lente jazzconcert
derzoek
nsumenten
:ontakt
PZC/ vrijdagkrant 11
koos alberts
Inlichtingen: PZC-Vrijdagkrant,
Walstraat 56, 4381 EG Vlissingen.
llJDAG 5 APRIL 1985
e meeste
nutsbedrijven zien
n kans „op een
lelijke manier" met
In klanten om te gaan.
Dit concludeert
insumenten Kontakt
een onderzoek. Het
irdt tijd dat er andere
lorwaarden komen en
jnder of geen
ligementen, stelt de
isumentenorganisa-
j. Zij zal hierover de
ve antwoordelijke
bewindslieden en de
■janisaties van
ltsbedrijven
aderen.
\\nder voorwaarden
corporation
Koos Alberts
De Nederlandse zanger Ko
Alberts treedt vanavond, vri
dag, op in discotheek
Hooizolder in Westkapel
De artiest, bekend van lied,
als 'Ik verscheurde je foto'
'Gisteren heeft zij mij ver
ten' treedt dan voor het ee
op in Zeeland. Zijn optred
begint rond elf uur. De Ho
zolder is vanaf negen uur
opend.
Maandag wordt in jazzcafé Porgy Bess in Terneuzen het
tweede Lente Jazzconcert verzorgd door de Terneuzense
Jazz Friends '84 en Rudy van Duyse. Frank Koulen
ontvangt zijn gasten vanaf 15 uur.
Rudy van Duyse, oud-Terneuzenaar, hield in het begin van
de jaren zeventig wekelijks jam-sessions in Porgy Bess.
Twaalf jaar geleden vertrok hij naar Duitsland om gitaarles
te gaan geven aan een conservatorium. Daarnaast formeer
de hij een eigen orkest.
Op inititatief van collega Tonny Krijger (gitarist bij Pihama,
Splanky, John White's Bigband saxofonist bij Bigband van
Henk van Montfoort en gast-solist bij diverse orkesten) is
Rudy van Duyse weer in Nederland. Beiden maken deel uit
van de Jazz Friends '84, ontstaan in 1984 ter gelegenheid van
het 12e Schelde Jazz Festival. Behalve Rudy van Duyse en
Tonny Krijger bestaat het ensemble uit Harry Hilbrink
(piano), Piet van Meerbeek (drums) en Maarten Weiier (bas).
Maarten Weiier is vaste bassist van Patricia Beyssens en
leraar bas aan de Muziekacademie van Antwerpen.
Frank Koulen
nutsbedrijven niet
aardig voor klant
zeeland welwillend
Wij gaan alleszins rede
lijk met onze klanten
)m- Als er problemen zijn
lr°beren we zoveel mogelijk
'en welwillend oor te heb-
>en". Resoluut wijst chef ver-
ruikers- en debiteurenadmi-
'istratie van de PZEM K.
'iinderhoud de kritiek van
Consumenten Kontakt van de
jghfl dat de meeste nutsbe-
rijven niet consjiment-vrien-
lelijk zijn. Ook WMZ-voor-
|ehter G. van Rossum wenst
hand niet in 'eigen' boezem
e steken. We hebben over
|ot algemeen weinig moei-
heden en onze contacten
tot de klant verlopen goed".
Konsumenten Kontakt con
cludeerde na een onderzoek
onder de Nederlandse nutsbe
drijven onder meer dat de be
drijven 'intimiderende taal
uitslaan' en 'dreigbrieven' aan
nietbetalers uitsturen. Vol
gens de woordvoerders van de
PZEM en de WMZ is daar geen
sprake van. Wij hebben stan
daardherinneringsbrieven die
de deur uitgaan als klanten
hun nota niet tijdig betalen. In
die brief staat tevens wat de
consequenties zijn als er niet
betaald wordt. De volgende
stap is het sturen van een
incasseur die het geld aan de
deur komt innen. Als dan nog
steeds geen geld op tafel komt
gaan wij over tot afsluiting",
aldus Minderhout. Dreigemen
ten als zou de gastoevoer bij
voorbeeld definitief afgesloten
worden bij herhaaldelijke
wanbetaling zijn volgens de
PZEM'-er niet waar te maken.
