Bibliotheekdag '85: voor het
vrije verkeer van informatie
GEL UIDSFREAK OP
HET PLA TTELAND
MINI-PANDORA
IN T BEEST
PZC/ kunst/cultuur
E
Mooi
Vrij verkeer
i
DONDERDAG 26 SEPTEMBER 1985
(Door Rudolph Bakker
President Mitterrand heeft deze week het mooiste museum van Parijs geopend. Hij had er een okerkleurig
kostuum voor aangetrokken en hij knikte beleefd tegen een paar van de mooiste doeken van Pablo Picasso
(1881-1973) aan wie dit museum van de kelder tot de zolder gewijd is. Een oud 'hotel particulier' is voor 50 miljoen
francs opgeknapt om de schilderijen, beeldhouwwerken, tekeningen, gravures en documenten van de Castellaanse
meester te herbergen. Tien jaar geleden werd de collectie al op een kleine 300 miljoen francs geschat. Wat hij nu
waard is weet niemand bij benadering te vertellen.
De Franse staat heeft nooit erg uitge
blonken door kunstbegrip en nog in
1945 was er niet meer dan een enkel
werk van de meester in de nationale
musea te vinden. Het was er wegge
stopt onder het hoofdje: „buitenland
se school, Spaans". Het merendeel
van de opzienbarende collectie, die nu
in het schitterend gerestaureerde Ho
tel Salé permanent te zien is, heeft de
Franse belastingbetaler geen cent ge
kost. Hij bestaat voornamelijk uit
werken die de familie Picasso aan de
Staat heeft afgestaan in plaats van
successierechten. Een kleiner en niet
minder mooi gedeelte bestaat uit vijf
tig doeken die kunstenaars-vrienden
aan Picasso cadeau hadden gedaan,
of die hij zelf had gekocht. Picasso
had altijd al gewild dat deze collectie
later door de Staat permanent zou
worden tentoongesteld. En tenslotte
zijn er een paar aankopen, die niet
bijzonder opvallen. Terwijl het Picas-
so-museum in Barcelona ongeveer tot
1901 loopt, herbergt nu het Hotel Salé
een prachtig overzicht van wat daar
na ontstond. Inhalige kunstkenners
vinden het nu al jammer dat Picasso's
Guernica - dat naar Spanje ging - er
niet bij kan zijn.
De toenmalige minister voor cultuur
André Malraux had een wet in het
leven geroepen waarbij erfgenamen
van kunstenaars hun successierech
ten konden betalen met nagelaten
kunst. De Staat zou wel uitmaken wat
kunst was en wat niet. Acht jaar lang
vochten de erfgenamen over de artis
tieke nalatenschap van Picasso, ter
wijl door de Staat benoemde kunst
kenners opdracht hadden het mooiste
in de wacht te slepen wat ze maar
konden krijgen. Toen het gekibbel zo
hoog op liep dat er van het mooie plan
niets terecht leek te komen, greep
president Mitterrand zelf in. Hij deed
dat op verzoek van de advocaat van
de familie, zijn vriend en huidige
minister van buitenlandse zaken Ro
land Dumas.
Eind '79 begin '80 werden de in princi
pe door de erfgenamen afgestane
kunstwerken voor een deel getoond
op een bijzondere expositie in het
Grand Palais. Ook de werken die
Picasso van anderen bezat, waren op
een afzonderlijke tentoonstelling in
het Louvre al te zien. Daaronder zijn
doeken van de 'douanier' Rousseau,
van Derain en Braque, van Cézanne
en Matisse. Ook deze verzameling is
nu voorgoed in het Hotel Salé te zien.
Zelfs iemand die geen lor om Picasso
geeft moet het Hotel Salé gaan zien
om vast te stellen waartoe heden
daagse museologie in staat is. De
inrichting is er namelijk het bewijs
van, dat revolutionaire denkbeelden
zoals die acht jaar geleden in het toen
gloednieuwe Centre Pompidou wer
den verwerkt, intussen weer zijn af
gedankt.
In het Centre ging men er vanuit dat
het mogelijk moest zijn 'de massa' en
kunst met elkaar in contact te bren
gen. In feite kwam de 'massa' niet
verder dan de roltrappen om vandaar
van het uitzicht over de stad te genie
ten. Tegelijkertijd werd duidelijk dat
kunst zich alleen leent voor kleinscha
lige confrontatie. Het Centre Pompi
dou werd dan ook weer helemaal
omgegooid en juist dezer dagen gin
gen de eerste gedeelten voor het pu
bliek weer open. De gigantische ruim
ten zijn nu opgedeeld in kleine, over
zichtelijke en prachtig verlichte 'cel
len', zodat de kijker niet langer - zoals
dat nog steeds het geval is in het
ongelukkige Van Gogh-museum in
Amsterdam - alles wat er is als een
dijkdoorbraak op zich af ziet komen.
