trimmen in
amerika een
toeristische
trekpleister
PZC/ vrijdagkrant i
lachen
andere wereld
drankjes
probleem
i den
pittig
zware jongens
IIJDAG 19 APRIL 1985
Vroeger moest je nog wel
eens ad rem zijn. Werd je
als trimmer voorgehouden
dat „ze hem al hadden" of
(sterker nog), dat „de trein
reeds was vertrokken". Ach,
ach, ach wat hadden we op
dat gebied toch een humoris
ten in ons land. De een was
nog origineler dan de ander.
Maar die tijd lijkt voorbij.
Trimmers zijn in Nederland
al lang een alledaags ver
schijnsel geworden. Nie
mand kijkt meer op als je
met zwoegende boezem door
de berm ijlt.
Totdat het Nederlandse trim
mersvolk zich natuurlijk net
zo gaat gedragen als het
Amerikaanse. De snedige op
merkingen zullen dan onge
twijfeld opnieuw niet van de
lucht zijn want zeg nou zelf:
wie gaat er als volwassen
man op zondagochtend half
acht nou achter en kinderwa
gen lopen rennen? Op van die
geavancheerde gympies in
derdaad, in dezelfde veder
lichte kledij ook waarin Al
berto Salazar de marathon
van New York placht te win
nen en... met een dommelend
kind in het karretje.
Trimmen is in Amerika on
derhand een toeristische
trekpleister geworden. Wie
ooit naar Amerika reist, mag
zich het buitenkansje niet la
ten ontnemen de trimmende
Yankee gade te slaan in bij
voorbeeld het Central Park
van New York. Hij dient zich
de dekens dan wel vroeg van
het lijf te werpen, want Ame
rikanen - zeker het trimmen
de deel van de natie - zijn
vroege vogels. En vreemde
vogels tegelijk.
Maar het werkt wel aansteke
lijk, al dat gezwoeg en geploe
ter. Het groepje Japanners op
die fraaie nazomerochtend in
september lachte zich aan
vankelijk een aap. Maar wie
renden er een half uur later
op blote voeten over het op
zondagochtend speciaal van
verkeer afgesloten asfalt in
het Central Park? Juist ja,
die Japanners. Gillend van
het lachen, zwetend als otters
en met de schoenen in de
hand.
Ze vielen overigens wel op.
Niet door die aan de verkeer
de ledematen bungelende
schoenen: niet door hun drie
delige van zweet doordrenk
te costuums ook, maar om
dat ze lachten. De Ameri
kaanse trimmer immers
lacht niet. Hij sjokt met een
ernstig gezicht langs de eeu
wenoude bomen van het
park en steekt hoogstens een
keer een handje omhoog als
hij iemand tegenkomt die hij
kent. Hij heeft geen oog voor
de talloze, grijze eekhoorn
tjes die van tak naar tak
springen: geen oog voor de
artiesten die al in de vroege
ochtend hun kunsten verto
nen; geen oog voor de bizar
gekleede huismoeders die
stomend en puffend vechten
tegen rimpels en vetrandjes.
Hoe oud was ze? Ik durfde
het haar niet te vragen. Ze
boog zich in bochten waar
aan zelfs een slang een puntje
had kunnen zuigen en bleek
Betsy Shapiro te heten. „This
is life", kirde ze haar sneeuw
witte maillot tot boven haar
navel omhoog sjorrend en
hupte lichtvoetig door op de
maat van uit twee van over
heidswege verschafte luid
sprekers dreunende disco
deunen. Samen met nog een
stuk of honderd dames en
heren die de dertig ongetwij
feld al lang waren gepas
seerd.
Want ook in Amerika begin je
pas te trimmen als je 35 bent
of zoiets. Dan pas koop je je
een paar trimschoenen en
dan pas ren je bij nacht en
ontij Fifth Avenue af op weg
naar het groene Central Park.
Bij voorkeur in een T-shirt
waarop teksten staan te lezen
als „Sex-instructor - First les
sons free", maar soms ook in
zo'n weinig wegend broekje
en hemdje dat zelfs een vlin
der er in op zou kunnen stij
gen.
Preuts, die Amerikanen. Ver
voeg u in Central Park en
verbaas u. Die vrouw dar die
op dat al gestofzuigde gras
perkje rekoefeningen aan het
doen is met een aantal sexe-
genoten, moet minstens 45
zijn. Maar het décolleté van
haar jumpertje loopt door tot
ver in het diepe zuiden en
haar als barok te omschrijven
bilpartij is bedekt met zo'n
klein stukje textiel, dat men
er in Nederland nauwelijks
een haarband van had kun
nen maken.
