POSTZEGELS BRIDGE DAMMEN SCHAKEN PZC/va"a natuur Hero Wit Ton Schipperheyn Leo Anderson Cor Jansen 1 I®) E OENSDAG 1 MEI 1985 et voorjaar is de tijd van kleuren en geuren. Wie denkt bij het woord lente niet aan het massale geel van het speenkruid in bossen en slootkanten of aan de witte tot roze loesems van prunussoorten? En wellicht betrekken ook enkelen de paarse dovenetel, het iolet van pinksterbloemen of het geel van paardebloemen erbij. Hoe dan ook, er is thans olop te genieten van de schoonheid der natuur. Voor de natuurliefhebber die geen genoegen neemt met zulke betrekkelijke oppervlakkige belevingen, heeft de lente nog meer in petto. I Zandraket Hoornbloemen Vondsten mi 10f LUXEMBOURG j Syerigé35Q i sverige1&2 f T' z z De natuurliefhebber geniet van de lente bet voorjaar is bijvoorbeeld de tijd plekjes ver van de zee afzijn in de loop loor het leren kennen van verschillen- der eeuwen door het regenwater kal le witbloeiende plantjes. Op de vroe- karm geworden, eling zal ik nu verder niet ingaan, al De zandraket nu houdt niet zo van kalk. En dat is de reden dat hij in de duinen vrij weinig optreedt. Veel meer is Zeeuwsch-Vlaanderen in trek en dan vooral de zuidelijke delen, waar al lijven meldingen van nieuwe vond- ten van dit plantje (zo nauwkeurig ogelijk) welkom. Ook over het ver- chil tussen de gewone kleine veld- ers en de zeldzamere bosveldkers ordt hier verder gezwegen. Wel mag Iven worden gememoreerd, dat deze oorten alle drie behoren tot de kruis- loemigen. Dit houdt o.a. in, dat de loemen vier kroon- en kelkbladen ellen en in een tros zijn gerangschikt, ooizaad hoort erbij, evengoed als et herderstasje. Voor een goed on- erscheid tussen de vele soorten ruisbloemigen zijn met name de orm van de vruchten van belang. Bij et herderstasje en de vroegeling zijn ie kort en vrij breed. De beide soor- en veldkers echter hebben langwer- ige vruchten: een centimeter of wat ng en een enkele millimeters dik. jn de hoek van de witbloeiende soor- en uit de familie der kruisbloemigen nog wel eer te behalen. Er zitten nkele vrij zeldzame tot zeer zeldzame oorten onder, althans voor Zeeuwse egrippen. De zandraket (Arabidopsis |haliana) bijvoorbeeld, die waar- chijnlijk mede door zijn onopvallen- e verschijning vaak wordt vergeten, it plantje wordt meestal niet hoger an drie decimeter en heeft vrij kleine loemen, zo ongeveer als bij het her- erstasje. Ook de vorm doet aan dit ilielid denken: een bladrozet met en of meer rechtopstaande beblader- e bloeitakken. De rozetbladen van e zandraket zijn echter slechts vaag etand of gekarteld en donkergroen, erderstasjes hebben op de grond chtgroene, vaak diep ingesneden laden. Een ander verschil is de vorm an de vrucht, die bij de zandraket ngwerpig is. Tenslotte is een bruik aar kenmerk, dat de gedeeltelijk aars aangelopen stengels een was- agje bezitten, dat eraf te wrijven is I— .venals bij koolzaad en sommige etplanten). at de zandraket hier minder voor- omt dan in de rest van Nederland, taat wel vast. Het is nu eenmaal at niet zal verbazen een soort die et moet hebben van (arme) zand- ronden.'Bovendien is het niet zo'n akkelijke klant, want in de duinen taat hij maar weinig. Eigenlijk roeit de zandraket alleen af en toe legen de duinen