POSTZEGELS DAMMEN SCHAKEN BRIDGE^: PZC/ HENGELEN a sl L ir i. Hero Wit Leo Anderson Cor Jansen Ton Schipperheyn varia loei bewaren z eepier h. van schelven Leven in een buis Tappen JPII lllllll i o. SI Dl o ■Ill lllllll !||l|lli| Hl - - I/RIJDAG 26 APRIL 1985 ZEE-AAS hoofdstuk apart Zee-aas: soort, vers, oud, bewaren, voorkeur. Al dit soort zaken staan voortdurend ter discussie. Allereerst dan iets over zeepieren. De zeepier (veelal leegloper genaamd) is oor zeehangelaars een van de meest gebruikte aassoorten. Toch zijn de zeehengelaars niet overdeeld gelukkig met deze aassoort. Er kleven nogal wat bezwaren aan het gebruik van jeze aassoort. De wormen worden in zo'n bun wel hoeveelheid aas uit zo'n box is veelal iets magerder, omdat het zeewater niet voldoende voor een dag vissen, voor de wormen te weinig voedsel bevat. Zo uit het water zijn de zeewor- eYZOVQUIQ men slap en ze moeten dan ook o o 5e zeepieren zijn bijvoorbeeld voor elen moeilijk te bewaren. Het is een ure aassoort en soms moeilijk te erkrijgen. Vooral als de zeepieren oor een pittige prijs zijn gekocht, is et zonde om het restant na het issen in het water te moeten gooien, uinige hengelaars nemen ze mee aar huis, om ze vervolgens na een aar dagen, wegens ondeugdelijke taat, toch maar in de vuilnisbak te ooien. zijn echter een aantal maatregelen treffen waardoor zeepieren langer oudbaar blijven. De basis hiervan egint bij het spitten. Spit bij voor- eur met een riek met afgeplatte anden. Dus niet met een schop of spa een riek met scherpe tanden. Dit m bij het spitten zo weinig mogelijk ormen te beschadigen. Beschadigde ormen laten liggen of apart bewaren oor direct gebruik. Beschadigde wor- ren scheiden namelijk een vocht af ie een slechte conditie van de overi- pieren bevorderd. Professionele en aroepsspitters nemen, bij het spit- in, een aantal oude kranten waarin telkens zo'n vijftig zeepieren inpak- :en. Na het spitten worden de zeepie- :en geschoond. Zand en slik worden •erwijderd en als het even kan worden t in zeewater schoongewassen. De engelaar die in de gelegenheid is om self zeepieren te steken en eenmaal iover is dat hij zijn portie gespit heeft, ion na het wassen en het schonen het as verpakken in kranten- of toiletpa lier. let beste is om zo weinig mogelijk lieren bij elkaar te pakken. Wie er tijd oor heeft £.i de moeite voor wil doen, het het beste de pieren één voor één n papier ce rollen. Het papier neemt iet overtollige vocht op en de wormen sorden er iets steviger van. Een stevi- ;e worm blijft ook beter op de haak itten, vooral bij het inwerpen. )e zeehengelaar die zeewormen over leeft zal zoals gezegd deze mee naar mis nemen. Dan komt het probleem an bewaren. De wormen koel bewa- en, bij voorkeur in een (oude) koel- ;ast zo'n paar graden boven het ulpunt. De wormen leven in de rond en daarom werkt het bewaren p een plaats in de duisternis ook ositief. Jaren geleden heb ik in de inter eens zeewormen bewaard bij e meter van de waterleiding. Deze at onder een luik bij de voordeur. De ormen werden dus in het donker ewaard, terwijl de temperatuur lechts een paar graden boven het riespunt lag. Veertien dagen nadien erden de wormen onder het luik eggehaald en waren nog springle- end. Eerlijkheidshalve moet ik er el bij