'De vogels zijn gewend aan het verkeer IllI sola PZC/streek SPOORLIJN MECHELEN-T IN DE HUT VAN 'DE STELTKLUUT' Bestekartikelen Kookpannen Nü extra laag geprijsd Komplete cassettes 25 tot 50% korting Keukengerei tot 70% korting Geschenkartikelen 1 Servieswerk Dynamisch Goor De spoorlijn Mechelen-Terneuzen, dat is een stuksken historie, dat mag niet zomaar f verloren gaan. Ge moet ten alle tijde proberen om datgene wat nog rest te bewaren en dat zijn wij, leden van de heemkundige kring 'De Luize' dan ook zeker en vast van plan". Aan het woord Marcel van Schoote, voorzitter van de heemkundige kring 'De Kluize' uit het Belgische Sint-Gillis-Waes. Wrevel DONDERDAG 26 SEPTEMBER 1985 De Sola-fabriek komt naar u toe. U profiteert bij deze recht streekse fabrieksverkoop van ongekend lage prijzen. Sola kwa liteit nü met kortingen tot 70% Tevens extra laag geprijsde fabrieksrestanten, beursgoederen en showroommodellen. Doe uw voordeel en kom naar ONS PAND (VOORHEEN JAN DIELEMAN), AXELSESTRAAT 90 IN TERNEUZEN. Diverse bestek- oc art,kelen Vanaf f 1,25 6 theelepels of wanaff o taartvorkjes Vaildl T J,_ Diverse restanten kookpannen, steel pannen en hapjespannen. In edelstaal en zwaar verzilverd 51-de!iqecassette Vanaf f95.— Praktische keukenhulpen ip roestvrij edelstaal, o.a opscheplepels. maat bekers, gardes, lepelrekken enz Restanten verzilverde theelepels, taart vorkjes, suikerschepjes, bloemvaasjes, kandelaars enz Voor echte weqaeeforiizen Dit is slechts een kléine greep uit het enorme aanbod. Roestvrij stalen dekschalen, sauskom men, vleesschotels, botervloten. soep koppen, koffie- en theepotten, melk kannen, suikerpotjes enz Op is op: alles halve priis Museum in De Klinge klaar voor einde 1985 Speciale verkoopdagen (Koopavond geopend) Woensdag 25 sept. 10.00-17.00 uur Donderdag 26 sept. 10.00-17.00 uur Vrijdag 27 sept. 10.00-21.00 uur Zaterdag 28 sept. 10.00-16.00 uur m Ja cjratistmMM. Het station van Hulst aan het begin van deze eeuw. Conny van Gremberghe. Roerloos staat de kievit op het zompige stukje grond. Secon- denlang. Dan schiet plotseling de forse snavel de slibmassa in en haalt een kronkelend insekt naar boven. Vanuit de vogelobservatiehut van de natuurbeschermingsvereniging 'De Steltkluut', aan de rand van het kleine natuurgebied nabij het zee- sluizencomplex in Terneuzen, zijn de handelingen van de kievit in kwestie, maar ook van andere die ren, met een verrekijker gemakke lijk te volgen. Niet iedereen houdt er echter van om urenlang in een hutje al dan niet op de heide te gaan zitten om de natuur van dichtbij te bespieden. Toch neemt het bezoekersaantal van de hut langzaamaan toe. Reden te meer voor de natuurbeschermers om de hut, genoemd naar initiatiefne mer Jan Dekker, wat te vergroten en op te kalefateren. Duizend gulden en wat werklust werd er tegenaan ge gooid en vorige week was het dan zover. De gerenoveerde hut werd weer in gebruik genomen. Tijdens de openingsceremonie scheurt een zware tractor met een maaimachine langs de hut. Een ge parkeerde auto dreigt aan puin te worden gereden. Op een steenworp afstand zijn medewerkers van rijks waterstaat bezig met het omhakken van zieke bomen. Het snerpende geluid van zaagmachines doet een aanslag op de trommelvliezen van de aanwezigen en amper honderd meter verderop ligt de weg die leidt naar het fabrieksterrein van chemie-gi- gant Dow Chemical. Een observatie hut aan de rand van de hel van Dante of een natuurgebied? Peter Maas, de jonge voorzitter van 'De Steltkluut' houdt het op het laatste. „Sommige vogels trekken zich van het verkeerslawaai niets aan. Ook zij wennen aan de geluidsoverlast. Zo lang de mensen voorbij rijden kan het geen kwaad, als ze maar niet uitstappen, want dan zou wel de heleboel verstoord vertelt hij. Maas is één van de natuurbescher mers die sinds de oprichting van de Jan Dekkershut, in 1971, heel wat uurtjes onder de golfplaten gesleten heeft. „Op het oog lijkt dit gebied niet rijk aan natuurlijke elementen, maar als je zo een aantal uren alles gade slaat, merk je dat dit gebied meer te bieden heeft dan het op het eerste gezicht lijkt", benadrukt hij. Bauke Grootjans, medebestuurslid van 'De Steltkluut', beaamt