gorbatsjov en de landbouw EEN WILDE THEOLOGIE beknopte analyse PZC/ opinie en achtergrond Bufferzone Harde actie terzake Bedenkelijk stemmen uit de kerken Samenhang Loflied Theologie VRIJDAG 22 MAART 1985 (Van onze correspondent Aernout van Lynden) Libanon balanceert weer op de rand van de afgrond. Gevechten die deze week onverwacht zijn uitgebroken in de zuidelijke havenstad Sidon tussen aanhangers van de rechtse christelijke militie en eenheden van het Libanese leger, dreigen tot een nieuwe uitbarsting van geweld te leiden, ook in de hoofdstad Beiroet. De plotselinge strijd in Sidon komt een week na de opstand van de christelijke militie in Oost-Beiroet te gen het gezag van president Amin Gemayel, en de verschillende moslim leiders hebben al gewaarschuwd dat als de president niet zelf actie tegen de opstandige militieleden onder neemt, zij Syrië zullen vragen tussen beide te komen. Daarnaast hebben de moslimleiders deze week gewaarschuwd tegen een escalatie van de strijd rond Sidon, waar de moslims de overgrote meer derheid van de bevolking vormen. Zowel de Druzenleider Jumblatt als de sjiietische leider Berri hebben te kennen gegeven dat als de gevechten niet snel beëindigd worden hun mili ties tot actie zullen overgaan - juist in het gebied ten noorden van Sidon hebben met name de Druzen honder den zwaargewapende, onder andere met tanks, militieleden paraat staan. De gevechten in Sidon, waarbij tot nu toe zeker zeven doden vielen, onder wie twee soldaten, en ruim vijftig gewonden, braken op maandag uit in de oostelijke buitenwijken van de stad. In de buitenwijken wonen voor namelijk christenen en alhoewel de details over de preciese aanleiding tot de gevechten weinig duidelijk zijn, staat wel vast dat de christelijke militie op maandag tientallen mos limbewoners in de buitenwijken aan gevallen hebben. Daarbij zouden de huizen van vele moslims overhoop gehaald zijn. Enkele honderden moslims zijn in middels uit de buitenwijken ge vlucht (berichten dat het hier om een exodus van twintigduizend moslims gaat, zijn geheel overdreven) en on danks pogingen om een bestand en een regeling van het conflict te tref fen, werd er woensdagochtend nog sporadisch geschoten. Sidon is een maand geleden bevrijd nadat de Israëlische bezettingsmacht in Zuid-Libanon de eerste etappe van zijn drie-fasen terugtrekkingsplan had uitgevoerd. In tegenstelling tot de Israëlische voorspellingen van bloedbaden, verliep de overname van de macht over de stad door het Liba nese leger uiters vredig. Leiders van de verschillende religieuze gemeen schappen hebben, door intensieve on derhandelingen maandenlang voor het Israëlische vertrek, er juist voor gezorgd dat er niets zou gebeuren. De indruk van buitenlandse waarne mers in de stad was, dat iedereen in en rond Sidon begreep dat zij niét gebaat zouden zijn met nieuwe ge vechten, dat alleen de Israëli's daar mee gediend zouden zijn - vele Liba- nezen, onder wie christelijke leiders, beschuldigen het Israëlische leger ervan voor hun vertrek getracht te hebben gevechten tussen de Libanese gemeenschappen te veroorzaken. Volgens deze theorie, die door vele westerse diplomaten in Beiroet ge deeld wordt, zouden de Israëli's ge hoopt hebben dat dit tot een massale vlucht van christenen uit het gebied rond Sidon naar de grensstreek met Israël zou leiden. Daar zouden de christenen dan een veilige 'bufferzo ne' voor de Israëli's kunnen oprich ten. Niemand heeft er ooit aan getwijfeld dat, als het inderdaad tot een algehele strijd in Sidon en omstreken komt, de christenen, die slechts een kleine min derheid in het gebied vormen, versla gen zouden worden. „Zij worden