SAPPY GO LUCKY... PZC/ week-in toevallig ontwenning willem j. van dam tfERDAG 15 JUNI 1985 21 Het zijn schattingen: rond de honderdduizend Nederlanders zijn verslaafd aan het gokken. En met het oprukken van de complete gokpaleizen in binnensteden en vakantiecentra dreigt het probleem steeds grotere vormen aan te nemen. Op deze pagina de ervaringen van enkele gokverslaafden die in de Jellinekklinek in Amsterdam proberen af te kicken. „Het is net als met een alcoholist - dat eerste borreltje. Zolang je er die eerste gulden niet in gooit, kun je ook niet in die roes komen". En een gesprek met de psycholoog Henk van Bilsen. Hij is medewerker van het Zeeuws Consultatiebureau voor Alcohol en Drugs in Vlissingen, waar een jaar geleden begonnen werd met de begeleiding van gokverslaafden. „Het probleem van de gokverslaving wordt erg onderschat. Veel hulpverleners trekken zich er niets van aan of reageren wat schrikachtig als ze er mee geconfronteerd worden". alleen een gokker begrijpt een gokker. 'm binnen 20 seconden kwijt. Maar er zijn er als ze een tientje hebben, kunnen ze een hele dag spelen". Van Bilsen aarzelt even, kan niet onmiddellijk een pasklaar antwoord vinden, herhaalt de vraag: hoe kan het zover komen? Zegt dan: „Als iemand spanningen heeft, tegen bepaalde problemen in het leven aanloopt, dan gaat-ie vaak iets ontspannends doen. De één zoekt die ontspanning door langs het strand te wandelen, een ander zoekt afleiding in het drinken, een derde gaat gokken. Die gokverslaving ontstaat soms heel toevallig. Voorbeeld. Iemand voelt zich rot, komt in een gokhal terecht, gooit een paar kwartjes in een automaat en komt tot de ontdekking: hé, dat is leuk, het is ontspannend en je kunt er nog wat mee winnen ook. Nou, als-ie zich een volgende keer weer rot voelt, gaat hij wéér naar die gokhal; het duurt misschien wat langer voordat hij wat wint, maar hij heeft andere mensen om zich heen, met wie hij kan praten, al zijn problemen kan hij in die gokhal van zich afschuiven. Nou, als zo'n cirkel een klein beetje de kans krijgt om op gang te komen, dan zie je dat hij steeds vaker met gokken bezig zal zijn. Ze gaan het gokken als het belangrijkste in hun leven beschouwen. Want alleen van dat gokken verwacht hij nog iets plezierigs". Het afgelopen jaar hebben zo'n tien gokverslaafden bij het ZCAD aangeklopt met het verzoek om hulp. „Er zijn er die zich uit zichzelf melden. Sommigen komen via justitie bij ons, omdat ze ontzettend in de schulden geraakt zijn en gestolen hebben om toch te kunnen blijven gokken. Anderen komen bij ons nadat ze sociaal hartstikke zijn vastgelopen, overspannen raken en in een psychiatrisch ziekenhuis moesten worden opgenomen". „Wij proberen hen met een gedragstherapie van hun verslaving af te helpen. Ik zal een voorbeeld geven: een jongen van een jaar of achttien verveelt zich te pletter en om die verveling te verdrijven staat hij de hele dag achter zo'n gokautomaat. Als zo'n jongen hier komt, gaan wij heel zorgvuldig na: wanneer gokt hij, hoe doet hij dat, hoe slim is hij er in, hoe leuk vindt hij het, welke problemen wil hij er mee ontlopen? En dan gaan we kijken hoe we z'n gokgedrag kunnen veranderen. Dat gaat om hele kleine dingen. Als iemand gewend is om met z'n rechterhand geld in zo'n apparaat te gooien, moet hij het met eens z'n linker doen. Of: gooi er nu eens geen guldens in maar kwartjes, steek eens een hand in je zak als je staat te spelen, pak een kast die je minder leuk vindt, ga naar een plaats waar je vreemd bent. Het idee dat daarachter zit, is dat we op die manier proberen het automatisme waarmee dat gokken gebeurt te