aan, aan de landzij- e, en blijft daar vrij klein. Bekend is it van Haamstede, Vrouwenpolder, omburg en Vlissingen. m dit te begrijpen, dient men te eten, dat het kalkgehalte van een lodem in het algemeen een belangrij- e rol speelt t.a.v. de soort vegetatie aarop. Onze duinen zijn grotendeels alkrijk, doordat het zand schelpjes j bevat, die grotendeels uit kalkverbin- Idingen zijn opgebouwd. Alleen enkele de bodem voor het grootste deel uit kalkarm zand bestaat. Vandaar uit zien we hem overigens ook regelmatig in noordelijke delen terechtkomen, tussen stoeptegels, in sommige grind paden, in randen van fietspaden en dergelijke (Groede, Hoek, Zaamslag). In het zuiden van Zeeuwsch-Vlaande ren echter zijn het ook gewoon ber men, dijken en slootkanten, waarin hij de open plekjes opzoekt. Teveel concurrentie van andere planten kan de zandraket slecht verdragen. Een ander belangrijk biotoop wordt ge vormd door de spoorwegen. Het zand, dat voor de aanleg daarvan is ge bruikt, is bepaald niet kalkrijk. Dit materiaal wordt uit o.a. een zandde- pot in Maarssen weggehaald, alwaar de grond van nature weinig kalk bevat. Vandaar dat op verscheidene plaatsen op spoorwegterreinen vond sten zijn gedaan: Kruiningen - Yerse- ke, Krabbendijke, Rilland-Bath en Terneuzen. Een derde plaats waar de zandraket kan verschijnen wordt ge vormd door elementen in het stedelijk milieu: tegen muren, naast zandho pen, in randen van steegjes en zo meer. Buiten Zeeuwsch-Vlaanderen is hij echter maar één keer op zo'n plek De zandraket gevonden. Tenslotte zijn er in de voorbije jaren nog enkele exemplaren gevonden in wegbermen van de Yer- sekse Moer. Blijkbaar zijn die daar betrekkelijk arm aan mineralen. Een nog grotere zeldzaamheid zit in een groep witbloemige plantjes met meestal vijf kroonbladen, hoornbloe sem genoemd. Kenmerkend is, dat de top van de kroonbladen altijd is ingesneden en daardoor ongeveer hartvormig is. Het gaat hier om de dwerghoornbloem (Cerastium pumi- lum), een naam die doet vermoeden, dat het zoeken naar een naald in een hooiberg is. Dat is het ook, maar dan niet omdat het zo'n klein plantje zou zijn. De zandhoornbloem (C. semidecand- rum) en de kleine hoornbloem (C. diffusum) zijn even klein en hebben vrij veel van de andere weg. De zand hoornbloem heeft wel de kleinste bloemen, die bovendien erg smalle kroonbladen hebben. Opvallend is, dat de bloemstelen na de bloei sterk omlaag gebogen worden. Hij komt algemeen voor op allerlei open plaat sen in de duinen en op andere zand gronden (bijv. langs grote wegen met fietspaden). Bij de kleine hoornbloem springt als bijzonder kenmerk naar voren, dat de meeste, zo niet alle, bloemen maar vier kroon- en kelkbla den hebben. Deze soort komt in de kalkrijke duinen voor, maar niet zo overvloedig. Wie recreëert op De Piet of aan de Brouwersdam moet daar de kleine hoornbloem wel eens gezien hebben. Maar nu die zeldzame dwerghoorn bloem. Deze lijkt het meest op de kleine hoornbloem, alleen zijn de bloemen hier vijftallig. Ze zijn wel even groot, zo'n halve centimeter of wat meer. Ook is er wel enige gelijke nis met de gewone hoornbloem (C. fontanum), maar dat is een vaste plant met stevigere stengels. Als dat wat te vaag is, kan men beter letten op de beharing. Bij