/ILLEM
ROOKUS
gesjoemel en de
belastingmoraal
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
PAGINA 29
terriers
moraal
lachwekkend
banken
brievenbus
druk
jan peter versteege
PZC 1
\NEEK
ZATERDAG 24 MEI 1986
f- f 5 f
K-
rvndanks zijn baan als hoofd fiscale
U recherche bij de FIOD is Willem
lookus (62) de zoon van een Zeeuwse
lorpssmid gebleven. Het gesprek in het
ebouw aan de Surinameweg gaat even
iver kleren. „Die interesseren me niet",
;egt Rookus, die vorige week met VUT
;ing, „ik had hier net zo lief in een overall
ondgelopen". Grappig genoeg is een
iverall de oorzaak dat Rookus nooit
landwerksman werd. Pa Rookus,
lorpssmid in Heinkenszand, had een
iverall gekocht voor de kleine Willem.
Heef hij zitten op de MULO, dan moest hij
neteen gaan werken. „Dat was voor mij
ïatuurlijk een stimulans", aldus Rookus.
)e 'eenvoudige' komaf van Rookus steekt
ijdens het urenlange gesprek meermalen
Ie kop op. Rookus heeft respect voor j
erlijke, harde werkers, zoals zijn vader
xoeger er een was. Als je dan ook nog
ntelligent en rechtschapen bent, zoals hij
jeweert van 'zijn' rechercheurs bij de fiscale
echerche, dan heb je het bij hem gemaakt,
iguren, die door medewerking van familie
if kennissen 'omhoog zijn gevallen' in het
ledrijfsleven, zullen bij Rookus niet snel
espect afdwingen. „Daar heb ik me altijd
'reselijk aan geërgerd", aldus Rookus
venijnig.
Dchter, niets menselijks is Rookus vreemd.
Dok hij heeft wel eens voordeel gehad van
en relatie, een oom op het ministerie van
financiën. Eind 1945, toen hij een paar
maanden in Amsterdam wilde werken om
laar een avondopleiding af te ronden, hielp
3om hem aan een baantje bij de pas
opgerichte FIOD. Hij had twee baantjes in
le aanbieding. „Sissing (toenmalig hoofd
/an de FIOD) bood 150 gulden per maand
n een accountantskantoor 125. Ik heb er
ïooit spijt van gehad", aldus Rookus, die
anuari dit jaar zijn veertigjarig
iienstverband vierde,
tookus werd door zijn werk bij de fiscale
'echerche een bekende Nederlander. Is
neer dan eens op de televisie gevraagd
;ekst en uitleg te geven als zijn mannen
ïrgens een inval hadden gedaan en de
Doekhouding in beslag hadden genomen.
Tij stond aan het hoofd van ruim
ïonderdtwintig rechercheurs, die tot
dagtaak hebben het strafrechtelijk
onderzoek naar belastingfraude. Dat
betekent snuffelen in boekhoudingen en in
magazijnen, soms invallen doen bij
bedrijven en banken en proces verbaal
opmaken als de belasting inderdaad is
getild.
Vele honderden miljoenen aan
achterstallig belastinggeld zijn in de
schatkist gevloeid als direct of indirect
gevolg van FIOD-acties. Menig
belastingontduiker wordt wit om de neus
als hij weet dat de 'terriërs' van Rookus
hem in het vizier hebben. Rookus: „Ik heb
het grootste respect voor mensen, die
zeggen dat ze deze regering en dit
belastingstelsel niet willen en emigreren.
Maar hier blijven en dan toch ontduiken,
dat vind ik niet goed. Dat gaat ten koste
van eerlijke mensen, die wel betalen".
Rookus heeft altijd een fabelachtige
werklust ten toon gespreid. Hij haalde zijn
diploma's PD, SPD, HBS,
adjunct-accountant en zijn meestertitel in
de avonduren. Na lang studeren werkte hij
zich op tot hoofdinspecteur. Ambitie of
liefhebberij?
Beiden. Alles watje ziet en leert, verrijkt
je. Ik was beslist eerzuchtig. Op een bepaald
moment merkte ik dat ik verderop wilde.
En studeren verbreedt je zicht op de wereld.
Eigenlijk heeft het rijk aan mij een
schandalig goedkope inspecteur gehad. Het
heeft ze bijna geen cent gekost. Anderen
krijgen tegenwoordig een opleiding in de
baas zijn tijd met een prima salaris".
FIOD-mensen moeten de belastingmoraal
toetsen aan het recht. Zijn
FlOD-rechercheurs behept met een
overdreven groot
rechtvaardigheidsgevoel?
