POSTZEGELS
DAMMEN
SCHAKEN
BRIDGE^:
PZC/
HENGELEN
a sl
L ir
i.
Hero Wit
Leo Anderson
Cor Jansen
Ton Schipperheyn
varia
loei bewaren
z
eepier
h. van schelven
Leven in een buis
Tappen
JPII
lllllll
i
o.
SI Dl
o
■Ill lllllll !||l|lli| Hl
-
-
I/RIJDAG 26 APRIL 1985
ZEE-AAS
hoofdstuk apart
Zee-aas: soort, vers, oud, bewaren, voorkeur. Al dit soort zaken staan voortdurend ter
discussie. Allereerst dan iets over zeepieren. De zeepier (veelal leegloper genaamd) is
oor zeehangelaars een van de meest gebruikte aassoorten. Toch zijn de zeehengelaars niet
overdeeld gelukkig met deze aassoort. Er kleven nogal wat bezwaren aan het gebruik van
jeze aassoort.
De wormen worden in zo'n bun wel hoeveelheid aas uit zo'n box is veelal
iets magerder, omdat het zeewater niet voldoende voor een dag vissen,
voor de wormen te weinig voedsel
bevat. Zo uit het water zijn de zeewor- eYZOVQUIQ
men slap en ze moeten dan ook o o
5e zeepieren zijn bijvoorbeeld voor
elen moeilijk te bewaren. Het is een
ure aassoort en soms moeilijk te
erkrijgen. Vooral als de zeepieren
oor een pittige prijs zijn gekocht, is
et zonde om het restant na het
issen in het water te moeten gooien,
uinige hengelaars nemen ze mee
aar huis, om ze vervolgens na een
aar dagen, wegens ondeugdelijke
taat, toch maar in de vuilnisbak te
ooien.
zijn echter een aantal maatregelen
treffen waardoor zeepieren langer
oudbaar blijven. De basis hiervan
egint bij het spitten. Spit bij voor-
eur met een riek met afgeplatte
anden. Dus niet met een schop of spa
een riek met scherpe tanden. Dit
m bij het spitten zo weinig mogelijk
ormen te beschadigen. Beschadigde
ormen laten liggen of apart bewaren
oor direct gebruik. Beschadigde wor-
ren scheiden namelijk een vocht af
ie een slechte conditie van de overi-
pieren bevorderd. Professionele en
aroepsspitters nemen, bij het spit-
in, een aantal oude kranten waarin
telkens zo'n vijftig zeepieren inpak-
:en. Na het spitten worden de zeepie-
:en geschoond. Zand en slik worden
•erwijderd en als het even kan worden
t in zeewater schoongewassen. De
engelaar die in de gelegenheid is om
self zeepieren te steken en eenmaal
iover is dat hij zijn portie gespit heeft,
ion na het wassen en het schonen het
as verpakken in kranten- of toiletpa
lier.
let beste is om zo weinig mogelijk
lieren bij elkaar te pakken. Wie er tijd
oor heeft £.i de moeite voor wil doen,
het het beste de pieren één voor één
n papier ce rollen. Het papier neemt
iet overtollige vocht op en de wormen
sorden er iets steviger van. Een stevi-
;e worm blijft ook beter op de haak
itten, vooral bij het inwerpen.
)e zeehengelaar die zeewormen over
leeft zal zoals gezegd deze mee naar
mis nemen. Dan komt het probleem
an bewaren. De wormen koel bewa-
en, bij voorkeur in een (oude) koel-
;ast zo'n paar graden boven het
ulpunt. De wormen leven in de
rond en daarom werkt het bewaren
p een plaats in de duisternis ook
ositief. Jaren geleden heb ik in de
inter eens zeewormen bewaard bij
e meter van de waterleiding. Deze
at onder een luik bij de voordeur. De
ormen werden dus in het donker
ewaard, terwijl de temperatuur
lechts een paar graden boven het
riespunt lag. Veertien dagen nadien
erden de wormen onder het luik
eggehaald en waren nog springle-
end. Eerlijkheidshalve moet ik er
el bij vermelden, dat de wormen
eselecteerd waren, dus de zwakke
roeders verwijderd en dat we in die
ijd ook niet in het bezit waren van
entrale verwarming,
en andere manier om ze te bewaren
voor de bezitters van een ouder-
etse kelder, in ieder geval een koele
laats. De wormen kunnen dan op de
lavuizen of de betonvloer gespreid
orden tussen een paar jute zakken of
ranten. Een uitstekende manier op
eepieren te bewaren is in een bun die
het zeewater hangt op ongeveer één
tieter onder het wateroppervlak. He-
aas een methode die maar voor een
antal bevoorrechten is weggelegd,
lengelaars die een boot in een getij-
aven hebben liggen, of hengelaars
ie aan de zeekant wonen. Een manier
ie veel wordt toegepast door sport-
sverhuurschepen.