de gewone hoorn bloem ontbreken klierharen (haren met een druppeltje kleverige vloeistof aan de top). De dwerghoornbloem heeft die - evenals de zandhoorn bloem - juist in overvloed en plakt daardoor. Het verschil met de zand hoornbloem tenslotte is, dat de stelen van de bloemen na de bloei niet teruggebogen worden. De grote zeldzaamheid wordt duide lijk uit het feit, dat er in Nederland maar 20 vondsten ooit zijn gedaan, waarvan 9 na 1950. In de jaren '60 werd de enige Zeeuwse vondst van na 1950 gedaan door A. de Visser uit Sint-Laurens. Hij trof de dwerg hoornbloem aan in de duintjes tussen Domburg en Westkapelle. Daarna is er niemand meer geweest die het ding heeft gezien. Enig zoekwerk op zandige of steen achtige zonnige plaatsen kan echter wel degelijk een keer succes hebben. Wie er oog voor heeft, kan zich zo doende behalve door het kleurige voorjaar ook door zo'n bijzondere vondst laten verblijden. J. W. Jongepier iwee onderwerpen staan in deze weken centraal bij |e postzegeluitgiften in het os van de landen van Euro- a: de jaarlijkse Europa- EPT-zegels, die dit jaar als emeenschappelijk thema ebben het 'Europees Jaar an de Muziek' en zegels ter erdenking van het feit dat eertig jaar geleden een einde wam aan enkele verschrik- elijke jaren onder het nazi- gime. In enkele vorige ru- rieken zijn desbetreffende I missies al aan de orde ge weest en ook in deze en in 1 nkele komende rubrieken is |at het geval en zal dat het eval zijn. IECHTENSTEIN komt op 8 ïei met zijn (twee) Europaze- els en met een velletje waar- vier 10-franczegels 'verzet |n bevrijding'. De Europaze- fels vragen achtereenvolgens andacht voor: 10 ff., de nion Grand-Duc Adolphe, et Luxemburgse verbond an koor, instrumentale en 'lkloristische verenigingen, aarbij 264 verenigingen met 500 actieve leden zijn aan- esloten en 16 fr., het nieuwe Biuiekconservatorium in de stad Luxemburg met op de ïchtergrond een deel van het vioolconcert op. 61 van Beet hoven. De verzet- en bevrijdingsze gels uit het velletje verbeel den van links naar rechts: het verzetsmonument voor het Verzetsmuseum in Esch-Al- zette met het embleem van de Maquis (ondergrondse); het oorlogskruis van verdien ste; het embleem van de UNIO'N, de vereniging van Luxemburgse verzetsbewe gingen en tot slot een zegel, die de bevrijding van 8.000 Luxemburgers uit gevange nissen en concentratiekam pen van de nazi's symboli seert: twee handen, gevormd uit prikkeldraad, die zich ver heffen naar een vliegende duif. Het velletje is verkrijg baar van 8 mei tot en met 29 juni, tenzij eerder uitver kocht. gelegenheid van de WK tafel tennis. De serie 'levende na tuur' is uitgegeven in samen werking met het Wereld Na tuur Fonds en ze tonen Zweedse dieren en planten, die door veranderde levens omstandigheden worden be dreigd. Twee zegels elk in de waarde van twee kroon zitten in boekjes van tien stuks: op de bovenste rij is een hazel muis afgebeeld en op de on derste enkele storröding (Sal- velinus salvelinus), vissen. Dan op een rolzegel van 2,20 kr. de brunkulla, een zeldza me orchidee en op een rolze gel van 3,50 kr. de rode water lelie (Nymphaea alba f.rosea). Rodnackro* Utl'it t 'b> C UNION ÖRANPDVC ADÓtPHfc eerst aan de loketten ver krijgbaar. Op een rolzegel