overigens slechts door een klein deel van hun eigen gemeen schap gesteund - de meeste mensen willen dat zij vertrekken, dat het leger de verantwoordelijkheid voor hun vei ligheid garandeert. Zoals een man vorige week nog zei: „Alleen al de aanwezigheid van de christelijke mili tie kan de aanleiding voor gevechten zijn. Wij zijn veiliger als zij weggaan". De indruk bestaat nu bij buitenlan ders in Sidon, zoals VN-functionaris- sen, dat de wankele balans in de zuidelijke havenstad uit zijn even wicht is gebracht door de opstand van de christelijke militie in Oost-Beiroet en de regio ten noorden van de hoofd stad die de militie de afgelopen tien jaar onder zijn controle heeft gehou den. „Het is onze indruk dat de leiders van de opstand een kwestie zoeken die alle christenen zal verenigen en dat zij hun mensen in Sidon orders hebben gegeven problemen te veroor zaken die de hele christelijke gemeen schap in feite dwingt om de militie te steunen", zei een VN-man somber. „Als de gevechten in Sidon doorgaan, zullen ze ook binnenkort in Beiroet uitbreken. Dan begint de burgeroor log gewoon weer opnieuw". Het gevaar van een dusdanige escala tie is inderdaad op het ogenblik aanwezig. De opstand in Oost-Bei roet lijkt zijn momentum te verliezen - de gevestigde politieke en religieu ze christelijke leiders weigeren nog' steeds de opstand te steunen, terwijl de oproepen van de moslimleiders aan president Gemayel om harde actie tegen de opstandelingen steeds feller worden. De opstand, die de naam 'Beweging van 12 maart' draagt, wordt geleid door jonge militiecommandanten die gedurende tien jaar gevochten heb ben om de christelijke machtspositie in Libanon te behouden. Ze zijn tot actie overgegaan omdat zij vrezen dat president Gemayel en de falangisti- sche partij, waarvan de militie tot nu toe de militaire vleugel vormde, die machtspositie ernstig zal verzwakken door toe te geven aan de eisen van de moslimpartijen om politieke, econo mische en sociale hervormingen. Gemayel was de afgelopen weken besprekingen begonnen met de mos limleiders over een dergelijke politie ke oplossing van het al tien jaar oude conflict in Libanon. Syrië, dat door de militiecommandanten gezien wordt als hun grootste vijand, had een pro ces van besprekingen op gang ge bracht door druk uit te oefenen op beide partijen. De leiders van de opstand weigeren een proces van besprekingen en com promissen te aanvaarden en zijn er in feite op uit een eigen onafhankelijke christelijke 'kanton' op te richten (zij hebben al verklaard een eigen parle ment en regering te willen creëren). Een 'kanton' binnen een Libanese federale republiek, waar de christenen veilig zijn. De oudere garde van christelijke lei ders verzet zich echter tegen deze plannen. Al Amal, de krant van de falangistische partij, verklaarde woensdagochtend dat „de pogingen om Libanon tot een federale republiek te veranderen, een grotere bedreiging vormen voor ons christenen dan voor de moslims. Economisch, politiek en militair zullen wij een dergelijke ont wikkeling niet kunnen overleven". In de komende dagen zal moeten blijken hoeveel steun binnen de ei gen gemeenschap de opstandige lei ders hebben. Als dat niet voldoende zou blijken te zijn, zullen zij een compromis met de falangistische po litici en president Gemayel moeten sluiten, die echter wel voldoende speelruimte overlaat zodat het pro ces van onderhandelingen over een politieke oplossing, dat door Syrië op gang is gebracht, zich kan voortzet ten. Als dat niet het geval is, kunnen weer donkere, gewelddadige dagen in Beiroet worden verwacht. RUSLAND In november 1983 vloog ik over Stavropol, een