Het Hotel Salé is bewoonbaar inge
richt. De ruimten zijn beperkt, helder
verlicht, onopvallend, de kunstwer
ken met terughoudendheid geëta
leerd. Deze intimiteit bergt echter het
gevaar in zich dat ze alsnog zal wor
den verstoord door een welwillende
'massa' van niet door roltrappen afge
leide kijkers, die elkaar op de tenen
gaan staan, elkaar het uitzicht belem
meren en de zuurstof opmaken voor
hun opvolgers. Dit probleem is voor
zien, maar voorlopig onoplosbaar. Wel
werden twee routes door het gebouw
uitgestippeld: een brede voor de
vluchtige kijker en een tocht door de
kleinere en hoger gelegen ruimtes
voor de ware Picasso-adepten.
Het Hotel Salé stond zo goed als op
instorten, toen het op initiatief van
een minister voor cultuur onder pre
sident Giscard in 1975 tot Picassomu-
seum werd bestemd. De Staat had het
gebouw in 1964 van de gemeente
Parijs gekocht.
Het streng-pompeuse paleis met zijn
indrukwekkende binnenplaats en
tuin werd in 1656 in opdracht van een
handige financier gebouwd, die rijk
was geworden als inner van de gehate
zoutbelasting (Salé). Deze Pierre Au-
bert, die aan zijn naam met enig
manoeuvreren het 'de Fontenay' had
toegevoegd, overleed echter voor zijn
droomkasteel onder de pannen was.
Later diende het als residentie voor de
ambassadeur van Venetië en in de 18e
eeuw als zetel van de aartsbisschop
van Parijs, die er de blote engelen in
het plafond met lappen het bedekken.
Hij was de laatste aartsbisschop vóór
de revolutie en hij vluchtte de stad uit
onder een hagel van stenen.
Als staatsmuseum is het Hotel Salé
dinsdags gesloten. Alle andere dagen
van de week is het open van kwart
voor tien tot kwart over vijf.
De Rue de Thorigny is niet makkelijk
te vinden, al is het de moeite waard in
deze oudste buurt van Parijs enige
tijd het spoor bijster te raken. De
beste metro is die van St. Paul, een
station op lijn nr. 1. Melding moet
worden gemaakt van een uitstekende
kleine gids (frs 50,-) waarin alles staat
wat een toerist weten moet. Daar
naast is er de officiële catalogus in
twee delen (ieder deel frs 200) en
tenslotte een handige folder, waarin
ook genoeg staat om over naar huis te
schrijven. Het gebouw is ingericht
voor rolstoelen. Het magistrale cen
trum is de statietrap, die men beklimt
na eerst en onvermijdelijk over een
onopvallend stoepje te zijn gestrui
keld.
Mitterrand pauseert bij Picasso's vroege - blauwe - periode.
(Door Ben Rogmans)
Informatie: we zijn ervoor. Onder
dat motto houden de bibliotheken
op 28 september de eerste landelijke
bibliotheekdag. Een bibliotheek is
meer dan een paar honderd meter
boeken op een rijtje.
,,De meeste bibliotheken hebben te
genwoordig behalve boeken veel tijd
schriften, kranten, knipselarchieven,
platen, cassettes, taalcurssussen, do
cumentatiemappen en computers. We
worden doodgegooid met berichten
over de komst van de informatiemaat
schappij. De plaats waar een enorme
hoeveelheid informatie beschikbaar is
voor het grote publiek, is bij uitstek
de openbare bibliotheek" zegt Marie-
Louise Riesthuis-Groenland van het
Nederlands Bibliotheek en Lectuur
centrum.
Een voorbeeld: stel datje op reis gaat
naar een ver en vreemd land. De
bibliotheek heeft atlassen, reisgidsen,
informatie over de bevolking van dat
land, taalcurssussen op cassettes. Je
kunt er romans lenen van schrijvers
uit dat land, of boeken die zich in dat
land afspelen. Er zijn zelfs platen te
leen waarop de folkloristische muziek
van het land staat. Actuele politieke
informatie is uit de documentatie
mappen te halen, soms zijn er video
banden aanwezig en je kan zelfs te
weten komen wat voor weer het er is.