doorbreken. En dat werkt wel". „Als iemand altijd gegokt heeft en daar plotseling mee stopt, dan krijgt hij - net als alcohol- en drugsverslaafden - ontwenningsverschijnselen. Ze gaan transpireren, worden nerveus, depressief, krijgen maagklachten, slapen slecht; ze zien alleen nog maar een gokkast voor zich. Het is heel erg te vergelijken met het stoppen met drinken of met heroinegebruik". Van Bilsen maakt een afwerend gebaar - een verbod op gokautomaten? „Asjeblieft niet zeg. Dat is hetzelfde als een verbod op het gebruik van alcohol. Ik zou de eerste zijn om dan naar een illegale jeneverstokerij te stappen, want ik lust zelf ook graag een borrel. En zo zijn er ook genoeg mensen die heel normaal op een fruitautomaat willen spelen. Maar er zal wel eens goed moeten worden nagedacht over hoeveel van die dingen er neergezet mogen worden en waar. Als je Schouwen-Duiveland en andere vakantiecentra neemt; daar komen gigantisch veel jongeren bij elkaar, die niets ander te doen hebben dan in de zon liggen, drinken en gokken. Om daar zoveel van die gokhallen neer te zetten, dat is natuurlijk vragen om moeilijkheden". n de greep van de speelautomaat. Ze staan bijna overal - bij de fritestent, het Ié om de hoek, in de sigarenwinkel. ;eeds meer mensen raken er compleet Irslingerd aan; verspelen hun hele ibben en houwen in casino's, gokhallen, inde pokertafel, in de lotto, de lardekoersen. Honderden huwelijken en aatschappelijke carrières lopen stuk op ivartjes en guldens verslindende immende apparaten. En de jlpverleners? De meesten staan er bij en ijken er naar. epsycholoog: „Ik geloof dat het probleem in de gokverslaving heel erg onderschat ordt. Veel hulpverleners trekken zich er ets van aan of reageren wat schrikachtig s ze er mee geconfronteerd worden. We :bben hier iemand gehad, die was al bij vijf stanties in Zeeland en daarbuiten >weest: het maatschappelijk werk, de iclassering, het RIAGG, noem maar op. n overal werd hij doorgestuurd. De hele ulpverlening weet nauwelijks wat zij er lee aanmoet, nog steeds niet. Soms denk :wel eens dat het hele gokprobleem niet heus genomen wordt, terwijl het in feite ich heel erg is. Het lijkt een beetje op het begin van de uren zeventig, toen de illegale drugs pkwamen. Als je naar de onsultatiebureau's voor Alcohol en Drugs ijkt - in die tijd hielden de msultatiebureau's zich uitsluitend bezig iet alcoholisme, van drugs wilden ze niets eten, dat vonden ze maar eng. En als ze er its aan deden, dan werd er één laatschappelijk werker tot rugshulverlener benoemd. Die kreeg dan en keldertje of een zolderkamertje en loest het verder maar zo'n beetje itzoeken. Nou, diezelfde aarzeling bespeur nu als je het over gokverslaving hebt". (epsycholoog Henk van Bilsen (30) is erbonden aan het Zeeuws Consultatie lureau voor Alcohol en Drugs (ZCAD) in lissingen, waar ongeveer een jaar geleden ij wijze van experiment begonnen werd iet de begeleiding van gokverslaafden, (ant: het besef dat het toenemend aantal okverslaafden professionele hulp nodig eeft, begint - zij het aarzelend - terrein te finnen. En wat ons ook aan het denken heeft gezet, ide opkomst van de fruitautomaten in akantiecentra. Als je alleen al op chouwen-Duiveland rondkijkt, daar heb je an die grote gokhallen die uitpuilen met angeren die daar al hun geld aan het umpen zijn met alle gevolgen van dien", ioeveel mensen er aan het gokken erslaafd zijn, is niet helemaal duidelijk, laar is in Nederland geen onderzoek naar edaan. n Amerika is dat wel gebeurd. Een studie an de National Gambling Commission leeft uitgewezen dat 0,77 procent van de imerikaanse bevolking verslaafd