GROOT
GEZIN
oplettenheid
aanmerking
naamelyk
verdienen.
Eene fraaie
moet ik hier nog by voegen,
dat dc Schepper na den Zond.
vloed andermaal tot den Mensch gezegd
heeft-; Zyt vruchtbaaren vermenigvuldigt
en vervult de aarde. Gen. IX. I. doch dat
Hy dit woord niet gefprooken heeft tot de
Beesten, welken anders de Steden ontvolkt,
en alles zouden ingenomen hebben; dat Hy
ook, by de 'Schepping, niets van deezen
aart gezegd heeft tot de wilde Dieren. Gem
I. 24. maar wel tot de Vogelen en de Vïs-
fchenZyt vruchtbaaren vermenigvuldigt
beter
rijtje
eigen hoekje
vakantie
ups en downs
a. j. snel
PZC
ZATERDAG
28 DECEMBER 1985
MIEIW
oesterend houdt haar
moeder Mathilda tegen
ich aan. Ze knuffelt en babbelt
'at. Mathilda, een zeer mooi
indje van een paar weken,
'acht tot de lies warm is.
onder zichtbaar ongeduld,
laar moeder kijkt op en zegt:
Zó een patroontje laat je toch
iet in de kast liggen".
)p elf november werd Mathilda
:eboren. De advertentie luidde:
De Heere, Die leven spaarde en
ven gaf, verrijkte ons gezin
net de geboorte van een
lochtertje en zusje MAATJE
EERTRUIDA. Wij noemen
aar Mathilda". Daaronder de
amen van haar ouders, de heer
M. Pieper en mevrouw J.
'ieper-Schot uit Oosterland.
/ervolgens de namen van haar
usjes en broertjes: Irma,
[acqueline, Arco, Monique,
'onja, Bennie, Jantine, Bouke,
ilario. Sinds de elfde november
jjn ze dus met z'n twaalven. De
leer Pieper van 37, zijn 35-jarige
rouw en tien kinderen van 13,
2,10, 9.8, 6, 3, 2,1 en nul jaar.
Vergrijzing in Nederland, maar
oorshands zal het te
josterland dus nog wel
oslopen.
De Heere, Die leven spaarde en
leven gaf Zo zien ze het. Ze
segt: „Ons principe is niet dat
wij kinderen nemen, maar dat
ij kinderen krijgen. Wij vinden
lateen zegen". Hij zegt: „Wij
ien in ons leven de helpende en
«sturende hand van God. We
ebben dat vaak ervaren".
Ze zijn leden van de
Gereformeerde Gemeenten in
Nederland, een kerkelijke
modaliteit van waaruit men
niet zo makkelijk in het licht
van de publiciteit treedt.
De heer en mevrouw Pieper
villen wel over hun gezin praten
-zij het na enige aarzeling van
haar kant. Hij verklaart: „Ik
denk, dat veel mensen een
scheef beeld hebben van zo'n
groot gezin als het onze.
Daarom willen we best laten
zien hoe het hier reilt en zeilt.
En je mag toch ook uitkomen
voor je overtuiging, van waaruit
je leeft".
Ze hebben die overtuiging,
maar dat is niet het hele
verhaal. Ze vullen aan: „We
vinden het ook leuk, een groot
jezin. Je moet natuurlijk een
lehoorlijke discipline houden
en goed organiseren, maar dan
s het heel gezellig". Hij: „Ik
com zelf uit een gezin met zeven
ónderen en ik vond dat wel
gezellig". En: „De mensen
moeten het niet aan de kinderen
cunnen zien. Ze moeten niet
onopgevoed zijn en je moet het
niet aan slordigheid van kleren
of ongewassenheid kunnen zien.
Je moet het inderdaad wel
aankunnen". Zij: „Ik denk, dat
ik de kracht ervoor heb om het
aan te kunnen".