van 2,00 kroon een Zweedse clavichord, evenals het cem balo de voorganger van de hedendaagse piano. In de 16e tot en met de 18e eeuw was het een veel voor komend instrument bij wel gestelde Zweedse families. Een zegels van 2,70 kroon (afkomstug uit boefjes van zes stuks) verbeeldt een 'nyc- kelharpa', een oud strijkin strument dat de laatste jaren een renaissance heeft beleefd. De oudst bewaarde 'nyckel- harpa' dateert uit 1526 en de oudste afbeelding van het in strument is te vinden in een uit 1458 daterende kerk. ZWEDEN - De Zweedse pos terijen hebben op 14 maar vier zegels in roulatie ge bracht onder het motto 'le vende natuur' en verder zijn twee zegels uitgekomen ter Van 28 maart tot en met 7 april zijn in Göteborg de wed strijden gespeeld om het we reldkampioenschap tafelten nis. De zegels die Zweden naar aanleiding van dit kam pioenschap uitgaf tonen: 2,70 kr. de wereldberoemde Chi nese speelster Cai Zhenhua en 3,20 kr. Zwedens beste speler Jan-Ove Waldner. De Zweedse Europazegels waren op 24 april voor het Eveneens op 24 april ver scheen weer een serie rabat- of reductiezegels. Voor het vijfde achtereenvolgende jaar t> a> A i staan op deze zegels provin ciewapens afgebeeld. Dit jaar zijn Narke, Angermanland, Varmland en Smaland aan de beurt. De zegels, alle in de waarde van 1,80 kr., zitten in boekjes van twintig stuks. STEMPELNIEUWS - Voor mei en juni staan drie stem- pelvlaggen op het program ma. Van 6 mei tot en met 3 juni zal in Arnhem een bijzon dere stempelvlag worden ge bruikt met als tekst: Airbor ne Museum Hartenstein Oos terbeek. Correspondentie naar: Postdistrict Arnhem, Postbus 99600, 6800 PD Arn hem. Op de verzamelenvelop vermelden: Stempeling met stempelvlag Airborne Mu seum. In Sittard zal van 9 mei tot en met 6 juni een stempelvlag worden gebruikt met als tekst: 1985 Wereld Muziek Concours Kerkrade 5-28 juli. Correspondentie naar: Dis trictspostkantoor, Postbus 99100, 6130 NA Sittard. Op de verzamelverpakking: Stem peling met stempelvlag We reld Muziek Concours. Tot slot wordt van 13 mei tot en met 10 juni in Rotterdam een stempelvlag gebruikt met de tekst: Symposium Sa telliet Communicatie Rotter dam 1985. Correspondentie naar: Postdistrict Rotter dam, Postbus 99100, 3000 NA Rotterdam. Op de verzamel verpakking: Stempeling met stempelvlag Symposium Sa telliet Communicatie. De 64 gelukkige paren die hun deelname aan het Interpolis kampioenschap 1985 zagen bekroond met het bereiken van de finale, hebben een boeiende strijd geleverd om de felbegeerde titel. Die titel kwam toch wel wat verrassend terecht bij de jeugdige broers Pieter en Jos Koenen uit Gorichem die daarmee na het behalen van diverse jeugdtitels hun eerste grote natio nale succes boekten. Bekende namen waren er ook, maar deze reikten niet tot een topklassering. De nationale kampioenen bv., Hans de Vrind en Frans ten Brink, werden 17e. Overigens nog een riante positie indien men bedenkt dat ruim 10.000 paren aan de start verschenen van dit nu alweer 15e Interpolis kampioenschap. Aan de persinformatiemap (overigens wat minder goed verzorgd dan vroeger wel een het geval is geweest) ontleen ik de volgende spellen: Noord H 10 3 2 B 6 2 5 3 2 873 weer eens. Liefst 18 OW-paren bereikten met huni 