geruime tijd voor het vissen uit het
bun worden gehaald om ze tussen
kranten of ander absorberend mate
riaal op te laten stijven.
De zeepieren lijden in veel gevallen
ook nogal van het vervoer naar of
vanaf de visstek. In een auto kan het
soms net een broeikas zijn, wat een
genadeklap voor de wormen bete
kent. De koelbox voor zee-aas is een
goede vinding geweest waarin het aas
uitstekend blijft. Een bezwaar van
deze koelboxjes is de beperkte hoe
veelheid aas, die men er in kan bewa
ren en meenemen naar de stek. De
Om zeewormen langer te bewaren
dienen ze regelmatig en goed ver
zorgd te worden. Het aas steeds con
troleren en de zwakkeren eruit sle-
lecteren. Verzorging betekent ook de
zeewormen zo koel mogelijk, in het
donker, bewaren.
Zeepierren komen overal langs de
kust voor, behalve op de standen met
veel stuifzand. Hier kan men slechts
aan de laagwaterlijn hier en daar een
kenmerk zien dat blijk geeft van de
aanwezigheid van een zeepier. Een
zeepier produceert een wormhoopje.
Hoe meer er van deze hoopjes zijn, hoe
groter de concentratie van de wormen
is. De meeste wormen worden gespit
in de Zeeuwse stromen en in het
Waddengebied. In Zeeland gebeurt
dit nog uitsluitend met handkracht,
terwijl dit op de Wadden in beperkte
mate ook mechanisch gebeurt. Onder
andere met een soort miniatuur zand
zuiger, waarbij het zand wordt opge
zogen en weer naar zee wordt terugge
voerd en de zeepieren op een rooster
blijven liggen. De prijs van zeepieren
varieert ongeveer van tien tot twaalf
cent per stuk. Vraag en aanbod zijn
prijsbepalend. Het spitten van zeepie
ren is een zwaar werk en het spitloon
is dan ook wel verdiend. Pierespitters
kunnen bij stevig aanpoten zo'n vier
honderd wormen per uur steken. Het
gemakkelijkst steekt men pieren als
de slikken al een paar uur droog
liggen. Het water is dan gedeeltelijk in
de grond gezakt, zodat dit minder
overlast bezorgt bij het spitten. Ook
de wormhoopjes zijn dan beter te zien
zodat men beter een keus kan maken
waar men het beste met succes kan
spitten.
De zeepieren graven zich als baby's
in en leven dan verder in een Ei
vormige buis. Deze plaats wordt
maar hoogst zelden verlaten. In de
buis ontstaat een doorstroming
waarbij de zeepier zand opeet, hier
uit dierlijk en plantaardig voedsel
tot zich neemt en het zand daarna
buiten de buis werkt waarbij dan het
zogenaamde wormhoopje ontstaat.
Aan de hand van dw wormhoopjes
kan ook geconstateerd worden of er
kleine of grote zeepieren in de grond
zitten. De voedselrijkdom van de
grond is bepalend voor de kwaliteit
van de pieren. Op strand, in het zand
zijn geen of minder pieren te vinden
dan in het slib op het wad. Voedselar-
me grond levert magere pieren op
terwijl in voedselrijke grond juist de
dikke zeepieren zijn te vinden. De
kwaliteit van de zeepieren is ook
bepalend voor de levensduur of houd
baarheid. Stevige zeewormen (veelal
zwart van kleur) zijn veel langer dan
die magere zeepiertjes te bewaren.
