Bibliotheekdag '85: voor het vrije verkeer van informatie GEL UIDSFREAK OP HET PLA TTELAND MINI-PANDORA IN T BEEST PZC/ kunst/cultuur E Mooi Vrij verkeer i DONDERDAG 26 SEPTEMBER 1985 (Door Rudolph Bakker President Mitterrand heeft deze week het mooiste museum van Parijs geopend. Hij had er een okerkleurig kostuum voor aangetrokken en hij knikte beleefd tegen een paar van de mooiste doeken van Pablo Picasso (1881-1973) aan wie dit museum van de kelder tot de zolder gewijd is. Een oud 'hotel particulier' is voor 50 miljoen francs opgeknapt om de schilderijen, beeldhouwwerken, tekeningen, gravures en documenten van de Castellaanse meester te herbergen. Tien jaar geleden werd de collectie al op een kleine 300 miljoen francs geschat. Wat hij nu waard is weet niemand bij benadering te vertellen. De Franse staat heeft nooit erg uitge blonken door kunstbegrip en nog in 1945 was er niet meer dan een enkel werk van de meester in de nationale musea te vinden. Het was er wegge stopt onder het hoofdje: „buitenland se school, Spaans". Het merendeel van de opzienbarende collectie, die nu in het schitterend gerestaureerde Ho tel Salé permanent te zien is, heeft de Franse belastingbetaler geen cent ge kost. Hij bestaat voornamelijk uit werken die de familie Picasso aan de Staat heeft afgestaan in plaats van successierechten. Een kleiner en niet minder mooi gedeelte bestaat uit vijf tig doeken die kunstenaars-vrienden aan Picasso cadeau hadden gedaan, of die hij zelf had gekocht. Picasso had altijd al gewild dat deze collectie later door de Staat permanent zou worden tentoongesteld. En tenslotte zijn er een paar aankopen, die niet bijzonder opvallen. Terwijl het Picas- so-museum in Barcelona ongeveer tot 1901 loopt, herbergt nu het Hotel Salé een prachtig overzicht van wat daar na ontstond. Inhalige kunstkenners vinden het nu al jammer dat Picasso's Guernica - dat naar Spanje ging - er niet bij kan zijn. De toenmalige minister voor cultuur André Malraux had een wet in het leven geroepen waarbij erfgenamen van kunstenaars hun successierech ten konden betalen met nagelaten kunst. De Staat zou wel uitmaken wat kunst was en wat niet. Acht jaar lang vochten de erfgenamen over de artis tieke nalatenschap van Picasso, ter wijl door de Staat benoemde kunst kenners opdracht hadden het mooiste in de wacht te slepen wat ze maar konden krijgen. Toen het gekibbel zo hoog op liep dat er van het mooie plan niets terecht leek te komen, greep president Mitterrand zelf in. Hij deed dat op verzoek van de advocaat van de familie, zijn vriend en huidige minister van buitenlandse zaken Ro land Dumas. Eind '79 begin '80 werden de in princi pe door de erfgenamen afgestane kunstwerken voor een deel getoond op een bijzondere expositie in het Grand Palais. Ook de werken die Picasso van anderen bezat, waren op een afzonderlijke tentoonstelling in het Louvre al te zien. Daaronder zijn doeken van de 'douanier' Rousseau, van Derain en Braque, van Cézanne en Matisse. Ook deze verzameling is nu voorgoed in het Hotel Salé te zien. Zelfs iemand die geen lor om Picasso geeft moet het Hotel Salé gaan zien om vast te stellen waartoe heden daagse museologie in staat is. De inrichting is er namelijk het bewijs van, dat revolutionaire denkbeelden zoals die acht jaar geleden in het toen gloednieuwe Centre Pompidou wer den verwerkt, intussen weer zijn af gedankt. In het Centre ging men er vanuit dat het mogelijk moest zijn 'de massa' en kunst met elkaar in contact te bren gen. In feite kwam de 'massa' niet verder dan de roltrappen om vandaar van het uitzicht over de stad te genie ten. Tegelijkertijd werd duidelijk dat kunst zich alleen leent voor kleinscha lige confrontatie. Het Centre Pompi dou werd dan ook weer helemaal omgegooid en juist dezer