vermelden, dat de wormen eselecteerd waren, dus de zwakke roeders verwijderd en dat we in die ijd ook niet in het bezit waren van entrale verwarming, en andere manier om ze te bewaren voor de bezitters van een ouder- etse kelder, in ieder geval een koele laats. De wormen kunnen dan op de lavuizen of de betonvloer gespreid orden tussen een paar jute zakken of ranten. Een uitstekende manier op eepieren te bewaren is in een bun die het zeewater hangt op ongeveer één tieter onder het wateroppervlak. He- aas een methode die maar voor een antal bevoorrechten is weggelegd, lengelaars die een boot in een getij- aven hebben liggen, of hengelaars ie aan de zeekant wonen. Een manier ie veel wordt toegepast door sport- sverhuurschepen. geruime tijd voor het vissen uit het bun worden gehaald om ze tussen kranten of ander absorberend mate riaal op te laten stijven. De zeepieren lijden in veel gevallen ook nogal van het vervoer naar of vanaf de visstek. In een auto kan het soms net een broeikas zijn, wat een genadeklap voor de wormen bete kent. De koelbox voor zee-aas is een goede vinding geweest waarin het aas uitstekend blijft. Een bezwaar van deze koelboxjes is de beperkte hoe veelheid aas, die men er in kan bewa ren en meenemen naar de stek. De Om zeewormen langer te bewaren dienen ze regelmatig en goed ver zorgd te worden. Het aas steeds con troleren en de zwakkeren eruit sle- lecteren. Verzorging betekent ook de zeewormen zo koel mogelijk, in het donker, bewaren. Zeepierren komen overal langs de kust voor, behalve op de standen met veel stuifzand. Hier kan men slechts aan de laagwaterlijn hier en daar een kenmerk zien dat blijk geeft van de aanwezigheid van een zeepier. Een zeepier produceert een wormhoopje. Hoe meer er van deze hoopjes zijn, hoe groter de concentratie van de wormen is. De meeste wormen worden gespit in de Zeeuwse stromen en in het Waddengebied. In Zeeland gebeurt dit nog uitsluitend met handkracht, terwijl dit op de Wadden in beperkte mate ook mechanisch gebeurt. Onder andere met een soort miniatuur zand zuiger, waarbij het zand wordt opge zogen en weer naar zee wordt terugge voerd en de zeepieren op een rooster blijven liggen. De prijs van zeepieren varieert ongeveer van tien tot twaalf cent per stuk. Vraag en aanbod zijn prijsbepalend. Het spitten van zeepie ren is een zwaar werk en het spitloon is dan ook wel verdiend. Pierespitters kunnen bij stevig aanpoten zo'n vier honderd wormen per uur steken. Het gemakkelijkst steekt men pieren als de slikken al een paar uur droog liggen. Het water is dan gedeeltelijk in de grond gezakt, zodat dit minder overlast bezorgt bij het spitten. Ook de wormhoopjes zijn dan beter te zien zodat men beter een keus kan maken waar men het beste met succes kan spitten. De zeepieren graven zich als baby's in en leven dan verder in een Ei vormige buis. Deze plaats wordt maar hoogst zelden verlaten. In de buis ontstaat een doorstroming waarbij de zeepier zand opeet, hier uit dierlijk en plantaardig voedsel tot zich neemt en het zand daarna buiten de buis werkt waarbij dan het zogenaamde wormhoopje ontstaat. Aan de hand van dw wormhoopjes kan ook geconstateerd worden of er kleine of grote zeepieren in de grond zitten. De voedselrijkdom van de grond is bepalend