Russische provincie tussen de Zwarte Zee en de Kaspische Zee, ten noorden van het Kaukasisch gebergte en ten zuiden van Rostov. De temperatuur was zoals gebruikelijk in dat jaargetijde mild 18 a 20 graden Celcius. Je zit er tenslotte in Zuid-Rusland ter hoogte van Bulgarije; 's morgens voor we opstegen had ik nog even gezwommen in de Zwarte Zee bij Sochi. Enige uren later toen we in Moskou daalden was het 12 graden onder nul. De ijzig striemende wind rechtstreeks van de Pool vandaan, bezorgde me linea recta een venijnige 'Russische griep', nog bevorderd door het kille feit dat we een stief kwartiertje in de vrieskou buiten op het vliegveld in onze luchtige zomerkleren werden gezet op het koude beton wachtend op een bus. Aan dat alles dacht ik even bij het bericht dat Michail Gorbatsjov de opvolger werd van de overleden Tsjernenko. De nieuwe leider van de Sowjet-Unie is een boerenzoon uit het vermelde Stavropol. Die provin cie is bekend om haar landbouw. Weliswaar staat ze wat in de scha duw van haar westelijke buur Krasnodar, maar dat is dan ook een begrip in de Sowjet-Unie en ver daarbuiten. Krasnodar en Stavropol zijn zuid oostelijke uitlopers van de Oekraï ne, het beroemde zwarte aarde ge bied, in feite de beste landbouw gronden van Rusland. De grond soort is er voornamelijk löss. De mensen zijn er minder stug dan in Moskou, de zuidelijke zon wordt er weerspiegeld in de vuriger tempera menten. Men is er zwieriger en losser dan in het noorden. Gorbatsjov is gepokt en gema zeld in de landbouw in het zuidelijke Stavropol. Voor hij zeven jaar geleden plotseling naar Mos kou werd gehaald had hij zich ver dienstelijk gemaakt in allerlei func ties ten behoeve van de landbouw in die provincie (een gebied dat vele malen groter is dan ons land). Hij was actief communist zeer zeker, maar vooral was hij een landbouw deskundige, een bekwaam bestuur- der en bovenal een goede manager. Zo bekwaam dat hij al snel door de altijd naar jong talent op zoek zijnde leider van de KGB werd opgemerkt. Andropov, want die was toen de baas van de uiterst efficiënt werkende KGB (zoals helaas maar al te vaak in het Westen is ervaren), herkende in de jonge Gorbatsjov een collega en soortgenoot. Beiden legden ze de nadruk op zakelijkheid, efficiëncy, deskundig heid en economie, meer dan op het traditionele communistisch-ideolo- gisch denken. Andropov werd de Russische leider en in zijn spoor kreeg zijn bescher meling snel hoge functies, vaak in of verwant aan de landbouw. Nu is hij na de dood van Tsjernenko de hoog ste Rus. Hoe zal de landbouw onder Gor batsjov zich ontwikkelen? Dat is belangrijk zowel voor de Russen als voor ons. Voor de Russen omdat er gebrek is aan allerlei voedsel. Niet dat er honger is, maar een vetpot is het bepaald ook niet. De toenemende welvaart maakt de consumenten veeleisender en kies keuriger. Russen en Russinnen zijn lekkerbekken en grote bekwame eters (en drinkers vooral niet te vergeten). Maar er is weinig geva rieerd voedsel en bovendien is de aanvoer hoogst onregelmatig. Het bureaucratisch landbouw- en distri butiesysteem staat altijd borg voor onaangename verrassingen en het plotseling stoppen van de voedsel- aanvoer. Het is onmiddellijk te zien aan de lange rijen voor de winkels als er ergens weer iets speciaals en/of lekkers gearriveerd is: paddestoe len, aardbeien, kalkoenen, bloemen etc. Voor de Russische regering is de landbouw belangrijk omdat het te kort aan voedselproduktie en het miserabele afzetsysteem het land per jaar ongelooflijk veel geld kost- wellicht nog meer dan de defensie. Voedselimport uit Oost en West lopen in de miljarden. Voor ons is de koers