dagen gin gen de eerste gedeelten voor het pu bliek weer open. De gigantische ruim ten zijn nu opgedeeld in kleine, over zichtelijke en prachtig verlichte 'cel len', zodat de kijker niet langer - zoals dat nog steeds het geval is in het ongelukkige Van Gogh-museum in Amsterdam - alles wat er is als een dijkdoorbraak op zich af ziet komen. Het Hotel Salé is bewoonbaar inge richt. De ruimten zijn beperkt, helder verlicht, onopvallend, de kunstwer ken met terughoudendheid geëta leerd. Deze intimiteit bergt echter het gevaar in zich dat ze alsnog zal wor den verstoord door een welwillende 'massa' van niet door roltrappen afge leide kijkers, die elkaar op de tenen gaan staan, elkaar het uitzicht belem meren en de zuurstof opmaken voor hun opvolgers. Dit probleem is voor zien, maar voorlopig onoplosbaar. Wel werden twee routes door het gebouw uitgestippeld: een brede voor de vluchtige kijker en een tocht door de kleinere en hoger gelegen ruimtes voor de ware Picasso-adepten. Het Hotel Salé stond zo goed als op instorten, toen het op initiatief van een minister voor cultuur onder pre sident Giscard in 1975 tot Picassomu- seum werd bestemd. De Staat had het gebouw in 1964 van de gemeente Parijs gekocht. Het streng-pompeuse paleis met zijn indrukwekkende binnenplaats en tuin werd in 1656 in opdracht van een handige financier gebouwd, die rijk was geworden als inner van de gehate zoutbelasting (Salé). Deze Pierre Au- bert, die aan zijn naam met enig manoeuvreren het 'de Fontenay' had toegevoegd, overleed echter voor zijn droomkasteel onder de pannen was. Later diende het als residentie voor de ambassadeur van Venetië en in de 18e eeuw als zetel van de aartsbisschop van Parijs, die er de blote engelen in het plafond met lappen het bedekken. Hij was de laatste aartsbisschop vóór de revolutie en hij vluchtte de stad uit onder een hagel van stenen. Als staatsmuseum is het Hotel Salé dinsdags gesloten. Alle andere dagen van de week is het open van kwart voor tien tot kwart over vijf. De Rue de Thorigny is niet makkelijk te vinden, al is het de moeite waard in deze oudste buurt van Parijs enige tijd het spoor bijster te raken. De beste metro is die van St. Paul, een station op lijn nr. 1. Melding moet worden gemaakt van een uitstekende kleine gids (frs 50,-) waarin alles staat wat een toerist weten moet. Daar naast is er de officiële catalogus in twee delen (ieder deel frs 200) en tenslotte een handige folder, waarin ook genoeg staat om over naar huis te schrijven. Het gebouw is ingericht voor rolstoelen. Het magistrale cen trum is de statietrap, die men beklimt na eerst en onvermijdelijk over een onopvallend stoepje te zijn gestrui keld. Mitterrand pauseert bij Picasso's vroege - blauwe - periode. (Door Ben Rogmans) Informatie: we zijn ervoor. Onder dat motto houden de bibliotheken op 28 september de eerste landelijke bibliotheekdag. Een bibliotheek is meer dan een paar honderd meter boeken op een rijtje. ,,De meeste bibliotheken hebben te genwoordig behalve boeken veel tijd schriften, kranten, knipselarchieven, platen, cassettes, taalcurssussen, do cumentatiemappen en computers. We worden doodgegooid met berichten over de komst van de informatiemaat schappij. De plaats waar een enorme hoeveelheid informatie beschikbaar is voor het grote publiek, is bij uitstek de openbare bibliotheek" zegt Marie- Louise Riesthuis-Groenland van het Nederlands Bibliotheek en Lectuur centrum. Een voorbeeld: stel datje op reis gaat naar een ver en vreemd land. De bibliotheek heeft atlassen, reisgidsen, informatie over de bevolking van dat land, taalcurssussen op cassettes. Je kunt er romans lenen van schrijvers uit dat land, of boeken die zich in dat land afspelen. Er zijn zelfs platen te leen waarop de folkloristische muziek