woonsituatie ouderen moet veiliger won«n thuis til tuin hypotheken PZC/ vrijdagkrant Kokerbromelia, een oerwoudkamerplan t 2 val veranderd preventie campagne onderschatting pennen flitser linoleum theelen van der weele - Onafhankelijk deskundig- Bemiddeling voor elke] - Vrijblijvend geldverstrekker - Computeranalyse - Speciale aanbiedingen - Geen extra kosten Rente ca. 1 jr. vast 6,5 5 jr. vast 6,7 10 jr. vast 7,4%, 15 jr. vast 7,7%, 20 jr. vast 7,65%. VRIJDAG 24 JANUARI 1986 ouderdom komt met mJgebreken' is een bekende kreet die, zonder de waarheid al te veel geweld aan te doen, gemakkelijk kan worden omgebogen in 'De ouderdom komt met ongevallen'. Dat blijkt althans uit cijfers die de Stichting Consument en Veiligheid onlangs presenteerde. Uit onderzoeken van deze stichting komt naar voren dat er jaarlijks in Nederland in de leeftijdscategorie boven 65 jaar ongeveer 125.000 ongevallen in de privésfeer gebeuren. Voor zo'n 1800 ouderen is de afloop dodelijk. Bij de stichting vindt men die cijfers zo alarmerend dat voor 1986 als jaarthema is gekozen voor de veiligheid van ouderen. „In het verleden is er veel gedaan aan de veiligheid voor kinderen. Nu moet de aandacht eens vallen op ouderen", zegt directeur W. H. J.Rogmans van de in Amsterdam gevestigde Stichting Consument en Veiligheid. Hij zegt dat er tot voor kort eigenlijk weinig bekend was over de omvang van privé-ongevallen. „Ongelukken in het verkeer en op het werk worden geregistreerd, maar in de privésfeer is dat nooit gebeurd. Wij zijn een tijdje geleden begonnen met steekproeven in een aantal ziekenhuizen om na te gaan waarom mensen daar belanden. Uit de tot nu toe verzamelde gegevens hebben we kunnen afleiden dat er in Nederland jaarlijks waarschijnlijk zo'n 700.000 mensen na een privé-ongeval voor een behandeling in een ziekenhuis terechtkomen". Ouderen scoren hoog in de ongevallentabel. Om daaraan iets te veranderen is de stichting van plan uitgebreide voorlichtingscampagnes te beginnen waarin veiligheidsadviezen over produkten een voorname rol zullen spelen. Eén oorzaak voor privé-ongevallen bij ouderen springt er duidelijk uit. Rogmans: „Bij acht van de tien ongelukken is er sprake van een val. Men valt van een stoel of een krukje, men struikelt over een trapleertje of een drempel of men glijdt uit over een tapijt of een kleedje. Duizeligheid heeft ook nog wel eens verlies van evenwicht tot gevolg". „Ach, iedereen kent in zijn familie- of kennissenkring wel een oudere die is gevallen, een heup heeft gebroken, een intensieve behandeling heeft ondergaan in een ziekenhuis en bij een fysiotherapeut. Meestal is er sprake geweest van een lange revalidatie. Vooral oudere vrouwen krijgen snel te maken met botbreuken. Door hormonale invloeden worden zij sterker geconfronteerd met botverkalking dan mannen". „Twintig procent van de in het ziekenhuis opgenomen ouderen keert niet terug naar huis. Zij komen terecht in verpleegtehuizen. Dat is een dramatische zaak, het geeft een drastische wending aan hun toekomstperspectieven. Het tast iemands hele verdere leven aan. Als we praten over die twintig procent, dan moeten we vooral denken aan 70- en 75-plussers. Een privé-ongeval bij die mensen brengt vaak een proces van verschillende ziekten op gang, er treden complicaties