fIBUD HELPT
IIJ OPSTELLEN
IUDGET
handboek '85
alles over
budgetteren
PZC/ vrijdagkrant
EERSTE VOORBEELD
TWEEDE VOORBEELD
DERDE VOORBEELD
IRIJDAG 22 MAART 1985
15
trpauperen
wnjes
boeten
Voor dit jaar heeft
het Nationaal Insti
tuut voor Budgetvoor
lichting (NIBUD) een
geheel vernieuwde en
sterk uitgebreide ver
sie uitgegeven van het
Budgethandboek. In
dit boek is getracht alle
noodzakelijke en rele
vante gegevens voor de
budgetadvisering in de
ruimste zin, in één sa
menhangend geheel
bijeen te brengen.
len van de meest hinderlijke
jeigenschappen van geld is,
je het maar één keer kunt
tijgeven. Vooral als je ge-
oemd bent met een krappe
eurs door het leven te moeten,
i de verleiding aan het einde
an de maand groot om even-
jes „bij jezelf te lenen". Veran-
ier je giro-blauw in giro-rood.
,aat je de bank meedenken
anuit een credit-positie. Of
chaf je je goederen aan bij een
iostorderbedrijf tegen beta-
ing-in-termijnen.
(aar als er weinig of geen rek in
e geldelijke situatie zit, raak je
odoende van de regen in de
rap. Neem je een voorschot vol
isicio's op een financieel weinig
oopvolle toekomst. „Levensge-
aarlijk", reageert Christine
iroenewegen van het Nationaal
istituut voor Budgetvoorlich-
ng, kortweg NIBUD genoemd,
onder te - willen - betuttelen,
jelpt het in Den Haag zetelende
[IBUD mensen op verzoek bij
et opstellen van budgetten,
(ensen uit alle inkomensklas-
en wel te verstaan. Want ook
ij de hogere inkomens geldt,
at de tering op de nering moet
jn afgesteld.
(aar de meeste pijn zit toch wel
ij die huishoudens, die met een
ïinimum-inkomen moeten zien
>nd te komen. Bij de echte
ïinima dus.
hristine: ,,Een snel groeiend
antal mensen. Nederland telt
ïwweg geschat momenteel
10.000 van die zogenoemde
ihte minima. Mensen, die lager
an één jaar een minimum-in-
omen genieten. Hoewel er van
jenieten" weinig sprake is".
lis je een korte en afzienbare
mode van een minimum-in-
amen moet leven, is dat nog
el te doen. Kun je wellicht
ïpaalde uitgaven voor je uit
huiven. Maar als je een aan-
1 jaren - of wellicht de rest
in je leven - op het bijstands-
veau zit, is de verpaupering
ïafwendbaar", zegt de NI-
l'D-woordvoerster.
ar illustratie drie typen huis-
radens, die op basis van een
jstandsuitkering de eindjes
in elkaar moeten knopen.
e uitgaven, behorend tot het
asispakket, zijn onvermijde-
jke uitgaven. „Gewoon om in
ven te kunnen blijven", ver-
ïidelijkt Christine,
lat restpakket mag je - hoe
rang dan ook - beschouwen
s de franjes van het leven",
verigens zijn deze cijfers geba-
ierd op de situatie in Den
Deze gemeente heeft geen
itreem hoge of lage tarieven
'or wat betreft gemeentelijke
ffingen, elektriciteit, water et-
tera.
oor de met energie, inventaris
interieur samenhangende
Itgaven is een drie-, respectie-
flijk een vierkamerflat als uit-
Ingspunt genomen,
foor de besteding van dat rest-
ikket geldt uiteraard een vrije
raze. Voor zover je hiervan nog
int spreken. In elk geval is het
sterende geldbedrag bijvoor-
leld aan te wenden voor ver
ier, abonnementen, telefoon,
ortvereniging, versnaperin-
n, roken, huisdier, cadeaus,
kgeld. Iedereen zal bij de be-
ïding van dat franjepakket
n eigen prioriteiten stellen".
Iet zal overigens duidelijk
n", aldus de NIBUD-voor-
htster, „dat wanneer je op
isis van de door ons opgestel-
huishoudboekjes ook nog
n lening moet inlossen, je op
t absolute bestaansminimum
recht komt. Zeker als je van-
ige eventuele schulden door
de Volkskredietbak moet wor
den gesaneerd. Dat is dan pure
armoe".