In de bibliotheken vind je het wel.
Nadat in 1983 de rijksoverheid in één
klap een bezuiniging van 25 procent
heeft doorgevoerd, zijn er in de pers
veel kommer- en kwelverhalen over
de bibliotheken verschenen. Riest-
huis: „Daar willen we nu weer een
beetje vanaf. De algemene indruk
moet niet zijn: Ach gut, wat zijn die
bibliotheken toch zielig, daar kan
niks meer. In de praktijk blijkt juist
dat de meeste bibliotheken met steun
van de plaatselijke overheid de bezui-
Vorig jaar hebben alle biliotheken in ons land te zamen 172 miljoen keer
een boek uitgeleend. Twintig jaar geleden werd gezegd: als iedereen tv
heeft, kunnen we de bibliotheken wel opdoeken. Nu heeft iedereen tv en
de belangstelling voor de bibliotheken is meer dan verdubbeld. Vier
miljoen boeken zitten in de catalogi, vier miljoen leden in de administra
tie.
Iedereen kan tot 18 jaar gratis lid worden van een bibliotheek. Daarna
moet gemiddeld 22,50 gulden worden betaald. De inkomsten aan
abonnementen, boetes en dergelijke vallen in het niet tegen de subsidies
die rijk, gemeenten en provincies aan de bibliotheken verstrekken: bijna
een half miljard gulden per jaar. Voor dat bedrag lezen we met z'n allen
heel wat af.
Boeken vormen nog steeds de hoofdmoot in het pakket dat de
bibliotheken hun klanten te bieden hebben. Er is echter een verschuiving
naar informatie in het algemeen te bespeuren, of die nou in een boek,
krant of tijdschrift of op plaat, cassette, diskette of videoband staat.
Volgens mevrouw M. L. Riesthuis-Groenland, adjunct-directeur van het
Nederlands Bibliotheek- en Lectuurcentrum is de bibliotheek het infor
matiecentrum bij uitstek.
nigingen goed hebben opgevangen.
Nu is het tijd voor een nieuw elan".
Wat gaat er in het land op 28 septem
ber gebeuren?
Riesthuis: „Alle bibliotheken houden
open huis. Het centrale thema is:
Informatie, we zijn er voor. Hoe de
bibliotheken dat zelf invullen, ver
schilt van plaats tot plaats. Er zijn
verkopingen van afgeschreven boe
ken, schrijvers die opgebeld kunnen
worden door lezers, ruilbeurzen, de
monstraties van boekbinden, compu
ters en beeldplaten. De bibliotheken
zullen in de plaatselijke pers hun
eigen programma's bekendmaken"
Waarom ziet u de bibliotheek als de
ideale plaats voor informatievoorzie
ning?
„We zitten goed gespreid over het
land: er zijn duizend bibliotheken en
honderd bibliobussen, die op 2000
plaatsen langskomen. Je kan bij ons
alles krijgen: hebben we het zelf niet,
dan halen we het ergens anders. Ons
personeel is getraind om informatie
op te zoeken. We zeggen wel eens: een
bibliothecaris hoeft niks te weten,
als-ie maar weet waar hij het moet
zoeken. We geven geen antwoorden
op vragen, maar vertellen de klanten
waar ze dat antwoord kunnen vinden.
Verder hebben we altijd aanvullende
informatie. Sinds kort hebben de
meeste bibliotheken een „Postbus
51 "-rek met informatie van de over
heid. Daar is een folder bij over wonin
gisolatie. In de bibliotheek kan je
altijd aanvullende informatie vinden,
bijvoorbeeld een boek over hoe je je
dak of spouwmuur moet isoleren".
U ziet de bibliotheken als knooppun
ten in de informatiemaatschappij.
Moet elke bibliotheek zo maar alles in
huis hebben? Neem bijvoorbeeld het
conflict in Amsterdam over Mein
Kampf van Hitier. Zo kunnen we ons
voorstellen dat de boeken van Xavie-
ra Hollander op de Veluwe wat min
der goed liggen. Wat moetje doen met
omstreden publikaties van de Cen
trumpartij of de RAF?
„Ik ben voorstander van vrij verkeer
van informatie. De bibliotheken moe
ten alles leveren en zijn niet verant
woordelijk voor wat mensen met die
informatie doen. De CPN-wethouder
in Amsterdam is nu tegen het boek
van Hitier. Maar stel nou dat er over
een paar jaar een rechtse wethouder
zit. In Amerika is een hele discussie
aan de gang over een boek waarin
staat hoe je een bom moet maken.