op omdat die ouderen niet meer over de reserves beschikken om het eerste trauma goed op te van gen". Op ruime afstand van het vallen komen koolmonoxidevergiftiging (het reukvermogen van de oudere wordt minder) en brand (apparatuur die niet goed werkt, het vlam vatten van kleding, het per ongeluk laten liggen van een brandende sigaar of sigaret) als oorzaken van privé-ongevallen naar voren. De kwetsbaarheid van ouderen moet in de eerste plaats worden gezocht bij de veranderde lichamelijke vermogens. Spierkracht en uithoudingsvermogen nemen in de loop der jaren af, de reactiesnelheid wordt minder, de zintuigen gaan minder goed functioneren (slechter gehoor, zicht en reuk) terwijl de geestelijke vermogens ook teruglopen (slechter geheugen, verminderd inprentingsvermogen). Rogmans: „Men moet de ongevallen niet afdoen als iets middelen beschikbaar stellen. Bijvoorbeeld subsidie voor handgrepen in bad en toilet of premies voor huiseigenaren om ze aan te moedigen woningen van ouderen aan te passen. Eenvoudige aanpassingen zijn soms al een hele verbetering. Ik denk aan het weghalen van drempels, het plaatsen van leuningen ter weerszijden van een trap, het aanbrengen van antislipmateriaal. Afhankelijk van de teruglopende vermogens van ouderen moeten er verdergaande aanpassingen plaatsvinden, bijvoorbeeld het verbouwen van een keuken omdat de oudere niet meer zo hoog kan grijpen, of het monteren van een eenvoudige traplift". „Wat betreft apparatuur valt er ook het nodige op te merken. Ouderen kunnen beter gebruik dat vanzelfsprekend bij de ouderdom behoort. Door verbetering van woonomstandigheden kan veel narigheid worden voorkomen. Acht van de tien bejaarden wonen zelfstandig, vaak in huurwoningen in oude stadswijken. De woningen zijn niet aangepast aan de behoeften van de oudere leeftijdsgroep. Er zitten bijvoorbeeld geen handgrepen in bad en douche of er wordt op gas gekookt in plaats van op minder gevaarlijke electrici- teit". Rogmans wil met zijn stichting het komende jaar gaan hameren op preventieve maatregelen. „Als de overheid inderdaad ernst wil maken met het streven om ouderen zo lang mogelijk zelfstandig te laten wonen, dan moet ze daarvoor maken van elektrische verwarmingsapparaten dan van gasverw arming. Heetwaterinstallaties moeten niet te hoog worden afgesteld, 60 graden is wel hoog genoeg. Anders lopen ze snel het risico van brandwonden, ze voelen de hitte immers minder snel". „Verder moeten kleding en schoeisel van ouderen stevig zijn en niet hinderen bij het lopen. Dat is een zorg die geëist mag worden van producenten en leveranciers die tot nu toe weinig aandacht hebben voor de specifieke eisen van ouderen". Daarnaast blijft het volgens Rogmans zaak om vooral de ouderen zelf te motiveren. „We hebben in het recente verleden een geselecteerde groep ouderen brochures toegestuurd met voorlichting over allerlei gevaarsaspecten en hun verminderde fysieke vermogens. Die brochure sloeg aan, hij bleek door maar liefst tweederde van de ouderen te zijn gelezen. Dat verbaasde ons al enigszins want de mensen krijgen al zoveel spullen in de brievenbus. We waren nog verbaasder toen bleek dat 80 procent van de ouderen die de brochure hadden gelezen een tocht door hun huis hadden gemaakt op zoek naar gevaarlijke