Dialect bewaren
voor het
nageslacht
PZC/streek
refaseerde
estauratie
Iduurt
jaren
ii
ED STEIJNS
UIT KLOOSTERZANDE:
2osVoet BE®
osï/5et HE®Ü^
Die de rik
van de Elzas
[JosVoet
I®
m
JDAG 18 APRIL 1986
ravensteen in Gent krijgt
iddeleeuwse luister terug
fENT De Poolse journalist, slechts voor enkele uren in Gent, maar erg geïnteresseerd in
ïiddeleeuwse geschiedenis, bleef gedurende enkele ogenblikken sprakeloos toen hij, gegidst
r een Gents collega, voor het imposante Gravensteen kwam te staan. De zware regenval
|eed de stenen van de kantelen blinken in het licht van witte straatlampen. Op de Pool en de
ïlegenheidsgids na was er geen mens op straat. Wie zou ook in zo'n rotweer. Toen sprak de
ïan uit Poznan: „Ongelooflijk toch, hoe dit kasteel zo mooi bewaard is kunnen blijven". TeXtielbcirOtl
publieke toegankelijkheid» moeten
ten dienste staan van het midde
leeuwse gebouwenpatrimonium. Dit
kan slechts door voortdurende sa
menwerking met archeologen en ge
bruik van nieuwe technieken.
'ja, ongelooflijk", zei de Gentse jour
list. De Pool bleef weer naar het
avensteen staren. De Gentenaar
Baakte voor zichzelf uit dat hij de
Beemdeling niet zou vertellen welke
ellendige en verkrotte fabriek het
•ravensteen in de 19de eeuw wel was,
«gesloten door verpauperde arbei-
Berswoninkjes. Niets van de midde
leeuwse grandeur van graven en vor
sten, noch sporen van ridders en
j mgvrouwen. Spreken over de grondi-
e restauratiebeurt die Gents meest
ezochte historisch gebouw thans
rijgt, kan niet zonder terug te gaan
i de tijd. Naar het eind van de 19de
euw.
ieskundigen en ingenieurs kwamen
jen tot het besluit dat het Graven-
teen op menige plaats piepte en
aakte. Dringend herstellings- en
restauratiewerken uitvoeren, oordeel
den ze. De werken die nu worden
ptgevoerd, lijken in niets op de res-
uratiewerken van begin deze eeuw
e n die het Steen zijn huidig uitzicht en
hitecturaal karakter hebben gege
ven. De restauratietechniek verbeter-
Jli\ maar ook de filosofie achter de
restauratie, was anders. De restaura-
je van de eeuwwisseling had een
istorische reconstructie op het oog,
ïaar in de ijver een glad afgewerkt
geheel af te leveren, werd zo zou
later blijken heel wat weggerestau-
reerd. Te weinig aandacht ging naar,
toen nog bewaarde gedeelten. De hui
dige restaurateurs zijn ervan uitge
gaan dat zij de toen begane fouten
niet nog eens mogen herhalen.
Zij zijn thans gestart met volgende
basisfilosofie: de oorspronkelijke spo
ren van het Gravensteen en de diver
se, opeenvolgende bouwcampagnes
moeten geëerbiedigd en geherwaar
deerd worden, technieken en infra
structuurwerken (onder meer voor de
Tot het eind van de negentiende eeuw
was het Gravensteen in particuliere
handen van een textielbaron. Pas
nadat het Rijk en de stad Gent het
pand wisten te verwerven, kwamen na
ontmantelingswerken de imposante
resten van het middeleeuws slot en
PLOTE RS OB ACH T
MM»,
(Advertentie)
4 ««4 +*4 4-44 44444
1 JAAR VEfl'ROUWO VAKMANSCHAP NfT EVEN ANDERSJ
Met 8 personen op stap?
Samen in een huurbusje
van ons. Gezellig!!!
1 TCRNPII7PN fpimiWTUSr-
HOOFDBRUG
Droogzetten van de torens.
i Advertentie
1/ 2
VERHUIZING???
Huur bij ons de gepaste wagen.
FrtdvarEMtoU'Ut TERNEuZEN fnOUSO'MSE
"K-jOS-erzane; 'e :-i8 -y. JT
zijn bijgebouwen te voorschijn. De
puinhoop was echter zo groot dat
menig bestuurder niet gewonnen
bleek voor herstelling, doch integen
deel eerder voor totale sloop. Historici
en archeologen dachten er anders
over en wisten de overheid tot restau
ratie over te halen. De werken namen
een aanvang in 1894 en tegen de
opening van de wereldtentoonstelling
in Gent in 1913 prijkte het gerestau
reerde slot als één van Gents mooiste
kroonjuwelen.
Het Steen werd het meest bezochte
monument van de Arteveldestad. In
Gent wordt gezegd dat van de tien
Japanners of Amerikanen die de stad
bezoeken er negen zijn die een prent
briefkaart van het Gravensteen naar
het thuisfront sturen.