van het land staat. Actuele politieke informatie is uit de documentatie mappen te halen, soms zijn er video banden aanwezig en je kan zelfs te weten komen wat voor weer het er is. In de bibliotheken vind je het wel. Nadat in 1983 de rijksoverheid in één klap een bezuiniging van 25 procent heeft doorgevoerd, zijn er in de pers veel kommer- en kwelverhalen over de bibliotheken verschenen. Riest- huis: „Daar willen we nu weer een beetje vanaf. De algemene indruk moet niet zijn: Ach gut, wat zijn die bibliotheken toch zielig, daar kan niks meer. In de praktijk blijkt juist dat de meeste bibliotheken met steun van de plaatselijke overheid de bezui- Vorig jaar hebben alle biliotheken in ons land te zamen 172 miljoen keer een boek uitgeleend. Twintig jaar geleden werd gezegd: als iedereen tv heeft, kunnen we de bibliotheken wel opdoeken. Nu heeft iedereen tv en de belangstelling voor de bibliotheken is meer dan verdubbeld. Vier miljoen boeken zitten in de catalogi, vier miljoen leden in de administra tie. Iedereen kan tot 18 jaar gratis lid worden van een bibliotheek. Daarna moet gemiddeld 22,50 gulden worden betaald. De inkomsten aan abonnementen, boetes en dergelijke vallen in het niet tegen de subsidies die rijk, gemeenten en provincies aan de bibliotheken verstrekken: bijna een half miljard gulden per jaar. Voor dat bedrag lezen we met z'n allen heel wat af. Boeken vormen nog steeds de hoofdmoot in het pakket dat de bibliotheken hun klanten te bieden hebben. Er is echter een verschuiving naar informatie in het algemeen te bespeuren, of die nou in een boek, krant of tijdschrift of op plaat, cassette, diskette of videoband staat. Volgens mevrouw M. L. Riesthuis-Groenland, adjunct-directeur van het Nederlands Bibliotheek- en Lectuurcentrum is de bibliotheek het infor matiecentrum bij uitstek. nigingen goed hebben opgevangen. Nu is het tijd voor een nieuw elan". Wat gaat er in het land op 28 septem ber gebeuren? Riesthuis: „Alle bibliotheken houden open huis. Het centrale thema is: Informatie, we zijn er voor. Hoe de bibliotheken dat zelf invullen, ver schilt van plaats tot plaats. Er zijn verkopingen van afgeschreven boe ken, schrijvers die opgebeld kunnen worden door lezers, ruilbeurzen, de monstraties van boekbinden, compu ters en beeldplaten. De bibliotheken zullen in de plaatselijke pers hun eigen programma's bekendmaken" Waarom ziet u de bibliotheek als de ideale plaats voor informatievoorzie ning? „We zitten goed gespreid over het land: er zijn duizend bibliotheken en honderd bibliobussen, die op 2000 plaatsen langskomen. Je kan bij ons alles krijgen: hebben we het zelf niet, dan halen we het ergens anders. Ons personeel is getraind om informatie op te zoeken. We zeggen wel eens: een bibliothecaris hoeft niks te weten, als-ie maar weet waar hij het moet zoeken. We geven geen antwoorden op vragen, maar vertellen de klanten waar ze dat antwoord kunnen vinden. Verder hebben we altijd aanvullende informatie. Sinds kort hebben de meeste bibliotheken een „Postbus 51 "-rek met informatie van de over heid. Daar is een folder bij over wonin gisolatie. In de bibliotheek kan je altijd aanvullende informatie vinden, bijvoorbeeld een boek over hoe je je dak of spouwmuur moet isoleren". U ziet de bibliotheken als knooppun ten in de informatiemaatschappij. Moet elke bibliotheek zo maar alles in huis hebben? Neem bijvoorbeeld het conflict in Amsterdam over Mein Kampf van Hitier. Zo kunnen we ons voorstellen dat de boeken van Xavie- ra Hollander op de Veluwe wat min der goed liggen. Wat moetje doen met omstreden publikaties van de Cen trumpartij of de RAF? „Ik ben voorstander van vrij verkeer van informatie. De bibliotheken moe ten alles leveren en zijn niet verant woordelijk voor wat mensen met die informatie