Wij hebben een leverings
plicht. Een nutsbedrijf mag
daarom nooit zegg en dat er
aan een klant in de toekomst
geen gas geleverd gaat wor
den". Zowel de PZEM als de
WMZ hebben een vaste proce
dure als het gaat om wanbeta
ling. Beide bedrijven gaan ech
ter niet zo ver dat zij de klan
ten een betalingsregeling aan
bieden. De afnemer moet daar
zelf om vragen en wel in een
vroegtijdig stadium. Wij kun
nen niet zien in wat voor een
situatie een klant verkeert als
er niet betaald wordt. We heb
ben ooit wel eens een klant een
regeling aangeboden maar dat
viel helemaal verkeerd. De af
nemer voelde zich zwaar bele
digd en het heeft een hoop
moeite gekost om dat recht te
zetten", aldus Minderhout. Bij
de PZEM lopen jaarlijks enke
le duizenden betalingsregelin
gen.
De WMZ heeft minder last met
wanbetalers omdat de bedra
gen lager liggen. Wij schake
len bij betalingsmoeilijkheden
de gemeente in. Als het gaat
om een klant die bijvoorbeeld
bij de sociale dienst loopt dan
hebben wij daar verder niets
meer mee te maken. De ge
meente treft dan samen met
die afnemer een betalingsrege
ling." aldus van Rossum. De
WMZ hoeft dan ook vrijwel
nooit tot afsluiting van de wa
tertoevoer over te gaan. „Wij
mogen overigens ook niet tot
permanente afsluiting over
gaan van het ministerie van
volksgezondheid. Op diens ge
zag kan dan een afnemer op
nieuw aangesloten worden".
ANNEMARIE
ZEVENBERGEN
vo
co;
I2
leveranciers van gas,
triciteit en water proberen
chillen te beslechten met
igbrieven. Daaraan stoort
zich in hevige mate, zo
kt uit een artikel over het
erzoek in het blad
opkracht". Mensen die hun
rgienota niet kunnen
alen, worden bedreigd met
uiting, hoge incasso- en
uitkosten en
rborgsommen.
bedrijven slaan
miderende taal uit, zegt KK.
fjrbeeld is een brief van het
bedrijf Zuidoost-Drenthe,
in wordt meegedeeld dat
de betrokkene „nogmaals
ens wanbetaling van de
toevoer moet worden
besloten, de gaslevering aan u
rot ;d zal worden
Rindigd". Cliënten van het
frgiebedrijf Delfland worden
|t gigantische boetes
eigd. De kosten zouden
nen oplopen tot f2000, zo
dt gezegd.
150 nutsbedrijven kregen
KK een vragenlijst
gestuurd; 88 gaven
-woord. Uit die antwoorden
[kt dat veel bedrijven aan
unidatie doen. Vaak
geren ze ook mee te werken
betalingsregelingen en
rijven uiterst
Overzichtelijke afrekeningen.
sumenten Kontakt
iciudeert dat de meeste
sbedrijven de zogeheten
mene voorwaarden (voor
Jering), zoals die in 1979
wden opgesteld, niet
■üteren. Daarover is vier jaar
pierhandeld; maar de
rwaarden voldoen niet. Na
jaar hanteert 17 procent van
k 1 ijven de voorwaarden
T'
preken zijn er vooral wat het
ssobeleid betreft. Het is dan
hoog tijd dat nieuwe
rwaarden worden opgesteld,
'tde organisatie. Maar dit
ft alleen zin als de
bedrijven dan ook worden
KPlicht die voorwaarden te
F vaarden. Nutsbedrijven zijn
i-overheidsinstellingen en
Ruim de helft der bedrijven
stelt de consument op een
redelijke manier op de hoogte
van het feit dat er
betalingsachterstand bestaat.
Veel bedrijven sturen
onduidelijke brieven waaruit
niet goed valt op te maken wat
er aan de hand is en wat de
gevolgen zijn.
Voorbeeld van een „fatsoenlijke
brief' is van het gas- en
waterleidingbedrijf der
gemeente Rheden. Daarin
wordt meteen aangeboden een
betalingsregeling te treffen of
contact op te nemen met de
gemeentelijke kredietbank.