'powerhouse' slem, 6 Ru of 6 SA, en mochten dat met een, overslag maken. Ook 3 SA met 4 overslagen scoorde nog lekker, maar degenen die NZ hun twee topslagen zagen incasseren hielden aan dit spel maar weinig punten over. Noord A 7 5 H V 3 2 A V 5 2 V 10 West H V 10 9 6 5 B 10 8 3 H 6 4 N W O Oost 83 10 8 4 9 6 B 9 8 5 3 2 West 8 7 5 4 10 A H V B 9 6 A B N W O Oost V B 9 A H V 9 7 7 H V 10 6 Zuid A 6 8 5 4 3 10 8 4 9 5 4 2 Reese heeft ooit eens gezegd: 'Een slem met aas-heer buiten boord is pas slecht als het ook inderdaad down gaat. Alleen aas-heer in de uitkomende hand is fataal anders blijven er gerede kansen'. Hoe waar dat is, bleek Zuid B 4 2 f AB976 H 7 4 A 7 Meestal werd 4 Ha bereikt, te spelen door zuid. Komt west daartegen uit met Sch H, dan zal een goede zuid duiken. West, die geen schoppen kan vervolgen, zal overschakelen op ruiten, waarop zuid als volgt een best betaalde overslag maakt: Ru A, 3x troef, Ru V en Ru H en nog twee hoge hartens. In de eindfiguur moet west een kaart afgooien van: Sch V 10, Ha -, Ru 10, KI H 6 terwijl hij er eigelijk geen één kan missen. Schoppen weg levert zuid twee slagen op in die kleur, Ru 10 weg maakt noords laatste ruiten hoog en KI 6 kost ook al een slag, kortom west kan niet goed doen. In de praktijk werd overigens nog heel dikwijls 6 Ha bereikt en dat was wel wat erg veel van het goede. De stelling, dat het karakter van een speler meesttijds in zijn spel wordt weerspiegeld, vond zijn be vestiging overduidelijk in de door Jannes van der Wal tijdens het kam pioenschap van Nederland gespeel de partijen. Deze zeer begaafde spe ler staat bekend om zijn - voor dammers nogal eens genante - op treden in het openbaar. Deze excen triciteit vindt men ook terug in zijn spel. Met zijn grillige en bizarre varianten kan hij zijn tegenstander tot wanhoop brengen. Beiden bewe gen zich daarbij dikwijls op de rand van de afgrond, maar het is in de meeste gevallen Jannes, die de si tuatie de baas blijft. In de eerste ronde was het meteen al raak. Slachtoffer van v. d. Wals escapades was de Woerdenaar Wim van der Kooij, die geconfronteerd werd met een nieuwe vinding in de toch al moeilijk speelbare partie Bonnard. Wit: W. v. d. Kooij. Zwart: J. v. d. Wal. Gespeeld 2 april 1985 te Abcou de. 1. 32-28 16-21, 2. 31-26 18-22, 3. 37-32 11-16, 4. 41-37 7-11, 5. 34-29 20-24, 6. 29x20 15x24. Zwart heeft gekozen voor de Roozenburg-va- riant, welke garant staat voor boeiend spel. 7. 40-34 13-18, 8. 37-31 21-27, 9. 32x21 16x27, 10. 46-41 11-16, 11. 42-37 9-13, 12. 37-32 6-11,13. 32x21 16x27, 14. 48-42 10-15, 15. 41-37 11-16, 16. 37-32 16-21. Een zet, die zowel van een vraag- als een uitroepteken kan worden voor zien. In elk geval lanceert zwart wel iets nieuws in de Roozenburg-va- riant, waarvan hij de waarde nu zal moeten bewijzen. Het blok 17-21-22- 27 ontbeert de steun van twee schij ven op 6 en 11, zodat zwart steeds rekening zal moeten houden met de gevolgen van het eventueel verwijde ren van schijf 22. Ongetwijfeld zal zwart deze variant hebben voorbe reid, wit voor de lastige opgave stel lende het juiste tegenspel a l'impro- viste te vinden. 17. 42-37 18-23,18. 45-40 5-10,19. 50-45 14-20, 20. 34-29 23x34, 21. 40x29 20-25, 22. 