Rookus: „Vanaf de bevrijding werden hier
alleen mensen geplaatst, die goed waren in
de oorlog. Naar bekwaamheden werd pas in
de tweede plaats gekeken. In het begin
stikte het hier van de verzetshelden,
jongens die met de revolvers in de vuist
kameraden uit de
Weteringschans-gevangenis hadden
gehaald. Later werd dat natuurlijk anders.
Maar die sfeer van strijden tegen onrecht is
altijd gebleven".
De belastingmoraal in Nederland is er niet
op vooruitgegaan door het
Lockheed-schandaal, de RSV-affaire en de
jongste perikelen rondom de
Slavenburgbank. Veel mensen denken, wat
die topjongens kunnen, kan ik ook. Wat
denkt Rookus daarvan?
Rookus: „In feite gaat het bij
belastingontduiking om zakkenvullen. Er
rijn mensen, die zeggen als die hoge jongens
het doen, dan doe ik het ook. Ze willen voor
zichzelf een net motief hebben, zichzelf
FIOD-speurder Willem Rookus
united photo
het zwart geld-circuit
zal nooit verdwijnen.
schoonpraten dus". Voor de Tweede
Wereldoorlog werd nauwelijks geknoeid
met de belastingen. Dat is niet zo vreemd,
als je bedenkt dat een doorsnee winkelier
per jaar misschien vijftig of zestig gulden
belasting opgelegd kreeg.
Rookus: „In de oorlog sloten we ons aan bij
het Duitse belastingsysteem. Volgens mij is
het gesjoemel en geknoei toen begonnen.
Veel Nederlanders hebben hun voorraden
niet opgegeven. Voor een deel uit
vaderlandsliefde en voor een deel om er zelf
beter van te worden. Vanaf de oorlog was de
boekhouding niet meer heilig. Na de oorlog
ging het allemaal de linkse kant uit. Je had
een hoop ondernemers, die dachten dat er
daardoor niets meer te verdienen viel. Zij
begonnen belasting te ontduiken omdat ze
het onrechtvaardig vonden dat hun winsten
werden aangepakt om de inkomens te her
verdelen".
- Voorzitter M. Clarijs van de Vereniging
van Overheidsaccountants heeft in een
tv-programma gezegd, dat de
tegenwoordige sancties op belastingsfraude
„lachwekkend" zijn.
„Mag ik eerst vertellen hoe ik met Clarijs
Er bestaat een duidelijke relatie tussen knoeien met belastingaangiften en de hoogte van
de belasting. Door de hoogte van de tarieven wordt bepaald frauduleus gedrag in de hand
gewerkt. Dit stelt Willem Rookus, hoofd fiscale recherche bij de FIOD, in een
afscheidsinterview.
Volgens Rookus is het 'gesjoemel en geknoei' met boekhoudingen in de Tweede
Wereldoorlog begonnen. Daarvoor was een boekhouding 'heilig' en werd er nauwelijks de
hand gelicht met belastingaangiften. Rookus: „Veel Nederlanders gaven hun voorraden
niet op aan de Duitsers. Voor een deel uit vaderlandsliefde en voor een deel om er zelf
beter van te worden".
Deze belastingmoraal heeft zich volgens de FIOD-topman na de oorlog opnieuw
gemanifesteerd, omdat een groot aantal ondernemers moeite had met de 'linkse' wijze
waarop na-oorlogse regeringen opereerden. Rookus: „Die ondernemers vonden het
onrechtvaardig dat hun winsten werden aangepakt om de inkomens te herverdelen".
In het interview geeft Rookus voorbeelden, waardoor de belastingmoraal in zijn ogen
negatief wordt beinvloed. Zo kan de scheidende FIOD-topman zich goed voorstellen dat na
het Lockheed-schandaal en de RSV-affaire het publiek gemakkelijker denkt over
belastingontduiking. „Er zijn mensen, die zeggen: als die hoge jongens het doen, dan doe
ik het ook", aldus Rookus, die vindt dat vooral topmensen het goede voorbeeld moeten
geven.
Volgens de FIOD-man gebeurt het vaak dat rechercheurs bij onderzoeken op tonnen zwart
geld stuiten. Vooral middenstanders en oudere mensen zouden vaak 'vergeten' hun
rente-inkomsten op te geven voor de inkomstenbelasting, terwijl het basisbedrag op
zichzelf niet zwart verdiend is. In een ander voorbeeld wijst Rookus op jonge gezinnen, die
sparen. Zij moeten belasting betalen over hun spaargeld, terwijl een ander die een
hypotheek neemt zijn hypotheekrente kan aftrekken. Dat vindt Rookus 'slecht' voor de
belastingmoraal.