voor de kwaliteit van de pieren. Op strand, in het zand zijn geen of minder pieren te vinden dan in het slib op het wad. Voedselar- me grond levert magere pieren op terwijl in voedselrijke grond juist de dikke zeepieren zijn te vinden. De kwaliteit van de zeepieren is ook bepalend voor de levensduur of houd baarheid. Stevige zeewormen (veelal zwart van kleur) zijn veel langer dan die magere zeepiertjes te bewaren. Bij het woord 'tap' denkt een zee sportvisser niet in de eerste plaats aan een kraan waar schuimend vocht uit komt, maar aan een zeepier uit Frankrijk, die groter en steviger is dan de onze. Vooral de Belgen zijn fervente tap-gebruikers. Het is zee aas uit de groep borsteiwormen, een belangrijke voedselbron voor met name bodemvissen in zee. Tot deze groep behoren onder andere de zager, zand- en slijkzagertjes, zeepieren en zoals gezegd de tap. De tap komt langs de Nederlandse en Belgische kust sporadisch voor. In België worden tappen uit Frankrijk aan de sportvissers verkocht waar voor grote belangstelling bestaat. In Nederland worden door sommige hen gelsportzaken wel tappen verkocht maar de kwaliteit is jammer genoeg een stuk minder. Door het aanbod van vers aas, zagers en zeepieren, is er weinig of geen vraag naar tappen. Door deze geringe vraag verslapt de aandacht voor kwaliteit. In Frankrijk worden de tappen met een speciaal voor dit doel gemaakte spa gespit. Om ze gruime tijd te kunnen bewaren ontdoet men ze van hun vocht en worden één voor één in kranten gewikkeld. De op deze ma nier behandelde tap is een stevige aassoort die zowel aan de Belgische als aan de Nederlandse kust zijn waar de heeft bewezen. Zoals al aangehaald, de tap komt langs de Nederlandse en Belgische kust maar sporadisch voor. Dit neemt niet weg, dat ze bij zeer lage water standen in de omgeving van de laag waterlijn soms toch zijn te vinden. Op deze manier is het mij dan ook gelukt om aan de Zeeuwse kust tappen te spitten. Tappen spitten is een aparte ervaring. De tap is niet zo eenvoudig te spitten als een zeepier. Nee, de tap zit soms een halve meter diep en om hem te pakken te krijgen moet men hem als het ware ondergraven (van daar wellicht die speciale spa in Frankrijk). De volgende ervaring bij het spitten naar tappen is dat het gewenst is om een paar handschoenen aan te trekken. Vindt men een tap dan is het beter deze niet met blote handen op te pakken. Deze grote zeepieren schieden een vocht af waar door je handen, voor een paar dagen, groenachtig geel gekleurd worden. De tap is een goede Sassoort die het bij gul, wijting en schar goed doet. De tap is voor deze vissoorten moeilijk van de haak te krijgen, vandaar dat ze zelf gevangen worden. Andere henge laars denken dat het de reuk van de tap is die het hem doet. Nu we toch bij reuk aangeland zijn is het de vraag of reuk werkelijk door slaggevend is voor het vangen van vis. Het is niet goed om te roken, waarbij men het ene moment met zijn handen de tabak van een sigaret vast heeft en het andere moment een zeepier. Deze bewering heb ik al eens gelezen, maar als ik bij een hengelconcours een kettingroker de ene vis na de andere zie vangen dan blijft er van deze theorie weinig of niets over. Drukinkt van de krant is niet goed voor de houdbaarheid en de