29x20 15x24. Werkelijk de moeite waard is het uitpluizen van de hek senketel aan slagwerk na 20. 33-29; wat dat betrefriwordt het nu voorlo pig iets rustiger. 23. 28-23! 19x28, 24. 32x23 10-14. Wit kan nu niet 33-28 spelen, omdat - na de slagwisseling - 1-6 volgt en schijf 23 gaat verloren. Aangewezen is nu 45-40! (dan kan na b.v. 13-19 wel 33-28 volgen). 25. 47-42? 24-30! 26. 35x24 13-19, 27. 24x13 8x28, 28. 33-29 14-20. Zie dia gram. v. d. Wal zwartspeler, die op werkelijk sublie me wijze schijfwinst heeft gefor ceerd. 37. 38-33 23-28, 38. 33-29 3-9, 39. 39-34 9-14, 40. 34-30 2-8, 41. 44-39 8-13, 42. 39-34. Zie diagram. Stand na 42. 39-34. v. d. Kooij Stand na 28. 14-20 Van het zwarte blok op de rechter vleugel gaat - mede dank zij de aanwezigheid van die twee afge dwaalde schijfjes op 20 en 25 - een merkwaardige kracht uit, deels ook een gevolg van de zwakke schijf op 42. In de diagramstand mag wit niet 38-33 spelen wegens 27-32; 31-27 of? 32x41; 27x7 1x12; 33x11 41-47; 26x8 47x6. 29. 45-40 12-18! Wederom is 38-33 verhinderd, nu wegens 25-30! Zowel op 40-34 als 40-35 volgt de plakker 18-23, m.a.w. wit zou na 38-33 verlo ren staan. 30. 40-35 20-24, 31. 29x20 25x14, 32. 38-33 18-23, 33. 43-38 14-19 (nog mocht 42-38 niet vanwege 23-29 en 28-32; bovendien dreigde 27-32) 34. 49-43 28-32, 35. 37x28 23x32, 36. 33-28 of? 32x23. Petje af voor de Zelfs de beste breister.... Hier had zwart met 14-20 de partij kunnen beslissen. Wit mag natuurlijk niet 30-25 en op 29-23 volgt 20-25 en 13-19. Na 39-34 volgt 20-25; 30-24 of? 19x30; 35x24 1-6 enz. Na 1-7 vergde de winstgang nog 23 zetten! 421-7? 43. 43-39 7-12, 44. 39-33 28x39, 45. 34x43 12-18. Met drie schijven 26-31-36 houdt wit vier zwarte vast en heeft aldus compensatie voor zijn schijf achter stand. Aangewezen is nu 42-38! om te verhinderen, dat 19-23 wordt gespeeld. Dan volgt n.l. 38-33-28. Na 42-38 4-10; 38-33 19-23; 30-24 23x34; 35-30, 33-28 en 31x11 met grote kans op remise. 46. 29-24? 18-23, 47. 30-25 19x30, 48. 35x24 14-19,49. 43-39 19x30, 50. 25x34 13-19, 51. 39-33 23-28, 52. 33-29 28-32, 53. 34-30 4-10, 54. 29-24 19-23, 55. 24-20 32-37, 56. 20-15 37x48, 57. 15x4 48x25, 58. 4-10 23-29, 59. 10-28 22x33, 60. 31x11 21-27, 61. 11-7 33-38, 62. 7-2 38-42, 63. 2-7 29-33, 64. 7-40 42-48, 65. 40-44 25-3 en wit geeft op, want op 44x31 volgt 3-21 enz. De sterkste zet in het schaakspel is het aftrekschaak, gecombi neerd met een dubbele aanval. Een beginnende schaker heeft daar al direkt mee te maken, als hij in het volgende valletje trapt: 1. e4 e5, 2. Pf3 Pf6, 3. Pxe5 Pxe4, 4. De2 Pf6, 5. Pc6t met damewinst. Studiecompo nisten maken er natuurlijk weer iets moois van. Neem bijvoorbeeld de volgende stelling: I. Hoch, 1973. Wit: Ka2, Tb5, Lc6. Zwart: Ka4, Dhl, Pg7. De opgave luidt: wit speelt en wint. Een direkt aftrekschaak door middel van Tbl+ of Th4t faalt op DXc6 en zwart wint zelfs. Het ziet er naar uit dat wit met Lxhl Kxb5 met remise tevreden moet zijn. Maar hij heeft een zeer verborgen winstzet. 