diana niemantsverdriet PIET DE VISSER ...ik heb alle klappen van de wereld gehad... PZC/ week-in 31 Ze is al bijna een uur aan het woord en plotseling merkt Diana Niemantsverdriet op: „Ik kan nog niet zonder handbal. Het is zo moeilijk te bepalen wanneer je aan je top bent. Als ik wist dat ik al zou aftakelen dan was de keus niet zo moeilijk. Ik ben nu nog nieuwsgierig. Ik heb nog bepaalde doelen voor ogen. Er begint in het Nederlands team concurrentie voor me te komen. Die hijgende adem in m'n nek van iemand die in aanmerking komt voor mijn plaats, stimuleert me". Daarom duikt de 27-jarige Vlissingse handbalster in een nieuw avontuur. Terwijl de negen weken oude Ierse schapedoes Scooby broekspijpen op hun kwaliteit test, praat Diana Niemantsverdriet over heden, verleden en toekomst. Vorig jaar werd Diana Niemantsverdriet voor de tweede keer in haar carrière uitgeroepen tot handbalster van het jaar. Ze had zojuist een prima seizoen gespeeld en de waardering achteraf deed haar goed. Toch wekte haar uitverkiezing een soort jaloezie. Bij haar club, Quintus, kon niet iedereen verkroppen dat de international voortdurend in de schijnwerpers stond. Bovendien wilde Diana Niemantsverdriet („ik ben nogal dwars") geen stap wijken als het om verkondiging van handbalinzichten ging. terugslag ambitie koen mijnheer bierkaai klappen Zeven jaar lang reisde Diana Niemantsverdriet vele duizen den kilometers om haar hobby uit te kunnen oefenen. De Vlissingse handbalster wilde per se op het hoogste niveau spelen, maar was nooit bereid daarvoor de eigen streek te verlaten. De thuisbasis bleef Vlissingen en alle ongemakken, zoals de lange reistijden, nam ze op de koop toe. Binnenkort zet ze definitief een punt achter die periode. Diana Nie mantsverdriet speelt het volgend seizoen bij het Middel burgse EMM. Terug op het oude nest. De rust keert weer. ZATERDAG 30 MAART 1985 „Daarover bestonden nogal wat verschillen tussen mij en de spelersgroep. Er was ook sprake van afgunst, hoewel dat een groot woord is. Misschien stond mijn naam te vaak in de krant. Toen heb ik gezegd: Als dat speelt is er maar één oplossing en dat is verdwijnen. Ik heb een paar emotionele gesprekken gehad en daarna heb ik besloten aan het einde van het seizoen op te stappen. Het is tegen m'n principes om er halverwege een seizoen uit te stappen". In Kwintsheul had zich intussen een trainerswissel voorgedaan, waardoor Diana Niemantsverdriet in de nieuwe situatie verplicht werd drie keer in de week te komen trainen. „Daarvan ging ik steeds meer balen, want ik was gekomen op basis van twee keer per week trainen. Ik kan dan wel zeggen dat ik gelijk opstap, maar ik wilde het seizoen toch afmaken. Op een gegeven moment realiseren ze zich datje het meent ook en dan proberen ze alles zo goed mogelijk voor je te maken. Maar ik heb wat dat betreft een vreemd karakter, ik kan het van me afzetten, maar ik vergeet het niet. Er zijn ook dingen tegen mij gezegd, die me geraakt hebben. Ja, ik zou zelfs vedette-neigingen hebben". De handbalster van het jaar speelde bovendien niet erg best. Na haar eerste uitverkiezing, twee jaar geleden, volgde een slecht seizoen en ook nadat ze voor de tweede keer die titel won kwam. „Wisselvallig", realiseert ze zelf. „De ene keer speel ik de sterren van de hemel en de andere keer weer matig. Daar is niet echt een reden voor aan te wijzen. Misschien spelen al die dingen waar ik het net over had mee. Toen ik voor