vangkracht van zeepieren wordt er geschreven. Nu neem ik bij voorkeur een oude krant om mijn wormen in te pakken, maar of de drukinkt een nadelige invloed op de vinsvangst heeft kan ik niet bewij zen. Vers en levend aas is voor de vis aantrekkelijker dan wat dooie pieren of zagers. Als men toevallig nog wat van dat laatste soort aas in voorraad heeft, en er is even een gelegenheid om naar de zeekant te gaan, dan kan de vangst heus nog wel meevallen. Vissen, en dat is misschien wel het aantrekkelijkste ervan, is steeds an ders. Als de vis een keer weinig of geen bijtlust vertoond dan wordt er een oorzaak gezocht. In verband met de Oosterscheldewer- ken komen er dreigende wolken bo ven zuid-west Nederland en België in verband met de aasvoorziening. Een volgende keer graag nog meer over het actuele onderwerp ZEE-AAS. oor 4 juni zijn de jaarlijk se twee Europa-CEPT-ze- ls gepland. Het thema is it jaar, zoals reeds gemeld ij de bespreking van onder ndere de Liechtensteinse uropa-zegels, 'muziek'. Dit iema is mede ingegeven oor een in het Europees arlement aangenomen reso lutie om 1985 uit te roepen ot het Europees Jaar van de üuziek. De aanleiding tot leze resolutie was op haar jeurt weer het feit dat het 100 jaar is geleden dat de omponisten Georg Frie- Irich Handel, Johann Sebas- 'an Bach en Domenico Scar- atti werden geboren. Oe zegels, beide staande, 'ebben waarden van 50 cent 70 cent. De zegel van 50 'ent (uitgevoerd in de kleu- en geel, rood, grijs en zwart) "et daarop een pianoklavier, ontworpen door Jaap ürupsteen, die al negen ze- els op zijn naam heeft staan en de zegel van 70 cent (zil vergrijs, blauw, donkerbrons, turquoise, geelgroen en paars) met een gestileerd or gelfront, is van de hand van Gielijn Escher, die in 1980 debuteerde met de 50 ct.- zegel ter gelegenheid van het 100-jarig bestaan van de Vrije Universiteit te Amsterdam. Van beide zegels zullen 14 miljoen stuks worden aange maakt. Dat is één miljoen minder dan het vorige jaar en twee miljoen minder dan in 1983. Het zullen er ongetwij feld voldoende zijn, maar we hebben toch het idee dat er voor deze zegels veel belang stelling zal bestaan, want het zullen niet alleen de 'Europa verzamelaars' uit heel Euro pa zijn die deze zegels in hun collectie zullen willen opne men, maar ook de verzame laars met het thema 'muziek'. Wat de ontwerpen betreft moet helaas worden gecon stateerd dat die nogal vlak zijn. Gezien de vroegere ont werpen van vooral Jaap Drupsteen, die getuigen van veel fantasie en sprankelen van vindingrijkheid, komt het pianoklavier mat over. Dan zijn de zegels met het embleem van het Koningin Wilhelmina Fonds onder een grote druppel (1974), de stam boekkoeien, de beroemde koeienzegel (1974), 150 jaar reddingwezen (1974), de zegel met de invalide voor een on toegankelijk landschap (1977) en' de Europa-zegels van 1979 en 1983 geheel iets anders. Nu zullen de kleuren het moe ten doen en dat geldt ook voor de zegel met het gesti leerde orgelfront van Gielijn Escher. Daar komt nog bij dat beide zegels niets eigens hebben, niets specifiek Ne derlands. menten of hebben ze toch een link willen leggen naar de componisten wier geboorte jaar wordt herdacht? OOSTENRIJK - Het was op 15 maart honderd jaar gele den dat in Oostenrijk