Bij het woord 'tap' denkt een zee
sportvisser niet in de eerste plaats
aan een kraan waar schuimend vocht
uit komt, maar aan een zeepier uit
Frankrijk, die groter en steviger is
dan de onze. Vooral de Belgen zijn
fervente tap-gebruikers. Het is zee
aas uit de groep borsteiwormen, een
belangrijke voedselbron voor met
name bodemvissen in zee. Tot deze
groep behoren onder andere de zager,
zand- en slijkzagertjes, zeepieren en
zoals gezegd de tap.
De tap komt langs de Nederlandse en
Belgische kust sporadisch voor. In
België worden tappen uit Frankrijk
aan de sportvissers verkocht waar
voor grote belangstelling bestaat. In
Nederland worden door sommige hen
gelsportzaken wel tappen verkocht
maar de kwaliteit is jammer genoeg
een stuk minder. Door het aanbod
van vers aas, zagers en zeepieren, is er
weinig of geen vraag naar tappen.
Door deze geringe vraag verslapt de
aandacht voor kwaliteit.
In Frankrijk worden de tappen met
een speciaal voor dit doel gemaakte
spa gespit. Om ze gruime tijd te
kunnen bewaren ontdoet men ze van
hun vocht en worden één voor één in
kranten gewikkeld. De op deze ma
nier behandelde tap is een stevige
aassoort die zowel aan de Belgische
als aan de Nederlandse kust zijn waar
de heeft bewezen.
Zoals al aangehaald, de tap komt
langs de Nederlandse en Belgische
kust maar sporadisch voor. Dit neemt
niet weg, dat ze bij zeer lage water
standen in de omgeving van de laag
waterlijn soms toch zijn te vinden. Op
deze manier is het mij dan ook gelukt
om aan de Zeeuwse kust tappen te
spitten. Tappen spitten is een aparte
ervaring. De tap is niet zo eenvoudig
te spitten als een zeepier. Nee, de tap
zit soms een halve meter diep en om
hem te pakken te krijgen moet men
hem als het ware ondergraven (van
daar wellicht die speciale spa in
Frankrijk). De volgende ervaring bij
het spitten naar tappen is dat het
gewenst is om een paar handschoenen
aan te trekken. Vindt men een tap
dan is het beter deze niet met blote
handen op te pakken. Deze grote
zeepieren schieden een vocht af waar
door je handen, voor een paar dagen,
groenachtig geel gekleurd worden.
De tap is een goede Sassoort die het
bij gul, wijting en schar goed doet. De
tap is voor deze vissoorten moeilijk
van de haak te krijgen, vandaar dat ze
zelf gevangen worden. Andere henge
laars denken dat het de reuk van de
tap is die het hem doet.
Nu we toch bij reuk aangeland zijn is
het de vraag of reuk werkelijk door
slaggevend is voor het vangen van vis.
Het is niet goed om te roken, waarbij
men het ene moment met zijn handen
de tabak van een sigaret vast heeft en
het andere moment een zeepier. Deze
bewering heb ik al eens gelezen, maar
als ik bij een hengelconcours een
kettingroker de ene vis na de andere
zie vangen dan blijft er van deze
theorie weinig of niets over. Drukinkt
van de krant is niet goed voor de
houdbaarheid en de vangkracht van
zeepieren wordt er geschreven. Nu
neem ik bij voorkeur een oude krant
om mijn wormen in te pakken, maar
of de drukinkt een nadelige invloed op
de vinsvangst heeft kan ik niet bewij
zen. Vers en levend aas is voor de vis
aantrekkelijker dan wat dooie pieren
of zagers. Als men toevallig nog wat
van dat laatste soort aas in voorraad
heeft, en er is even een gelegenheid
om naar de zeekant te gaan, dan kan
de vangst heus nog wel meevallen.
Vissen, en dat is misschien wel het
aantrekkelijkste ervan, is steeds an
ders. Als de vis een keer weinig of geen
bijtlust vertoond dan wordt er een
oorzaak gezocht.
In verband met de Oosterscheldewer-
ken komen er dreigende wolken bo
ven zuid-west Nederland en België in
verband met de aasvoorziening. Een
volgende keer graag nog meer over
het actuele onderwerp ZEE-AAS.
oor 4 juni zijn de jaarlijk
se twee Europa-CEPT-ze-
ls gepland. Het thema is
it jaar, zoals reeds gemeld
ij de bespreking van onder
ndere de Liechtensteinse
uropa-zegels, 'muziek'. Dit
iema is mede ingegeven
oor een in het Europees
arlement aangenomen reso
lutie om 1985 uit te roepen
ot het Europees Jaar van de
üuziek. De aanleiding tot
leze resolutie was op haar
jeurt weer het feit dat het
100 jaar is geleden dat de
omponisten Georg Frie-
Irich Handel, Johann Sebas-
'an Bach en Domenico Scar-
atti werden geboren.