- Wat nu te doen wanneer je
met een mager gevulde porte
monnee door het leven moet?
„Daar is geen absolute tover
spreuk voor. Maar er zijn wel
verschillende handzame tips
voor", zegt Christine. „Zorg er in
de eerste plaats voor, datje een
vast geldbedrag in je knip hebt.
Ongeveer zoveel als je denkt op
dat moment nodig te hebben.
Dan kun je in elk geval niet
meer uitgeven dan je van plan
bent. En steek zo min mogelijk
betaalcheques op zak. Want die
maken de verleiding alleen
maar groter niet-geplande uit
gaven te doen".
„Voorts moet je een bepaalde
systematiek in je uitgavenpa
troon proberen aan te brengen.
Waarbij je je moet bedenken,
dat het veel moeilijker is de
laatste week van een maand
zonder geld door te komen dan
de laatste dag van een week.
Dus maak een strak schema
zonder naar jezelf toe te reke
nen. Ook al doet hoop leven".
Bij dat alles moet er natuurlijk
voor worden gewaakt niet in
doemdenkerij te vervallen.
Want dat lost niets op. Integen
deel. „Wat je wel zou kunnen
doen", adviseert Christine, „is
tevoren wat te oefenen. In tal
van situaties is te voorzien wan
neer de bijstandsnorm voor jou
van toepassing wordt. Zoals bij
werkloosheid".
„Oefenen in inventariseren, zou
ik die mensen willen aanraden.
Want inventariseren - wat
moet er aan premies worden
betaald, aan omroepbijdrage,
enzovoorts? - is bijna de helft
van budgetteren. Schuif in elk
geval de situatie niet voor je
uit. Daar zou je anders wel eens
jaren voor moeten boeten.
Spring niet verder dan je pols
stok reikt".
En tot slot: „Het is natuurlijk in
eerste instantie ieders eigen ver
antwoordelijkheid een bepaald
bestedingspatroon te volgen.
Een heleboel mensen komen
daar best heel aardig uit. Maar
er zijn ook legio mensen die dat
niet op eigen kracht lukt. Eigen
lijk zou het leren omgaan met
geld op school al moeten wor
den bijgebracht".
ROB HIRDES
Het eerste voorbeeld betreft een „onvolledig gezin" met
één kind van acht jaar.
Vaste lasten:
1. Huur
2. Gas
3. Elektriciteit
4. Water
5. Gemeentelijke heffingen
6. Verzekeringen
7. Omroepbijdrage en kabel
Reserveringen:
8. Kleding
9. Huisraad
10. Medische verzorging
Huishoudgeld:
11. Voeding
12. Hygiëne
13. Diversen
Totaal basispakket:
Inkomen:
Blijft over voor restpakket:
f
218
f
126
62
18
24
13
27
488
f
105
f
145
f
15
265
325
f
34
15
l:
374
ƒ1.127
1.492
365
In het tweede voorbeeld is sprake van een „onvolledig
gezin" met twee kinderen in de leeftijd van acht en tien
jaar.
Vaste lasten:
1. Huur128
2. Gas127
3. Elektriciteit72
4. Water 23
5. Gemeentelijke heffingen25
6. Verzekeringen14
7. Omroepbijdrage en kabel27
subtotaal: 506
Reserveringen:
8. Kleding
9. Huisraad
10. Medische verzorging
Huishoudgeld:
11. Voeding
12. Hygiëne
13. Diversen
Totaal basispakket:
Inkomen:
Blijft over voor restpakket
160
166
20
subtotaal: 346
460
44
20
subtotaak 524
1.376
1.650
274
Het derde staatje geeft een globale indruk van een
compleet gezin met twee kinderen; ook al weer in de
leeftijd van acht en tien jaar.
Vaste lasten:
1. Huur218
2. Gas128
3. Elektriciteit72
4. Water 26
5. Gemeentelijke heffingen25
6. Verzekeringen17
7. Omroepbijdrage en kabel27
subtotaal: 513
Reserveringen:
8. Kleding195
9. Huisraad 172
10. Medische verzorging25
subtotaal: 392
Huishoudgeld:
11. Voeding610
12. Hygiëne57
13. Diversen25
subtotaal: 692
Totaal basispakket:ƒ1.597
Inkomen:1.805
Blijft over voor restpakket: 208
Daarbij wordt geprobeerd zo
dicht mogelijk aan te sluiten
op de dagelijkse praktijk van
de budgetadvisering. In de
eerste plaats gebeurt dat door
de advisering zelf: in de twee
de plaats door de manier waar
op die informatie in het boek is
geordend. Aan de hand van
een systematisch overzicht
van alle inkomsten en mogelij
ke uitgaven wordt de informa
tie geboden die nodig is om
een gefundeerd budgetadvies
te kunnen opstellen.