Twintig jaar geleden overheerste in
ons land veel meer dan nu de morele
lijn van'wat mocht en wat niet. Nu
voert tolerantie de boventoon. In
grote lijnen wordt dus alles aange
kocht, maar het komt natuurlijk voor
dat de bibliothecaris subjectieve
keuzes maakt. Als hij of zij honderd
tijdschriften kan aankopen, wordt er
wel eens gezegd: 'Die maar niet, daar
hebben we geen geld voor', terwijl ze
er eigenlijk geen zin in hebben".
Hoe ziet de toekomst van de bibliothe
ken eruit? Zijn er dan nog boeken, of
staan er alleen maar computers?
„Ik zei al dat er veel meer wordt
gedaan aan documentatie. De compu
ter zal vooral voor de korte en snelle
informaties een belangrijke rol gaan
spelen. We starten binnenkort ons
eigen TACO-systeem. Dat wordt de
eerste openbare databank met infor
matie voor het grote publiek. Ik vind
het een spannende periode. We moe
ten oppassen dat we niet teveel achter
het Gouden Kalf van de informatie
aanhollen. We blijven er in de toe
komst ook voor het plezier van de
lezer. Misschien wordt dat wel het
thema van een volgende landelijke
bibliotheekdag. We proberen de mo
derne ontwikkelingen op de voet te
volgen en steeds meer aandacht te
besteden aan informatievoorziening,
zonder dat spannende, fijne leuke
leesboek te verwaarlozen".
Ron Konings
(Door Annet van Eenenaam)
en opnamestudio op het platteland bij Vrouwenpolder. Op het eerste
I gezicht niet de meest voor de hand liggende plaats. Eigenaar Ron
Konings: „in verband met eventuele geluidsoverlast zocht ik een
onderkomen dat goed geisoleerd was, of een afgelegen ligging had. Nou,
aan die laatste voorwaarde voldoet deze boerderij."
Inderdaad: als je vanuit deze studio
de buren wilt wakker houden, zul je
wel erg veel lawaai moeten maken;
het dichtbijzijnste woonhuis ligt en
kele honderden meters verder op.
De opname studio staat boordevol
apparatuur. „Voor liefhebbers is dit
een droompaleis", vindt Konings
zelf. Tientallen metertjes en
lampjes stralen de bezoeker bij bin
nenkomst tegemoet. Met gepaste
trots laat de geluidstechnicus zijn
nieuwste aanwinst zien: een recor
der met zestien sporen.
De spullen heeft hij nodig bij het
opnemen van l.p.'s en cassettes die
hij in opdracht van zangers en zan
geressen, bands en andere muziek
gezelschappen maakt. „Meestal ko
men de mensen hier voor het maken
van promotiebandjes met een paar
nummers erop waarmee zi zich aan
zaalhouders en platenmaatschap
pijen presenteren. Maar er zfjn ook
muzikanten die een 'gewone' plaat
of cassette komen opnemen."
Cassettes zijn populairder dan l.p.'s.
„Het is namelijk minder riskant om
met cassettes te werken. Mochten
ze onverkoopbaar blijken te zijn,
dan kun je ze uitwissen. Bij een l.p.
is dat niet mogelijk.
Het opnemen is nu nog Konings'
hobby, maar hij overweegt om in de
toekomst zijn studio full-time te
gaan runnen.
Hoewel hij ook muzikanten van
buiten de provincie ontvangt, richt
hij zich vooral op Zeeland. Hij reali
seert zich dat dat riskant is. „Ik doe
eigenlijk iets dat niet kan. Het
probleem is dat er hier eigenlijk
geen 'echte markt' is. Er zijn in
Zeeland weinig muzikanten die
'ambitie' hebben en platen willen
maken. Terwijl de talenten wel aan
wezig zijn." Hij hoopt en rekent
erop dat die belangstelling ge
creëerd kan worden. Hijspreekt vol
lof over groepen die wèl aan de weg
timmeren. „Neem bijvoorbeeld de
'Ex-Q's', die door de eerste selectie
van de Grote Prijs van Nederland
zijn gekomen. Kijk, voor zulke groe
pen, daar doe je het voor"
Daar doe je wüt voor?
„Daar steek ik mijn nek voor uit. Ik
zou liegen als ik zeg dat ik de
studio aléén uit idealisme doe,
maar aan de andere kant gaat het
me er niet puur om om er zo veel
mogelijk geld mee te verdienen."