situaties. Het onderwerp spreekt ouderen kennelijk aan. Het gaat erom ze zover te krijgen dat ze in actie komen om aanpassingen aan hun woning te (laten) verrich ten". In het najaar begint de Stichting Consument en Veiligheid in samenwerking met de ouderenbonden een campagne om ouderen te benaderen. Rogmans: „Het probleem is hoe je die mensen moet bereiken. Ouderen in verzorgingstehuizen, dat lukt wel. Maar 80 procent van de ouderen woont zelfstandig. We gaan bij de campagne huisartsen en kruisverenigingen inschakelen Dat vinden we heel belangrijk. Nu is het zo dat ouderen goeddeels aan hun lot worden overgelaten. Een oudere stapt niet zo snel zelf naar een huisarts toe. Het gevolg is dat hij geen begeleiding van de kant van de huisarts krijgt en dat zou eigenlijk wel moeten gebeuren". „We hebben in Nederland een hele goede preventieve zorg voor kinderen, een zorg die zich uitstrekt tot voor de geboorte. Maar voor ouderen en bejaarden bestaat er vrijwel geen preventieve zorg. Kijk, het gaat ons niet om overdreven bemoeienis of betutteling door de huisarts. Zoiets werkt toch averechts. De arts moet niet een soort veiligheidsonderzoek instellen, maar het is wel zinvol om eens een open gesprek met een oudere te voeren over zijn afnemende fysieke mogelijkheden. Ook kan worden gewezen op een aantal riskante situaties en gewoonten en kunnen er adviezen worden gegeven over een verstandig gebruik van medicijnen". „Omdat een dergelijke begeleiding niet bestaat zie je het nogal eens gebeuren dat een oudere, die na een ongeval is opgeknapt en weer in huis terugkeert, een volgend ongeval overkomt. Alles is thuis namelijk bij het oude gebleven, ook de gevaarlijke situaties zijn er nog altijd". „De buitenwereld onderschat het veiligheidsprobleem van ouderen. Dat heeft te maken met een houding van: zoiets overkomt je nu eenmaal op latere leeftijd. Trouwens, veel ouderen zijn zelf ook niet bereid om er lang bij stil te staan. Het is ook moeilijk te begrijpen dat het kleedje en de drempels die je vroeger moeiteloos nam nu opeens problemen opleveren". „Alles voorkomen kan natuurlijk niet, maar het aantal ongevallen op oudere leeftijd kan wel worden teruggedrongen. Daarbij denk ik niet alleen aan het aantal doden, maar vooral ook aan de ongevallen die een langdurige verzorging vereisen en mensen in hun dagelijks functioneren ernstig belemmeren. Het gaat immers niet alleen om leven of dood, maar ook om de kwaliteit van het leven". De folder 'Veilig op leeftijd', alsmede informatie over de veiligheid van allerlei huishoudelijke zaken, is verkrijgbaar bij de Stichting Consument en Veiligheid, postbus 5169,1007 AD Amsterdam. Ook kan men telefoneren met de klachtenlijn van de stichting: 06 - 0220220 (gratis). BERT PAAUW Tekenen, schoonschrijven, schetsen, calligraferen en illu streren, het zijn allemaal technieken, die de laatste tijd als hobby sterk in de belang stelling staan. Nu is tekenen met potlood, houtskool of pastels altijd als een van de expressie-toppers geweest, maar opvallend is dat nu vooral de aandacht uit gaat naar 'de pen'. Niet zozeer als object, maar meer naar datge ne wat je ermee kunt doen, of - anders gezegd - welke pen je voor wat nodig hebt. Die verhoogde interesse voor het 'pen-gebeuren' en alles wat daarmee samenhangt, is