Maar het Steen heeft betere tijden
gekend. Op postkaarten oogt het
voormalige slot van de graven van
Vlaanderen aanzienlijk beter dan in
werkelijkheid. Reden is dat het monu
ment na de restauratie aan het begin
van deze eeuw meer dan vijftig jaar
lang werd verwaarloosd. Verval was
het resultaat: lekkende daken, schim
mels en duiven die muren aantastten,
metselwerk brokkelde af, diverse ge
deelten van het gebouw kwamen los.
Zalen moesten om veiligheidsredenen
voor het publiek worden gesloten.
Het hele complex werd onderworpen
aan een grondig wetenschappelijk on
derzoek en in samenwerking met de
Nationale Dienst voor Opgravingen
werd een nieuw bodemonderzoek uit
gevoerd. De eerste fase van de huidige
restauratie betreft de stabilisering
van de Romaanse gaanderij of het
oostelijk bijgebouw dat door de jaren
heen losscheurde van de dopjon. Uit
respect voor het originele gebouw
koos men voor een nauwelijks zicht
bare techniek Zo wordt onder de
bestaande muren een doorlopende
funderingsbalk gegoten en onder die
balk worden steunpalen geschroefd
Op deze manier krijgt het Steen een
nieuwe fundering zonder dat aan het
metselwerk wordt geraakt. De muur
zelf wordt hersteld door inspuitingen
met cement en harsen.
In de kuilen die voor de nieuwe
funderingsbalk werden gegraven is
men onlangs gestoten op houten bij
gebouwen. Een ervan kon tijdens de
lopende restauratiewerken opgeme
ten en bestudeerd worden. De ont
dekte houten constructie schrijven
archeologen toe aan de bouwcampag
ne die werd uitgevoerd in opdracht
van graaf Diederik van de Elzas in
het tweede kwart van de twaalfde
eeuw.
De grote bouwcampagne van de late
12de eeuw wordt toegeschreven aan
graaf Filips van de Elzas
De dure restauratiewerken vallen
voor de Gentse stadkas nogal mee
Stad en Staat zijn samen voor de helft
eigenaar Voor het aandeel dat de
stad Gent dient te dragen, kan men
rekenen op een nationale overheids
tussenkomst van tachtig procent Zo
zal het Gravensteen in de loop van de
komende jaren (omwille van budget
taire redenen is fasering noodzakelijk»
zijn middeleeuwse luister helemaal
terugkrijgen.
Kris Naudts
i Advertentie f
44<M4<444444444444<444M4444 44444
Vieuwe fundering Gravensteen.
VAXMAfcSCHAf N€r EVfAftOCS,
Wij verhuren ook
personenauto's.
F'td i TÉRN£u2ÉN r« 01150-iWM
Ed Steijns. dialectkenner en verzamelaar van oude gebruiksvoorwer
pen: .Jongeren pakken steeds minder van het dialect op".
KLOOSTERZANDE - Ed Steijns
(53) uit Kloosterzande staat in de
streek bekend als de dialectkenner
bij uitstek. Vooral het taalgebruik
uit het Land van Hulst heeft zijn
belangstelling. „Het is een hobby,
die eigenlijk van de ene op de
andere dag is ontstaan," aldus
Steijns. „Op een familiefeestje,
waar het gebruikelijk was met
liedjes en sketches het feest op te
luisteren, had ik een toneelstukje
geschreven in het dialect. Ik droeg
dat voor en het sloeg zo aan. dat er
op het volgende feestje van mij
werd verwacht, dat ik weer met
iets dergelijks kwam. Ik kon er
niet meer omheen. En zo is het
begonnen." „Maar", zo zegt
Steijns, „het is altijd een liefheb
berij gebleven. Het enige wat ik er
mee voor ogen heb, is het Oost-
Zeeuws-Vlaams dialect bewaren
voor het nageslacht."
„Het schrfjven van verhalen ben ik
altijd blijven doen, maar ook veel
meer dan dat. Ik ben woorden,
uitdrukkingen, oude gebruiken en
spelletjes gaan verzamelen. Dat
ging natuurlijk niet vanzelf Je
moet alles gaan zoeken bij mensen,
die dat nog kennen van vroeger
Die ook precies weten hoe je de
woorden moet uitspreken Wat de
uitdrukkingen betekenen en hoe de
spelletjes werden gespeeld. Daar
om zoek ik veel contact met oudere
mensen. Het liefst zou ik met een
bandrecorder op stap gaan, want
het gesproken woord bewaren zou
nog waardevoller zijn dan het ge
schrevene Kijk", benadrukt
Steijns, „Je kunt van je ouders of
familieleden foto's hebben, daarop
kun je zien. hoe ze eruit zagen en
wat voor soort kleding ze droegen
maar je zult nooit meer kunnen
horen, hoe ze spraken. Ik zeg vaak:
iemand die sterft neemt zijn woor
den mee Daarom zou het goed zijn
alles op te nemen. Helaas heb ik
daar de tijd niet voor."