Ron Konings is, zegt hij, eën elec-
tronica-freak. „Ik vind het hardstik-
ke leuk om groepen op weg te
Grote platenmaatschappijen
werken niet vanuit Zeeland.
Veel groepen met een 'vet'
contract zijn er ook niet. Toch
bestaat bij veel muzikanten in
de regio de drang om num
mers op de band te zetten.
Hetzij om een concreet bewijs
van de muzikale vorderingen
te kunnen leveren, hetzij om
later voor een plaat te gebrui
ken. In Hulst (Polyfoon), Bres-
kens (Brakman) en Kruinin-
gen Scheffelzijn enkele op
namefaciliteiten te vinden
voor mensen die niet thuis met
een cassette-recorder willen
aanmodderen. Ron Konings
heeft van een boerderij bij
Vrouwenpolder zijn professio
nele geluidsstudio gemaakt.
helpen met zo goed mogelijke opna
men." Het mooie aan de geluids
techniek vindt hij datje heel solitair
werkt, maar aan de andere kant
veel met mensen te maken hebt. „Je
kunt voor een miljoen aan appara
tuur in huis hebben: opnemen doe
je van mens tot mens. Als de groep
niet goed speelt omdat ze zich bij
voorbeeld niet op haar gemak voelt.
dan kun je wel ophouden. Het is dus
belangrijk dat je mensen zich thuis
laat voelen."
Een reden voor het feit dat sommige
muzikanten niet goed spelen is,
volgens hem, omdat ze eenvoudig
weg niet weten hóe je iets goed
moet laten klinken. „Ik ben er groot
voorstander van dat muzikanten
thuis' allemaal een vier sporen-
recordertje hebben en zelf opnamen
maken. Op die manier komen ze
erachter aan welke eisen muziek
technisch moet voldoen. Als ze dan
bij mij komen voor opnamen weten
ze in elk geval hoe ze moeten spelen.
Des te beter kan ik het op de band
zetten.
Zoals Konings al zei 'doet' hij de
studio niet uitsluitend om er geld
mee te verdienen, maar hij heeft, zo
vertelt hij, wel geleerd zakelijk te
zijn. „Van nature ben ik dat niet zo.
De keren dat ik belazerd ben, be
schouw ik als het cursusgeld dat ik
heb moeten betalen om op dit punt
te komen."
De formule van Konings is dat hij
werkt met low-budget prijzen, „zon
der dat ik low-budget kwaliteit le
ver. Dat kan ik doen omdat ik geen
personeel hoef te onderhouden,
geen duur bedrijfspand heb en niet
om dure auto's en vakantie's geef.
Ik hoef er gewoon niet rijk van te
worden." Het is nog steeds een
hachelijke onderneming; of er in
Zeeland ruimte is voor een profes
sionele studio moet nog blijken.
„Maar", stelt Konings. „ik wil niet
zo'n oude zeur worden die achteraf
zegt dat hij in zijn leven zo graag zus
en zo had willen doen. Ik w het in
elk geval óók geprobeerd hebben.."
Vrijdag (21.30 uur) speelt in Bar
Americain te Middelburg de Delftse
rockgroep Naga. De band heeft een
breed opgezet repertoire dat va-
riëert van hard-rock tot symfonisch
klinkende ballads.
In Café Meccano te Middelburg
vrijdagavond (22.30 uur) een optre
den van Sound Writers. Vijftig mi
nuten lang een show van beelden en
geluid; projecties en tapes die zowel
fans van 'soft-punk' (wat dat ook
zijn moge) en 'de nieuwe flower
power' herkenningspunten zullen
bieden.
Terras Bankok en Toxic Shock zijn
zaterdag samen in jeugdsoos Bro-
gum te Zierikzee. De Amsterdamse
formatie deed eerder voorbereiden
de werkzaamheden voor groepen
als Me the Heat en The Three
Johns. De dansbare klanken van
Terras Bankok komen tot stand
door een ongewone combinatie van
trompet en gitaar op basis van een
stevige ritmesec cie. Toxic Shock
bestaat uit twee Britse 'dames' die
'sax, bas en niets anders spelen'
zoals een Engels popblad het uit
drukte. Uit de teksten blijkt dat Al
en Heff van wie de achternaam
niet bekend zijn hun vaak so
ciaal-politieke boodschap helder en
duidelijk over te brengen. Het op
treden begint om 21.30 uur.