Oe zegels, beide staande,
'ebben waarden van 50 cent
70 cent. De zegel van 50
'ent (uitgevoerd in de kleu-
en geel, rood, grijs en zwart)
"et daarop een pianoklavier,
ontworpen door Jaap
ürupsteen, die al negen ze-
els op zijn naam heeft staan
en de zegel van 70 cent (zil
vergrijs, blauw, donkerbrons,
turquoise, geelgroen en
paars) met een gestileerd or
gelfront, is van de hand van
Gielijn Escher, die in 1980
debuteerde met de 50 ct.-
zegel ter gelegenheid van het
100-jarig bestaan van de Vrije
Universiteit te Amsterdam.
Van beide zegels zullen 14
miljoen stuks worden aange
maakt. Dat is één miljoen
minder dan het vorige jaar en
twee miljoen minder dan in
1983. Het zullen er ongetwij
feld voldoende zijn, maar we
hebben toch het idee dat er
voor deze zegels veel belang
stelling zal bestaan, want het
zullen niet alleen de 'Europa
verzamelaars' uit heel Euro
pa zijn die deze zegels in hun
collectie zullen willen opne
men, maar ook de verzame
laars met het thema 'muziek'.
Wat de ontwerpen betreft
moet helaas worden gecon
stateerd dat die nogal vlak
zijn. Gezien de vroegere ont
werpen van vooral Jaap
Drupsteen, die getuigen van
veel fantasie en sprankelen
van vindingrijkheid, komt
het pianoklavier mat over.
Dan zijn de zegels met het
embleem van het Koningin
Wilhelmina Fonds onder een
grote druppel (1974), de stam
boekkoeien, de beroemde
koeienzegel (1974), 150 jaar
reddingwezen (1974), de zegel
met de invalide voor een on
toegankelijk landschap
(1977) en' de Europa-zegels
van 1979 en 1983 geheel iets
anders.
Nu zullen de kleuren het moe
ten doen en dat geldt ook
voor de zegel met het gesti
leerde orgelfront van Gielijn
Escher. Daar komt nog bij
dat beide zegels niets eigens
hebben, niets specifiek Ne
derlands.
menten of hebben ze toch een
link willen leggen naar de
componisten wier geboorte
jaar wordt herdacht?
OOSTENRIJK - Het was op
15 maart honderd jaar gele
den dat in Oostenrijk voor
het eerst 'Rekozettels' of wel
aangetekende strookjes wer
den gebruikt. Oostenrijk zou
Oostenrijk niet zijn als hierop
ook niet op een zegel aan
dacht aan zou zijn besteed.
Dat gebeurde op 15 maart
met een 4,50 schilling-zegel
(oplage 3,6 miljoen) waarop
een 'Rekozettel' uit de eerste
oplage: Wien, Central-Pos-
tamt-No 1.
De PTT laat nog weten dat
de zegels willen attenderen
op twee grote muziekevene
menten. Nederland heeft na
melijk de organisatie gekre
gen van de Wereldmuziekda
gen van de International So
ciety for Contemporaty Mu
sic (ISCM), een jaarlijks festi
val van hedendaagse muziek,
die van 4 tot en met 13 okto
ber plaats zullen hebben. Bo
vendien wordt aandacht ge
vraagd voor het tiende We
reld Muziek Concours dat
van 5 tot en met 28 juli in
Kerkrade wordt gehouden.
Waren de ontwerpers niet op
de hoogte van deze evene-
BELGIE - In april 1885
stichtten 112 vertegenwoor
digers van Vlaamse, Brussel
se en Waalse arbeidersvereni
gingen in Brussel de Belgi
sche Werklieden Partij. Het
100-jarig bestaan van de
BWP is op 15 april gememo
reerd met de uitgifte van
twee zegels waarop allegori
sche voorstellingen: 9 frank,
twee deuren die op een kier
staan en die nog bijeen wor
den gehouden door een los
hangende ketting (oplage 4,9
miljoen) en 12 fr., een muur
waarin een bres is geslagen
met op de achtergrond een
vlag (oplage 8,1 miljoen).