o.a. af te leiden aan het soort boeken en boekjes, die door 'creatieve hobby-uitgevers' als Cante- cleer en Gaade op de markt worden gebracht: pen-teke- nen, cartoon tekenen, letter tekenen, schoonschrijven en calligraferen, om de belang rijkste type-titels maar even te noemen. Dergelijke boeken en cursusachtige drukwerken zijn te koop of te bestellen bij de boekhandel, hoewel u voor een echt uitgebreid assorti ment beter een kijkje kunt gaan nemen bij een teken- of schilderspeciaalzaak. Daar zijn tevens de pennen in een grote verscheidenheid te koop. Nu kun je met een goede pen een hoop kanten op. Met wat improvisatievermogen is er met een tekenpen best te schrijven, terwijl het omge keerd ook wel lukt. Echter, wanneer u in een bepaalde techniek echt mooi werk wilt leveren, zijn speciale pennen noodzakelijk. Deze zijn in hon derden maten, soorten, uitvoe ringen, merken en (vooral) prijzen verkrijgbaar. De pro fessionele gebruiker - grafisch vormgever, kunstenaar, (tech nisch) tekenaar, illustrator e.d. - heeft in die pennenwereld al lang zijn weg gevonden, maar voor de beginnende amateur is de juiste keus moeilijk te ma ken. De firma Rotring uit Duits land - al tientallen jaren be kend vanwege haar prima pen nen voor technisch tekenwerk - is vorig jaar speciaal voor de hobbyist uitgekomen met een aantal specifieke pennen. Door hun opvallende vormge e.d. in het linoleum niet moge lijk is, dan zal het spul eraf moeten. Een elektrische verfstripper (zo'n heteluchtpistool) kan de harde toplaag voldoende week maken om het linoleum in voorarf met een stanleymes in vakken gesneden delen mak kelijker van de ondergrond los te maken. Gebruik als hulpge reedschap een breed afsteek- mes of een brede beitel die toch al aan een slijpbeurt toe is. Verwijder zoveel mogelijk tegelijkertijd de door de warm te van de stripper zachter ge maakte lijmresten van de vloer. ving liggen ze fijn in de hand, ze zijn binnen hun gebied rede lijk universeel en bovendien heel aardig geprijsd. Ze wor den in drie uitvoeringen gele verd: a. de Lettering Artpen (in 3 verschillende dikten); b. de Calligrafie Artpen (4 breed ten); c. de Sketch Artpen (2 dikten). Als het u echter gaat om sier lijk schrijfwerk (korte teksten, gedichtjes e.d. op een mooie, duidelijke manier geschreven), dan is de Lettering Artpen aan te bevelen. Door de enigszins afgeronde punt is de pen ge schikt voor alle vormen van het klassieke blokschrift, het maken van contouren, arceren en het opvullen van initialen. Naast het sierschrijven dient u voor een mooi eindresultaat pok aandacht te besteden aan de lay-out, dit is de opbouw en verhoudingen van beeld (teke ningen, foto's e.d.) en tekst. Ook hierover zijn boeken en cursussen. Tenslotte zijn er dan nog de Calligrafie Artpen- nen. Deze heeft u nodig, wan neer u van het sierschrijven een echte schoonschrijfkunst' wilt maken. Kenmerkend voor het calligrafeerwerk zijn de overgangen van dunne naar bred lijndiktes binnen één let ter en de sierlijke krullen en 'uithalen' rond, om, boven en onder de letteren en/of woor den. Wilt u meer over deze techniek weten, blader dan de boeken 'Kalligrafie van A tot Z' (uitg. Cantecleer) en 'Kalli grafie' (uitg. Gaade) eens door, of informeer bijvoorbeeld eens bij een plaatselijk creativi