De laatste jaren eisen budget
kwesties in het werk van veel
maatschappelijke en sociale
instellingen noodgedwongen
een stijgende aandacht op.
Steeds meer mensen dreigen
flnanciëel klem te raken of
zitten al klem. De budgetadvi
sering wordt verder bemoei
lijkt door alle, in de loop der
jaren tot stand gekomen rege
lingen (en de uitzonderingen
daarop), die betrekking heb
ben op de financiën van de
consument.
Een goed overzicht op dit ge
heel is zodoende haast niet
meer mogelijk. Bovendien
moeten hulpverleners vaak ge-
1 ruik maken van gebrekkig
materiaal. Gegevens die nodig
zijn om een goed budgetadvies
te kunnen geven staan veelal
verspreid in talloze publika-
ties van allerlei instanties.
Die gegevens zijn lang niet
altijd toegesneden op de -bij
zondere vragen van individue
le consumenten. Het Budge
thandboek wil aan die proble
men een einde maken, aldus
het NIBUD. door een wegwij
zer en een vraagbaak te zijn.
Het is in de praktijk niet altijd
nodig een volledige en uitge
breide begroting op te stellen.
Daarom is het Budgethand-
boêk 1985 zó ingericht dat het
ook zeer goed bruikbaar is als
vraagbaak voor allerlei tarie
ven, prijzen en/of specifieke
vragen die de consument kan
stellen in verband met zijn
huishoudfinanciën.
Sedert het verschijnen van de
vorige editie nam de behoefte
aan goed, bruikbaar en actu
eel materiaal voor budget
voorlichting in de zogeheten
eerste lijn alleen maar toe. De
nieuwe uitgave geeft een ver
dere aanzet tot vervolmaking.
Het boek kan worden benut
door iedereen die op een of
andere manier te maken heeft
met de huishoudfinanciën van
de consument.
KEES CORNELISSE
(Budgethandboek 1985, ruim 180
pagina's, prijs f 29,50 verzendkos
ten inbegrepen): bestelling door
overmaking van dat bedrag op
giro 368700 tnv. NIBUD. Den
Haag).
FISCUS EN TWEEVERDIENERS
Jie in het fiscale doolhof
voor de tweeverdiener nét
n beetje zicht begon te
liigen op de voetangels en
Pmmen, die daar voor 1985
|n rijkswege zijn neergelegd,
left goede kans deze weken
Jer te moeten omschakelen
|ar de situatie voor 1984, die
Fn al bijna vergeten was.
nigeen immers staat deze
■gen voor de aangifte van de
romstenbelasting 1984, die -
I men geen uitstel vraagt -
|or 1 april binnen moet zijn.
li de ingrijpende
f anderingen, in 1984
levoerd, zat voor gelijkheid
jjrijgen in de fiscale
handeling van verschillende
pepen. Meer gelijkheid: ze
Pd niet alleen de gehuwde
Fn en vrouw, die allebei
fdienen, maar ook de
Tandeling van gehuwde en
jraenwonende
leeverdieners.
TL ingang van 1985 is gepoogd
■overgebleven oneffenheden
Itendeels weg te werken - al
maakten het alom opstijgende
gemor en de stormloop op de
belastingtelefoons duidelijk,
dat van dat streven weinig is
overgekomen. In 1985 ook wordt
apart premie AOW/AWW
geheven van de gehuwde vrouw:
die premie wordt niet meer bij
die van haar man opgeteld en
dat maakt het mogelijk, dat ze
allebei maximaal 8233 gulden
premie moeten betalen; en ze
dus, in tegenstelling tot 1984 en
voorgaande jaren betaalde
premies boven de 8233 gulden
niet terugkrijgen.
In vorige jaren zat er een groot
verschil tussen wat een man en
de met hem getrouwde vrouw
mochten verdienen zonder dat
er belasting over betaald
hoefde te worden: bij de man
was de belastingvrije som
12.716 gulden in 1983, bij de
vrouw 2549 gulden.
Voor 1984 geldt een algemene
belastingvrije som van 7662
gulden, met een systeem van
toeslagen voor mensen in
verschillende omstandigheden.