het eerst tot handbalster van het jaar gekozen was, heb ik me een beetje mee laten slepen. Ik wilde me elke wedstrijd weer waarmaken. Dat heeft er nu niets meer mee te maken. Het komt nu ook doordat iedereen me kent. De eerste vier, vijf wedstrijden kreeg ik voortdurend mandekking. Het is rot om dan in je spel te komen en daar krijg je ook een terugslag van". Ze steekt nog een menthol-sigaret op en blaast de rook hard uit („ik was vijf weken gestopt, maar ik ben weer begonnen toen ik met het Nederlands team op pad was"). „Ze zijn er bij Quintus de hele tijd van overtuigd geweest dat ik niet wegging. Voor mij stond dat als een paal boven water. Die sponsor (een betere is er volgens mij niet) wilde heel ver gaan om mij te houden, maar ik zag het niet zitten om wéér een seizoen in te gaan met die mensen. Kijk, alles wat gespeeld heeft kan ik aan de kant schuiven. Wat dat betreft ben ik gemakkelijk en kan ik dat, als het moet, van me af zetten". Ook het reizen is door de jaren heen een steeds groter struikelblok geworden. „Ik ben nu echt aan het aftellen. Ik zou best vier of vijf keer in de week willen trainen als ik vijf minuten van de sporthal woon. Nu ben ik voor één training drie uur kwijt aan reistijd. Ik ben voor het handbal al halve dagen gaan werken. Ik heb roofbouw gepleegd op mezelf, Diana Niemantsverdriet foto wim riemens ...ik heb jaren roofbouw gepleegd op mezelf... jarenlang. Ik wilde wat meer vrije tijd. Me rustig kunnen verkleden na m'n werk. Dat had ik nodig, want anders had ik het niet lang meer volgehouden. Ik heb me snel moeten verkleden en in de auto een paar boterhammen moeten eten". Toch heeft Diana Niemantsverdriet nooit geprakkizeert over een troonsafstand. Ze kan zich nog geen leven zonder handbal voorstellen en het Wilhelmus is tijdens interlands nog altijd goed voor kippevel en een brok in de keel. „Ik heb nu 92 interlands gespeeld en ik vind het elke keer weer bijzonder. Het spelen in de Nederlandse ploeg, het volkslied, dat zijn dingen die me steeds weer iets doen", zegt de Zeeuwse tophandbalster („nee, ik zing nooit mee met het Wilhelmus, ik ken alleen de eerste twee regels"). „Ik heb altijd zo verschrikkelijk veel moeten doen om aan de top te spelen, maar dat heb ik ook altijd gewild. Zo hoog mogelijk en alles er voor over hebben om dat te bereiken. Het heet een hobby, maar het is uiteindelijk een groot deel van je leven. Misschien is het daarom wel zo moeilijk om bepaalde zaken te relativeren", verklaart Diana Niemantsverdriet, die zichzelf niet als de ideale topsporter ziet. „Ik ben veel te gevoelig, terwijl je voor topsport keihard moet zijn. Daarin heb ik toch te vaak gefaald. Ik ben gevoelig voor kritiek en laat me er te snel door meeslepen. Je bent een object waar gemakkelijk tegenaan te schoppen is. Je zou eigenlijk af en toe een muur moeten optrekken en er boven kunnen staan, maar dat lukt me niet altijd. Ik trek me sommige dingen gauw aan en daar heb ik nogal eens wakker van gelegen". Niettemin heeft ze voldoende ambitie om een aanval te doen op het interland-record (111) dat op naam staat van Hannie de Kok. „Toch zit ik bij het Nederlands team in een moeilijke periode. Marianne Bult (Ookmeer, red.net als ik linkshandig, is een klasse apart. Vroeger had ik een strijd met Hannie de Kok en nu is zij de grote concurrente, maar dat is volgens mij een gezonde zaak. Je wordt gedwongen te vechten en ik wil ook bewijzen dat ik die plaats nog waard