doen. De CPN-wethouder in Amsterdam is nu tegen het boek van Hitier. Maar stel nou dat er over een paar jaar een rechtse wethouder zit. In Amerika is een hele discussie aan de gang over een boek waarin staat hoe je een bom moet maken. Twintig jaar geleden overheerste in ons land veel meer dan nu de morele lijn van'wat mocht en wat niet. Nu voert tolerantie de boventoon. In grote lijnen wordt dus alles aange kocht, maar het komt natuurlijk voor dat de bibliothecaris subjectieve keuzes maakt. Als hij of zij honderd tijdschriften kan aankopen, wordt er wel eens gezegd: 'Die maar niet, daar hebben we geen geld voor', terwijl ze er eigenlijk geen zin in hebben". Hoe ziet de toekomst van de bibliothe ken eruit? Zijn er dan nog boeken, of staan er alleen maar computers? „Ik zei al dat er veel meer wordt gedaan aan documentatie. De compu ter zal vooral voor de korte en snelle informaties een belangrijke rol gaan spelen. We starten binnenkort ons eigen TACO-systeem. Dat wordt de eerste openbare databank met infor matie voor het grote publiek. Ik vind het een spannende periode. We moe ten oppassen dat we niet teveel achter het Gouden Kalf van de informatie aanhollen. We blijven er in de toe komst ook voor het plezier van de lezer. Misschien wordt dat wel het thema van een volgende landelijke bibliotheekdag. We proberen de mo derne ontwikkelingen op de voet te volgen en steeds meer aandacht te besteden aan informatievoorziening, zonder dat spannende, fijne leuke leesboek te verwaarlozen". Ron Konings (Door Annet van Eenenaam) en opnamestudio op het platteland bij Vrouwenpolder. Op het eerste I gezicht niet de meest voor de hand liggende plaats. Eigenaar Ron Konings: „in verband met eventuele geluidsoverlast zocht ik een onderkomen dat goed geisoleerd was, of een afgelegen ligging had. Nou, aan die laatste voorwaarde voldoet deze boerderij." Inderdaad: als je vanuit deze studio de buren wilt wakker houden, zul je wel erg veel lawaai moeten maken; het dichtbijzijnste woonhuis ligt en kele honderden meters verder op. De opname studio staat boordevol apparatuur. „Voor liefhebbers is dit een droompaleis", vindt Konings zelf. Tientallen metertjes en lampjes stralen de bezoeker bij bin nenkomst tegemoet. Met gepaste trots laat de geluidstechnicus zijn nieuwste aanwinst zien: een recor der met zestien sporen. De spullen heeft hij nodig bij het opnemen van l.p.'s en cassettes die hij in opdracht van zangers en zan geressen, bands en andere muziek gezelschappen maakt. „Meestal ko men de mensen hier voor het maken van promotiebandjes met een paar nummers erop waarmee zi zich aan zaalhouders en platenmaatschap pijen presenteren. Maar er zfjn ook muzikanten die een 'gewone' plaat of cassette komen opnemen." Cassettes zijn populairder dan l.p.'s. „Het is namelijk minder riskant om met cassettes te werken. Mochten ze onverkoopbaar blijken te zijn, dan kun je ze uitwissen. Bij een l.p. is dat niet mogelijk. Het opnemen is nu nog Konings' hobby, maar hij overweegt om in de toekomst zijn studio full-time te gaan runnen. Hoewel hij ook muzikanten van buiten de provincie ontvangt, richt hij zich vooral op Zeeland. Hij reali seert zich dat dat riskant is. „Ik doe eigenlijk iets dat niet kan. Het probleem is dat er hier eigenlijk geen 'echte markt' is. Er zijn in Zeeland weinig muzikanten die 'ambitie' hebben en platen willen maken. Terwijl de talenten wel aan wezig zijn." Hij hoopt en rekent erop dat die belangstelling ge creëerd kan worden. Hijspreekt vol lof over groepen die wèl aan de weg timmeren. „Neem bijvoorbeeld de 'Ex-Q's', die door de eerste selectie van de Grote Prijs van Nederland zijn gekomen. Kijk, voor zulke groe pen, daar doe je het voor" Daar doe je wüt voor? „Daar steek ik mijn nek voor uit. Ik zou liegen