van de Russische landbouw belangrijk omdat er juist de laatste jaren een grote handels- en export- stroom van Nederland naar Rusland op gang is gekomen. Het Russische landbouwareaal is 550 miljoen hectare. Er zijn 46.000 bedrijven (allemaal van de Staat). Oftewel gemiddeld 12.000 hectare groot. In feite worden die allemaal centraal vanuit Moskou geleid en gepland. Ook als zo'n bedrijf op 8.000 kilometer afstand van die stad ligt. Een systeem dat door gigantische ambtenarij om even grote blunders, demotivatie en vergissingen vraagt. Het heeft dan ook tot even grote tekorten geleid. In dat systeem be staat ook een uiterst kleinschalig J privé-eigendom (van plus minus één a twee hectare per man) van al die arbeiders op de staatsbedrijven, een eigendom dat eigenlijk illegaal is. Maar dat twee procent privé-eigen dom zorgt voor 25 procent van de I totale landbouwproduktie. Het is niet te verwachten dat Gorbatsjov het privé-eigendom en de -produktie verder zal stimuleren. Zo a-communistisch is hij niet. Maar I hij zal ze zeker oogluikend blijven toestaan en naar verwachting ver der ongemoeid laten uitbreiden en I liberaliseren op langere termijn. De twee belangrijkste items van zijn toekomstig landbouwbeleid zullen ongetwijfeld-echter zijn: decentrali satie en intensivering. Het eerste petekent dat er minder I vanuit Moskou geleid zal worden en meer op de bedrijven zelf die plus minus even groot zullen blijven als ze nu zijn. Het tweede betekent meer oriëntatie op het Westen. Daar heeft men bewezen dat je met bijna geen land (naar Russische begrippen dan) ongelooflijk veel voedsel kunt pro duceren. Bijzondere aandacht krij gen een paar kleine West-Eurpese landen Denemarken en Neder land. Dat zal onze landbouwexport, vooral uitgangsmateriaal geen win deieren leggen. Wonderen hoeven wij er op korte termijn niet van te verwachten. Russen zijn voorzichtig traag, omzichtig en gaan nooit over één nachtje ijs. Stapje voor stapje zal zo'n proces op gang komen. In Moedertje Rusland is daar een tref-1 fend spreekwoord voor: je moet niet I met een vork op het water willen schrijven. mr Gerard W. Smallegange. De theologie is een wetenschap en dat wil zeggen, dat zij methodisch te werk gaat bij de uitleg van de Bijbel. Die methode deelt de theolo gie met vele andere wetenschappen. Ook hier worden theorieën getoetst aan praktische bevin dingen. Maar wil de theologie méér zijn dan een opeenstapeling van allerlei niet-theologische we tenschappen, dan zal de praktijk hier inhouden, dat systematisch de vraag gesteld wordt naar de betekenis van het Schriftwoord, zowel voor de uitlegger zelf als voor de gemeenschap. Daarbij kan het niet anders of de uitlegger moet het aandurven zichzelf en zijn wereld ter sprake te brengen, wetend, dat hij niet vrij staat tegenover God en Zijn openbaring. In zijn gelovig-weten- schappelijke omgang met de Bijbel spelen allerlei tradities en wisselende omstandigheden een rol. Omdat de wereld verandert en de kennis toeneemt, maar ook omdat de ene mens de andere nu eenmaal niet is, zal er altijd verschil blijven bestaan tussen de bijbelverklaring van de ene en de andere uitlegger. Dit is niets nieuws en moet ons niet verontrusten. Bovenstaand citaat is te vinden in een studierap port, uitgaande van de Generale Synode van Delft (gereformeerd) in het jaar onzes Heren 1980. Het frappante van de opvatting over de aard van het gezag van de bijbel als in dit citaat omschreven is gelegen in het feit, dat een hervormde studiegroep, bestaande uit rechtzinnige en vrijzinnige theologen haar kan onderschrijven. Ik waag te veronderstel len, dat eveneens rooms-katholieke, lutherse, doopsgezinde