Voorbeeld van hoe het niet
moet: wanbetalers in
Haaksbergen krijgen van het
energiebedrijf in die gemeente
een brief waarin wordt gedreigd
dat het college van
burgemeester en wethouders op
de hoogte wordt gesteld van de
betalingsachterstand. De
gemeenten Zandvoort vraagt
alle energieverbruikers een
waarborgsom van f 50; andere
bedrijven vragen
waarborgsommen aan
wanbetalers (onder meer
Rijnland). In veel gevallen gaat
het om een bedrag van drie
termijnbetalingen.
Veel consumenten zien geen
uitweg meer in de problemen
met het nutsbedrijf, terwijl die
oplossing er vaak wel is.
Geschillen kunnen immers
worden voorgelegd aan de
Geschillencommissie Openbare
Nutsbedrijven. Die commissie
heeft de afgelopen jaren enkele
honderden uitspraken gedaan.
Daaruit blijkt dat de consument
zeker niet vergeefs bij deze
instantie aanklopt.
Probleem is alleen dat veel
mensen niet weten dat de
geschillencommissie bestaat.
De meeste nutsbedrijven
verzuimen hun klanten daar op
te wijzen. KK heeft nog wel
enkele bezwaren tegen de
klachtenbehandeling. De
kosten zijn voor veel mensen te
hoog. Dat de commissie alleen
zitting houdt in Den Haag en
Zwolle maakt het voor
bezwaarden uit andere delen
van het land zeer moeilijk hun
klachten mondeling toe te
komen lichten.
KEES CORNELISSE
daarom zal de overheid moeten
ingrijpen, zegt KK. Nieuwe
regels zijn nodig waaraan de
bedrijven zich moeten houden.
De nutsbedrijven zijn niet
consument-vriendelijk, vindt
KK. Dat blijkt uit de
betalingsafrekeningen die
worden verzonden. In 1981
hebben de
consumentenorganisaties
samen met het ministerie van
economische zaken en het
overlegorgaan nutsbedrijven
een model-afrekennota
opgesteld. Dat was nodig
vanwege de
onoverzichtelijkheid die
bestond. Maar de meeste
bedrijven weigeren deze
model-nota te gebruiken.
Uit het onderzoek blijkt dat
slechts 35 procent van alle
nutsbedrijven de
modelafrekening hanteert; 8
procent kondigde aan daartoe
binnenkort over te gaan.
Enkele bedrijven gebruiken het
model niet, maar hebben wel
een duidelijke afrekening.
Ongeveer de helft van de
bedrijven verzendt „een
onduidelijk papier", zoals KK
dat noemt.
heineken
brengt pijpje
om hals
Freddie Heineken heeft dus
andermaal genadeloos toe
geslagen. Joeg hij eerst de kat
in de gordijnen door bij de
Amsterdamse politie de beste
dienders weg te kopen voor
zijn bodyguard, nu heeft hij
bierdrinkend Nederland de
wacht aangezegd. De 30 cl fles
alias het pijpje gaat verdwij
nen. Het geruchtencircuit
draaide al enige tijd op volle
toeren, maar nu is het dan zo
ver. Op een persconferentie
werd het vonnis officieel uit
gesproken.
Zoals te doen gebruikelijk bij
dit soort rampen werd een
groot aantal bedrijfstechni-
sche argumenten aangevoerd.
Men was tóch aan nieuwe krat
ten toe, het oude flesje bescha
digde zo snel en meer van dat
soort rookgordijnen. Als
troostprijs voor de consument
was er nog de mededeling dat
een vol krat voortaan geen 18
maar 15,5 kilo weegt, omdat
het nieuwe flesje wat lichter op
de hand is.
Aangezien Freddy met zijn
Heineken en Amstel de helft
van de Nederlandse markt be
strijkt, zit er voor de andere
brouwers weinig anders op dan
te volgen. Toch merk je in de
contacten met de brouwers dat
het niet echt van harte gaat.
Bij de Hengelose Bierbrouwerij
probeert men eerst de boot wat
af te houden wanneer je vraagt
op welk moment de klant hun
'Pompvers' in de nieuwe ver
pakking tegemoet kan zien.