Door die verandering betalen
met name werkende gehuwden
of samenwoners met een
redelijk salaris meer belasting.
Als één van de twee minder dan
5027 gulden inkomen had in
1984, gaat men er bij de
afrekening over dat jaar met de
fiscus op vooruit.
Voor 1984 zien de tariefgroepen
en toeslagen er - globaal - aldus
uit:
tariefgroep I met een
algemene belastingvrije som
van 7662 gulden, waarop vooral
jongere ongehuwden (tot 34
jaar) en gehuwde en
samenwonende tweeverdieners
uitkomen;
tariefgroep 2 met een
belastingvrij bedrag van 10.298,
bestemd voor alleenstaanden
van 34 jaar of ouder, ook als men
kinderen beneden de 27 jaar in
huis had waarvoor geen recht
op kinderbijslag bestond. In
diezelfde groep vallen de
'bijna-alleenverdieners':
mensen die getrouwd zijn of
samen wonen met een partner,
wier verdiensten tussen de 5026
en 7663 gulden lagen;
tariefgroep 3 met een
belastingvrije som van 13.200
gulden is er voor getrouwden of
samenwonenden, wier partner
dan 27 jaar. In die groep kan een
toeslag van maximaal 4231
gulden gelden, als de
alleenstaanden buiten het -
huishouden werk deden, er
langer dan zes maanden een
kind beneden de 16
toeslag op de belastingvrije
som beschikbaar is voor
tweeverdieners, die ieder in
tariefgroep 1 vallen (vrije som
dus 7662 gulden).
Eén van die werkende
tweeverdieners kan een
geen of weinig (minder dan 5027
gulden) inkomen heeft gehad;
tariefgroep 4 met een
belastingvrij bedrag van 13.200
is voor alleenstaande ouders:
ongehuwden met recht op
kinderbijslag voor al dan niet
thuiswonende kinderen jonger
thuiswoonde, maar ze géën
recht op kinderbijslag hadden
voor een kind tussen de 16 en 27,
dat in die periode het
huishouden deed.
Zinvol is het te attenderen op
een mogelijk extraatje, dat als
tegemoetkoming krijgen in de
kosten van kinderopvang, als er
een kind is dat begin 1984 jonger
was dan 12 jaar. Die toeslag is
alleen via de
inkomstenbelasting binnen te
halen: de partners moeten er om
vragen, via de aangifte
inkomstenbelasting, of via een
T-biljet. Dat kan meestal het
voordeligst gebeuren door de
partner die het meest verdient:
hoe meer inkomen, hoe meer
belasting er moet worden
betaald. Als die echter niet
verplicht aangifte
inkomstenbelasting moet doen,
is het uitkijken: dan kan men bij
aanvrage van de 250 gulden
kinderopvang-toeslag nadelig
uit zijn, wanneer er
neveninkomsten zijn of een auto
van de zaak privé mag worden
gebruikt. De toeslag kan dan
het best door de andere partner
- via een T-biljet - worden
aangevraagd.
Al dan niet kleine ondernemers
kunnen over 1984 rekening
houden met een verhoging van
de aftrek voor zelfstandigen. Er
moet dan wel minstens 1225
uur in het bedrijf - of het vrije
beroep - zijn gewerkt; als een
echtgenote minstens 525 uur in
de zaak van haar man heeft
meegewerkt, kan die een
werktijd aanhouden van 875
uur, om toch voor de
zelfstandigenaftrek in
aanmerking te komen.
Bij een winst beneden de 30
mille is die aftrek 4750 gulden;
bij een winst tussen de 30 en 71
mille komt ze uit op 4300
gulden; bij een winst tussen 71
en 74 mille geldt een aftrek van
3900 gulden; ligt de winst tussen
74 en 77 mille, dan is de aftrek
3500 gulden, tussen 77 en 80
mille winst gaat het om een
aftrek van 3100 gulden en als
men meer dan 80 mille winst uit
onderneming heeft dan komt de
aftrek op 2700 gulden.
Voor startende ondernemers is
er daar bovenop nog een extra
aftrek mogelijk van 1000 gulden,
als hij of zij aan het
voorgeschreven aantal uren
komt. Die extra starters-aftrek
kan drie jaar achter elkaar
worden toegepast; wie in 1982
zelfstandig is begonnen, kan er
dus over 1984 nog gebruik van
maken.
KEES CIJSOUW