik wilde graag omscholen" vlot. Wel moest hij er ander werk door zoeken, want een avondstudie paste niet in de tweeploegendienst van de zaadhandel. Bij de keuringsdienst voor landbouwgewassen in Goes kon hij terecht in het laboratorium en op de proefvelden. „Ik heb mijn studie heel erg serieus genomen. Het was voor mij een flinke klus, drie tot vier avonden per week. Het was geen kwestie van: laat ik het eens proberen. Nee, ik wilde dat halen". Na de mavo koos hij voor een onderwijsopleiding. Het mo-boekhouden in Tilburg sprak hem aan. Samen met zijn vaste studiegenoot Gerard Verschure slaagde hij voor het toelatingsexamen en wist ook het eerste proefjaar door te komen. Economieleraar J an Sandee ...bewuste keuze voor tweede kans-onderwijs... De driejarige opleiding haalde hij Probleem was alleen dat zijn werkgever de nieuwe studie niet zag zitten. Na veel aandringen kreeg hij tijdelijk een halve dag per week verlof om naar Tilburg te gaan. Na enkele maanden liep dat mis: de directie van de keuringsdienst wilde alleen meewerken aan een voor het werk nuttige studie. Sandee: „Ik zat toen volledig klem. Uiteindelijk ben ik toen maar op onderwijsvacatures gaan schrijven. Ik was nog lang niet bevoegd, maar er was toen een enorm lerarentekort". Omdat hij voor de leao in Vlissingen de enige sollicitant was werd hij daar op proef aangenomen. Een sprong in het duister, die goed is uitgepakt. Hij bleef er zeven jaar, en in 1983 had hij behalve het mo-boekhouden ook het mo-handelswetenschappen op zak. De ZDASG zag hem al in 1980 als leraar terug. Nu geeft hij nog maar vier uur op de dag- en avondschool. Dat is het maximum aantal overuren dat hij naast zijn volledige baan op de heao mag geven. Met die vier uur houdt hij zicht op de ontwikkelingen binnen het volwassenen-onderwijs. Hij houdt er geen optimistische visie aan over. Vanuit zijn economische achtergrond geredeneerd: „De regering stopt veel geld in dat onderwijs. Gemeenschapsgeld dus. Als ik dan zie dat het aantal leerlingen dat voortijdig afhaakt enorm is toegenomen, dan klopt er iets niet. Waarom moeten er grote bedragen worden uitgetrokken voor mensen die niet gemotiveerd zijn om de opleiding af te maken- Zelfs als je jong bent mag er op een bewuste keuze worden gerekend''-

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1986 | | pagina 34