en andere confessionele vakmensen deze opvatting delen. Sommige zullen een woordje schrappen of vervangen, anderen zullen zich geroe pen voelen hier en daar een zinnetje toe te voegen, maar het moet de samenstellers van dit studierap port als een verdienste worden aangerekend, dat zij afstand genomen hebben van de traditionele visie op de bijbel: de bijbel is Gods Woord, tot in de leestekens geïnspireerd en alles, wat daarin ge schreven staat is feitelijk en historisch. Dat er verschil van uitleg bestaat, wordt niet vinnig als een vorm van dwaling des geestes beschouwd; integen deel: dat is vanzelfsprekend 'en moet ons (gerefor meerde gelovigen) niet te verontrusten'. Als ik met grote ernst en aandacht het studierap port 'God met ons' herlees, vraag ik mij in gemoede af, waarom leden van onderscheidene kerken elkaar inzake uitleg, zin en bedoeling van de bijbel nog zo weinig verstaan. Afgezien van hier en daar wat krampachtige pogin-' gen om vooral „niet af te wijken van het geloof der vaderen", ademt de inhoud van het rapport een geest van openheid en refereert het duidelijk aan het woord van de Grote Meester zelf, dat ons geloof niet alleen bepaald moet zijn door hart en ziel, maar ook door „geheel ons verstand". De ontwikkeling in het denken over de bijbel acht ik niettemin beden kelijk. We worden de laatste jaren bedolven onder allerlei theologische specialismen. Ik noem er een aantal. We hebben een feministische, een zwarte, en revolutionaire theologie. Er is sprake van een theologie van de Schepping, van een bevrijdings theologie, een apartheidstheologie, van een theolo gie na Auschwitz, van een theologie van de vrede, van een bloedtheologie en.... ik heb zelfs de minder fraaie kwalificatie 'flikkertheologie' gevonden. Het gevaar is niet denkbeeldig, dat we te maken krijgen met een blikvernauwing. Elke theoloog werpt zich hartstochtelijk op die uitspraken in de bijbel, die appelleren aan zijn religieuze behoeften en we zjn gewaarschuwd: wie het detail overschat, overziet niet het geheel. Onlangs heeft een predikant een opmerkelijke typering gegeven van de vrijzinnige-protestantse theologie, die hij een wilde theologie noemde. Hij bedoelde met deze kwalificatie te zeggen, dat vrijzinnige theologen nooit behoefte hebben gehad, hun opvattingen in allerlei uitspraken en credo's vast te leggen. Vrijzinnige theologie is nooit vast te pinnen op een bepaald standpunt, wil niet de pretentie voeren, dat zij onverkort en onveranderd moet worden gehand haafd. Vrijzinnige theologie is mobiel, groeit in het wild, wordt niet gekweekt, maar is een onvermijde lijk gegeven in de flora van alle eeuwen. Ook zij, die huiveren voor het woord vrijzinnig ontkomen niet aan de indruk, dat deze wilde theologie in eigen tuin groeit. Sommigen vinden dat interessant, snoeien hier en daar, maar proeven van de vrucht. Anderen ergeren zich, beschouwen het gewas als onkruid, slaan geëmotioneerd aan het wieden. Persoonlijk vind ik dat jammer, omdat zowel gekweekte als wilde vruchten bijzonder voedzaam en smakelijk kunnen zijn. Wie de ontwikkeling in allerlei kerken volgt, kan onmogelijk staande houden, dat op de kerkelijke kweekplaatsen het tere maar o zo taaie plantje van de vrijzinnige theologie niet voorkomt. We hoeven maar te denken aan theologen als Sölle, Pinchas, Lapide, Levinas Schillebeeckx, Ter Scheg- get, Kuitert en vele anderen. Zij verheugen zich over de wildgroei en sympathiseren met de wilde theologie. Vraag hen liever niet, of ze zich vrijzinnig zouden willen noemen. Dat wordt in alle toonaar den ontkend, want dat woord is en blijft erfelijk belast. Maar steeds duidelijker