„Als u wilt weten hoe het nieu
we flesje eruit ziet, moet u
bellen met het Centraal Brou
werijkantoor", probeert me
vrouw Boes.
Als blijkt dat het uiterlijk van
het flesje niet de eerste priori
teit heeft bij de vragensteller
maar dat hij heel simpel wil
weten wanneer Hengelo's Bier
in het nieuwe flesje wordt ver
kocht, is het schuchtere ant
woord: „We weten niet of we
daar wat over kunnen vertel
len". Uiteindelijk komt me
vrouw Boes tot het compromi-
santwoord: „Er is afgesproken
met de brouwers dat op 1 juli
1987 iedereen over zou gaan.
Daar houden wij ons aan". Het
is duidelijk: beloofd is beloofd
en motten is ook wat, maar van
harte gaat de overgang niet in
het Hengelose.
Dat brouwend Nederland toch
tot saamhorigheid heeft beslo
ten heeft er waarschijnlijk ook
mee te maken dat zeer veel
biermerken uit een en hetzelf
de vaatje tappen. Gebruik je
dan allemaal hetzelfde flesje,
dan heeft dat zekere voordelen.
Alle brouwerijen één fles
maakt het statiegeldgebeuren
nu eenmaal een stuk overzich
telijker, al was het maar dat je
ongestoord eikaars flessen
kunt gebruiken.
In de onderhandelingen tussen
Heineken en de collega's is dit
waarschijnlijk ook een hard
punt geweest. Oorspronkelijk
wilde Heineken namelijk over
stappen op een groene fles.
Onder druk van de andere
brouwers is het uiteindelijk
toch bij bruin gebleven. Een
bijkomend voordeel voor deze
kleur is dat het oude pijpje zich
nu ook verdienstelijk kan ma
ken voor zijn opvolger: het
oude glas wordt namelijk om
gesmolten.
Bij Heineken rekent men met
enige slagen op de computer
uit dat het al gauw om zo'n 60
miljoen kilo glas zal gaan. Het
is een aardige glasberg, maar
wanneer je weet dat er 500
miljoen pijpjes in omloop zijn
dan valt het wel weer mee.
Desondanks blijft de operatie
nog duur genoeg. Met elkaar
kost het grapje de Nederland
se brouwerijen 250 tot 300 mil
joen gulden. Heineken-Amstel
neemt daarvan de helft voor
zijn rekening. Maar aangezien
men de klap al een tijdje aan
zag komen, is er geld voor
opzij gelegd. Wat dat betreft
zullen kleinere brouwerijen
het de komende jaren wanneer
de bottellijnen moeten wor
den aangepast aan het nieuwe
flesje en er nieuwe kratten
moeten worden ingekocht,
nog moeilijke tijden doorma
ken.
November 1986 begint de grote
inruilactie en voor wat de grote
brouwerijen betreft is in de
zomer van 1987 alles achter de
drug. De groten zien de toe
komst met vertrouwen tege
moet, maar het zal interessant
zijn te inventariseren wie er
van de kleintjes dank zij het
nieuwe pijpje op de fles zullen
aan. Want één ding is zeker:
niet iedereen staat te juichen
over deze vernieuwingsdrang.
Toegegeven, de vooruitgang
houd je niet tegen en het is te
gek om sentimenteel te doen
over zo'n stukje glaswerk,
maar van dat pijpje hadden ze
af moeten blijven. Per slot van
rekening hebben ze de afgelo
pen jaren al het een en ander
afgeknoeid met ons biertje.
Het pijpje was zo ongeveer nog
het enige stuk vastigheid waar
jeje als bierdrinker op kon rich
ten.
Al vijftig jaar had het bij al
vernieuwingsdrang redelijk
buiten schot weten te blijven.
De buikige halve-literflessen
waren destijds de eerst slacht
offers. Toegegeven: het waren
geen halve liters en het waren
ook geen prettige flessen, maar
dat was nog geen reden om ze
in te ruilen tegen de Eurofles.
In die jaren was de Amstel-
brouwerij doordesemd van ver
nieuwingsdrang en had de oor
log verklaard aan de kroon-
kurk. Het makkelijkste alter
natief was natuurlijk een beu-
gelfles, maar dan kon je als
brouwer wel dag met het hand
je zeggen tegen de flessen.