voor het eerst 'Rekozettels' of wel aangetekende strookjes wer den gebruikt. Oostenrijk zou Oostenrijk niet zijn als hierop ook niet op een zegel aan dacht aan zou zijn besteed. Dat gebeurde op 15 maart met een 4,50 schilling-zegel (oplage 3,6 miljoen) waarop een 'Rekozettel' uit de eerste oplage: Wien, Central-Pos- tamt-No 1. De PTT laat nog weten dat de zegels willen attenderen op twee grote muziekevene menten. Nederland heeft na melijk de organisatie gekre gen van de Wereldmuziekda gen van de International So ciety for Contemporaty Mu sic (ISCM), een jaarlijks festi val van hedendaagse muziek, die van 4 tot en met 13 okto ber plaats zullen hebben. Bo vendien wordt aandacht ge vraagd voor het tiende We reld Muziek Concours dat van 5 tot en met 28 juli in Kerkrade wordt gehouden. Waren de ontwerpers niet op de hoogte van deze evene- BELGIE - In april 1885 stichtten 112 vertegenwoor digers van Vlaamse, Brussel se en Waalse arbeidersvereni gingen in Brussel de Belgi sche Werklieden Partij. Het 100-jarig bestaan van de BWP is op 15 april gememo reerd met de uitgifte van twee zegels waarop allegori sche voorstellingen: 9 frank, twee deuren die op een kier staan en die nog bijeen wor den gehouden door een los hangende ketting (oplage 4,9 miljoen) en 12 fr., een muur waarin een bres is geslagen met op de achtergrond een vlag (oplage 8,1 miljoen). Op 22 april bracht België de jaarlijkse zegel ter gelegen heid van de 'De dag van de postzegel' in roulatie. Op de zegel in de waarde van 12 frank (oplage 9 miljoen) zien we de meester-graveur Jean de Bast (1883-1975) aan het werk. De Bast graveerde niet minder dan 106 Belgische postzegels, negen zegels over de Belgische spoorwegen en twee zegels over Belgisch- Kongo. Pausbezoek v;» aan --■i* Nederland T~^~- Utrecht 11-15 mei 1985 STEMPELNIEUWS - Neder land komt niet, zoals in veel andere landen waar paus Jo hannes Paulus II op bezoek komt het geval is, met een bijzondere zegel. Wel zal van 11 tot en met 15 mei in Utrecht een bijzonder posts tempel worden gebruikt. Cor respondentie naar: Postdis- trict Utrecht, Postbus 99900, 3500 NA Utrecht. Op de ver- zamelverpakking - deze be hoeft niet te worden gefran keerd - vermelden: Stempe len met poststempel pausbe zoek aan Nederland. Dammen is een spel met vele gezichten of zo men wil karak ters. Afhankelijk van de instelling van de speler(s) kan het variëren van uiterste voorzichtigheid tot de grootst mogelijke fantasie en avon tuur; het kan zijn een spel van een bepaalde mate van saaiheid maar ook van een ongelooflijk spektakel. En vult u zelf maar verder in. Aan durf en fantasie moesten we denken bij het zien van de partij tussen de bekende jeugdspeler Casper van der Tak uit Amsterdam en een van de sterkste Zeeuwse spelers Piet van Splunter uit Middelburg, die we overigens helaas te weinig in per soonlijke kampioenschappen aan het werk zien. Wit: C. v. d. Tak Zwart: P. J. van Splunter Gespeeld aan het eerste bord van de wedstrijd uit de landelijke le klas competitie tussen Katwijk en Mid delburg op 1-10-1984 te Katwijk. Na een van weerskanten eigentijds ingezette opening lanceert zwart een nog niet eerder vertoonde goochel kunst met drie schijven op de lange vleugel: 24 - 25 - 30 met daarachter een niemandsland; en alsof dat nog niet genoeg is voegt hij daar nog een korte vleugelopsluiting aan toe inge leid door 25. 