de stel ling van de voorzitter. „Het gebied, dat dient voor de opvang van polder water is erg dynamisch. De vegetatie is in de loop van de jaren totaal veranderd. De laatste tijd heeft het riet de overhand gekregen. Dat is wat te betreuren, omdat de expansie van het riet ten koste gaat van andere leefvormen. We hopen dan ook dat het waterpeil een keer goed stijgt en dat door een overstroming een deel van de rietvegetatie wordt weggeslagen. Dan krijgen andere planten en dieren weer een kans". De verscheidenheid aan dieren en planten wordt door de leden van 'De Steltkluut' nauwkeurig bijgehouden. In de groene hut „schutskleuren", grapt een bestuurslid ligt een stapel schriften. In hanepoten en mooie bloklettertjes staat omschre ven hoeveel kluten, tureluurs en vis- diefjes in de groenzone hebben ge woond. Het heeft veel weg van een 'dierlijk' bevolkingsregister. Het blijkt dat zelfs het misthoornachtige geluid van de schuwe roerdomp in de rietmassa heeft geklonken. Peter Maas. „Alle waarnemingen die onze leden in de hut gemaakt hebben, worden verzameld en vervolgens ver werkt in verslagen die we dan af drukken in ons clubblad". Het natuurgebied is niet als zodanig bestemd. Rijkswaterstaat beheert, maar gebruikt het terrein ook én intensief. Wanneer de sluisdeuren van het Terneuzense sluizencom- plex van kanaalslib ontdaan wor den volgens ingenieur J. A. de Roos, hoofd van de dienst kring van rijkswaterstaat in Terneuzen, min stens één keer per jaar verdwijnt de gore substantie in de boezem. „De vrees voor verontreiniging is onterecht", verzekert De Roos. „Het slib dat we uit het kanaal halen is afkomstig uit de Westerschelde en niet verontreinigd". De Steltkluut- voorzitter, zich bewust van de resul taten van diverse onderzoeken die tijdens het Schelde-symposium. vo rig jaar oktober, besproken werden, houdt wijselijk zijn mond wanneer de man van rijkswaterstaat aan het woord is. Overigens ontpopt ook De Roos zich als een natuurliefhebber. „Het is een ongelukkige zaak dat ze om bepaalde natuurgebieden prik keldraad gooien. Dan is zo'n gebied helemaal niet meer toegankelijk poneert hij. De boezem, geklemd tussen drie druk bereden wegen, is vrij toegan kelijk. Ook voor de maaimachines De goederen staan opgesteld (n het pand v/h Jan Dieleman. Axelsestraat 90 in Terneuzen. die het onkruid drastisch kleiner maken. Een schichtig waterhoentje is ten prooi gevallen aan 's lands zucht naar stro. Het dier ligt met bebloede vleugels te stuiptrekken. „Kijk eens wat een verscheidenheid aan plantjes op zo'n klein stukje grond", klinkt het uit de mond van Grootjans. De ogen van het gezel schap verplaatsen zich van het ster vend dier naar het onkruid. „Weeg bree, rode klaver, kleine klaver, zu ringluidt de opsomming. Maas hoopt dat van de nieuwe hut meer gebruik wordt gemaakt dan van het vorige exemplaar. Was de eerste hut in 1971 broedplaats van de jeugdleden van de vereniging, in de loop der tijd nam dat ook af. De voorzitter hoopt op een 'revival'. „Het zou leuk zijn als we met de jeugdleden of gewoon met kinderen zo van een jaar of twaalf en wat ouder een middag in de natuur kon den doorbrengen. De Jan Dekkers hut die er nu staat biedt wat dat betreft meer mogelijkheden dan het vorige hokje, waarin het in de winter behoorlijk koud kon zijn", aldus Maas. Het ledenbestand van de natuurbe schermingsvereniging (530 leden) bestaat echter voor negentig pro cent uit ouderen. „Het is dan ook de bedoeling om excursies op touw te zetten speciaal voor de jeugd. Zo'n excursie bestaat dan niet alleen uit een paar uurtjes 'vogels turen' vanuit de hut, maar een wandeling door de boezem hoort daar vanzelfsprekend bij. Er is namelijk nog steeds genoeg te zien in dit stukje natuur, als je maar kijkt", vertelt hij. Conny van Gremberghe. Peter Maas: .Meer excursies met de jeugd". Vanaf het moment dat er binnen het gemeentebestuur van de Belgische grensplaats stemmen opgingen om het baanvak van de voormalige spoor wegverbinding om te toveren in een fietspad, bestemd voor schoolkinde ren die dagelijks op en neer rijden naar het wat verderop gelegen Sint- Niklaas, zijn de kringleden aan het ijveren voor de oprichting van een