wordt het, dat naarmate de behoefte, zich aan te sluiten bij een omlijnde vrijzinnige-protestantse groepering, af neemt,de vrucht van haar denken en geloven in de kerken gewaardeerd en geconsumeerd wordt. Willen de kerken eendrachtig samen op weg gaan, gelijk in oude tijden Abraham en de zijnen dat deden, zonder te weten, waar ze samen terecht zullen komen, dan kunnen zij dit avontuur alleen ondernemen, als ze zich als door God geroepen gelovigen gedragen. Niet alleen delend in elkanders vreugden en smar ten, maar ook gevoed door en misschien zelfs genietend van gekweekte en wilde vruchtenHet mag nooit en nimmer gaan om één theologie. Er moet sprake zijn van een samenhang. Ik wil u een voorbeeld geven. Mijn vrouw presenteerde mij onlangs suiker, plantaardig vet, geharde olie, gema len hazelnoten, gecondenseerde magere melk en wei, glucosestroop, stabilisator sorbitol, melksui ker, vetarme cacao, emulgator lecithine, keuken zout en geurige, aromatische korrels. Wat deed ik? ik consumeerde dit alles. Niet omdat ik magere melk of wei zo lekker vind, niet omdat sorbitol zo verrukkelijk is noch omdat lecithine mijn hart gestolen heeft, maar omdat de samenhang van al deze ingrediënten een produkt heeft voortgebracht, dat de tong der miljoenen streelt. Vergeef me de vergelijking met zoiets edels als de theologie, maar ik wil graag duidelijk zijn. We moeten niet alleen oog hebben voor de door onszelf zo keurig gekweek te vruchten, gewassen en bloemen, maar wandelend door Gods schepping met kennis van zaken proe ven van de wilde vruchten, genieten van onbekende groenten en ons verwonderen over kleur en geur van bloemen die niet bloeien in ons tuintje. Met verwondering en instemming heb ik kennis genomen van een warm en indringend loflied op de katholiciteit van de kerk. Ik wil u de woorden daarvan niet onthouden. Deze katholiciteit der kerk, gelijk de Schriften ze ons tekenen en de eerste gemeenten ze ons tonen, is van aangrijpende schoonheid. Wie in de enge kring van een kerkje of conventikel zich opsluit, kent haar niet en heeft haar kracht en vertroosting nooit in zijn leven ervaren. Zo iemand doet aan de liefde van de Vader, aan de genade van de Zoon, aan de gemeenschap van de Geest tekort; hij berooft zichzelf van geestelijke schatten, die door geen meditatie of devotie kunnen worden vergoed, en verarmt zijn ziel. Maar wie uitziende naar buiten over die ontelbare schare heen, die uit alle volk en land en tijd door het bloed van de Zoon is gekocht; wie gevoelt wat krachtige versterking van het geloof, wat wondere vertroosting in het lijden het is. zich één te weten met heel die strijdende kerk. die van het begin tot het einde der wereld uit het ganse menselijke geslacht wordt vergaderd - die kan niet eng zijn van hart. Niet eng zijn van hartEen woord uit deze tijd van een ruimdenkend hedendaags theoloog? Ver wonder u: ik citeerde een passage uit de rectorale rede van de gereformeerde theoloog Bavinck, ge houden te Kampen in het jaar onzes Heren 1888. De pijn van de Afscheiding werd nog we allerwege gevoeld; de schismatieke misère van de Doleantie was in volle gang. Wie in zulk een situatie zó durft te spreken, moet in kerkelijke zin een gezegend mens zijn. Dat durf ik hardop te zeggen en zwart op wit door te geven, juist omdat ik behoor tot hen, die de geijkte theologie hebben ingeruild voor een wilde theologie. Ondanks alle oecumenische activiteiten en initiatieven moet ik er mijn spijt aan toevoegen, dat we, tot welke kerk we ook behoren, nog niet opvallend veel van Bavinck hebben geleerd...' W. de Weerd.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1985 | | pagina 4