Krachtige, snelle gitaarmuziek
brengen The Nightigales uit Enge
land zaterdag in de Vlissingse Piek.
Omschreven als 'ergens tussen The
Fall, en The Smiths' spreidt de
vijfmansformatie van zanger Ro
bert Loyd een compromisloze hou
ding ten aanzien van de muziekin
dustrie ten toon. Krachtige melo
dieën op vaak lange, poëtische tek
sten vanaf 21.00 uur in De Piek.
Goes is géén Rotterdam, maar
beide steden hebben de komen
de maand op muziekgebied één
duidelijke overeenkomst: Pandora.
Het feit dat de Maasstad vele ma
len groter is dan de Ganzestad
vindt logischerwijs ook zijn weer
slag in de opzet: in de Doelen
spelen dertig artiesten, in 't Beest
vier. Toch kan met rede gesproken
worden van een voor Zeeland
uniek 'mini-Pandora Festival' met
een aantal opvallende namen uit
het hedendaagse clubcircuit.
Alex Chilton is één van die namen.
De in Tennessee geboren Chilton
treedt donderdag, 10 oktober de
eerste dag op. Piepjong begonnen
en nog steeds niet 'oud' werd de
legendarische Amerikaan aan het
eind van de jaren zestig even 'echt'
beroemd met 'The Letter', een num
mer dat bij velen bekend is maar
waarvan lang niet iedereen weet dat
Chilton het schreef. Een grillig,
maar immer creatief talent waarvan
het ene moment bijna 'maniakale'
ontboezemingen op gitaarfolk en
een volgend moment liefdesliedjes
met een soul-inslag te verwachten
zijn. Dezelfde avond treedt ook Fur
Bible in 't Beest aan. Kid 'Congo'
Powers, Patricia Morrison en Terry
Graham hebben na The Gun Club
de Australiër Tex Perkins bereid
gevonden achter de microfoon
plaats te nemen. Na het vertrek van
zanger Jeffrey Lee Pierce is het niet
meer de 'trashband' van weleer,
maar van een intrigerend groepje
'ontaarde nakomelingen' van Cree-
dence Clearwater Revival zou je
toch wel kunnen spreken.
Pierce is op de tweede dag van
mini-Pandora 12 oktober te
zien en te horen. Hij brengt deze
keer voormalige leden van de expe
rimentele Britse groep Clock DVA
mee en naar verluidt staat zijn
vriendin op het moment voor de
taak gitarist Kid Congo Powers te
doen vergeten. Met de lp 'Wild-
weed' is overigens wel duidelijk
geworden dat Jeffrey Lee Pierce
gaandeweg afstand neemt van zijn
Gun Club-verleden.
De ster van Rose of Avalanche de
tweede groep die zaterdag is nog
niet zo hoog gestegen als die van
Pierce, maar vermeldenswaard is
wel dat de groep recentelijk een
mini-lp uitbracht met een bijna
ongrijpbare mix van hedendaagse
muziektrends en 'herinneringen'
aan Lou Reed.
Projectleider Chris Tangelder van 't
Beest legt uit dat er het hele jaar
uitgekeken wordt naar veelbeloven
de groepen. Hij wil met mini-Pando
ra groepen naar Zeeland halen die
anders niet zo gauw buiten de
Randstad gekomen zouden zijn.
„Het idee is vorig jaar ontstaan toen
we de Nomads nog vóór Pandora
contracteerden. In het kader van
het Jongerenjaar kunnen we nu
dank zij subsidies van WVC en de
gemeente iets extra's bieden. We
proberen in te spelen in de functie
van Pandora. Niet iedereen kan
tenslotte naar Rotterdam".
Ook voor de rest van het jaar staat
nog het nodige op stapel. Zo ver
schijnt op zaterdag, 26 oktober Ma-
thilde Santing in 't Beest, net vóór
ze op tournee door de Britse eilan
den gaat. The Mekon uit Leeds
met ex-Pretty Thing Dick Taylor
treden op zaterdag 9 november aan,
in gezelschap van de Amsterdamse
Eton Crop. Op donderdag, 14 no
vember is de beurt aan de door de
Britse vakpers al veelgeroemde
groep The man they couldn't hang,
dsie het begrip 'folk' nieuw leven
inblaast. Vóór de jaarwisseling zijn
er verder nog optredens van de
Australische Scientists (13 decem
ber) en Three Mustaphas Three (21
december) met een buitenissige
combinatie van Balkanklanken en
new-wave.
The Nightingales