als ik zeg dat ik de studio aléén uit idealisme doe, maar aan de andere kant gaat het me er niet puur om om er zo veel mogelijk geld mee te verdienen." Ron Konings is, zegt hij, eën elec- tronica-freak. „Ik vind het hardstik- ke leuk om groepen op weg te Grote platenmaatschappijen werken niet vanuit Zeeland. Veel groepen met een 'vet' contract zijn er ook niet. Toch bestaat bij veel muzikanten in de regio de drang om num mers op de band te zetten. Hetzij om een concreet bewijs van de muzikale vorderingen te kunnen leveren, hetzij om later voor een plaat te gebrui ken. In Hulst (Polyfoon), Bres- kens (Brakman) en Kruinin- gen Scheffelzijn enkele op namefaciliteiten te vinden voor mensen die niet thuis met een cassette-recorder willen aanmodderen. Ron Konings heeft van een boerderij bij Vrouwenpolder zijn professio nele geluidsstudio gemaakt. helpen met zo goed mogelijke opna men." Het mooie aan de geluids techniek vindt hij datje heel solitair werkt, maar aan de andere kant veel met mensen te maken hebt. „Je kunt voor een miljoen aan appara tuur in huis hebben: opnemen doe je van mens tot mens. Als de groep niet goed speelt omdat ze zich bij voorbeeld niet op haar gemak voelt. dan kun je wel ophouden. Het is dus belangrijk dat je mensen zich thuis laat voelen." Een reden voor het feit dat sommige muzikanten niet goed spelen is, volgens hem, omdat ze eenvoudig weg niet weten hóe je iets goed moet laten klinken. „Ik ben er groot voorstander van dat muzikanten thuis' allemaal een vier sporen- recordertje hebben en zelf opnamen maken. Op die manier komen ze erachter aan welke eisen muziek technisch moet voldoen. Als ze dan bij mij komen voor opnamen weten ze in elk geval hoe ze moeten spelen. Des te beter kan ik het op de band zetten. Zoals Konings al zei 'doet' hij de studio niet uitsluitend om er geld mee te verdienen, maar hij heeft, zo vertelt hij, wel geleerd zakelijk te zijn. „Van nature ben ik dat niet zo. De keren dat ik belazerd ben, be schouw ik als het cursusgeld dat ik heb moeten betalen om op dit punt te komen." De formule van Konings is dat hij werkt met low-budget prijzen, „zon der dat ik low-budget kwaliteit le ver. Dat kan ik doen omdat ik geen personeel hoef te onderhouden, geen duur bedrijfspand heb en niet om dure auto's en vakantie's geef. Ik hoef er gewoon niet rijk van te worden." Het is nog steeds een hachelijke onderneming; of er in Zeeland ruimte is voor een profes sionele studio moet nog blijken. „Maar", stelt Konings. „ik wil niet zo'n oude zeur worden die achteraf zegt dat hij in zijn leven zo graag zus en zo had willen doen. Ik w het in elk geval óók geprobeerd hebben.." Vrijdag (21.30 uur) speelt in Bar Americain te Middelburg de Delftse rockgroep Naga. De band heeft een breed opgezet repertoire dat va- riëert van hard-rock tot symfonisch klinkende ballads. In Café Meccano te Middelburg vrijdagavond (22.30 uur) een optre den van Sound Writers. Vijftig mi nuten lang een show van beelden en geluid; projecties en tapes die zowel fans van 'soft-punk' (wat dat ook zijn moge) en 'de nieuwe flower power' herkenningspunten zullen bieden. Terras Bankok en Toxic Shock zijn zaterdag samen in jeugdsoos Bro- gum te Zierikzee. De Amsterdamse formatie deed eerder voorbereiden de werkzaamheden voor groepen als Me the Heat en The Three Johns. De dansbare klanken van Terras Bankok komen tot stand door een ongewone combinatie van trompet en gitaar op basis van een stevige ritmesec cie. Toxic Shock bestaat uit twee Britse 'dames' die 'sax, bas en niets anders spelen' zoals een Engels popblad het uit drukte. Uit de teksten blijkt dat Al en Heff van wie de achternaam niet bekend zijn hun vaak so ciaal-politieke boodschap helder en duidelijk over te brengen. Het op treden begint om 