1. Ld7ü En waar de zwarte dame zich ook verbergt, hij wordt door middel van een aftrekschaak door de toren veroverd. Er blijft dus niets anders over dan met 1. Dh3! de aanval op de witte loper te continue ren. Maar er volgt: 2. Tf5t Kb4, 3. Tf4tfi en de dame gaat toch verloren, dit maal geslagen door de loper. Meteen komen in dit fragment twee soorten van aftrekschaak aan de orde. De ene keer slaag 'de aftrekker' (de toren) in het andere geval slaat het schaakbiedende stuk (de loper). Zeer fraai gaat het toe in de volgende studie vanL. Kubbel uit 1939. Het zou zonder meer remise zijn, als zwart niet over drie extra pionnen beschikte. Nu gaat hij aan zijn mate riële overvloed ten onder. Het is duidelijk, dat wit of de toren moet veroveren, of mat moet zetten. En wit moet zich haasten. Hij kan op verschillende plaatsen aftrekschaak bieden. De enige zet, die tot winst leidt is: 1. Pf8t! Wit verhindert zo de koningszet naar c7 wegens Pe6t, maar zwart heeft nog twee andere mogelijkhe den. Hij kan daar c8 of e8. a). 1. Kc8, 2. Telt! Kb8. Hij kan niet terug naar d8 wegens de dubbele aanval (vork) op e6. 3. Pd7t Ka8,4. Tal mat. b). 1. Ke8, 2. Pe6! Valt de toren aan, die niet naar f7 kan (Td8 mat) en ook niet naar h7 wegens 3. Td8t Kf7, 4. Tflt Kg7, 5. Pe6t Kh6, 6. Thl mat. Een fraaie constructie, met een verrassend symmetrisch matbeeld. In de beginfase van een partij is het aftrekschaak een zeldzaamheid, maar de dubbele aanval zonder schaak komt ook onder sterke scha kers regelmatig voor. Enkele 'stui tende' voorbeelden. Thomas - Shapiro. Antwerpen 1932. 1. e4 c5, 2. Pf3 Pf6, 3. Pc3 d5, 4. exd5 Pxd5, 5. Lb5+ Ld7, 6. Pe5! Een slimme val, waar zwart met open ogen intuint. 6.Pxc3? 7. Df3fi de beruchte dubbele aanval op het zwakste punt in de zwarte stelling, f7. 7.f6 8. Dh5t g6, 9. Pxg6! Kf7,10. Pe5tt Zwart gaf het op. Het een voudigst is 10. Ke6, 11. Lc4+ Pd5, 12. Lxd5+ Kxd5, 13. Pf7+ met dame winst. Aronin - Kantorowitsch. Moskou 1960. 1. e4 c5, 2. Pf3 g6, 3. c3 b6. Een experiment in de opening, dat heel slecht afloopt. 4. d4 Lb7, 5. Lc4 d5? Dit kan de stelling absoluut niet verdragen. 6. exd5 Lxd5,7. Da4t Lc6, 8. Pe5!ü De fatale verrassing. De matdreiging op f7 kost zwart een stuk, want op 8.Dc7, 9. Pxc6 volgt 10. d5. Zwart gaf het op. Lehmann - Teschner. Bad Pyrmont 1950.1. e4 e6, 2. d4 d5, 3. Pc3 dxe4, 4. Pxe4 Pbd7, 5. Pf3 Pgf6, 6. Pfg5 Ook een aanval op f7, maar anders dan in het vorige geval wordt hier de be drieger bedrogen. 6.Le7! 7. Pxf7? Kxf7, 8. Pg5t Kg8, 9. Pxe6 De8, 10. Pxc7 Lb4 mat. Dubbelschaak en mat. Je zal toch als schaakmeester zo mat gezet worden!!! Mohrlock - Kramer. Varna 1962. 1. e4 e5, 2. Pf3 Pc6, 3. Lb5 a6, 4. La4 d6, 5. d4 b5, 6. Lb3 Pxd4, 7. Pxd4 exd4, 8. c3 d3. Na 8. dxc3 kan wit met 9. Dd5 Le6, 10. Dc6t Ld7, 11. Dd5 remise maken, maar ook met 9. Pxc3 een pion offeren voor aanvalskan- sen. De gespeelde zet is zwak en bangelijk. 9. a4 Ld7,10. axb5 axb5?? 11. Dh5ü d2t, 12. Lxd2! Zwart geeft op. De wankele toren op a8 gaat na 12. g6, 13. Dd5 verloren. Een zeer leerrijke wending! Probleem van de week. z. Vecsey 1935. Wit: ka7, Db8, Pc8. Zwart: Kh8, Ddl. Wit speelt en wint. De zwarte dame op dl wordt door middel van een vork (dubbele aanval) veroverd. Hoe? Oplossing van de vorige week. Hgl- berstadt, 1955. Wit: Kb5, Dh5, Te8. Zwart: Kd7, Le6, pionnen op d6, h7 en h6.1. Ka5! Ld5,2. Ka6 Lc4,3. Kb6 Ld5, 4. TfB Ke6, 5. De8 mat. Een probleem, dat wellicht wat te moei lijk was voor deze rubriek.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1985 | | pagina 7