Op 22 april bracht België de
jaarlijkse zegel ter gelegen
heid van de 'De dag van de
postzegel' in roulatie. Op de
zegel in de waarde van 12
frank (oplage 9 miljoen) zien
we de meester-graveur Jean
de Bast (1883-1975) aan het
werk. De Bast graveerde niet
minder dan 106 Belgische
postzegels, negen zegels over
de Belgische spoorwegen en
twee zegels over Belgisch-
Kongo.
Pausbezoek
v;» aan
--■i* Nederland
T~^~- Utrecht
11-15 mei 1985
STEMPELNIEUWS - Neder
land komt niet, zoals in veel
andere landen waar paus Jo
hannes Paulus II op bezoek
komt het geval is, met een
bijzondere zegel. Wel zal van
11 tot en met 15 mei in
Utrecht een bijzonder posts
tempel worden gebruikt. Cor
respondentie naar: Postdis-
trict Utrecht, Postbus 99900,
3500 NA Utrecht. Op de ver-
zamelverpakking - deze be
hoeft niet te worden gefran
keerd - vermelden: Stempe
len met poststempel pausbe
zoek aan Nederland.
Dammen is een spel met vele
gezichten of zo men wil karak
ters. Afhankelijk van de instelling
van de speler(s) kan het variëren
van uiterste voorzichtigheid tot de
grootst mogelijke fantasie en avon
tuur; het kan zijn een spel van een
bepaalde mate van saaiheid maar
ook van een ongelooflijk spektakel.
En vult u zelf maar verder in. Aan
durf en fantasie moesten we denken
bij het zien van de partij tussen de
bekende jeugdspeler Casper van der
Tak uit Amsterdam en een van de
sterkste Zeeuwse spelers Piet van
Splunter uit Middelburg, die we
overigens helaas te weinig in per
soonlijke kampioenschappen aan
het werk zien.
Wit: C. v. d. Tak
Zwart: P. J. van Splunter
Gespeeld aan het eerste bord van de
wedstrijd uit de landelijke le klas
competitie tussen Katwijk en Mid
delburg op 1-10-1984 te Katwijk.
Na een van weerskanten eigentijds
ingezette opening lanceert zwart een
nog niet eerder vertoonde goochel
kunst met drie schijven op de lange
vleugel: 24 - 25 - 30 met daarachter
een niemandsland; en alsof dat nog
niet genoeg is voegt hij daar nog een
korte vleugelopsluiting aan toe inge
leid door 25. 16-21.
In een dergelijke partij komen
winst en verlies aan elkaar te gren
zen. het cruciale moment ligt o.i. bij
de 37e zet 38-32 (zie diagram). Door
een foutief antwoord komt zwart
vrij snel in een delicate positie,
maar het had ook heel anders kun
nen lopen....
1. 33-29 17-22, 2. 39-33 11-17, 3. 44-39
7-11, 4. 50-44 20-25, 5. 35-30 19-23, 6.
32-28 23x32, 7. 37x28 16-21, 8. 41-37
21-27, 9. 28-23 1-7, 10. 31-26 27-31, 11.
36x27 22x31, 12. 37-32 31-36, 13. 42-37
11-16, 14. 46-41 7-11, 15. 32-28 14-20,
16. 37-32 20-24, 17. 30x19 13x24, 18.
29x20 15x24, 19. 48-42 18x29, 20.
34x23 9-13, 21. 40-35 10-15, 22. 41-37
25-30, 23. 44-40 15-20, 24. 23-19 20-25,
25. 40-34 16-21, 26. 28-22 17x28, 27.
33x22 11-17, 28. 22x11 6x17, 29. 49-44
13-18, 30. 34-29 24x13, 31. 35x24 5-10.
32. 38-33 10-14, 33. 45-40 4-10. 34. 42-38
18-22, 35. 32-28 13-19, 36. 24x13 8x19,
37. 38-32 2-8, 38. 28-23 19x28, 39. 32x23
8-13, 40. 40-34 22-27, 41. 23-19 13x24,
42. 29x9 3x14, 43. 43-38 12-18, 44. 34-29
10-15, 45. 29-24 18-23, 46. 37-31 27-32,
47. 38x16 36x27, 48. 24-19 23-29, 49.