Wanneer je ze terugkreeg had
den ze al een lang leven achter
zich als verpakking voor uit
eenlopende zaken als koude
thee, karnemelk of afgewerkte
olie. Pas wanneer de hals van
de fles wat ruw werd of wan
neer het rubber van de sluiting
verteerd was, achtte de consu
ment het tijdstip gekomen zijn
statiegeld op' te halen. Vandaar
dat Amstel de fliptopper in de
strijd gooide.
Voor degenen die dit feno
meen niet meer hebben ge
kend enige toelichting: de flip
topper was min of meer een
kruising tussen kroonkurk en
een baseballpet. Het grote
voordeel van de sluiting was
dat je hem met blote handen
kon openen. Moeizame trucs
met flessen in de deuropening,
waarbij een schuimballet on
vermijdelijk was, of het tegen
elkaar uitspelen van twee fles
sen met kroonkurken waren
niet meer nodig. Eén sierlijke
tik met de wijsvinger, onge
veer zoals de juffrouw van de
Directbank de telefoon be
dient, en de fles was open. De
praktijk was dat de fles ook
niet altijd even onberispelijk
sloot en dat je regelmatig voor
het gemak moest betalen met
een akelig dood pilsje. De flip
topper ging toen al snel als
floptipper via de zijdeur af.
Bierdrinkend Nederland kon
weer even opgelucht ademha
len.
De volgende bedreiging was
meer van culinaire aard.
Grootgrutter De Gruyter acht
te de tijd rijp om de slogan
„Het bier is weer best" naar het
museum te verwijzen. Onder
het motto het hoeft niet goed
te zijn als het maar veel is,
introduceerde hij de literfles.
„Bier van Pieters, drink het
met liters", riep het bedrijf
innemend Nederland toe. Het
mocht niet baten. De kwaliteit
van het bier was van dien aard
dat zelfs de Hollandse zuinig
heid het volk niet tot drinken
aan kon zetten.
Een beter geslaagde coup was
de invoering van de Eurofles.
Toegegeven, de consument
kon ook geen kant uit. Alle
merken, met uitzondering van
een enigszins eigenzinnige
brouwerij in het oosten des
lands, stapten voor de groot
verpakking over op de Euro
fles.
Voor de export hadden de he
ren brouwers wat meer arm
slag. Zolang je er maar bier in
kon verpakken was bijna alles
goed. De meest ijzersterke em
ballage was natuurlijk het blik
je dat wij van onze bevrijders
hadden leren kennen. Wanneer
je het blikje op Angelsaksische
wijze tinnetje noemde, kreeg
het zelfs iets ambachtelijks.
Het grote voordeel van deze
verpakking is natuurlijk dat er
nagenoeg niets mee kan gebeu
ren, ingeblikt voor de eeuwig
heid.
Aan die weggooiflesjes zie je
trouwens dat die hele bierver
pakking gespeend is van het
meest elementaire gevoel voor
logica. Zo zien we bij de statie-
geldflessen naast de 0,5 liter
Eurofles het 0,3 liter pijpje en
bij de weggooiverpakking zien
we een 0,66 literfles naast een
0,33 en een 0,25 literverpak
king.
Over de vorm van de weggooi-
flessen zullen we het maar niet
al te uitgebreid hebben. Ze
liggen niet fijn in de hand, ze
drinken niet goed, ze zijn al
leen geschikt om met enorme
hoeveelheden in een vrachtwa
gen te worden gepakt. Het zal
niet zonder reden zijn dat Hei
neken voor zijn exportbier
geen gebruik maakt van de
Quasimodoflesj es.
Ook het Heineken-exportbier
laat zich door de dorstigen om
de hals vallen en vatten. Kijk
je niet al te nauwkeurig, dan
lijkt zo'n flesje zelfs, heel in de
verte, op een pijpje.
Maar nu we het er toch over
hebben, lijkt dat nieuwe flesje,
heel in de verte natuurlijk, ook
niet verdacht veel op het ex
portflesje...?
SJOERD
VAN DER MEULEN
Heineken en Amstel bier in huidige en nieuwe 30 cl uitmonstering. Het nieuwe flesje is 1,5 cm lager en
circa 100 gram lichter.