21.30 uur. Krachtige, snelle gitaarmuziek brengen The Nightigales uit Enge land zaterdag in de Vlissingse Piek. Omschreven als 'ergens tussen The Fall, en The Smiths' spreidt de vijfmansformatie van zanger Ro bert Loyd een compromisloze hou ding ten aanzien van de muziekin dustrie ten toon. Krachtige melo dieën op vaak lange, poëtische tek sten vanaf 21.00 uur in De Piek. Goes is géén Rotterdam, maar beide steden hebben de komen de maand op muziekgebied één duidelijke overeenkomst: Pandora. Het feit dat de Maasstad vele ma len groter is dan de Ganzestad vindt logischerwijs ook zijn weer slag in de opzet: in de Doelen spelen dertig artiesten, in 't Beest vier. Toch kan met rede gesproken worden van een voor Zeeland uniek 'mini-Pandora Festival' met een aantal opvallende namen uit het hedendaagse clubcircuit. Alex Chilton is één van die namen. De in Tennessee geboren Chilton treedt donderdag, 10 oktober de eerste dag op. Piepjong begonnen en nog steeds niet 'oud' werd de legendarische Amerikaan aan het eind van de jaren zestig even 'echt' beroemd met 'The Letter', een num mer dat bij velen bekend is maar waarvan lang niet iedereen weet dat Chilton het schreef. Een grillig, maar immer creatief talent waarvan het ene moment bijna 'maniakale' ontboezemingen op gitaarfolk en een volgend moment liefdesliedjes met een soul-inslag te verwachten zijn. Dezelfde avond treedt ook Fur Bible in 't Beest aan. Kid 'Congo' Powers, Patricia Morrison en Terry Graham hebben na The Gun Club de Australiër Tex Perkins bereid gevonden achter de microfoon plaats te nemen. Na het vertrek van zanger Jeffrey Lee Pierce is het niet meer de 'trashband' van weleer, maar van een intrigerend groepje 'ontaarde nakomelingen' van Cree- dence Clearwater Revival zou je toch wel kunnen spreken. Pierce is op de tweede dag van mini-Pandora 12 oktober te zien en te horen. Hij brengt deze keer voormalige leden van de expe rimentele Britse groep Clock DVA mee en naar verluidt staat zijn vriendin op het moment voor de taak gitarist Kid Congo Powers te doen vergeten. Met de lp 'Wild- weed' is overigens wel duidelijk geworden dat Jeffrey Lee Pierce gaandeweg afstand neemt van zijn Gun Club-verleden. De ster van Rose of Avalanche de tweede groep die zaterdag is nog niet zo hoog gestegen als die van Pierce, maar vermeldenswaard is wel dat de groep recentelijk een mini-lp uitbracht met een bijna ongrijpbare mix van hedendaagse muziektrends en 'herinneringen' aan Lou Reed. Projectleider Chris Tangelder van 't Beest legt uit dat er het hele jaar uitgekeken wordt naar veelbeloven de groepen. Hij wil met mini-Pando ra groepen naar Zeeland halen die anders niet zo gauw buiten de Randstad gekomen zouden zijn. „Het idee is vorig jaar ontstaan toen we de Nomads nog vóór Pandora contracteerden. In het kader van het Jongerenjaar kunnen we nu dank zij subsidies van WVC en de gemeente iets extra's bieden. We proberen in te spelen in de functie van Pandora. Niet iedereen kan tenslotte naar Rotterdam". Ook voor de rest van het jaar staat nog het nodige op stapel. Zo ver schijnt op zaterdag, 26 oktober Ma- thilde Santing in 't Beest, net vóór ze op tournee door de Britse eilan den gaat. The Mekon uit Leeds met ex-Pretty Thing Dick Taylor treden op zaterdag 9 november aan, in gezelschap van de Amsterdamse Eton Crop. Op donderdag, 14 no vember is de beurt aan de door de Britse vakpers al veelgeroemde groep The man they couldn't hang, dsie het begrip 'folk' nieuw leven inblaast. Vóór de jaarwisseling zijn er verder nog optredens van de Australische Scientists (13 decem ber) en Three Mustaphas Three (21 december) met een buitenissige combinatie van Balkanklanken en new-wave. The Nightingales

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1985 | | pagina 9