BORSSELE NUMMER 1 lokaties opvallend jan dirk van scheyen niet uitsluiten erfenis lawaai concurreren somber rood nest henk veltman JERDAG 15 JUNI 1985 foto wim riemens de kaarten lijken geschud JVeeland kijkt dinsdag ÉJ zonder twijfel met >p; tning naar de ïitkomsten van het Enerdebat over de nenergie. Er wordt nog n uitspraak gedaan over vestigingsplaatsen, waar lit uwe kerncentrales Bieten komen, maar over de incipe-beslissing van het binet om minstens twee uwe centrales neer te petten. En die ncipe-beslissing houdt in, Borssele nummer één at op het voorkeurslijstje. reden dus om attent te zijn. neer, omdat inmiddels eputeerde staten een positieve lissing hebben genomen over de [nenergie in Zeeland. Kamerdebat moet dus nog innen, maar met een beetje tasie kan al voorspeld worden de uitkomst zal zijn. Men neme Hlrie grootste fracties PvdA, VVD ÏJDA. De PvdA is voorwaardelijk |en uitbreiding. Geen principiële ijzing dus, tenzij de problematiek i het radioactief afvi niet oende wordt opgelost, een ;stie die onlosmakelijk is bonden met de bouw van de trales. Sterker: die het lissende argument is voor velen, kernenergie categorisch af te sen. En die bovendien chologisch zeer negatief op ïsen inwerkt. Immers, het laan en verwerken van kernafval en zaak van zó'n lange adem, dat et ten onrechte - sommigen het oei krijgen volgende generaties t wellicht onoplosbare problemen Pp te zadelen. pf VVD-fractie heeft er nooit een eim van gemaakt, vóór reiding te zijn, hoewel ook nerlid Jan te Veldhuis nog maar 't geleden verklaarde dat het een deel" is, dat het g-radioactieve _nsplijtingsafval (KSA), dat Bzenden jaren straling afgeeft, nog Jt verwerkbaar is. Hij wees er toen bp lat het KSA wél beheersbaar is te ken. christen-democraten hebben de rslaggevende stem in het debat, ge tijd is hun positie niet geheel delijk geweest, maar de laatste en ziet het ernaar uit, dat ook e partij 'door de bocht' gaat. En i ontstaat er een mermeerderheid, die de regering unt in haar beleid, fe energiespecialisten in de 'A-fractie, Ad Lansink en Renée der Linden, zijn tot de rtuiging gekomen dat omstroom goedkoper uitvalt dan om uit kolen of gas. Het kabinet dt vast aan een prijs van 8,7 cent kilowattuur. De beide CDA'ers den het voorlopig op acht tot cent. Voorts willen ook deze Kamerleden, wier opvattingen zeer waarschijnlijk door de rest van de fractie worden gesteund, een toereikende oplossing voor het afvalprobleem. Daaronder verstaan zij bovengrondse opslag voor vijftig tot honderd jaar en onderzoek naar mogelijke definitieve opslag, bij voorkeur internationaal geregeld. Zoals gezegd, mocht het kabinet zijn plannen door de Kamer loodsen dan is daarmee nog niets gezegd over de plaats waar één, en mogelijk zelfs twee, kerncentrales komen. Aan het eind van '85 en het begin van '86 worden de cruciale besluiten verwacht. Na een planologische kernbeslissing-procedure, waarin onder meer de bevolking van haar inspraakmogelijkheden gebruik maakt, wil het kabinet in januari 1986 de definitieve plek aanwijzen. Nog vóór die datum moet minister Winsemius (milieubeheer) uit drie door de commissie-Geertsema aangedragen lokaties één plaats selecteren voor de tijdelijke opslag van radioactief afval. Dat 'tijdelijk' betekent dus: 50 tot 100 jaar. Qok met dat laatste probleem wordt Zeeland nadrukkelijk geconfronteerd. Donkere wolken pakken zich - althans voor de tegenstanders - samen, want de commissie Geertsema (officieel: Commissie Lokatiekeuze Opslagfaciliteit Radioactief Afval, LOFRA), onder leiding van de VVD-senator, lonkt met overgave naar deze provincie wat die opslag betreft. De vice-voorzitter van deze club mr K. van Rijckevorsel zei op 4 juni, dat in de afvalrace van plaatsen die genoemd zijner eigenlijk nog maar vijf over zijn. „Het Sloegebied staat daarbij op een belangrijke plaats". We kunnen er dus gerust (of: minder gerust) vanuit gaan, dat het Sloegebied bij de eerste drie zit, en waarschijnlijk zelfs door Geertsema c.s. als favoriete keus aan minister Winsemius wordt gepresenteerd. Daar komt bijdat weer een andere commissie - die diezelfde minister moest adviseren over de inhoud van een rapport over de milieu-effecten van een opslaggebouw, het kabinet in overweging geeft af te stappen van het idee van één centrale opslagplaats in ons land. Nee, zeggen