19x10 29x38, 50. 10-5 25-30, 51. 5-23
zwart geeft op.
Stand na 37. 38-32.
v. Splunter
O
v. d. Tak
38-32 wordt gespeeld om 28-23 voor
te bereiden, hetgeen zwart nooit had
mogen toelaten. Bovendien schuilt
voor hem in deze stelling een bijzon
der kansrijke, om niet te zeggen
winnende, voortzetting. Zwart had
moeten spelen 22-27! 43-38 vrijwel
gedwongen, want op 28-22 A volgt
27x49; 22x11 49-43; 26x8 43x16 en
wint. Op A 28-23 volgt eveneens
27x49 met gunstig resultaat.
Dus na 43-38 speelt zwart 27-31
waarop wit 47-42 verplicht is. (Op
28-22 volgt 31x42-48 enz. en op 28-23
volgt eveneens 31x42 met grote over
macht. Na 47-42 volgt 36-41; 37x46
12-18; 26x37 19-23; 28x19 14x45 en
wit verliest ten minste een schijf wil
hij een doorbraak naar een dam
beletten.
Uit dezelfde wedstrijd als tegenhan
ger de verdienstelijke remisepartij
van Arie Kammeraat (wit) tegen de
welbekende Cees Varkevisser. In
Kammeraats spel herkennen we de
mathematicus, die koel en nuchter
de logica laat prevaleren boven de
meer avontuurlijke mogelijkheden.
Ook zijn tegenstander kiest deze weg
met als gevolg een 'ouderwets, dege
lijke' partij met het venijn in de
staart. In een stelling, waarin zwart
vrij aanzienlijk terrein voordeel heeft
behaald, moet deze zich een bijzon
der elegante remisecombinatie laten
welgevallen. Overigens moet gezegd,
dat zwart niet veel anders dan 40.
13-19 in petto had. m.a.w. de witte
stelling is safe.
A. Kammeraat-C. Varkevisser 1-1
I. 33-28 19-23, 2. 28x19 14x23, 3. 39-33
10-14, 4. 44-39 5-10, 5. 32-28 23x32, 6.
37x28 16-21, 7. 34-30 14-19, 8. 30-25
10-14, 9. 40-34 21-26, 10. 34-30 26x37,
II. 41x32 17-22, 12. 28x17 11x22, 13.
33-29 6-11, 14. 39-33 11-17, 15. 30-24
19x30, 16. 35x24 13-19,17. 24x13 8x19,
18. 50-44 9-13, 19. 44-40 3-9, 20. 46-41
7-11, 21. 41-37 22-28, 22. 33x22 17x28,
23. 32x23 19x28, 24. 38-32 13-19, 25.
32x23 19x28, 26. 43-39 20-24, 27 29x20
15x24. 28. 42-38 9-13. 29. 36-31 1-7. 30.
31-27 4-9, 31. 48-42 18-23, 32. 38-33
12-17, 33. 33x22 17x28, 34. 42-38 7-12,
35. 27-21 23-29, 36. 40-34 29x40, 37.
45x34 13-19, 38. 49-44 19-23, 39. 44-40
9-13, 40. 40-35 13-19, 41. 35-30 24x35,
42. 34-30 35x24, 43. 37-32 28x37, 44.
47-42 37x48 45. 21-16.
Stand na 40. 13-19
C. Varkevisser
Kammeraat
Het Witte Paard uit Sas van Gent
heeft dit jaar nog meer dan
andere jaren het schaken in Zeeland
beheerst. Niet alleen werd het eerste
team met overmacht kampioen in
de landelijke tweede klas, ook de
andere teams deden van zich spre
ken. Zo werd het tweede Zeeuws
kampioen en konden ook het
derde en vierde team in hun klasse
de kampioensvlag hijsen.
Er is wel eens de vrees geuit dat
HWP alle sterke spelers uit Zeeland
zou aantrekken. Daar is niets van
gebleken. Bijna alle spelers van het
eerste team wonen in Zeeuwsch-
Vlaanderen of zijn uit Zeeuwsch-
Vlaanderen afkomstig. De dreiging
waar zoveel Zeeuwse clubs mee te
maken hebben, dat jonge talentvolle
spelers, die om studieredenen de
provincie verlaten, verloren zijn voor
het Zeeuwse schaak, is voor wat
HWP betreft overwonnen. Waar ze
ook heen trekken, ze blijven lid. Dat
is uniek in de Zeeuwse schaakhisto
rie!