Pieper: „Hoe groter het gezin
werd, hoe beter het financieel
is gegaan. Destijds heb ik in een
supermarkt in Haamstede
gewerkt en op een gegeven
moment zijn we naar
Oosterland gegaan, waar ik een
oude bakkerszaak kocht. Wij
zijn daarin een zaak in groente,
fruit en bloemen begonnen.
Onder de zege des Heren is het
ons gelukt een ruime
klantenkring op te bouwen".
„Tóen ik de zaak vier jaar had,
kreeg ik problemen met mijn
gezondheid. Ik moest naar het
ziekenhuis en ik mocht niet
meer in weer en wind op pad
met een open wagen. Ik moest
een gesloten winkelwagen
hebben, maar dat konden we
niet betalen. En toen zijn we
geholpen. Ik kon voor een krats
een winkelwagen overnemen.
Wij zagen die helpende hand".
Hoe ziet een dag in het gezin
Pieper eruit? Hij staat om
halfzes op en brengt de winkel
en de wagen op orde Om kwart
over zes brengt hij zijn vrouw
thee en de krant op bed en ze
heeft dan tot kwart voor zeven
he tijd om goed wakker te
worden. Dan ontbijten ze samen
met Irma, de oudste, die in Goes
"aar de havo gaat. Na het
ontbijt kleden ze samen de
kleintjes aan; de groteren doen
dat zelf. Om halfacht zitten de
negen andere kinderen aan tafel
na het eten wordt het werk
verdeeld. De vaatwasser wordt
volgezet, de woonkeuken wordt
aan kant gebracht. Zij: „Je moet
de taken goed verdelen. Ieder
moet zijn eigen rommel
opruimen. Als je alles niet heel
goed regelt wordt het een
puinhoop. En we hebben dingen
als een vaatwasser, twee
wasmachines, een centrifuge en
een droger. Dat heb je wel
nodig, wantje hebt natuurlijk
enorm veel was. Nou, na het
ontbijt gaan de groteren naar
school en de kleintjes blijven
thuis. Natuurlijk is er dan de
hele dag wat te doen. De
kleintjes moeten in bad gedaan
worden en verluierd worden. En
ze wordt op verschillende tijden
naar bed gebracht. De
allerkleinste slaapt natuurlijk
meer dan de groteren.
Om half negen 's morgens
drinken ze koffie en de heer
Pieper gaat om pad met de
winkelwagen, waarmee hij
Oosterland en Nieuwerkerk
bedient. De winkel wordt
gedaan door een winkelmeisje.
Mevrouw Pieper blijft sinds
enige tijd 'achter de coulissen'.
Ze heeft haar huishoudelijke
werk en om twaalf uur, als de
school uitgaat, komen de
kinderen thuis.
De boterhammen staan dan
klaar. Met elkaar ruimen ze de
tafel af. Als de kinderen weer
naar school zijn, heeft ze de zorg
voor de kleintjes en als ze
terugkomen, staat de thee
klaar. Mevrouw Pieper: „Ik zorg
er altijd voor, dat ik om drie uur
in de keuken ben. Een moeder
moet wel thuis zijn als de
kinderen uit school komen, vind
ik. En mijn man zegt nogal eens
'Sara hoort in de tent'. De
kinderen moeten hun verhalen
kwijt kunnen".
Hij zegt: „De kinderen komen
vaak met vriendjes en
vriendinnetjes thuis. Dat is een
voordeel van een groot gezin. De
moeder is er altijd". Zij: „Liever
drie erbij dan drie van ons weg
hoor. Er komen er ook nogal
eens eten. Eén van die kinderen
heeft wel eens gezegd, dat ze het
net een vergadering vond, zo
met z'n allen aan de lange tafel.
Kinderen vinden dat leuk. En er
wordt dan wel gezegd, dat het zo
leuk is als kinderen een kamer
voor zichzelf hebben, maar
blijkbaar hebben ze daar toch
niet zoveel behoefte aan. Ze
komen vaak hier spelen".