Ed Steijns vertelt dit alles niet in
het Algemeen Beschaafd Neder
lands, want dat gaat hem. zo zegt
hij, „allerminst goed af Bijvoor
beeld", zegt Steijns: „Kwoudakke-
toai. Voor de meesten onder ons
lijkt dit wartaal." Voor hem is het
kinderspel om dat woord te 'verta
len'. „Er staat gewoon Ik wou dat
ik het had. En wartaal is het aller
minst, legt hij uit. want het is een
samenvoeging van Oost-Zeeuws
Vlaamse woorden. De mensen hier
in de streek maken veelvuldig ge
bruik van dit soort samenvoegin
gen Als ik een woord tegenkom,
dat ik nog niet ken, schrijf ik het op
en bedenk rond dat woord een
verhaal, dat past in de tijd waaruit
het woord komt."
„Neem bijvoorbeeld 'kwoaige-
dwars', dat waren twee stenen, die
door de mensen in hun huis of
schuur kruiselings aan een balk
werden opgehangen. Het was een
afweerteken om boze geesten te
verdrijven Het woord kwoaige-
dwars' was de aanleiding om een
verhaal te schrijven over spoken."
Steijns heeft geen moeite met het
uitspreken van de woorden, maar
ze opschrijven, vormt nog wel eens
een probleem. „Dan", zo vervolgt
hij, „maak ik dankbaar gebruik
van Het Oost-Zeeuws-Vlaams dia
lectenboek". Dat boek is in 1982
uitgegeven. Het werd geschreven
door mevrouw E. J. van den Broec-
ke-De Man en J. L. Eggermont. Aan
dit boek heeft ook Steijns aktief
meegewerkt, door woorden, voor
werpen en oude foto's te verzame
len. waarmee het boek is geïllu
streerd.
„Heel toevallig zag ik in de krant
een oproep staan Er werden men
sen gevraagd, die interesse hadden
om te willen meewerken aan de
samenstelling van het boek. Dat
leek me wel wat. en ik moet zeggen,
ik heb er ontzettend veel aan ge
had. Ik moest de boer op om te
kijken, wat er nog over was aan
oude Eimbachten. oude voorwerpen
en uitdrukkingen die daar bij hoor
den. Vooral bij de mensen die vroe
ger een boerderij hadden, was veel
te vinden. Denk maar aan de bóe
ren-paarden en alle termen die
daar mee te maken hadden. Bij
voorbeeld: 'gEireleri en een 'sting'.
Dat alles is weg De paarden zijn
vervangen door trak toren Die tijd
komt ook nooit meer terug. Daar
om," stelt Steijns. „is het van zo'n
groot belang, dat er iemand is. die
het bewaart Al deze woorden heb
ben een grote heemkundige waar
de Dat mag nooit verloren gaan'"
In 1981 kwam de dialectkenrus van
Ed Steijns ook de plaatselijke to
neelvereniging 'Scheldegalm' goed
van pas. Zij wilden het toneelspel-
'Gelijk een Vlam' opvoeren. Dat
stuk was geschreven in het ABN
door de heer J. L. Eggermont (ove
rigens ook uit Zeeuwsch-Vlaande-
ren afkomstig). Maar de spelers
vonden het leuker om dat spel In
hun eigen streekdialect op te voe
ren. Steijns heeft toen het hele stuk
bewerkt in het Kloosters dialect'
En weken achtereen boekte 'De
Scheldegalm regionaal succes met
'Gelijk een Vlam' „Toch", zegt Ed
Steijns, „waren er veel Jonge spe
lers lallen afkomstig uit Klooster
zande i. die moeite hadden met de
uitspraak van de woorden."
„Logisch", vindt hij. „want de
jeugd leeft lang niet meer zo geïso
leerd als vroeger Ze gaan na de
basisschool naar het voortgezet on
derwijs Daarvoor zijn ze al aange
wezen op Hulst of Temeuzen. Het
taalgebruik is daar al Einders dan in
Hontenisse Daar komt nog bij. dat
veel mensen uit andere provincies
zich in Hontenisse hebben geves
tigd. Door het in contact komen
met een ander taalgebruik, veran
dert automatisch het eigen taalge
bruik Onze ouders en vooral onze
voorouders," zo legt de dialectken
ner uit, „kwamen niet verder dtin
hun eigen dorp of gemeente Zij
hadden dus ook niet de kans hun
taal te veranderen. Ik ben daEir erg
blij om en ik zal er zeker voor
zorgen, dat zo veel mogelijk van het
Oost-Zeeuws-Vlaams dialect over
blijft voor het nageslacht."
a - - fvo m f if vy a X
(£a^ti ~rn- - a?
-'t TZ fr
Een fragment uit een liedje in het Kloosters dialect