Ex-RSV-topman De Vries tijdens de verhoren in de parlementaire enquête naar de
financiële gang van zaken rond het concern.
kennismaakte? Dat is een leuk verhaal. Hij
belde me op en zei: 'Met Clarijs, weet u het
brutowinstpercentage op
zeemansbruiden?' Nee, dat wist ik niet. Hij
zat in een bepaalde stad in zo'n groot
sexhuis te controleren. Daar had je van die
rubberen opblaaspoppen en hij dacht zeker
dat de FIOD wist hoeveel daarop verdiend
werd. Maar goed, serieus. Ik zit niet op de
lijn van Clarijs. Er zijn gradaties in
sancties. Voor het niet juist invullen van je
aangiftebiljet kun je maximaal vier jaar
cel krijgen. Dat is natuurlijk zat. Wat wil
Clarijs dan? De doodstraf? Wat hij
eigenlijk bedoelt is, dat hij als
rijksaccountant eigenlijk niet genoeg
bevoegdheden heeft. Zogauw je de
bevoegdheid hebt om de boel tijdens een
strafrechtelijk onderzoek ondersteboven
te halen en die hebben wij, dan kun je wat
doen. Clarijs en zijn mensen kunnen dat
niet. Maar waar is het eind als de
rijksaccountants bij een normaal
periodiek onderzoek die bevoegdheden al
krijgen?".
-Maar nu de fraude bij de banken.
Voorzitter mr. Th. Somsen van de
Vereniging van belastinginspecteurs en ook
Clarijs zeggen dat de tegenwoordige
banken fraudeurs beschermen. Denkt u dat
ook?
Rookus: „Je moet onderscheid maken
tussen de top van de bank en de basis. De
moeilijkheid is dikwijls de plaatselijke
directeur. Vroeger had je voordat je
directeur werd op de pijnbank gelegen en
wasje helemaal uitgeselecteerd.
Tegenwoordig is dat minder. Maar ook als
de top zegt: we moeten netjes zaken doen,
gebeurt het misschien wel dat de
plaatselijke directeur er heel anders over
denkt. Die denkt misschien dat-ie aan
koppelbazen lekker wat provisie kan
verdienen. Controle bij banken heeft altijd
wat moeilijk gelegen. Politiek lag dat niet
lekker. Het ministerie van Financie'n heeft
na de oorlog weinig controle ingesteld. Er
was vrees dat het economisch verkeer zou
lijden onder controle. Dan zeggen de
klanten: 'Als die belasting daar controleert,
doe ik mijn geld wel in een oude kous'. Dat
is ook niet goed, hebben de economen mij
verteld".
- Voor de belasting en in het verlengde
daarvan de FIOD is het dus kiezen uit twee
kwaden? Proberen de economie niet te
frustreren en toch tegen ontduiking
optreden?
„Als ik duizend gulden heb gekregen van
een bank, dan vind ik dat terug in hun
boeken. Die vormen voor mij een soort
checkpoint voor de boekhouding van de
kruidenier of de fietsenmaker. Als de
boeken van de bank niet meer deugen, dan
valt zelfs dat controlemiddel weg. Een
voorbeeld: Je ontdekt bij een man bij een
onderzoek dat hij zwart geld heeft. Tijdens
het verhoor zegt hij dat het op die en die
bank staat onder een valse naam. Je
ontdekt dan soms nog meer valse adressen.
Maar een inval gebeurt pas als de
aanwijzingen zich opstapelen en we echt
fraude vermoeden. Er zijn banken waar we
naar binnen gingen, waartegen we
duizenden aanwijzingen hadden".
- Zijn er banken geheel van smetten vrij?
„Dan zou je het hebben over hele kleine
banken met weinig filialen. Er zijn banken
waar de FIOD nog nooit is geweest".
Glimlachend: „Maar dat zegt me niks. Een
gerichte controle daarop is er nog nooit
geweest. Voor de vennootschapsbelasting
wordt natuurlijk wel in de boeken gekeken.
Maar zo'n rijksaccountant zit meestal op
het hoofdkantoor en kijkt niet in een
filiaaltje. Ook bij Slavenburg is niet alles
onderzocht. Bij banken doe je dat niet.