's Avonds wordt er warm
gegeten. Arco schilt iedere dag
de aardappels en de groente
komt gesneden uit de winkel.
Na het eten wordt er weer
gezamenlijk afgeruimd en de
kinderen gaan in bad. Boven
staat een rijtje van acht
tandenborstels klaar. De
oudste kinderen helpen bij het
naar bed brengen van de
kleintjes en in de loop van de
avond, tot negen uur, gaat ieder
op z'n tijd naar bed.
Iedere verjaardag wordt er met
het naar bed gaan een
kwartiertje opgeschoven. De
oudste kinderen zetten 's
avonds bij toerbeurt koffie. Om
negen uur hebben de heer en
mevrouw Pieper nog wat tijd
voor zichzelf. Om half elf gaan ze
zelf slapen. Hij gaat dan nog
even alle bedjes langs. Pieper:
„Dat is wel eens zuchten ook
hoor, als er schone pampers
aanmoeten. Maar als alles goed
gaat, ben je ook blijJa, het is
een hele organisatie. In een
groot gezin heb je meer regels
zoals je in een grote stad meer
verkeersregels hebt. De laarzen
moeten op een rijtje staan. De
kinderen moeten hun fietsen
wegzetten. Je hebt een
taakverdeling. Zo krijgen wij 's
zondags allebei thee op bed van
de oudsten. Aan de andere kant,
wat die taken betreft, de
kinderen moeten zich geen slaaf
voelen van dat grote gezin en
dat is ook niet zo. Het moet niet
kazeme-achtig worden". Zij:
„We zorgen er voor, dal, _e wel
tijd hebben om te kunnen
spelen". Hij: „De kinderen
moeten ook elk aandacht
krijgen. Dat gebeurt ook. Er
gaan er vaak een paar mee met
de wagen en dan heb je
tussendoor tijd om te luisteren".
Ze hebben vijf slaapkamers.
Eén voor de ouders, één voor
Irma, de oudste, één voor
Mathilda, de jongste, één voor
de vier jongens en één voor de
andere vier meisjes. Zij: „We
hebben stapelbedden. Je kunt
natuurlijk een beetje schuiven
met de kamers. Als Mathilda
wat groter is kan die bij de
andere meisjes op de kamer en
dan is er weer ruimte voor de
volgende, die voor huiswerk een
Het gezin Pieper
fotografie wim riemens
wij nemen geen kinderen,
wij krijgen kinderen
eigen kamertje nodig heeft.
Kamers erbij, dat heeft ook
nadelen. Je zit dan meteen ook
met meer ramen, meer
vloerbedekking en dus meer
werk. Het gaat goed op deze
manier. We zorgen, dat ieder een
eigen hoekje en een eigen laatje
heeft. De kinderen moeten wel
een plekje voor zichzelf heb
ben".
Er is voor ieder een eigen
hoekje, maar heel veel gaat
gemeenschappelijk. De
kinderen moeten 's morgens
aangekleed aan het ontbijt
verschijnen, tegelijk, en ook de
andere maaltijden worden
gezamenlijk gebruikt. Als je
met z'n twaalven bent, kan niet
ieder voor zich uitmaken,
wanneer hij verschijnt. Om de
zaak ordelijk te laten verlopen,
hebben ze bij de familie Pieper
een bel in de keuken hangen,
die wordt geluid voor het
koffiedrinken, voor de
maaltijden en voor andere
noodzakelijk geachte
bijeenkomsten.
Zij„Trekt hier iemand aan de
bel zomaar voor de aardigheid,
dan krijgt'ie zo'n draai om de
oren, dat'ie dat nooit meer doet.
Anders is het effect zo weg".
Overigens: het geven van
draaien om ören is strikt
voorbehouden aan de ouders.