ben. Ik zal in de toekomst best eens gepasseerd worden, maar dan houd ik de eer aan mezelf. Ik wil geen bankzitter worden. Ik heb geen trek om twee jaar op de bank te zitten". Het WK 1986 in eigen land moet haar hoogtepunt worden. „Daar heb ik m'n zinnen op gezet en dat heeft ook allemaal gespeeld bij het kiezen van een nieuwe club. De afgelopen weken ben ik er eigenlijk dagelijks mee bezig geweest. Er wordt dan ook de hele tijd gebeld en gegokt.' Wat ga je doen? Dat is typerend voor het handbalwereldje". Met de toezegging van bondscoach Jan Kescemethy op zak besloot ze uiteindelijk tot een terugkeer naar de eigen streek. EMM speelt weliswaar niet in de eredivisie, maar de Tsjechische coach van Oranje heeft haar een plaats in het Nederlands team toegezegd, mits ze haar eigen niveau in Middelburg kan handhaven. Via Walcheren, EMM, Hellas en Quintus keert Diana Niemantsverdriet na afwezigheid van zeven jaar terug in eigen streek. Een weloverwogen, maar ook een lastige beslissing. „Ik was rechtstreeks benaderd door vier clubs, waaronder ook weer Hellas. Het is moeilijk om dan een keuze te maken. Je houdt met zoveel dingen rekening. Het belangrijkste is toch wel dat ik van het reizen af ben". Het heeft Piet de Visser het afgelopen seizoen niet meegezeten. Zowel bij AZ'67, zijn werkgever, als in de privé-sfeer kreeg de trainer het, zogezegd, voor zijn kiezen. De Visser noemt zichzelf: 'een knokker van nature'. Daarom galmt zijn stem nog altijd over het trainingsveld in Alkmaar en is hij vast van plan AZ'67 voor de eredivisie te behouden, hoewel hij de club na dit seizoen verlaat. Op zoek naar een nieuwe club, want De Visser is nog niet afgeknapt of uitgeblust. „Ik ben nu op m'n sterkst". Piet de Visser foto roei custers Er klinkt die middag gelach in het spelershome van AZ'67. De 1-0- overwinning op NAC heeft de degra datienood wat verlicht en de sfeer is ontspannen. Kees Kist en David Loggie eten een broodje warm vlees en trainer Piet de Visser verwijt de' dame achter de bar dat ze slechts wit brood te bieden heeft. „Je weet dat ik altijd bruin eet. Je denkt zeker: die trainer is straks toch weg, die hoeven we niet meer te verzor gen", zegt hij breed glimlachend. Even later, onder vier ogen, maakt de vrolijkheid plaats voor ernst. De trainer heeft een periode vol ellende achter de rug en hij praat er over zoals alleen De Visser dat kan: se rieus, emotierijk, zichzelf geen mo ment rust gunnend en bovenal recht vbor zijn raap. „Dit is het moeilijk ste seizoen dat ik ooit heb meege maakt als trainer". Alle wapens („een heel arsenaal na 28 jaar als trainer") nam hij dit seizoen ter hand om AZ'67 in de goede richting te stuwen. De Visser was grof, tactvol, eerlijk een gemeen, maar keer op keer glipte de spelers groep als een nat stukje zeep uit zijn handen. De 50-jarige trainer zat, net als een groot deel van zijn selectie, opgescheept met een erfenis van het 'grote' AZ, de voetbalmachine, die ook op Europees niveau furore maakte. De spelers, die na die suc cesperiode overbleven, moest De Visser één voor één uit dromenland halen. Na twee jaar constateert hij echter: „Er is nog steeds geen streep onder het verleden gezet". Na een succesvol eerste seizoen waarin AZ als vijfde eindigde werd Piet de Visser geconfronteerd met een onverwachte terugslag. „We had den een goede voorbereiding en we speelden die eerste wedstrijden ook goed, maar we pakten geen punten. Na drie wedstrijden hadden