teitscentrum of volksuniversi teit. Een vraag van een lezer snijdt een probleem aan waar velen mee zitten: hoe verwijder ik vastgelijmd linoleum als ik in plaats daarvan andere vloer bedekking wil leggen? Zware linoleumsoorten die al vele, vaak tientallen jaren lig gen, komen in stukken en brokken van de vloer, moei zaam losgescheurd. De restan ten zijn lastig te verwijderen omdat de lijm volkomen ver steend is. Advies: ga eerst na of het echt nodig is om die oude vloerbe dekking weg te halen. Veelal kan een nieuw gekozen mate riaal er overheen gelegd wor den. Als dit vanwege bobbels Amateur-fotografen komen niet zo gauw op het idee om de flitser mee te nemen als er buitenopnamen worden ge maakt. Meestal is er voldoen de natuurlijk licht, soms zelfs te veel. Toch is het zo gek nog niet om de flitser mee te ne men. Een beetje extra licht kan in bepaalde situaties, zo als in een lommerrijk bos, het plaatje beter uit de verf laten komen en zelfs voor opmerke lijke accenten zorgen. Of er wel of niet genoeg licht is om te fotograferen hangt on der andere af van de filmge voeligheid. Een film die weinig licht nodig heeft, bijvoorbeeld een 400 ASA of 27 DIN film, heeft ook minder gauw flits licht nodig. Verder spelen de omstandigheden van de omge ving een rol. Filmtype en omgeving spelen buiten een even belangrijke rol als binnen. Wie op een bewolkte dag met een laagge- voelige film fotografeert kan van de camera het bericht krijgen: er is te weinig licht, gebruik de flitser. Dat kan ook gebeuren bij gebruik van een normale film van 100 ASA of 21 DIN. Bijvoorbeeld wanneer u midden in een bos foto's wilt maken. Als u dan een flitser of flitslampjes bij de hand hebt bent u in alle omstandigheden verzekerd van voldoende licht, en hoeft "u geen fotokans te missen. Er zijn bovendien ca mera's met een ingebouwde flitser. Tegenlicht kan voor aparte beelden zorgen. Wie goed kijkt ziet dat het tegenlicht mooie glimrandjes maakt rond de contouren van het onderwerp. Het kan echter ook gebeuren dat dat onderwerp zelf te don ker wordt door het tegenlicht. Dan is het handig wanneer er toch wat opvallend licht zou zijn. U kunt dat bereiken door het licht met een reflectie- scherm naar het onderwerp te kaatsen. Maar in zulke situa ties kan ook de flitser uit komst bieden. Een moderne computerge stuurde flitser doseert het licht zodat ook het mooie ka rakter van het tegenlicht be waard blijft. Wat er in feite gebeurt is dat u het contrast tussen de üchte en de donkere delen verkleint. Door de scha duwen op te lichten met flits licht voorkomt u dat de scha duwen dicht lopen, dus hele maal zwart worden in de foto. Bij het flitsen buiten kunt u dezelfde methode toepassen als bij het binnen flitsen. Het licht kan verzacht worden met een diffusorplaatje dat het licht meer verspreidt. Dit kan eventueel ook met een papiertje. Heeft uw flitser geen computer, houdt er dan rekening mee dat diffusor en papier de lichtopbrengst wat verminderen. U kunt dit com penseren door een grotere len sopening (lager getal) op de camera in te stellen. In het bos, waar het vaak donkerder is, kan de flitser heel handig zijn. De 'aureooltjes' rond de kinderkopjes geven een heel apart effect. De kokerbromelia behoort tot de sterke kamerplanten, zo dat zij ook in werkruimten