Zij: „Ze mogen elkaar absoluut
niet slaan of straf geven. Dat
doen wij als het nodig is. Anders
wordt het een puinhoop. Het is
wel waar, dat de kinderen
strakker gehouden worden dan
in een klein gezin. Je kunt niet
zo soepel wezen als je met zoveel
bent".
Bij ziekte van één van de
ouders, zijn er vlug problemen
van organisatorische aard. De
heer en mevrouw Pieper hebben
geen strikte taakverdeling - hij
doet ook in het huishouden wat
zijn hand te doen vindt, zoals zij
jarenlang in de zaak geholpen
heeft. Als één van de twee niet
paraat is, loopt de zaak vlug in
het honderd. Maar erg veel is
dat niet voorgekomen en zij
sjouwt enkele dagen na een
bevalling weer door het huis.
Mannetje, vrouwtje
en twee kindertjes. Zó
ziet gemiddeld geno
men sinds jaar en dag
het gezin in Neder
land eruit. Hier en
daar houdt men zich
niet aan dat gemiddel
de. In Oosterland
woont het gezin Pie
per: vader, moeder en
tien kinderen. Het
vergt een hele organi
satie. Of, zoals de heer
Pieper zegt: „In een
groot gezin heb je
meer regels, zoals je
in een grote stad meer
verkeersregels hebt".
„Ik ben altijd blij als de
kraamverpleegster weer
vertrokken is", zegt ze. „Zo'n
verpleegster is niet gewend aan
de manier waarop we de dingen
geregeld hebben". Hij: „Het
mooie is, alle kinderen zijn rond
het weekeinde geboren. Ik heb
nog al eens een keer zitten
aankijken tegen die dagen. Op
woensdag en donderdag doe ik
bestellingen voor de zaak en als
ik dan vrijdag niet kan werken,
zit ik wel met kwetsbare
spullen. Voor de geboorten van
de kinderen heb ik nooit hoeven
verletten".
Vakanties, dat is een verhaaltje
apart. Naar een zomerhuisje,
dat gaat niet. De laatste tijd
gaan ze in de herfstvakantie en
in de voorjaarsvakantie een
paar dagen naar een
hotel-pension in Zeddam,
vlakbij de Duitse grens.
Zij: „Je benter dan even uit.
Geen zorg voor het eten, geen
was, geen huishouden. Voor de
kinderen is het ook fijn. Ze
kunnen bestellen, dat vinden ze
prachtig. Dit jaar zijn we met de
zes oudste kinderen
weggeweest. De kleintjes
hadden we ondergebracht.
Volgend voorjaar gaan we zo de
Here wil en wij leven met acht
kinderen. Ik had dit najaar toch
het gevoel, dat we er te weinig
bij ons hadden".
In de zomervakantie gaat de
winkel enkele weken dicht en
dan houden ze thuis vakantie.
Ze maken een pot met briefjes,
's Morgens na de koffie wordt
een briefje getrokken en daar
staat dan op, wat er op het
programma komt te staan.
„Speeltuin", of „Pappa mag
twee uur gaan vissen".
„Kinderboerderij", of „De
kinderen mogen zeggen wat we
doen", of „Pappa mag twee uur
gaan vissen". Ook de nodige
huis-, tuin- en keukenkarweitjes
staan op die briefjes.
Zo weten ze aan meer dingen
een aardige draai te geven. De
kinderen krijgen allemaal ieder
seizoen wel iets nieuws aan
kleren, maar er wordt ook veel
doorgegeven. Daartoe worden
enkele malen per jaar seances
georganiseerd, boven op de
overloop. De kleren en
schoenen, die in voorraad zijn,
worden van de vliering gehaald
en er wordt gewinkeld.
Zij: „Je kunt de dingen echt
leuk maken, ook als je met
zoveel bent. Verjaardagen, dat
doen we ook met cadeautjes van
iedereen, al is het maar een
ingepakte rol pepermunt.