is. )p basis van dat onderzoek schatten leskundigen dat rond de 100.000 lederlanders gokverslaafd genoemd tunnen worden. (an Bilsen: „Ik denk dat iemand een ;okprobleem heeft als hij het gokken niet neer in de hand kan houden; als hij daar elf of zijn omgeving op de een of andere nanier last van krijgt. Er zijn mensen die (taan echt hele dagen in zo'n ruitautomatenhal. En dan verspelen ze (edragen, die kunnen oplopen tot zo'n drie- (fvierhonderd gulden per dag. Er zijn er die (lies vergokken - als ze vrijdags hun salaris lebben gekregen, is het 's zaterdags op. fensen die daardoor schulden van veertig-, 'ijftig-, zestigduizend gulden en nog meer lebben opgelopen, zijn heus geen litzondering. En dat leidt uiteraard tot hele (rote problemen in gezinssituaties. Het ilinkt misschien gek, maar het gaat ze vaak liet eens om de winst. Het is veel meer de sfeer en de illussie van: ik kan dat apparaat lan. Het is de uitdaging, het gevoel van leheersing. Geld gaat alleen een rol spelen >P het moment dat ze heel sterk in de iaanciele problemen zijn geraakt. Je staat :r versteld van wat voor slimme verhalen ze iver die gokkasten kunnen vertellen, hoe ze gokkast helemaal door hebben. Als wij gulden in zo'n apparaat gooien, zijn we fotografie: wim riemens hoe ernstig wordt de groeiende gokverslaving? Hans: „De hele manier van leven van een gokker is - je voelt je een soort cowboy: happy go lucky. Maar pas wanneer je helemaal geen kant meer op kan, als je écht helemaal in de puree zit, dan besef je hoe erg die verslaving is". ,-Een normale speler stopt als hij wat gewonnen heeft. Als je verslaafd bent, ga je maar door. Ik had op een avond 28.000 gulden gewonnen. Die gaf ik aan mijn vriendin. Maar toen ik daarna verloor, heb ik haar door die hele tent heen achterna gezeten. Ik moest en zou dat geld terughebben. Ze moest zelfs nog geld gaan lenen toen ook die 28 mille op waren. Je bent echt kei en keihard. Het enige wat je bezighoudt is gokken. Je kunt nergens anders aan denken. Je hebt geen enkele moraal meer. We hebben hier een man gehad, die heeft zo'n beetje zijn hele familie opgelicht. Ik ken iemand die solliciteer de in Amsterdam bij een woningbouwvereniging. Die wist de boel daar zo prachtig naar zijn hand te zetten, dat hij binnen de kortste keren op de stoel van de boekhouder zat. Binnen anderhalve maand was hij weg. Maar wel met de kas. Ik bedoel maar, sommige gokkers zijn echte genieën". „Het griezelige van een gokker is, dat het een verborgen ziekte is. Een alcoholist - dat merkje aan de buitenkant. En een junk ook. Maar een gokker kent geen uiterlijke verschijnselen. Een alcoholist of een junk loopt onherroepelijk maatschappelijk vast, terwijl een gokker door heel wat milieus gedragen wordt. Ze weten hun omgeving zo te manipuleren, dat niemand het in de gaten heeft. Je kunt het veel langer volhouden dan een andere verslaving. Maar vastlopen doe je tenslotte alle maal. Het duurt meestal heel lang voordat je kunt toegeven dat je verslaafd bent. Je ontkent het niet alleen voor de buitenwereld, maar ook voor jezelf". „Elke woensdag komen we bij elkaar. En daarvan ondervind je erg veel steun. Een gokker is namelijk een rasegoist, hij is een enorme individualist. In de groep leer je met andere mensen te leven. Dat heb je als gokker nooit gedaan. Alleen al de herkenning dat ook anderen het moeilijk hebben, is een hele waardevolle beleving. Ik zeg altijd: alleen een gokker begrijpt een andere gokker". Gijs: „Toen ik hier de eerste keer kwam, dacht ik: wat moet ik hier nou? Ik zat zo diep in de sores, ik had zoveel problemen, dat ik dacht dat ik echt de grootste klootzak