spoorwegmuseum in De Klinge. Als het aan Van Schoote ligt komt dat openluchtmuseum er ook en wel voor de aanvang van het nieuwe jaar. „Het gemeentebestuur staat niet afwijzend tegenover ons streven", vertelt hij. „Maar het moet echter wel gezegd worden dat officiële besprekingen over de hele materie nog niet hebben plaatsgevonden. Wij verwachten wel dat dat binnen afzienbare termijn zal geschieden". Heel wat oudere mensen aan weerszij den van de grens zullen zich nog wel herinneren hoe de zwarte locomotie ven met de grijze wagons erachter door het polderland raasden. De laat ste trein bestemd voor passagiers verliet het station van Hulst op 18 mei 1952 en daarmee kwam een einde aan ruim tachtig jaar reizigersvervoer in de regio Oost-Zeeuwsch-Vlaanderen. Herinneringen leven voort, totdat ze zijn vergeten. De jeugd heeft alleen weet van wat rails, die hier en daar in het Zeeuws-Vlaamse landschap op duiken. Tussen Axel en het vroegere station 'Kijkuit' groeien kroppens la en winterpeen tussen de bielzen. In het bos, bij het grensdorp Clinge, overwoekeren windesoorten en distels de rails. De Belgische heemkundige kring schrijft in haar informatieblad dat het te betreuren valt dat 'de spoorlijn ten prooi is gevallen aan Sint-Jans- kruid, koeien en spelende kinderen'. Het traject van Terneuzen tot aan de Belgische grens ligt er nog steeds. De spoorwegdeskundige H. G. Hesselink uit Vlissingen, schrijft in zijn werk over de lijn Mechelen-Terneuzen: „De lijn ligt er nog, moet ingevolge orders van de Navo blijven liggen, voor geval dat....". Voor geval wat? De vrees voor toekomstige krijgshan delingen is bij Navo-partner België klaarblijkelijk verdwenen, want de Belgen zijn tussen Sint-Niklaas en Sint-Gillis-Waes begonnen met het opbreken van de sporen, het nivelle ren van het baanvak en het asfalteren van het fiets-annex wandelpad. „Al leen in De Klinge blijft er een stukje spoor liggen", vertelt Luc van Goe- them, woordvoerder van de gemeente Sint-Gillis-Waes. „Op die plaats, en dan spreek ik over een stuk spoor van zo'n honderd meter, zou dan het mu seum moeten komen", aldus Van Goethem. Voorzitter Van Schoote kent aan het voormalige spoorlijntje een grote waarde toe. „Mechelen-Terneuzen (MT) was van groot belang voor de ontwikkeling van het Waesland, zowel op industrieel als agrarisch vlak en dat gegeven mag best levend worden gehouden", stelt hij. Ook Hesselink onderschrijft de econo mische importantie van de lijn: „Na het gereedkomen van de lijn 26 augustus 1871 kreeg het goederen vervoer van stond af aan een behoor lijke omvang". De aanvoer van goederen per trein was in Terneuzen in die prille begin jaren van de lijn dusdanig groot dat op de kade en het rangeerterrein veel te klein waren. „Alleen in juni 1873 kwamen in Ter neuzen twintig schepen met ijzererts uit Spanje en kolen uit Engeland aan, alle bestemd voor het Roergebied", lezen we verder. Dankzij Mechelen-Terneuzen en in mindere mate Gent-Terneuzen, de an dere spoorlijn door het toenmalige 'Zeeuwsch-Vlaanderen' ontwikkelde zich enige industriële activiteit in de regio. In 1912 streek in Sluiskil de 'Cooperative Zeelandaise de Carboni sation', in de volksmond bekend als de 'cokesfabriek' neer. Een fabriek die jaarlijks zo'n miljoen ton cokes te vervoeren had. De MT was er goed mee. Ook de ontwikkelingen in de agrarische sector waren voor de lijn van belang. Zeeuwsch-Vlaanderen werd na de eeuwwisseling hèt gebied van de suikerbieten. Meer dan twintig fabrieken in België en Frankrijk kre gen de in Zeeuwsch-Vlaanderen ge kweekte bieten te verwerken. Wie zorgde er voor het vervoer? Juist, de MT. Naarmate de bedrijvigheid in de ha ven van Terneuzen toenam, profi teerden ook de andere plaatsen langs de spoorlijn van de economische groei in de eerste helft van deze eeuw. Het gehucht Kijkuit was tot voor de Tweede Wereldoorlog de belangrijk ste laadplaats van suikerbieten en de bedrijvigheid op het laad- en rangeer terrein was in het seizoen erg groot. Hulst werd een belangrijk overslag station, nadat de tramlijn Hulst-Wal soorden in 1903 geopend was. Via de haven van Walsoorden bereikten gro te hoeveelheden landbouwprodukten het station in