16-21. In een dergelijke partij komen winst en verlies aan elkaar te gren zen. het cruciale moment ligt o.i. bij de 37e zet 38-32 (zie diagram). Door een foutief antwoord komt zwart vrij snel in een delicate positie, maar het had ook heel anders kun nen lopen.... 1. 33-29 17-22, 2. 39-33 11-17, 3. 44-39 7-11, 4. 50-44 20-25, 5. 35-30 19-23, 6. 32-28 23x32, 7. 37x28 16-21, 8. 41-37 21-27, 9. 28-23 1-7, 10. 31-26 27-31, 11. 36x27 22x31, 12. 37-32 31-36, 13. 42-37 11-16, 14. 46-41 7-11, 15. 32-28 14-20, 16. 37-32 20-24, 17. 30x19 13x24, 18. 29x20 15x24, 19. 48-42 18x29, 20. 34x23 9-13, 21. 40-35 10-15, 22. 41-37 25-30, 23. 44-40 15-20, 24. 23-19 20-25, 25. 40-34 16-21, 26. 28-22 17x28, 27. 33x22 11-17, 28. 22x11 6x17, 29. 49-44 13-18, 30. 34-29 24x13, 31. 35x24 5-10. 32. 38-33 10-14, 33. 45-40 4-10. 34. 42-38 18-22, 35. 32-28 13-19, 36. 24x13 8x19, 37. 38-32 2-8, 38. 28-23 19x28, 39. 32x23 8-13, 40. 40-34 22-27, 41. 23-19 13x24, 42. 29x9 3x14, 43. 43-38 12-18, 44. 34-29 10-15, 45. 29-24 18-23, 46. 37-31 27-32, 47. 38x16 36x27, 48. 24-19 23-29, 49. 19x10 29x38, 50. 10-5 25-30, 51. 5-23 zwart geeft op. Stand na 37. 38-32. v. Splunter O v. d. Tak 38-32 wordt gespeeld om 28-23 voor te bereiden, hetgeen zwart nooit had mogen toelaten. Bovendien schuilt voor hem in deze stelling een bijzon der kansrijke, om niet te zeggen winnende, voortzetting. Zwart had moeten spelen 22-27! 43-38 vrijwel gedwongen, want op 28-22 A volgt 27x49; 22x11 49-43; 26x8 43x16 en wint. Op A 28-23 volgt eveneens 27x49 met gunstig resultaat. Dus na 43-38 speelt zwart 27-31 waarop wit 47-42 verplicht is. (Op 28-22 volgt 31x42-48 enz. en op 28-23 volgt eveneens 31x42 met grote over macht. Na 47-42 volgt 36-41; 37x46 12-18; 26x37 19-23; 28x19 14x45 en wit verliest ten minste een schijf wil hij een doorbraak naar een dam beletten. Uit dezelfde wedstrijd als tegenhan ger de verdienstelijke remisepartij van Arie Kammeraat (wit) tegen de welbekende Cees Varkevisser. In Kammeraats spel herkennen we de mathematicus, die koel en nuchter de logica laat prevaleren boven de meer avontuurlijke mogelijkheden. Ook zijn tegenstander kiest deze weg met als gevolg een 'ouderwets, dege lijke' partij met het venijn in de staart. In een stelling, waarin zwart vrij aanzienlijk terrein voordeel heeft behaald, moet deze zich een bijzon der elegante remisecombinatie laten welgevallen. Overigens moet gezegd, dat zwart niet veel anders dan 40. 13-19 in petto had. m.a.w. de witte stelling is safe. A. Kammeraat-C. Varkevisser 1-1 I. 33-28 19-23, 2. 28x19 14x23, 3. 39-33 10-14, 4. 44-39 5-10, 5. 32-28 23x32, 6. 37x28 16-21, 7. 34-30 14-19, 8. 30-25 10-14, 9. 40-34 21-26, 10. 34-30 26x37, II. 41x32 17-22, 12. 28x17 11x22, 13. 33-29 6-11, 14. 39-33 11-17, 15. 30-24 19x30, 16. 35x24 13-19,17. 24x13 8x19, 18. 50-44 9-13, 19. 44-40 3-9, 20. 46-41 7-11, 21. 41-37 22-28, 22. 33x22 17x28, 23. 32x23 19x28, 24. 38-32 13-19, 25. 32x23 19x28, 26. 43-39 20-24, 27 29x20 15x24. 28. 42-38 9-13. 29. 36-31 1-7. 30. 31-27 4-9, 31. 48-42 18-23, 32. 38-33 12-17, 33. 33x22 17x28, 34. 42-38 7-12, 35. 27-21 23-29, 36. 40-34 29x40, 37. 45x34 13-19, 38. 49-44 19-23, 39. 44-40 9-13, 40. 