we één punt en toen brak er wat in de ploeg, er was een beetje paniek". Met het fanatisme van een belastingrecher cheur lichtte De Visser zijn selectie nog eens door. De conclusie van de AZ-trainer: „Er werd teveel achter om gekeken en te weinig vooruit". „De groep, de hele club, bleef teveel terugblikken op het verleden. Ze konden er geen afstand van doen. Daarom had ik te maken met een erg grillige groep. Veel jongens hadden de goede periode van langs de kant meegemaakt. Ze hoefden geen strijd te leveren en hadden goede contrac ten. Nu moesten ze voor minder geld toch strijd leveren. Ik moest de hele tijd vechten tegen de luxe, maar een aantal kon zich daar niet zo gemak kelijk bij neerleggen en dat liep door het hele team. Het was vechten tegen de bierkaai". „Vlak voor de winterstop stonden we onderaan. Toen heb ik een bom in de groep gegooid. Ik had al zoveel keren geprobeerd het tij te keren. Ik gaf ze op hun donder, trainde individueel met die gasten en niets had gehol pen. Toen heb ik tegen een aantal spelers gezegd dat ze hun tas konden pakken en konden opdonderen. Ri chard van der Meer is daar een voorbeeld van. Hij had geen ambitie trainer vroeg om bedenktijd. Het ging weer wat beter met de ploeg. „En ik", zegt De Visser, „wilde kijken of de geest er in bleef'. AZ ging vervolgens in de fout tegen Sparta en Excelsior en de sfeer sloeg om. „De hele wereld verandert dan ineens in het voetbal. Eerst zei iedereen: in godsnaam teken nu. De spelers wa ren het er unaniem over eens dat ik moest blijven. Het contract was zo goed als rond, er moesten alleen nog wat detailpunten worden besproken. Maar door die slechte wedstrijden was het bestuur ineens niet meer zo meegaand. Ook de spelers begonnen Er klinkt verbittering in de stem van Piet de Visser, die bij AZ voort durend tegen de stroom in heeft moeten roeien. Tijdens zijn relaas veegt hij voortdurend met zijn arm over het brandschone mahonie hou ten bureau. Het gebaar is symbolisch voor zijn werkzaamheden in Alkmaar: schoon schip maken. „Dit jaar heeft het nodige van me gevergd", bekent hij. „Er is een periode geweest waarin ik het erg zwaar had met al die tegen slagen. Maar ik worstel en kom bo ven. Ik ben van nature een knokker meer en hij was nota bene mijn aanvoerder. De fnan, die de kar moest trekken. Ik ben toen verder gegaan met jongens, die echt wil den". Ook in de privé-sfeer ging het Piet de Visser in die periode niet voor de wind. Hij was een maand uit de roulatie nadat hij in het ziekenhuis was geholpen aan een dichtgeslibde zijtak van de hartkransslagader, hij tobde met de gezondheid van zijn vrouw en tot overmaat van ramp overleed zijn tien jaar jongere broer. „Ik heb alle klappen van de wereld gehad, maar ik ben er boven op gekomen. Ook na die operatie. Binnen een maand stond ik weer in de arena. Feller dan ooit". Intussen kreeg hij van de AZ-leiding een nieuw contract voorgelegd. De te twijfelen en te zaniken. Ze ver scholen zich achter de trainer, terwijl ze zelf faalden". „Bij de laatste contractbespreking werd ik geconfronteerd met dusda nig gekke dingen... Ik proefde onwil. Ik ben dan het type dat gelijk weg wil. Ik had een prima contract voor m'n neus liggen, maar m'n eer en karakter zijn me meer waard. Ik ben niet voor geld te koop. Dat heb ik al vaker gezegd. Gek, dat er in twee weken zoveel kan veranderen. Het lint brak gewoon. Na alles wat ik heb meegemaakt valt het me nu extra tegen dat ze me hebben