deze deskundigen, het zou best eens veiliger kunnen zijn als men het hoog-actieve KSA bij de bestaande of nieuwe centrales bewaart. De zogenaamde gedecentraliseerde opslag, oftewel: opberging op meerdere plekken. Hoewel dit idee haaks staat op de als kabinetsstandpunt geformuleerde opinie, dat alle soorten afval - inclusief ziekenhuis- en laboratoriumafval - in één centraal gebouw thuishoren, vindt deze commissie dat de decentrale opberging als mogelijk alternatief in de milieu-effectrapportage moet worden opgenomen. Afgezien van de vraag of deze oplossing werkelijk veiliger - of: minder gevaarlijk - is, bestaat hierdoor de mogelijkheid dat Zeeland niet alleen een kerncentrale krijgt, maar ook met het afval wordt opgezadeld. Natuurlijk kan Winsemius dit advies naast zich neerleggen, maar toch is het opvallend dat het dagelijks provinciebestuur nog geen hard standpunt heeft ingenomen over een en ander. Over de afvalproblematiek zal althans geen uitspraak worden gedaan in het komend staten-voorstel waarin GS akkoord gaan met uitbreiding van kernenergie in Zeeland. Het is goed om even te memoreren dat de CDA-Kamerfractie zich in februari bij monde van Ad Lansink sterk heeft gemaakt tégen opslag bij oude of nieuwe kerncentrales. Met name Zeeland moest ontzien worden, „omdat dat gewest toch ook al met stip staat genoteerd op de voorkeurslijst van de regering voor te bouwen kerncentrales", zei Lansink toen. Met andere woorden: een kerncentrale in Zeeland kan nog nét, maar óók nog een opslaggebouw erbij is een beetje te véél van het goede. Het is spijtig dat Lansink toen over zijn opvattingen geen Kameruitspraak heeft bewerkstelligd door het indienen van een motie. Willen we met onze indus trie overleven, onze wel vaart in stand houden en een goed stelsel van sociale zekerheid handhaven; dan zal er gekozen moeten worden voor een energie pakket waarvan kernenergie deel uitmaakt". Dat is de stellige me ning van professor dr. W. van Gooi, hoogleraar bij de vakgroep anorganische chemie van de Rijksuniversiteit Utrecht. Van Gooi, erkend als dé 'energie goeroe' in het land, vindt dat het langzamerhand tijd wordt dat de energiediscussie naar enige vol wassenheid gaat. „En dan met name in de politiek". Enkele dagen vóór het debat van volgende week in de Tweede Kamer over de vraag of er meer kerncentrales gebouwd zullen moeten worden geeft hij zijn oordelen. Al meer dan tien jaar wordt er in de politiek en in de maatschappij gestudeerd en gediscussieerd over de vraag of kernenergie een onder deel moet uitmaken van de elektri- citeitsproduktie. Van Gooi volgde die discussie vanaf de zijlijn. Vaak met gekromde tenen, zoals hij zegt. Wat gezien werd als de afronding van alle gepraat, de Maatschappe lijke Discussie over het Energiebe leid (in de volksmond Brede Maat schappelijke Discussie genoemd), vindt Van Gooi een monster. „Die discussie heeft namelijk niets op gelost. De vraag over het in de toekomst te voeren energiebeleid is niet beantwoord. Nee, die vraag is door het circus van de maat schappelijke discussie versmald tot: ben je vóór of tégen kernener gie". En dat is volgens Van Gooi nim mer de bedoeling van de maat schappelijke discussie geweest. „De opzet was een eerlijke afwe ging maken tussen voor- en nade len van de verschillende brandstof fen voor elektriciteitsopwekking als daar zijn olie, aardgas, kolen, kernenergie, zonne- en windener gie en waterkracht. De Brede Maatschappelijke Discussie had echter tot resultaat dat er een feestpakket uitkwam, zonder dat er een prijskaartje aan werd ge hangen". Van Gooi constateert met enig leedvermaak dat de politiek zich, als gevolg van de uitspraak van de maatschappelijke discussie (slechts 20 procent van de geraad- pleegden bleek voor uitbreiding van kernenergie), aardig in de nes ten gewerkt moet voelen. „Ha", onderstreept hij zijn leedver maak: „aan de ene kant het volk dat in meerderheid kernenergie afwijst en aan de andere kant het kabinet dat de bouw van meer kerncentrales voorstelt". Intussen betreurt Van Gooi het dat de maatschappelijke discussie uiteindelijk alleen maar heeft ge leid tot etiketten-opplakkerij. Zo van: ben je voor kernenergie dan ben je tegen windenergie. „En dat is een stomme benadering, die nergens op slaat. Ik ben voor kernenergie, maar dat betekent