40-35 13-19, 41. 35-30 24x35, 42. 34-30 35x24, 43. 37-32 28x37, 44. 47-42 37x48 45. 21-16. Stand na 40. 13-19 C. Varkevisser Kammeraat Het Witte Paard uit Sas van Gent heeft dit jaar nog meer dan andere jaren het schaken in Zeeland beheerst. Niet alleen werd het eerste team met overmacht kampioen in de landelijke tweede klas, ook de andere teams deden van zich spre ken. Zo werd het tweede Zeeuws kampioen en konden ook het derde en vierde team in hun klasse de kampioensvlag hijsen. Er is wel eens de vrees geuit dat HWP alle sterke spelers uit Zeeland zou aantrekken. Daar is niets van gebleken. Bijna alle spelers van het eerste team wonen in Zeeuwsch- Vlaanderen of zijn uit Zeeuwsch- Vlaanderen afkomstig. De dreiging waar zoveel Zeeuwse clubs mee te maken hebben, dat jonge talentvolle spelers, die om studieredenen de provincie verlaten, verloren zijn voor het Zeeuwse schaak, is voor wat HWP betreft overwonnen. Waar ze ook heen trekken, ze blijven lid. Dat is uniek in de Zeeuwse schaakhisto rie! Nu de mogelijkheid bestaat dat ook het tweede team naar de landelijke competitie promoveert, voelt een aantal Zeeuwse spelers de neiging om lid te worden van HWP. Dat lijkt niet zo verstandig. In de eerste plaats omdat HWP sterk genoeg is(!) en in de tweede plaats omdat over een paar jaar de landelijke competi tie met een klasse wordt uitgebreid zodat het spelen buiten Zeeland dan ook voor andere Zeeuwse topteams mogelijk wordt. In deze rubriek een paar partijen uit de beslissende wed strijd HWP-SMB II (6.5-3,6.) A. den Hamer-A. van Wieringen 1. e4!... Adrie is aan zijn tweede jeugd begonnen! 1... c6, 2. d4 d5, 3. Pc3 dxe4, 4. Pxe4 Pbd7, 5. Pf3 Pf6, 6. Pg3 e6, 7. Ld3 c5, 8. 0-0 b6, 9. Lg5 Le7, 10. dxc5 Pxc5, 11. Lb5+ Ld7, 12. Lxd7 t Pxd7, 13. De2 0-0, 14. Tadl Dc7, 15. c4 Tac8, 16. b3 h6, 17. Lel Tfd8, 18. Lb2 a5, 19. Pd4 Pf8, 20. Pb5 Db8, 21. Pf5!.... Wit heeft voortreffelijk gespeeld en gaat nu oogsten. )Tk zat ingegooid en moest de kleur brengen' is een DIAGRAM II J.vaak gehoorde kreet, vooral als er goede spelers aan tafel zitten. Dat ingooien is een techniek die u in staat stelt een hopeloos lijkend contract toch thuis te brengen, domweg door de tegenpartij het werk voor u te laten opknappen dat u zelf niet kunt doen. 21... Pg6, 22. Pxe7+ Pxe7, 23. Le5 Da8, 24. Lxf6 gxf6, 25. De3... Wit wint een pion, want b6 en h6 zijn niet gelijktij dig te dekken. 25.... Txdl, 26. Txdl Tc5. Zwart ontdekt nog een tegen- kans. 27. Dxh6 Tg5, 28. Dh3 Pf5, 29. g3 Kg7, 30. Dg2 Dh8, 31. Pc3 Ph4. Het ziet er gevaarlijker uit dan het is. 32. De4 Dh5, 33. Td3 Pg6,34. De2 Dh7, 35. Khl Dh3, 36. f4 Tc5, 37. Pe4 Tc8, 38. Pf2 Dh7, 39. Pg4 f5, 40. Db2t e5,41. Pxe5. Zwart geeft het op. Een prima partij van Den Hamer, die het volgend seizoen waarschijnlijk ook weer aan het Zeeuws kampioenschap mee zal doen. Met zijn grote ervaring en zijn uitstekende fysieke conditie, op peil gehouden door bergbekümmen zal hij de concurrentie nog menig benauwd uurtje bezorgen! Zeer goed speelde dit seizoen ook weer ex-kampioen Kees Nieuwelink. Zijn partij uit de laatste ronde tegen een 'halve'-clubgenoot (Kees woont in Nijmegen) was een kasstuk. K. Nieuwelink-K. Helmond 1. e4 c5, 2. Pf3 d6, 3. d4 cxd4, 4. Pxd4 Pf6, 5. Pc3 a6, 6. Lc4 e6, 7. Lb3 b5, 8. 