Maar alweer: geen mens die
er van opkijkt. Een Ameri
kaan stapt tijdens het trim
men in een geheel andere
wereld. Een wereld waarin
alléén hij belangrijk is. De
rest bestaat niet. Ook al zijn
die getooid met namen als
Antony Quinn, die ondanks
zijn vergevorderde leeftijd
(68) z'n tors nog altijd fit
houdt met een dagelijks om
metje van tien kilometer,
soms vergezeld van me
vrouw Jackie Kennedy, die
in een zachtgeel trainings
pak en dito schoenen als één
van de weinigen om haar
verschijning denkt.
Ingesloten door een muur
van wolkenkrabbers, rennen
en fietsen ze daar door een
park dat net zo groot is als
Monaco. Ze steken loom grij
zend en dagdromend hun ar
men omhoog als ze de streep
passeren, die één keer per
jaar dient als finish van
'swerelds beroemdste mara
thon en ze vloeken zachtjes
op die dekselse negerkinde
ren, die op hun rollerskates
toeren uithalen waarmee ze
in Nederland zo in het circus
kunnen optreden, maar
waarmee ze voortsjokkend
Amerika bij tijd en wijle de
stuipen op het lijf jagen.
Central Park, zondagoch
tend half acht. In de Amster
damse Kalverstraat is het
zelfs op Koninginnedag
nooit drukker geweest. Bij
de back-stops op de grote
grasvelden wordt al fanatiek
softbal gespeeld of het voor
de meeste Europeanen onbe
grijpelijk American Foot
ball. „Go, go, go..„ Het zijn
zo'n beetje de enige woorden
die je er hoort. Verder ver
neemt men alleen maar het
gehijg uit duizenden borst
kassen, een gehijg dat rit
misch wordt ondersteund
door het geflap van het dub
bele aantal voeten. Hier leeft
Amerika.
Als je vanaf het dakterras
van het Empire State Buil
ding richting Central Park
kijkt, zie je in de verte, bo
ven de bomen een grijze ne
vel hangen. De verzamelde
adem die uit de monden van
al die trimmers is komen
wolken? Als je nog nooit van
in de zon verdampend water
hebt gehoord, zou je het bij
na gaan geloven.
ROB VAN DEN
DOBBELSTEEN
wat moet ik eten onderweg?
Jet grote dilemma van alle
joggers, die, 'iets groots'
illen gaan verrichten. Die bij-
lorbeeld in één dag om het
sselmeer willen fietsen of die
angzaam ontluikende rage) de
fsluitdijk hardlopend willen
:dwingen. „Wat moet ik eten
iderweg"? Kijk, stoere boys
s 'IJzeren' Willem van Est
:nden deze problemen niet.
i legendarisch is het verhaal
in 'Dolle' Dries van Wijhe die
et een paar boterhammen
et spek in zijn achterzak in
'"0 of daaromtrent op de Cau-
irg kampioen van Nederland
erd bij de wieleramateurs.
ten, daar dacht je nauwelijks
'er na. Als je om half negen
in de start moest verschijnen
in de zevende rit van de Ronde
in Frankrijk, stapte je om zes
lr je bed uit en je begon aan
:n bord met rijst en biefstuk,
at was jarenlang gewoonte ge-
eest en niemand zag in waar-
11 je die gewoonte zou afschaf-
n. Dat Reinier Paping 'op' een
ard Brinta-pap de Elfsteden-
'Cht van 1963 won, betekende
nrin of meer een doorbraak en
ids verzorger Ruud Bakker
it intrede deed als soigneur
'n de Peter Post-ploeg was het
'k helemaal van de dam.
ant Bakker wist niet alleen
chzelf te verkopen, maar ook
wonderdrankjes' en '-papjes'
hij in zijn koffer langs de
•appeplaatsen mee zeulde. Na-
hirlijk, men mocht aannemen
at Gerrie Knetemann zijn
tjes onder meer won door zijn
«rke benen en zijn heldere
;rstand, maar pas op, dat slim-
le drankje mocht men ook niet
Makken.
e gevolgen waren bijna desa-
'reus te noemen. Heel trim
mend Nederland stortte zich op
vaak peperdure drankjes en
taminepreparaten. Een gewo-
- verkade-reep met hazelno-
n was niet meer voldoende om
avondritje van 30 kilometer
voltooien. Er dienden muess-
ePen in het fouragezakje te
arden gestopt. En in de bidon
klotste niet meer de ouderwetse
kouwe thee met citroen en sui
ker, maar een geel drankje
waarin precies 'alles' zat wat de
trimmer nodig had.
Op de markt van speciale
drankjes, repen en wat dies
meer zij werd het een gedrang
van jewelste, maar de eerste
slachtoffers zijn onderhand ge
vallen. Een van de grootste
importeurs van speciale sport-
drankjes leurt met zijn artike
len al sinds enige tijd langs de
deuren van de concurrentie (hij
wil er van af omdat hij het 'aan
de straatstenen niet kwijt
kan") en alleen Wander weet
zich met zijn 'astronautenvoed-
sel' nog min of meer te handha
ven.