geenszins dat ik voor de toekomst zonne- en windenergie uitsluit". - Bent u dan niet gevoelig voor de argumenten van tegenstanders die zeggen dat kernenergie vanwege het stralingsgevaar onveilig is? „Er is geen energie-opwekking te noemen die compleet veilig is. Aan alles zitten risico's verbonden. Aan kolenwinning en het gebruik ervan als brandstof voor energieopwek king niet in het minst. Voorlopig zijn er in de kolenindustrie heel wat meer slachtoffers gevallen dan bij het gebruik van kernenergie. Je kunt niet volhouden dat kernener gie een technologie is die nog ontwikkeld moet worden. Kijk maar naar de ontwikkelingen in Frankrijk, België en Duitsland. Nee, kernenergie is absoluut een relatief veilige optie". - Zou u in de buurt van een kern centrale willen wonen? „Voor mij geen probleem. Ik woon liever naast een kerncentrale, dan in de buurt van een kolengestookt elektriciteitsbedrijf - Waar laat je het stralingsge- vaarlijke kernafval? Is dat dan niet een probleem? Die vraag beantwoordt Van Gooi met een wedervraag. „Is er wel voldoende nagedacht over de ge volgen van een massaal gebruik van kolen en olie voor onze ener gievoorziening? Nu al zijn er im mense problemen als gevolg van de uitstoot van duizenden tonnen zwaveldioxyde. Die uitstoot is ui termate schadelijk voor het totale leefmilieu en zal uiteindelijk grote veranderingen in het klimaat ver oorzaken, waarvan de gevolgen niet zijn te overzien. Het opbergen van kernafval geeft veel minder problemen. Dat kan volkomen vei lig gebeuren op het land in grote betonnen bakken, zoals Frankrijk het doet, maar je kunt het ook zonder risico's ondergronds opber gen. In ons land kan dat vokomen veilig 700 meter diep in de zoutkoe- pels". Dat zegt u als wetenschapper. Maar laatje met die oplossing niet een uiterst kwalijke erfenis achter voor het nageslacht? „Geen sprake van. Radioactief af val blijft weliswaar lang straling houden, zeker als het is opge werkt, maar de stralingsintensi teit neemt af naarmate de levens duur van de radioactieve stoffen langer is. Dat gaat altijd samen. Wat mij nog altijd verbaast is dat de politiek naar de mogelijkheid van ondergronds opslaan van het kernafval zelfs geen onderzoek wil laten doen. Dat is een van de meest laffe dingen die je de poli tiek kunt verwijten. Dat is ge woon: we verbieden onderzoek, dan kunnen we het probleem handhaven". Van Gooi vindt dat kernenergie en alles wat daaraan vast zit door de politiek te veel geisoleerd is van het totale energiegebeuren. „De politiek bezondigt zich aan denken en handelen op korte termijn. Daardoor is er nog steeds geen sprake van een brede energievisie. De beste oplossing zit in een ener giepakket, dat uit verschillende energiedragers is samengesteld. De toekomstige behoefte aan ener gie maakt het gewoon noodzake lijk dat kernenergie van dat pak ket deel uitmaakt. Die zienswijze wordt in politiek Den Haag wel gedeeld, maar partijpolitieke over- foto: guus van deventer Prof. dr. W. van Gooi wegingen hebben het handelen in die richting tot nu toe geblok keerd". - Is voor de nabije toekomst toe passing van zonne- en windenergie niet toch een mogelijkheid om kernenergie buiten de deur te hou den? „Voor de nabije toekomst zeker niet. De ontwikkeling van zonne- en windenergie duurt zeker 20 tot 30 jaar. Voor ons land valt zonne- energie zo goed als af. Althans deze bron van energie zal gezien het klimaat hier nimmer een flink aandeel in de energiebehoefte kunnen betekenen. Voor wind energie ligt dat anders". Van Gooi heeft berekend dat er rond het jaar 2000 behoefte zal zijn aan 4000 megawatt extra energie. „Als je die groeiende behoefte zon der kernenergie wilt opwekken zal het grotendeels van windenergie moeten komen. Veel meer kolen en olie inzetten is uit milieu-overwe gingen namelijk niet wenselijk en meer aardgas benutten zou deze energiebron te snel uitputten. De groeiende behoefte grotendeels met windenergie dekken zou het plaatsen van 8000 windmolens be tekenen". Van Gooi ziet dat niet als een reële mogelijkheid. „In grote delen van het land is er te weinig wind om een windmolen rendabel te maken. Die 8000 molens zullen dus ge plaatst moeten worden in die ge bieden waar voldoende wind is. Dat betekent langs de kust - in de duinen dus - in het IJsselmeer en in Friesland en Groningen. Nou, ik