hun decoratieve functie kun nen vervullen. In de winter maanden moet ze zo licht mo gelijk staan, maar aan de vol le zon heeft ze al vele broer tjes dood. Giet met lauw warm regenwater of ontkalkt water, 's Winters wordt de plant licht vochtig gehouden, maar de door de bladeren gevormde koker moet altijd water bevatten, behalve als de bloemstengel zich eruit verheft... De Aechmea-soorten groeien in de Midden- en Zuidameri- kaanse landen op boombast. Het zijn daar epiphyten, die in tegenstelling tot parasieten aan hun gastheer geen schade toebrengen. Ze leven niet ten koste van de gastplant. Daar ze in de schaduw van de bla derkroon van hun gastbomen groeien en bloeien kunt u wel begrijpen dat directe zon op hun bladeren voor hen funest is. In het oerwoud verzamelen de planten als deze bromelia- achtigen in de kunstig ge vormde bladkokers, die nooit zullen gaan rotten, wat al een wondertje mag heten, niet al leen regenwater maar ook res ten van planten en dieren, waarmee ze zich voeden. Ze kunnen dan ook met een heel klein beetje „grond" om in te wortelen toe. Dat wil zeggen in het oerwoud, waar de groeicondities voor hen optimaal zijn. In onze huiskamer moet er wel dege lijk goede grond in de pot zitten. Dat geldt zeker voor de stekken die u krijgt als de plant is uitgebloeid. De eind- knop of moederplant sterft dan na verloop van tijd af, maar intussen vormen zich aan de voet kleine planten. Als deze wortels hebben (vooral niet eerder!) kunt u ze lossnij den en in een mengsel oppot ten van gelijke delen veenmos, gehakte varenwortels en beu- kebosgrond, waardoor wat scherp zand en oude koemest is gemengd. Zo'n mengsel heet anthuriumgrond of -aarde Daarin willen de stekkën graag verder groeien; in gewo ne potgrond groeien ze ook wel, maar veel langzamer. De kweker die zaad als uit gangspunt neemt, doet er zo'n drie tot vier jaar over voordat hij een bloeibaar exemplaar in de handel kan brengen. Straks gaat uw Aechmea weer groeien. Dan moet u haar ook weer plantenmest gaan geven. Een stikstof kali-mengmest in de verhouding 1:2 is prima. Deze dient u wekelijks toe. Dan geeft u ook wat meer water, maar de potkluit mag nooit nat aanvoelen. Er zijn ruim 150 verschillende soorten van Aechmea, die alle hetzelfde kenmerk hebben: een grote of kleine „doom" aan elke bladpunt. (Aichmé is Grieks voor lanspunt). De meest bekende die men in onze woningen tegenkomt is wel A. fasciata, waarvan de grijsgroene bladeren onduide lijk gestreept en gevlekt zijn. De bloemtros is wat gedron gen. Tussen de roze schutbla deren verschijnen blauwlila bloemetjes. Zijn deze uitge bloeid, dan blijven de roze schutbladeren nog lang deco ratief. Ten slotte een waarschuwing om in de winter de tempera tuur in de ruimte waarin een Aechmea-soort staat niet on der de 15 graden C te laten dalen. In de bloeiperiode kan de kamertemperatuur rond de 18 graden C liggen. Advertentie) (makelaardij in hypotheken 7 jr. vast incl. 2 jr. rentebedenktijd 7,1 Voor inkomens boven 1 ton diverse fiscaal gunstige vormen. Vlissingen, Badhuisstraat 31-33-35, tel. 01184-13920*. Het ABP en de Banque Paribas hebben het voorbeeld van de levensverzekeringsmaatschappijen gevolgd en hun rente met ge middeld 0,2% verlaagd. Waarom de handelsbanken en spaarbanken niet reageren