Misschien is dat toch wel een keer nodig. De
hoeveelheid zwart geld zou ik niet durven
schatten. Die spaarbiljetten aan toonder
van een paar jaar terug waren natuurlijk
een prima mogelijkheid om rente op je
zwarte geld te krijgen. Bij het afschaffen
daarvan zei men, alles gaat naar het
buitenland. Maar je moet wel Duits of
Engels praten als je naar Zwitserland wil.
Miljoenen zijn gemakkelijk genoeg voor de
grote jongens. Maar die kruidenier op de
hoek of die drogist gaat niet zo snel naar
Zwitserland".
- Heeft de FIOD de laatste jaren meer greep
gekregen op het gebruik van
brievenbusmaatschappijtjes in het
buitenland om winsten van bedrijven weg te
sluizen?
„De internationale samenwerking wordt
beter, zelfs met Zwitserland waar het in
verleden wat stroef mee ging. Door de
verdragen van tegenwoordig krijg je
sneller informatie. Het vertrouwen in ons
groeit. Het wordt dus steeds moeilijker om
te knoeien in het buitenland. Meer kan ik
er niet over zeggen. Of dat wegsluizen
toeneemt, weet ik niet. Dat geldt ook voor
de omvang van het zwartgeldcircuit. We
hebben nog steeds werk zat. Het gebeurt
wel eens dat onze rechercheurs bij een
onderzoek een hoop zwart geld aantreffen.
Maar in wezen is dat geld vaak legaal
begonnen. Men gaf de rente niet meer op.
Heel merkwaardig. Het gaat dan soms om
tonnen van oudere mensen,
middenstanders".
- Kan het zwarte geld worden uitgebannen?
„Nee. Je zit altijd met een
belastingsysteem, waarin je een evenwicht
moet zien te houden. Zo van welke
controlemaatregelen kun je in een gewone
democratie waarmaken of in hoeverre word
je een fiscale politiestaat. Moet elke
ondernemer een belastingambtenaar naast
zich hebben? Maar aan de andere kant
vinden sommige ondernemers dat de staat
veel te veel invloed uitoefent op de
economie. Als je die mensen zeventig
procent van hun inkomen aan belasting
laat betalen, levert dat protesten op. Dat is
een politiek probleem".
- Als u het zo stelt, dan vindt u de
belastingdruk dus te hoog?
„Ja, die is veel te hoog. Daardoor wordt
bepaald gedrag in de hand gewerkt. Je
moet natuurlijk oppassen met conclusies.
Je kunt niet zeggen, belastingontduiking
komt daardoor of daardoor, het speelt
allemaal een beetje mee. Er zijn jongelui,
die heel lang sparen voor een huis. Dat
vind ik een grote deugd. Zij vinden het
onbillijk dat zij over dat spaargeld
belasting moeten betalen terwijl een ander
een hypotheek neemt en alles maar kan
aftrekken van zijn inkomen. Daar zit
inderdaad ook wel wat in. Die dingen zijn
slecht voor de belastingmoraal".
- De publiciteit. Een teer punt voorde
FIOD. Het lijkt er soms op dat men de
publiciteit schuwt.
„Je kunt het niet voorkomen. In eerste
instantie is publiciteit lastig. Dat bedrijf of
die bank, waar je invalt, is tenslotte nog niet
veroordeeld. Maar we beginnen niet aan een
inval als we geen aanwijzingen hebben. Bij
Slavenburg wilde de politie er heel graag bij
zijn. Dat hoefde van ons niet. Dat trekt
maar extra aandacht. Maar publiciteit heeft
ontegenzeggelijk een afschrikwekkend
effect. Het werkt vooral bij de potentiële
witte boordencrimineel. Voor echte
criminelen helpt het niet".
-Bent u ooit in de verleiding gekomen naar
het bedrijfsleven te gaan? Bij de 'gewone'
belastingen zijn nogal wat inspecteurs
gelokt door vette salarissen verdwenen.
„Ik hecht niet aan geld. Maar inderdaad, als
ik echt zou gaan vergelijken, zou ik
ontevreden zijn. Toch zou ik voor geen goud
in het bedrijfsleven hebben willen werken.
Wat krijg je ervoor terug? Een hoop geld,
maar heb je dan ook die lol als je een leuke
zaak tot een goed einde brengt? Daar moet
je wel de mentaliteit voor hebben. Op zich
zouden mensen van de fiscale recherche het
waarschijnlijk goed doen in het
bedrijfsleven. Aan de andere kant is de sfeer
hier bij de FIOD kennelijk erg goed. Voor
zover ik weet is er dan ook nog nooit iemand
weggegaan alleen omdat hij meer kon
verdienen".