zie dat met windmolens volge bouwde landschap al voor me. En dan de lawaaioverlast. Ik weet niet of u weieens in Petten bent ge weest. Daar staat in de duinen zo'n windmolen bij het Energieonder zoek Centrum Nederland. Een hels kabaal. Vaak dag en nacht". Naar de mening van Van Gooi kan windenergie in de toekomst slechts 10 tot 20 procent van de totale energiebehoefte dekken, wil je het landschap niet al te zeer aantasten en de lawaaioverlast binnen de perken houden. „De overige 80 procent van de elektrici teit zal uit kolen, olie, aardgas en kernenergie moeten komen". Hoewel Van Gooi toegeeft dat ook kernenergie niet 'moeders mooi ste' oplossing is, benadrukt hij dat het zonder deze bron van energie in de toekomst gewoon niet kan. „Onze industrie zal vanwege de hoge prijzen voor energie opge wekt uit kolen, olie en aardgas niet meer kunnen concurreren met het buitenland. Om de energieprijzen op het niveau van het buitenland te houden geeft de overheid de elektriciteit-verslindende bedrij ven nu al 7 cent per Kilowattuur prijsreductie. Een steunverlening die neerkomt op 800 miljoen gul den per jaar. Dat mag, volgens afspraken binnen de Europese Ge meenschap, tot 1987. Daarna is het afgelopen. Als we geen kernenergie toepassen en we willen dat onze industrie dezelfde prijs voor ener gie betaalt als de concurrerende bedrijven in het buitenland rond om ons, dan zal die 7 cent prijsre ductie van de kleinverbruikers moeten komen. Dat zijn er zo'n 4 miljoen. Nou, 800 miljoen delen door 4 leert dat in die situatie ieder huishou den jaarlijks 200 gulden meer aan energiekosten kwijt is. Een forse verhoging van de woonlasten dus. Ik hoor de protesten al. Als dat plaatje de mensen in de maat schappelijke discussie was voorge houden, zou de uitslag van die discussie waarschijnlijk anders zijn geweest". Van Gooi is somber over de toe komst van de industrie als de bedrijven geen uitzicht wordt ge boden op een concurrerend prij zenpakket voor energie. „Veel in ternationaal werkende onderne mingen zullen hier wegtrekken of uitbreidingen en innoverende ac tiviteiten in het buitenland doen. Dat zal enorme schade toebrengen aan de werkgelegenheid met als direct gevolg sterk hogere kosten van sociale zekerheid". - Wat zijn uw verwachtingen van het debat volgende week in de Tweede Kamer over het kabinets voorstel twee of meer kerncentra les te bouwen? „Ik denk dat de Kamer in meerder heid met het voorstel zal instem men. Maar het CDA zal wel weer een weifelachtige houding aanne men door zijn toestemming aan allerlei voorwaarden binden. Een van die voorwaarden zou wel eens kunnen zijn dat de bouw van nieu we kerncentrales moet worden ge stopt zodra er argumenten worden aangedragen, op basis waarvan opnieuw de kernenergie ter discus sie wordt gesteld. In die situatie wordt kernenergie pas echt duur. Kijk maar naar het hele gedoe rond de snelle kweekreactor in aanbouw in Kalkar". Erg gerust is Van Gooi - voorzitter van de energieadviescommissie van het CDA - niet over de hou ding die de christendemocraten zullen innemen in het debat over de kerncentrales. „Ze zullen, als vanouds, wel weer weinig stand vastig zijn en de zaak uit politieke overwegingen naar alle kanten wil len openhouden". - Hoe komt een energiedeskundi- ge, die zegt voort te komen uit een socialistisch nest, in een advies functie bij het CDA terecht? Van Gooi, breed lachend nu: „Ik had het ook voor WD of PvdA kunnen doen. Maar die partijen hebben het mij niet gevraagd. Lub bers, die ik al ken uit de tijd dat hij minister van economische zaken in het kabinet-Den Uyl was, bena derde mij toen hij eind 1978 fractie leider van het CDA werd. Na enige overweging ben ik op zijn verzoek ingegaan onder de uitdrukkelijke voorwaarde dat ik niet de CDA- principes behoefde te onderschrij ven. Ha,ha,ha". Van Gooi: „Als de Kamer mocht besluiten, hetgeen ik niet hoop of verwacht, geen uitbreiding van de kernenergie toe te staan in ons land; dan is er nog altijd de moge lijkheid dat Nederland (de over heid of het bedrijfsleven) samen met de Belgen op Belgisch gebied één of meer kerncentrales bouwt. De Belgen zijn daartoe bereid. Dit is geen Belgenmop". „Maar economisch gezien is dat natuurlijk niet erg aantrekkelijk".

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1985 | | pagina 31