Nu de mogelijkheid bestaat dat ook
het tweede team naar de landelijke
competitie promoveert, voelt een
aantal Zeeuwse spelers de neiging
om lid te worden van HWP. Dat lijkt
niet zo verstandig. In de eerste
plaats omdat HWP sterk genoeg is(!)
en in de tweede plaats omdat over
een paar jaar de landelijke competi
tie met een klasse wordt uitgebreid
zodat het spelen buiten Zeeland dan
ook voor andere Zeeuwse topteams
mogelijk wordt. In deze rubriek een
paar partijen uit de beslissende wed
strijd HWP-SMB II (6.5-3,6.)
A. den Hamer-A. van Wieringen
1. e4!... Adrie is aan zijn tweede
jeugd begonnen!
1... c6, 2. d4 d5, 3. Pc3 dxe4, 4. Pxe4
Pbd7, 5. Pf3 Pf6, 6. Pg3 e6, 7. Ld3 c5, 8.
0-0 b6, 9. Lg5 Le7, 10. dxc5 Pxc5, 11.
Lb5+ Ld7, 12. Lxd7 t Pxd7, 13. De2
0-0, 14. Tadl Dc7, 15. c4 Tac8, 16. b3
h6, 17. Lel Tfd8, 18. Lb2 a5, 19. Pd4
Pf8, 20. Pb5 Db8, 21. Pf5!.... Wit heeft
voortreffelijk gespeeld en gaat nu
oogsten.
)Tk zat ingegooid en moest de kleur brengen' is een DIAGRAM II
J.vaak gehoorde kreet, vooral als er goede spelers aan
tafel zitten. Dat ingooien is een techniek die u in staat
stelt een hopeloos lijkend contract toch thuis te
brengen, domweg door de tegenpartij het werk voor u
te laten opknappen dat u zelf niet kunt doen.
21... Pg6, 22. Pxe7+ Pxe7, 23. Le5 Da8,
24. Lxf6 gxf6, 25. De3... Wit wint een
pion, want b6 en h6 zijn niet gelijktij
dig te dekken. 25.... Txdl, 26. Txdl
Tc5. Zwart ontdekt nog een tegen-
kans. 27. Dxh6 Tg5, 28. Dh3 Pf5, 29.
g3 Kg7, 30. Dg2 Dh8, 31. Pc3 Ph4. Het
ziet er gevaarlijker uit dan het is.
32. De4 Dh5, 33. Td3 Pg6,34. De2 Dh7,
35. Khl Dh3, 36. f4 Tc5, 37. Pe4 Tc8,
38. Pf2 Dh7, 39. Pg4 f5, 40. Db2t e5,41.
Pxe5.
Zwart geeft het op. Een prima partij
van Den Hamer, die het volgend
seizoen waarschijnlijk ook weer aan
het Zeeuws kampioenschap mee zal
doen. Met zijn grote ervaring en zijn
uitstekende fysieke conditie, op peil
gehouden door bergbekümmen
zal hij de concurrentie nog menig
benauwd uurtje bezorgen!
Zeer goed speelde dit seizoen ook
weer ex-kampioen Kees Nieuwelink.
Zijn partij uit de laatste ronde tegen
een 'halve'-clubgenoot (Kees woont
in Nijmegen) was een kasstuk.
K. Nieuwelink-K. Helmond
1. e4 c5, 2. Pf3 d6, 3. d4 cxd4, 4. Pxd4
Pf6, 5. Pc3 a6, 6. Lc4 e6, 7. Lb3 b5, 8.
0-0 Le7, 9. Df3...
Een ongebruikelijke, maar goed
speelbare zet. Meer gangbaar is 9. f4.
9... 0-0?
Goed berekend, maar niet goed ge
noeg. De theorie geeft 9... Db6 en 9...
Dc7 als betere zetten.
10. e5! dxe5, 11. Dxa8 Db6.
Zie diagram
Wit heeft een toren gewonnen, maar
zijn dame zit in de val. Er dreigt Lb7,
maar ook exd4.
12. Pf5ü... Met deze fraaie zet stelt
wit zijn materieel voordeel veilig.