is vooralsnog onduidelijk. De verwachting is dat zij komende week alsnog hun rente zullen verlagen. HYPOTHEEKRENTE Hypotheekrente beta- rente af- rentepercentages per lings vast sluit- met gemeente zonder gemeente 21 januari 1986 wijze gedu provi- garantie garantie rende sie in opgave werke opgave werke bank lijk bank lijk ANNUÏTEITENHYPOTHEKEN ABN M/A variabel 1.5 7.0 7,39 7,2 7,61 M/A 1 jr 1.5 7,1 7,50 7,3 7,71 Nederland M/A 3 jr 1.5 7,5 7,93 7,7 8,15 M/A 5 jr 1.5 7,7 8,15 7,9 8,36 M/A 7 jr 1.5 7,9 8,36 8,1 8,58 M/A 10 jr 1.5 7,9 8,36 8,1 8,58 M/A 15 jr 1,5 8,2 8,69 8,4 8,91 Amrobank M/A variabel 1,5 xxxxx xxxxx 7,0 7,39 M/A 2 jr 1,5 7,2 7,61 7,4 7,82 M/A 5 jr 1,5 7,7 8,15 7,9 8,36 M/A 7 jr 1,5 7,9 8,36 8,1 8,58 Avistabank M/A variabel 1.5 7,0 7,39 7,2 7,61 M/A 1 jr 1,5 7,0 7,39 7,2 7,61 M/A 2/3 jr 1.5 7,5 7,93 7,7 8,15 M/A 5 jr 1,5 7,7 8,15 7,9 8,36 Bouwfonds M/A variabel 1,5 7,3 7,71 7,3 7,71 Nederlandse M/A 5 jr 1,5 7,6 8,14 7,8 8,36 Gemeenten M/A 10 jr 1,5 8,0 8,57 8,2 8,79 M/A 30 jr 1,5 8,4 9,01 8,6 9,23 M/A renterust 1,5 7,7 8,25 7,9 8,46 Centrale M/A 2 jr 1 6,9 7,23 7,1 7,44 Volksbank M/A 5 jr 1 7,4 7,77 7,6 7,98 Direktbank/ M/A 1 jr 1 6,9 7,23 7,1 7,44 NCB-bank M/A 3 jr 1 7,3 7,66 7,5 7,87 M/A 5 jr 1 7,5 7,87 7,7 8,09 Grenswissel- M/A 1 jr 1 7,0 7,34 7,2 7,55 kantoren/CDK M/A 5 jr 1 7,5 7,87 7,7 8,09 HJ/A 1 jr 1 7,2 7,43 7,4 7,64 HJ/A 5 jr 1 7,7 7,96 7,9 8,17 *Van Lanschot/ M/V variabel 1,5 6,5 7,01 6,9 7,34 Woonfonds Holland* (idem opstart) M/V variabel 1,5 xxxxx xxxxx 6,25 6,64 M/V 1 jr 1,5 6,7 7,23 6,9 7,34 M/V 2 jr 1,5 6,9 7,43 7,1 7,56 M/V 5 jr 1,5 7,5 8,10 7,7 8,22 MA/ comfort 1,5 7,5 8,10 7,7 8,22 NMB M/A 1 jr 1,5 7,0 7,39 7,2 7,61 M/A 3 jr 1,5 7,5 7,93 7,7 8,15 M/A 5jr 1,5 7,7 8,15 7,9 8,36 M/A 7 jr 1,5 7,9 8,36 8,1 8,58 Postbank M/A 2 jr 1 7,0 7,34 7,2 7,55 M/A 5 jr 1 7,5 7,87 7,7 8,09 M'A 7 jr 1 7.7 8,09 7,9 8,31 Rabobank M/A variabel 1,25 7,1 7,42 7,3 7,63 Adviesrente M/A 3 jr 1,25 7.4 7,74 7,6 8,01 M'A 5 jr 1,25 7,6 8,01 7,8 8,23 MA stabiel 1,25 7,8 8,23 8.0 8,44 HJ/A variabel 1,25 7.3 7,57 7,5 7,77 HJ/A 3 jr 1,25 7,6 7,88 7,8 8,09 HJ/A 5 jr 1,25 7,8 8,09 8,0 8,30 HJ/A stabiel 1,25 8.0 8,30 8,2 8,51 Rabo MA 3 jr 1,5 7,4 7,82 7,6 7,98 Hypotheekbank MA 5 jr 1,5 7,6 7,98 7,8 8,25 HJ A 3 jr 1,5 7,6 7,91 7,8 8,12 HJ/A 5 jr 1,5 7,8 8,12 8,0 8,33 Verenigde MA Mi jr 1 7,1 7,44 7,3 7,66 Spaarbank MA 3 jr 1 7,2 7,55 7,4 7,77 MA 5 jr 1 7.5 7,87 7,7 8,09 MA ideaalren 1 7.4 7,77 7,6 7,98 Westl. Utr. (stand) MA/ 2 jr 1,5 7.0 7,55 7,2 7,77 (stand) M/V 5/9 jr 1.5 7,7 8,32 7,9 8,54 (stand) MV 10/15 jr 1,5 7,9 8,54 8.1 8,76 (lage lasten) M/V 7 jr 1,5 xxxxx xxxxx 8,1 8,61 (interim MA/ 1 jr 1.5 6,9 7,45 6,9 7,45 4e kwartaal 1985 budget KW/A variabel 1,5 8,3 8,74 8,3 8,74 (no-risk) MA/ 5 jr 1,5 op aanvraag op aanvraag LEVENHYPOTHEKEN Centraal Beheer MA 5/10 jr 7,6 7,87 7,6 7,87 MA 15/20 jr 7,8 8,08 7,8 8,08 NVL-maatschappijenM/A 5/10 jr 7,6 7,87 7,6 7,87 MA 15/20 jr 7,8 8,08 7,8 8,08 •Van Lanschot/Woonfonds Holland met gemeentegarantie Woonfonds Holland zonder gemeentegarantie Van Lanschot M/A maandbetaling achteraf HJ/A halfjaarbetaling achteraf M/V maandbetaling vooraf KW/A kwartaalbetaling achteraf Bron: 'Vereniging Eigen Huis' te Amersfoort.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1986 | | pagina 40