laten vallen als een baksteen. Dat neem ik ook verschillende mensen kwalijk. Toch wil ik het karwei hier afmaken. Daar ben ik teveel prof voor. Ik ben nog steeds de kapitein en ik maak de dienst uit. Ik heb de intentie om AZ in goed vaarwater te brengen". en dan is het minder moeilijk om daar weer uit te komen. Ik kan de zaken bij AZ niet afmaken zoals ik zou willen. Dat is een tegenslag. Dan zeg ik dat ik er mee kap, maar tot het einde van het seizoen ga ik door. Dat enthousiasme kan niemand stuk ma ken". De Visser voelt zichzelf het slachtof fer van het verleden toen AZ zich nog kon baden in weelde. Nadat de ploeg van de gouden berg was afge daald, viel de werkelijkheid bitter tegen. Achteraf bleek het voor De Visser de moeilijkste opdracht uit zijn trainersloopbaan. Er moest een ploeg komen zonder dure jongens (De Visser: „Daar zijn ze hier wel op uitgekeken"), een ploeg met uitstra ling naar het publiek en een ploeg ook die zich in de eredivisie zou handhaven. „Nogmaals, de groep waarmee ik moest werken was erg grillig. Ze vielen mij, en elkaar, af in slechte tijden. Ik heb tegen ze ge zegd: een aantal van jullie zou bok ser moeten zijn, dan krijg je klappen voor je kanis als je snurkt. Tegen dat soort dingen heb ik voortdurend moeten attaqueren". „Joop Brand heeft hetzelfde meege maakt als ik. Hij trainde de groep toen ik in het ziekenhuis lag. Ook hij kon geen eenheid smeden. Toch had ik het derde jaar bij AZ best aange durfd. Ik wilde wat ouderen de kar laten trekken. Die heb ik in de afgelopen tijd te weinig gehad. Dan had ik nog een paar spelers willen ruilen en een ploeg neer willen zet ten, die beter overkomt op het pu bliek en bovendien goed voetbal zou spelen. Het is aan een kant jammer dat ik het op die manier niet af kah maken. Aan de andere kant moet dit seizoen toch blijken dat het zo moet en niet anders. Er breekt nu nog een spannende periode aan met con tractbesprekingen. We zullen alles op alles moeten zetten om er door te- komen. Ik wil het zo goed mogelijk afronden. Ik wil hier met opgeheven hoofd weg". Na twee jaar AZ'67 heeft Piet cle Visser nog niets aan vitaliteit („dat i's mijn kracht") ingeboet. De man, die ooit op de training bij Sparta drie herrieschoppers in de heupzwaai nam, wil zo snel mogelijk weer aan de slag. Een aantal aanbiedingen, waaronder een van een Belgische' club, heeft hij laten lopen in de overtuiging dat AZ zijn werkgever zou blijven. „Als dit een aantal maanden geleden had gespeeld, had ik goed aan de slag gekunt. Daar zeur ik nu niet over. Dat is 'all in the game'. Je moet daar niet over kla gen". „Ik wil toch zo snel mogelijk een club vinden waar ik in pas. Ik heb nog steeds het enthousiasme en ik heb het gevoel dat ik nu, met al mijn ervaring, op m'n sterkst ben". Want afgeknapt lijkt hij allerminst. „On danks het enthousiasme moet ik reëel blijven. Je moet zaken kunnen scheiden en op een rijtje zetten. Af en toe moet je ook de knop omdraaien. Als je dat niet kunt, word je kapot gemaakt door intriges en beschuldi gingen. Daarom zal ook AZ'67 Piet de Visser er niet onder krijgen. Ik ben gehard door de jaren heen. Win nen is de hemel, verliezen is de hel. Winnen doe je met z'n allen, verlie zen doet alleen de trainer. Daar loop ik niet voor weg. Ik heb nog nooit een club gehad waar niets moest. Wat dat betreft heb ik nogal eens voor hetere vuren gestaan".

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1985 | | pagina 31