0-0 Le7, 9. Df3... Een ongebruikelijke, maar goed speelbare zet. Meer gangbaar is 9. f4. 9... 0-0? Goed berekend, maar niet goed ge noeg. De theorie geeft 9... Db6 en 9... Dc7 als betere zetten. 10. e5! dxe5, 11. Dxa8 Db6. Zie diagram Wit heeft een toren gewonnen, maar zijn dame zit in de val. Er dreigt Lb7, maar ook exd4. 12. Pf5ü... Met deze fraaie zet stelt wit zijn materieel voordeel veilig. Het was de enige goede zet. 12... exf5,13. Le3!... De clou van de vorige zet. De witte dame wordt bevrijd. 13... Dc7,14. Da7 Dxa7, 15. Lxa7 Pc6. Wit staat nu de kwaliteit voor en weet dit voordeel in het vervolg van de partij op voortreffelijke wijze te verzilveren. 16. Lb6 Le6,17. Tfdl Tb8,18. Lc7 Tc8, 19. Ld6 Kf8, 20. Lxe7 Kxe7, 21. Pd5t Pxd5, 22. Lxd5 Lxd5, 23. Txd5 Td8, 24. Txd8 Pxd8. Na de grote ruilactie, ingeleid met 19. Ld6 staat zwart glad verloren. Hij had hier op kunnen geven. 25. c3 Pc6, 26. b4 Ke6, 27. a4 Kd5, 28. axb5 axb5, 29. Ta6 e4, 30. Tb6 Pe7, 31. Txb5+ Kc4, 32. Tc5+ Kd3, 33. b5 f4, 34. Kfl e3, 35. b6 Kd2, 36. fxe3 fxe3, 37. Te5 Pc6, 38. Td5t Kxc3, 39. Ke2 Kc4, 40. Td7 Kc5, 41. b7. Zwart gaf het op. Probleem van de week. lllllll V. Halberstadt 1955 Wit: Kb5, Dh5, Te8. Zwart: Kd7, Le6, pionnen op d6, h7 en h6. Mat in 5 zetten. Een zeer lastige opgave met fraaie, subtiele wendingen. Oplossing van de vorige week. Speckmann 1963. Tweezet. Wit: Kc4, Thl. Pa3, Pa4. Zwart: Ka2, pionnen op c5 en h2. 1. Pbl! Kal, 2. Pc3 mat. Het z.g. Anderssen-mat. Noord - 9 10985 4» Noord 85 97543 10985 4» V6 West 4 109 - A43 N W O Z West 4 AH1094 A62 A43 4> B7 N W O z Oost 4 VB63 H8 V62 4» 5432 Zuid 4 72 VB10 HB7 4» AH1098 Zuid opent 1 KI. waarna u als west in 4 Sch belandt. Noord start KI V en speelt klaveren na. Zuid speelt een derde ronde die u hoog troeft. U trekt de troeven en het zou nu naïef zijn noord op Ru H te taxeren. Die kaart zit natuurlijk bij zuid, die immers heeft geopend, en het verlies van twee slagen in die kleur lijkt onvermijdelijk. Tenzij... u zuid kunt dwingen ruiten te spelen. En dat kan inderdaad. U incasseert Ha H, steekt over naar Ha A en troeft een harten. Dat leidt tot: ZIE DIAGRAM II U bent op tafel aan slag en speelt de laatste klaveren. Zuid speelt de 9 en u troeft niet, maar gooit een ruitentje af. Zuid mag vervolgens kiezen uit ruiten'spelen en u een extra slag te bezorgen, of klaveren spelen en u eveneens een extra slag te bezorgen. Een ander voorbeeld, ont leend aan ons boekje Eliminerende Speelwijzen: ZIE DIAGRAM III DIAGRAM III Zuid HB7 4> 98 Noord 4 VI084 AV3 AV5 4> H42 Oost 4 B - V62 4» 5 West 4 2 10874 1086 4- VB1085 N W O Z Oost 4 6 HB9 B732 4 A9763 Zuid 4 AHB9753 652 H94 4 - Als zuid speelt u 6 Sch - west start met KI V - en zal u nu weinig moeite kosten de winnende speelwijze te vinden die met wiskundige zekerheid tot 12 slagen leidt. Dan tot slot nog eenmaal het 6 Ha-spel uit de selectie wedstrijden. N.a.v. de oplossing van de heer Reurink, eveneens gebaseerd op een ingooi, merkte ik op dat dat zeker nog niet het laatste woord zou zijn. Welnu, dat klopte: west kan namelijk aan de ingooi ontsnappen door Ha B onder te gooien, zoals diverse lezers opmerk ten. Oost maakt daarna de laatste twee slagen.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1985 | | pagina 9