Het was de enige goede zet. 12...
exf5,13. Le3!... De clou van de vorige
zet. De witte dame wordt bevrijd.
13... Dc7,14. Da7 Dxa7, 15. Lxa7 Pc6.
Wit staat nu de kwaliteit voor en
weet dit voordeel in het vervolg van
de partij op voortreffelijke wijze te
verzilveren.
16. Lb6 Le6,17. Tfdl Tb8,18. Lc7 Tc8,
19. Ld6 Kf8, 20. Lxe7 Kxe7, 21. Pd5t
Pxd5, 22. Lxd5 Lxd5, 23. Txd5 Td8,
24. Txd8 Pxd8. Na de grote ruilactie,
ingeleid met 19. Ld6 staat zwart glad
verloren. Hij had hier op kunnen
geven.
25. c3 Pc6, 26. b4 Ke6, 27. a4 Kd5, 28.
axb5 axb5, 29. Ta6 e4, 30. Tb6 Pe7, 31.
Txb5+ Kc4, 32. Tc5+ Kd3, 33. b5 f4, 34.
Kfl e3, 35. b6 Kd2, 36. fxe3 fxe3, 37.
Te5 Pc6, 38. Td5t Kxc3, 39. Ke2 Kc4,
40. Td7 Kc5, 41. b7. Zwart gaf het op.
Probleem van de week.
lllllll
V. Halberstadt 1955
Wit: Kb5, Dh5, Te8. Zwart: Kd7, Le6,
pionnen op d6, h7 en h6. Mat in 5
zetten. Een zeer lastige opgave met
fraaie, subtiele wendingen.
Oplossing van de vorige week.
Speckmann 1963. Tweezet. Wit: Kc4,
Thl. Pa3, Pa4. Zwart: Ka2, pionnen
op c5 en h2. 1. Pbl! Kal, 2. Pc3 mat.
Het z.g. Anderssen-mat.
Noord
-
9
10985
4»
Noord
85
97543
10985
4» V6
West
4 109
-
A43
N
W O
Z
West
4 AH1094
A62
A43
4> B7
N
W O
z
Oost
4 VB63
H8
V62
4» 5432
Zuid
4 72
VB10
HB7
4» AH1098
Zuid opent 1 KI. waarna u als west in 4 Sch belandt.
Noord start KI V en speelt klaveren na. Zuid speelt een
derde ronde die u hoog troeft. U trekt de troeven en het
zou nu naïef zijn noord op Ru H te taxeren. Die kaart zit
natuurlijk bij zuid, die immers heeft geopend, en het
verlies van twee slagen in die kleur lijkt onvermijdelijk.
Tenzij... u zuid kunt dwingen ruiten te spelen. En dat
kan inderdaad. U incasseert Ha H, steekt over naar Ha A
en troeft een harten. Dat leidt tot:
ZIE DIAGRAM II
U bent op tafel aan slag en speelt de laatste klaveren.
Zuid speelt de 9 en u troeft niet, maar gooit een ruitentje
af. Zuid mag vervolgens kiezen uit ruiten'spelen en u een
extra slag te bezorgen, of klaveren spelen en u eveneens
een extra slag te bezorgen. Een ander voorbeeld, ont
leend aan ons boekje Eliminerende Speelwijzen:
ZIE DIAGRAM III
DIAGRAM III
Zuid
HB7
4> 98
Noord
4 VI084
AV3
AV5
4> H42
Oost
4 B
-
V62
4» 5
West
4 2
10874
1086
4- VB1085
N
W O
Z
Oost
4 6
HB9
B732
4 A9763
Zuid
4 AHB9753
652
H94
4 -
Als zuid speelt u 6 Sch - west start met KI V - en zal u nu
weinig moeite kosten de winnende speelwijze te vinden
die met wiskundige zekerheid tot 12 slagen leidt.
Dan tot slot nog eenmaal het 6 Ha-spel uit de selectie
wedstrijden. N.a.v. de oplossing van de heer Reurink,
eveneens gebaseerd op een ingooi, merkte ik op dat dat
zeker nog niet het laatste woord zou zijn. Welnu, dat
klopte: west kan namelijk aan de ingooi ontsnappen
door Ha B onder te gooien, zoals diverse lezers opmerk
ten. Oost maakt daarna de laatste twee slagen.