Laatst nog heb ik voor paps een
paar gebruikte zakdoeken staan
inpakken. Als
verjaarscadeautje. We hebben
veel plezier om van die
dingetjes. Je kunt van kleine
dingen iets aardigs maken.
Zorgen dat er ook als het geen
oudejaarsavond is eens
oliebollen op tafel staan.
Tussendoor eens iets extra".
Tien kindertjes betekent ook
tien keer allerlei kinderziekten
en griepjes.
Hij zegt: „Als een van de
kinderen naar het ziekenhuis
moet, dan is het lastig. Die
wacht dan natuurlijk voor het
bezoekuur net als de andere
kinderen in het ziekenhuis en je
moet zorgen datje op tijd bent.
Maar een ziek kind thuis vergt
niet zoveel meer. Als ze naar
school gaan heb je ook voor
allerlei dingen te zorgen. Als ze
ziek zijn, liggen ze rustig op de
bank met een glaasje appelsap
een een beschuitje. Dat is best
op te lossen. Ik denk, dat
mensen nogal eens een scheef
beeld hebben van de
problemen, te overtrokken".
Op een gegeven moment kregen
mensen een scheef beeld van de
familie Pieper als de dia's eens
voor de dag gehaald werden. Zij
vertelt, vrolijk: „Op
verj aardagen is er voor de j arige
een taart met kaarsjes en daar
hadden we op een gegeven
moment vreselijk veel dia's van.
Wie dan bij ons dia's kwam
kijken, kreeg het idee, dat we
hier nooit iets anders dan taart
eten".
Ze hebben, zeggen ze allebei,
wel een zeer druk bestaan
„Maar", zegt ze, „we hebben
niet zoveel behoefte aan uitjes.
Het is wel te regelen met een
oppas en de oudsten kunnen
natuurlijk ook wel eens op de
kleintjes letten. Maar we gaan
niet zoveel uit, we hebben daar
niet zoveel behoefte aan. Op de
zondagen gaan we om de beurt
naar de kerk en de rest van de
tijd brengen we binnenshuis
door".
Op de vraag of ze menen, dat
hun kinderen hun kerkelijk
spoor zullen volgen, zegt hij
„Dat hebben we niet zelf in de
hand. Je kunt niet zeggen 'mijn
kind zal dat en dat nooit doen'.
We genieten van ons gezin en we
praten veel met de kinderen in
de hoop, dat ze als ze groter
worden dat spoor zullen
volgen".
In Oosterland wonen nogal wat
gelijkgezinden als het om de
kerk gaat. Zij: „Zo de zondagen
binnenshuis doorbrengen, daar
treuren de kinderen niet om. De
manier waarop we ons leven
inrichten, ze weten niet beter".
Ze willen niet, dat door wat ze
vertellen een beeld ontstaat
van het ideale gezin. Hij: „Ook
ons gezin heeft z'n ups en
downs".
Zij: „Ik kan kattig zijn hoor".
Hij„Soms gedraag ik me wel
als een soort veldmaarschalk.
Het loopt niet altijd op rolletjes
en het gaat niet zomaar
vanzelf'.
„Ik kan het met deze tien net
aan zo dag voor dag", zegt ze.
„Het valt bij te benen. Maar het
is wel zo, dat als ik kleren ga
kopen voor de kinderen, dat ik
een dag tevoren wat extra werk
moet doen en een dag daarna
wat meer drukte heb".
En op de vraag of ze hun gezin
als voltooid beschouwen, zegt
ze: „Ik zeg niet dat Mathilda de
laatste is. Dat weten wij niet. Ja,
je krijgt door buitenstaanders
wel eens iets naar je hoofd
gesmeten, ook wel van mensen
van je eigen richting. Door de
ouderen wordt je gerespecteerd,
maar bij de jongeren is er iets
vervlakt. Nee, ik kan niet
zeggen, dat dit de laatste is".
En, glimlachend: „Ik draag
dagelijks met lust mijn pakje".