Maar het 'trimmersdom' lijkt de
weg terug te hebben ingeslagen.
In sport geïnteresseerde artsen
als de oud-hockeyinternational
Jan van Gooswilligen hebben zo
vaak kond gedaan van het feit
dat de gemiddelde trimmer zich
het best aan zijn normale menu
kan houden (of hij moet geld te
over hebben), dat veel fietsers
en lopers zich weer tot de oude
eetgewoonten hebben bekeerd.
Illlustratief is het verhaal van
Cees Mertens, die in 1985 met
ruim 33.000 afgelegde kilome
ters fletskampioen werd van de
clubs 'Omnisport' uit Heerhugo-
waard. Zijn avonturen beschrij
vend in clubblad 'De Omnibus':
„Doordeweeks begon ik 's och
tends met zeven a acht sneetjes
brood. Ik nam tien sneetjes mee
naar mijn werk met drie a vier
appels en een banaan en als ik
om half vijf thuiskwam stond er
een bord yoghurt met muessli
klaar plus vier sneetjes brood".
En deze holle bolle Gijs (overi
gens zo mager als een lat) ver
volgt: „Onderweg nam ik ook de
tijd om te eten. Op de route
Heerhugowaard-Putten had ik
meestal twaalf sneetjes brood
mee en bij een café nam ik dan
nog een paar bakjes koffie en
een punt appelgebak. In al dat
sportvoedsel en die sportdrank-
jes geloof ik niet. Op bruin
brood met kaas kom je ook een
heel eind".
Mertens is niet de enige die er zo
over denkt. Want tot welke ont
dekking kwamen de medewer
kers van de Capaciteitengroep
Humane Biologie van de Rijks
universiteit van Limburg, nadat
zij tijdens de Ronde van Frank
rijk van 1984 vijf renners van de
Panasonic-ploeg van Peter Post
aan een voedingsonderzoek
hadden onderworpen (Guus van
Holland in 'De Volkskrant' van
23 november 1984)?: „Bij metin
gen kwam aan het licht dat
koekjes en taartjes de grootste
energieoplading opleveren".
Een probleem echter: hoe neem
je die taartjes en koekjes in de
zakken van je shirt mee. Van
daar dat de kleine muessliere-
pen nooit helemaal zullen ver
dwijnen. Net zo min als de
isotonendrank plaats zal moe
ten maken voor de kouwe thee.
Dr. W. Saris, wetenschappelijk
medewerker van de Maas
trichtse Universiteit en één van
de onderzoekers: „Je moet niet
alleen dit of alleen dat eten. Je
moet ook voor afwisseling zor
gen. De ene keer een kersen-
vlaatje en de andere keer één
met pruimen, dan blijft het
allemaal een beetje smakelijk".
Men moet zich er voor waken,
aldus dr. Saris, alleen maar
sportpillen en sportdrankjes te
nemen. Niet alleen dus omdat
koekjes en taartjes nog meer
energie geven, maar ook omdat
de sporter mentaal ten gronde
kan gaan aan steeds maar weer
hetzelfde voedsel. Veel trim
mers verdragen trouwens die
sportdrankjes niet eens. Vooral
het babyvoedsel wil nog wel
eens darmstoornissen opleve
ren, zoals uw verslaggever tij
dens tochten door de Ardennen
tot zijn niet geringe ontstem
ming mocht ondervinden.
Vandaar dat ook hij weer is
teruggekeerd naar 'af. En net
doet als Kees Kist, de voetballer
van AZ'67, die voordat hij het
veld in gaat nog vlug even twee
boterhammetjes met jam veror
bert. Willem Becking, arts van
AZ: „Jam verschaft de gebrui
ker niet alleen energie, maar
Kees gelooft er ook heilig in. En
misschien is dat nog wel veel
belangrijker".
ROB VAN DEN
DOBBELSTEEN
)e excentrieke
enkeling die in de
ren vijftig over een
aat een stukje ging
rdlopen had geen
us: hij pakte z'n linnen
mpies, strikte zijn
ters en draafde met
eds stijver wordende
iten over de keitjes.
schoenen met
imme schokdempers
als optimaal verend
bber, in- en
tschroefbare kunststof
pjes of alleen maar
cht had hij nog nimmer
hoord. Daar is nu dus
mig verandering in
komen,
danig zelfs; dat zelfs de meest
nteresseerde trimmer
derhand door de zolen de
ïoen niet meer ziet. De zich
n sLeeds fraaier wordende
ildmerken bedienende
jrikanten roepen allemaal dat
n systeem het beste is en de
mmer moet maar zien uit te
iden, wie de waarheid
eekt. Ten koste van veel geld
ak, want hoe kom je te weten
ichoenen met
hokdempdopjes" wel of niet
ichikt zijn voor jouw manier
nlopen? Juist ja, door ze
ensief te gebruiken,
tuurlijk: een goede
orlichting brengt je een eind
streek. In de Sport Medische
viescentra (SMA's) kunnen
aan de hand van een
hopedisch onderzoek met
grote zekerheid vaststellen
lke soort schoen het meest
chikt is voor de persoon in
estie en ook in de
pecialiseerde sportzaken
nmen de trimmers een eind
weg helpen. Maar hoe goed
advies ook zal zijn, er blijft
i onzekere factor.