Hulst, waar alles werd overgeslagen in wagons van de MT. Sint-Niklaas, dat ook spoorwegver bindingen had met Antwerpen en Gent, ontwikkelde zich eveneens als belangrijke overslagplaats. Ook het passagiersvervoer steeg in de loop der jaren. Pas in de crisisjaren liep het aantal passagiers, dat gebruik maak te van het boemeltje, sterk terug. De Tweede Wereldoorlog leidde de ondergang in van het eens zo floreren de lijntje. Bruggen werden tijdens de krijgshandelingen vernield. Sabo teurs zorgden ervoor dat het vervoer gestaakt werd en een paar keer bleek een V2-raketbom Engeland niet te kunnen helen en stortte neer op de spoorlijn tussen De Klinge en Hulst. De doodsstrijd van de spoorweg maatschappij die in het begin van de oorlog begonnen was, eindigde met de liquidatie van MT op 20 januari 1948. De aandelen werden opgedeeld en aan de Nederlandse Spoorwegen en haar Belgische zustermaatschappij in huur gegeven. De toenmalige alge meen directeur van de NS. ir F. Q. den Hollander, reisde op een zaterdag in april 1948 naar Zeeuwsch-Vlaanderen. Na een inspectietocht beloofde hij: „Wij zullen voor de reizigers in Zeeuwsch-Vlaanderen niet minder doen dan MT deed". Nu, bijna veertig jaar later, wekt deze belofte bij mevrouw Hendriks- Tak uit Axel nog wrevel op. De Axelse ijvert al jarenlang voor beter openbaar vervoer in Zeeuwsch- Vlaanderen. „Een spoorlijn tussen Gent en Terneuzen moet toch zeker als een reële mogelijkheid be schouwd worden", betoogt ze. Overigens snapt ze niet waarom het traject van MT nog steeds bestaat. „Het is een zaak van defensie", legt ze uit. „Maar ik zou er toch wel eens het fijne van willen weten". Wanneer haar verteld wordt dat het Belgische deel al helemaal is verdwenen, wordt het haar helemaal onduidelijk. Marcel van Schote is zelfs op de hoogte van het feit dat de bielzen en de rails de Belgische mijnen ingegaan zijn. „De bielzen worden nu als stutpalen ge bruikt, geloof ik", laat hij zich ontval len. Mevrouw Hendriks is blij met het initiatief van de Belgische heemkun dige kring: „Hoe meer mensen bij het openbaar vervoer, of dat dit nu het vervoer toen of nu betreft doet er niet toe, betrokken worden, hoe beter. Ook zie ik het als een promotie van het toerisme in deze contreien". Toch heeft zij wat bedenkingen ten aanzien van de realisatie van het openlucht museum. „Er is namelijk sprake van een nieuw spoorwegmuseum in Oos tende. Dat zou door de Staat en de Belgische Spoorwegen gesubisidieerd worden, dus ik ben bang dat de mensen uit Sint-Gillis-Waes wel eens te laat kunnen zijn". Van Schoote en zijn mede-initiatiefne mers ontbreekt het aan enige faal angst. De kringvoorzitter gelooft in het museum. „En het zal er komen ook", verzekert hij. Inmiddels zijn de voorbereidingen in volle gang. Er is bijvoorbeeld een lijst van te bewaren spoorwegmateriaal opgesteld en over handigd aan het gemeentebestuur van de Belgische buurgemeente van Hulst. Ook zijn er al contacten gelegd' met de Belgische Spoorwegen over het aan te leggen 'museumpark'. Ook wat de plaats van het openlucht museum is al overeenstemming be reikt hoewel, nog niet officieel bekrachtigd. Slechts een klein deel van het traject nabij het voormalige spooremplacement in De Klinge wordt niet door de gemeentewerkers verwijderd. Een oude laadmal, waarmee de breedte van de goederenwagons en de opgestapelde lading werd geme ten, wat bielzen en een hoeveelheid klein materiaal hebben hun plaats op het nog in te richten museumterrein nabij De Klinge al gevonden. „Het wachten is nu op de gemeente, want met de aankoop van het materiaal dat nog op het baanvak ligt is toch nog een gedrag gemoeid van zo'n 70.000 Belgische franken (ruim vier duizend gulden) en dat kunnen wij als vereniging moeilijk zelf opbren gen", aldus Van Schoote. „Als we wel over veel financiële middelen konden beschikken dan zouden we zeker gedacht hebben aan de aanschaf van een oude locomotief. We zouden dan misschien een toeris tische lijn opgezet kunnen hebben, maar ja, da's nie' te doen hè". Plaats waar het museum in De Klinge moet komen, de laadmal staat er al (Advertentie's) i

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1985 | | pagina 35