van de hele wereld was. Maar dan kom je hier en dan zitten er nog een paar van die klootzakken. En dan sta je ineens niet meer alleen". „Het begint allemaal heel onschuldig - één keer een spelletje aan de automaat of in het casino. Maar je wordt geboren als gokker of niet. Wij gaan er in de werkgroep vanuit, dat je er niet vanaf kunt. Wij stoppen er wel mee, maar in wezen blijf je altijd verslaafd. Eén keer een gokje en je bent weer helemaal weg. Alleen als je van jezelf een ander mens maakt, redt je het. Maar daar heb je je hele leven voor nodig". Hendrik: „Naarmate je langer bezig bent om er vanaf te komen, wordt het ook makkelijker om langs zo'n gokautomaat te lopen. Maar je moet er niet te close bijkomen. En je moet niet proberen om er een gulden in te gooien. Dat is net als met een alcoholist - dat eerste borreltje. Want je weet: zolang je er die eerste gulden niet in gooit, kun je ook niet in die roes komen". Hans: „De opmars van al dat soort gokmogelijkhe den - ze staan zelfs bij de groenteman, daar valt toch niet tegen te knokken. Daar willen we onze energie ook niet in steken. Onze energie hebben we hard genoeg nodig om zelf te overleven". Henk: „Vergelijk het met alcohol. Je kunt alcohol toch ook niet verbieden omdat er mensen zijn die er niet mee om weten te gaan. Maar je moet er wél alles aan doen om de mensen op de gevaren te wijzen en je moet hulp verlenen als het fout gaat". Gijs: „Kijk maar naar de heroine. Dat is ook verboden. Maar dan krijg je dat illegale gedoe. Hetzelfde met de casino's. Dat stop je ook niet van bovenaf". Hans: „Neem nou het bingo. Het zit zo slim in elkaar. Mata Hari efl Kabala bijvoorbeeld, die goktenten hier in Amsterdam. Die vervulden echt een sociale functie, vergis je niet. Bij Mata Hari speelde je eerst een uur bingo, daarna werd er dan black jack gespeeld. Dat bingo was een lokkertje. En de honderd mensen die bleven hangen, daar verdienden ze hun geld aan. Zo slim wordt het gespeeld. Van die duizend man die bingo speelden, waren er echt niet zoveel verslaafd. Maar die honderd of tweehonderd die blijven om black jack te spelen, daar vind je ze dus wel onder". „Voor heel veel alleenstaanden of huisvrouwen is bingo een uitkomst. Het is hun gezelligheid. Dat ze daarbij verslaafd zijn, dat zal hun verder een zorg zijn. Laatst werd ik nog gebeld door een vrouwtje. Ze wilde wel stoppen, maar wat moest ze dan met haar uitje? Want voor haar was het haar dagelijkse verzetje. Het zit zo geraffineerd in elkaar. Je hebt er vrij drinken, vrij eten, het is er gezellig en je hebt er je kennissen. En als je een keer verliest krijg je van iedereen geld, hoor. Je was altijd geld aan het zoeken. Als je binnenkwam keek je al in het rond: van wie krijg ik nog honderd gulden. Het is een soort familie - gokkers onder elkaar, je matst elkaar steeds, je wilt ook niet dat er iemand uit de groep stapt. Dat is net als bij alcoholisten. Ze helpen elkaar om niemand uit de groep te verliezen. Als gokkers heb je altijd te maken met andere mensen die gokken. Dat is een bepaald milieu. Zodra je echter stopt krijg je de haat van dat hele milieu tegen je. Doodsbenauwd worden ze voor je". „Ik had laatst nog een knaap, die had veertien dagen een computer. Die wilde met mij een casino opblazen. En natuurlijk lukt dat. Maar ik doe het niet. Dan begin ik immers weer. Want het is voor mij een koud kunstje om in betrekkelijk korte tijd aan geld te komen. Maar je weet wel waar het begint, maar niet waar het eindigt. Ik heb het nu een keer meegemaakt, maar asjeblieft nooit meer

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1985 | | pagina 21