n Legrand,
eester-fietsenbouwer bij de
van Peter Post zei eens
er het construeren van de
iste fiets: „Ik moet een
ureur waarvoor ik een fiets
b gemaakt eerst zien lijden.
momenten dat zo'n vent van
ren niet meer weet dat hij
in achteren nog leeft, kan ik
s zien of de fiets past, of de
dsgoed is. Zelfs maten, die
t op tienden van millimeters
uwkeurig zijn opgemeten,
ggen dan niks. Het is een zee:
irsoonlijke zaak".
naar schokdempdopjes
Hetzelfde geldt voor schoenen.
Ger P. liep een winter lang tot
zijn grote genoegen op een paai
schoenen van een bekend Fins
merk. Toen ze versleten waren
vervoegde hij zich bij de
sportwinkel. De oude schoenen
werden uit en te na bekeken,
men vroeg hem of er nog
klachten waren en men
adviseerde hem vervolgens
dezelfde schoenen te nemen,
maar dan een half maatje
groter. Ger P.: „Ik was zeer
onder de indruk van de bijna
professionele manier waarop ik
werd behandeld, maar mooi dat
het wel de rottigste schoenen
zijn geweest waarop ik ooit heb
gelopen".
Hij vormt geen uitzondering. Er
zijn trimmers die altijd hebben
gezworen bij een bepaald merk
en dan ineens op een paar
schoenen komen te lopen die in
geen enkel opzicht bevallen.
Wat 'm natuurlijk ook ligt aan
de stroom van nieuwe modellen
die de grote merken elk jaar
weer aan op de markt brengen.
Het lijkt zinnig daarom eens te
onderzoeken welke modellen
het bij één merk langer
volhouden dan één seizoen: tien
tegen één dat dat niet de
slechtste schoenen zijn.
Een zo'n schoen is bijvoorbeeld
de „Odyssey" van Nike. Pittig
aan de prijs (ruim 300,-), maar
zijn geld meer dan waard. Zelfs
trimmers van meer dan 85
kilogram kunnen probleemloos
op deze voortreffelijke schoen
lopen terwijl de „Odyssey" toch
„luchtgeveerd" is. Een systeem
waarmee vooral de zwaardere
trimmer voorheen dikwijls zo
liep te „zwikken" dat hij last
kreeg van bijvoorbeeld zijn
achillespezen.
De „Odyssey" heeft trouwens
een broertje gekregen in de
vorm van Nike's
paradepaardje: de „Epic". De
schoen moet volgens opgave
van de importeur nog stabieler
zijn dan de „Odyssey" en is bij
uitstek geschikt voor trimmers
die met de voeten sterk naar
binnen lopen (overproneren).
De „Epic" wordt een
schitterende toekomst
voorspeld ondanks de prijs:
479,-.
Snel in opkomst zijn de
systemen waarin de vering
wordt verzorgd door
„schokdempdopjes". Deze
dopjes zijn er meestal in drie
kwaliteiten (voor zware,
normale en lichte trimmers) en
kunnen naar believen in de zool
van de schoen worden
geschroefd. Adidas
introduceerde het systeem
aanvankelijk wat schuchter in
tennisschoenen, maar oogstte
met deze vondst zoveel succes,
dat men er nu een groot aantal
schoenen mee heeft uitgerust.
Prijzen: om en nabij de 180,-.
Overigens is het systeem min of
meer gekopieerd door Hi Tec.
Deze firma voorzag de Silver
Sprint van blokjes, die in de
hak van de schoen kunnen
worden geplaatst en die voor
het overige dezelfde
uitwerking hebben als bij het
Adidas-systeem. De zware
jongens mogen op rode blokjes,
de lichte op gele en de
„normale" trimmer op blauwe.
De prijs van deze schoen:
159,-.
Tenslotte kwam ook het puur
Nederlandse merk Quick met
een paar loopschoenen op de
markt. Een novum. Quick
maakte voorheen eigenlijk
alleen maar voetbalschoenen,
die vooral bekendheid kregen
door de vele doelpunten die
Ruud Geels er mee maakte. De
nieuwe schoenen zijn er in twee
modellen en de schokdemping
wordt verzorgd door speciale
rubbers in de hak. De prijs is
bepaald concurrerend te
noemen: 130,-.